http://www.minez.nl
MINEZ: Pieken in de Delta
Pieken in de Delta:
Staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken zet in op
versterking concurrentiekracht van alle regios
Pieken in de Delta de economische onderlegger en uitwerking van de
Nota Ruimte - vormt een koerswijziging in het regionaal beleid, mede
in reactie op het IBO-rapport Regionaal economisch beleid in de
toekomst. Het kabinet wil economische kansen in alle regios benutten
door regiospecifieke knelpunten van nationaal belang weg te
nemen. Dat is de kern van de beleidsnotitie Pieken in de Delta:
Gebiedsgerichte Economische Perspectieven, die EZ-staatssecretaris
Karien van Gennip namens het kabinet vandaag heeft aangeboden aan de
Tweede Kamer. De gebiedsgerichte economische agenda levert een
bijdrage aan de kabinetsinzet op een meer concurrerende en dynamische
Nederlandse economie.
Het kabinet benoemt de kansen in alle regios die het samen met andere
overheden en bedrijven wil realiseren. Het zijn scherpe keuzes om
versnippering van overheidsmiddelen te voorkomen en bestuurlijke
energie gericht in te zetten. Het nationale economische rendement
vormde de leidraad voor deze keuzes. De keuzes sluiten aan bij de
bestaande comparatieve voordelen van alle regios.
Het kabinet herbevestigt het grote economische belang van de twee
mainports, de A2 kennisas van Amsterdam tot Maastricht en de
hoofdverbindingsassen tussen de stedelijke gebieden in Nederland,
Duitsland en Belgie, en daarbinnen met name de triple A-verbindingen
(A2, A12, A4). Daarnaast kiest het kabinet voor 50-topprojecten
bedrijventerreinen (waarvan 65% buiten de Randstad ligt, budget 23
mln. euro per jaar), vier innovatieregios en het beleidsonderdeel
Economie binnen het Grotestedenbeleid.
Het kabinet tornt niet aan bestaande afspraken met regios. Het
Langmanakkoord dat het kabinet met het noorden heeft gesloten bevat
verschillende afspraken. Het Kompas voor het Noorden heeft een
looptijd van 2000-2006. Hiervoor stelt het Ministerie van Economische
Zaken jaarlijks 61 miljoen Euro beschikbaar. Daarnaast is er
een investeringspakket (ICES) voor met name infrastructuur dat loopt
tot 2010 (met een omvang van circa E 550 miljoen) en de aanleg van een
snelle treinverbinding, waarvoor het kabinet E 2,7 miljard heeft
uitgetrokken. Het kabinet komt al deze afspraken na.
Na 2006 wordt in het Noorden net als in alle andere regios bekeken
welke economische potenties en knelpunten er zijn met een nationaal
belang. De relatief geringe welvaartsverschillen en de verwachte
geringe effectiviteit van additioneel beleid na 2006 op deze
welvaartsverschillen leiden tot deze keuze. Over de omvang en de
verdeling van middelen tussen regios na 2006 zal in 2005 worden
beslist, mede afhankelijk van de uitkomst van de discussie over
EU-structuurfondsen. Ook blijft het noorden profiteren van generieke
maatregelen, zoals de verlenging van de TROS-regeling voor de
scheepsbouw, het generieke innovatie-instrumentarium en het ICES-KIS
programma voor de kennisinfrastructuur, waaruit E 52 miljoen voor het
Lofar project in het noorden beschikbaar is gesteld.
Pieken in de Delta beschrijft de rijksagenda voor zes economische
gebieden in ons land.
1 Noord-Nederland: schakel tussen de Randstad en
Noordoost-Europa
Het Noorden heeft de afgelopen jaren behoorlijk economisch
gepresteerd. Bovendien zijn de verschillen in productiestructuur met
de rest van het land afgenomen. De economische ontwikkelingen langs de
A6/A7 en de A28 zijn gunstig, onder andere dankzij de bundeling van
economische activiteiten in kernzones. Het economisch perspectief voor
dit gebied ligt in het verder versterken van bestaande sectoren
(bijvoorbeeld door het creëren van meer spin-off uit
energie-activiteiten via het Energy Valley-concept) en het behoud van
landschappelijke kwaliteiten (versterking toerisme). Een nieuw
perspectief voor het Noorden is een grotere oriëntatie op Duitsland en
de Oostzeelanden.
