Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
- Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
- 12 juli 2004
Behandeld
Simone Filippini
Kenmerk
- DSI/VR-149/04
Telefoon
- 070-3485723
Blad
- 1/1
Fax
- 070-3484883
Bijlage(n)
- 1
E-Mail
- sljm@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van Tjon-A-Ten over het Nederlands-Amerikaanse samenwerkingsplan
Graag - bied iku hierbij- - - de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Tjon-A-Ten (PvdA) over het Nederlands-Amerikaanse samenwerkingsplan betreffende Reproductieve Gezondheidszorg. Dezer vragen werden ingezonden op 10 juni 2004 met kenmerk 2030415630
- De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne - van der Hoeven
Antwoord van mevrouw van Ardenne - van der Hoeven, Minister voor Ontwikkelings-samenwerking op vragen van het lid Tjon-A-Ten over Ontwikkelingssamenwerking over het Nederlands-Amerikaanse samenwerkingsplan betreffende reproductieve gezondheidszorg
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het artikel in het Keniaanse dagblad Nation getiteld "Clinics close over abortion"? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de door mij tijdens de behandeling van de begroting van Ontwikkelingssamenwerking 2004 getoonde ongerustheid 2) over het NederlandsAmerikaanse samenwerkingsplan betreffende reproductieve gezondheidszorg, in het bijzonder over de 'USA Global Gag Rule'? Deelt u deze ongerustheid inmiddels ook?
Antwoord
In de beantwoording van vragen van leden van de Tweede Kamer (TK, vergaderjaar 2003-2004, nr. 262) over Nederlands-Amerikaanse samenwerking op het gebied van reproductieve gezondheid en rechten heb ik reeds aangegeven dat er geen samenwerking met de Verenigde Staten op dit gebied bestaat.
Tijdens de begrotingsbehandeling 2004 heb ik nogmaals mijn zorgen uitgesproken over de effecten van de Global Gag Rule. Het rapport "Access Denied: US restrictions on Family Planning" toont aan dat dienstverlening op het gebied van reproductieve gezondheid, inclusief family planning, evenals informatie en seksuele voorlichting aan jongeren zijn afgenomen. Op deze manier dreigen de Millennium doelen niet gehaald worden en zal halvering van de armoede in 2015 buiten bereik blijven. Tevens wordt
de strijd tegen aids ongeloofwaardig, gegeven de onlosmakelijke verbondenheid van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten met HIV/Aids, met name waar het preventie en jongeren aangaat.
Vraag 3
Bent u nu de 'Global Gag Rule' steun onthoudt aan klinieken die een liberaal beleid voeren ten aanzien van voorlichting over seksualiteit, anticonceptie i.c. condoomgebruik en abortus bereid na te gaan of Nederland, eventueel in samenwerking met andere landen de in het artikel genoemde organisaties in Kenia financieel kan steunen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 4
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de Nederlandse en Europese steun aan organisaties die niet langer door de Verenigde Staten worden ondersteund, in het bijzonder in landen waarmee Nederland een bilaterale ontwikkelingsrelatie onderhoudt?
Antwoord
Reproductieve gezondheid is een prioritair thema in mijn beleid. Doelstellingen zijn het bereiken van groter politiek 'commitment' voor reproductieve gezondheid en rechten en snellere en betere implementatie van de Caïro agenda, inclusief 'family planning'. Veel landen komen eenvoudigweg hun afspraken niet na. Wereldwijd is de steun voor reproductieve gezondheid en rechten gedaald, leidend tot een steeds groter wordende discrepantie tussen de behoeften en de financiering daarvan.
Nederland heeft in de jaren 2002 en 2003, in directe reactie op het wegvallen van steun uit de VS, haar steun aan organisaties als Mary Stopes International, UNFPA en IPPF gestart of verhoogd. Nederland heeft in 2003 6.2% van haar ODA middelen uitgegeven aan reproductieve gezondheid en HIV/Aids bestrijding (zie HGIS jaarverslag, bijlage 6. ODA: uitgaven
HIV/Aidsen reproductieve gezondheid).
Ik ben bereid om nog intensiever met andere landen op te trekken en te onderzoeken hoe meer steun te genereren voor organisaties die zich inzetten voor reproductieve gezondheid wereldwijd, met als uitgangspunt de principes van de ICPD, overeengekomen in 1994 in Caïro. Naast voortzetting van steun aan de (reproductieve) gezondheidssector in een aantal bilaterale partners van Nederland, is in een aantal landen direct ingesprongen op de acute noodsituatie die ontstond door het beleid van de VS. Zo
heeft Nederland samen met het VK in Tanzania de condoomvoorziening in stand gehouden toen USAID plotseling de financiering daarvan stop zette. In Ethiopië geeft Nederland naast algehele steun aan de gezondheidssector ook steun aan de lokale 'family planning' organisatie die complementair werkt aan de overheid.
Voor wat betreft Kenia kan worden gesteld dat er in verhouding weinig middelen beschikbaar zijn voor Reproductieve rechten en gezondheid. Alhoewel er geen verband bestaat tussen de global gag rule en de hoeveelheid Amerikaanse fondsen voor Kenia, heeft de gag rule wel degelijk effect gehad voor de wijze waarop deze zijn besteed. De VS hebben vanwege de gag rule hun samenwerking met Family Planning Association of Kenya (onderdeel van International Planned Parenthood Federation IPPF) en Marie
Stopes/Kenya beëindigd. Daardoor heeft een aantal ziekenhuizen de deuren moeten sluiten. Het Britse DfID is in de bres gesprongen om het verlies van Amerikaans geld op te vangen.
Daarnaast heeft de Europese Commissie in reactie op de stopzetting van Amerikaanse steun voor reproductieve gezondheid in 2003 een bedrag van ¤20 miljoen aan UNFPA en van ¤12 miljoen aan IPPF gegeven om projecten uit te voeren in een beperkt aantal Afrikaanse en Caribische landen. Ook heeft de Europese Commissie met UNFPA een overeenkomst gesloten voor een driejarig programma voor reproductieve gezondheid en rechten voor Aziatische jongeren. In 2003 is de EU richtlijn "reproductieve en seksuele
gezondheid en rechten" tot stand gekomen met een committering van bijna ¤74 miljoen voor de periode 2003-2006.
Tijdens het Nederlands Voorzitterschap van de EU zal het thema reproductieve gezondheid en rechten hoog op agenda staan. Het streven is met de 25 lidstaten en de Europese Commissie de 'Caïro agenda' opnieuw te bevestigen en daarmee de uitvoering van die agenda te verbeteren zodat de afspraken zoals 10 jaar geleden in Caïro gemaakt, tijdig worden uitgevoerd. Mede in de context van het behalen van de MDG's en de strijd tegen HIV/Aids is dit van essentieel belang.
-
Ministerie van Buitenlandse Zaken