2 Oost-Nederland: kennisconcentraties benutten
In Oost-Nederland bieden kennisclusters rond de universiteiten in
Twente, Nijmegen en Wageningen belangrijke aanknopingspunten voor
kennis- en productiviteitsontwikkeling. Veelbelovend is het
Valley-concept: Food Valley rond Wageningen en de Gelderse Vallei,
Health Valley rond Arnhem/Nijmegen en Technology Valley in Twente. De
aanleg en herstructurering van bedrijventerreinen in deze gebieden
ondersteunen deze potenties
3 Noordvleugel Randstad en regio Utrecht: verdere uitbouw
internationale dienstverlening
Kern van het economische perspectief van dit gebied is de verdere
uitbouw van de positie van de Noordvleugel als centrum voor
internationale zakelijke dienstverlening en hoogwaardige
internationale logistieke activiteiten. Ruimte voor de verdere groei
van Schiphol is daarvoor een vereiste. Op de Zuidas liggen goede
kansen voor een internationaal concurrerend vestigingsmilieu voor de
zakelijke dienstverlening. Utrecht is een centrum voor nationaal
georiënteerde dienstverlening en moet - als draaischijf voor het
nationale verkeer en vervoer - goed bereikbaar blijven. Amsterdam en
de kuststreek fungeren als trekker van buitenlandse toeristen naar
Nederland.
4 Zuidvleugel Randstad: werken aan nieuw economisch elan
De Zuidvleugel moet de huidige sterktes behouden en tegelijkertijd de
productiestructuur versterken door productie en diensten beter op
elkaar te laten aansluiten. Dat is een ingewikkelde
sociaal-economische opgave. Het scheppen van een aantrekkelijk
vestigingsklimaat voor ondernemingen én burgers staat in dit gebied
centraal. Het nieuwe HSL-station in Rotterdam moet het
vestigingsklimaat in deze stad verbeteren. Het verder uitbouwen van
traditionele sterkten vraagt extra fysieke ruimte, zowel in de haven
(aanleg Tweede Maasvlakte) als daarbuiten (Hoekse Waard) voor
activiteiten die met de haven samenhangen.
5 Zuidwest-Nederland: profiteren van strategische ligging
Zuidwest-Nederland moet nog beter profiteren van de strategische
ligging tussen de wereldhavens in Rotterdam en Antwerpen. Dit gebied
zou daarom moeten mikken op de vestiging van bedrijven die belangrijke
relaties met deze havens onderhouden. Het versterken van de relaties
van het MKB met grote internationale bedrijven biedt mogelijkheden om
de productiviteit van deze regio te verhogen. Er liggen bijzondere
economische kansen in de Moerdijkse Hoek en het
Sloehaven-Kanaalzone-gebied (Zeeland).
6 Zuidoost-Nederland: naar een technologische topregio
Zuidoost-Nederland moet, in samenwerking met het Belgische en Duitse
grensgebied, de sterke technologische positie van het gebied verder
uitbuiten. Dit Euregionale gebied blijft kansrijk voor hoogwaardige
kennisintensieve industrie. Het innovatiebeleid moet zich richten op
betere samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. De
ruimtelijke en infrastructurele knelpunten op de A2 (Den Bosch,
Eindhoven, Westelijke Mijnstreek) vragen bijzondere aandacht, net als
de verdere ontwikkeling van Venlo Tradeport (in relatie tot de
mainport Rotterdam).
Pieken in de Delta sluit aan bij de bevindingen van het
interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) regionaal beleid. De
IBO-werkgroep concludeert dat met het regionaal beleid voor het
noorden de economische achterstand niet zal worden weggewerkt als
gevolg van de economische krachten (schaalnadelen van het noorden). De
achterstand is bovendien in Europees perspectief beperkt. De
IBO-werkgroep geeft daarentegen aan dat er wél aanleiding is voor
voortzetting van het regionaal economisch beleid op een andere leest,
gericht op alle regios. Niet altijd kan immers worden volstaan met
generiek rijksbeleid of beleid van decentrale overheden.
Regionaal-economisch beleid zou met name regiospecifieke knelpunten
met een nationaal belang moeten wegnemen. De IBO werkgroep bestond uit
ambtenaren van de betrokken departementen, medewerkers van het
Centraal Planbureau en het Ruimtelijk Planbureau en twee
hoogleraren.
Ministerie van Economische Zaken