---
Kamervragen en antwoorden
---
Vragen militairen en prostitutie (nr. 2030416580)
12-7-2004 14:21:00
Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie) over mogelijke betrokkenheid van militairen bij prostitutie.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
1. Kent u het rapport van Amnesty International, getiteld ´So does it mean we have the rights?´ van 6 mei 2004 over de toename van gedwongen prostitutie na de komst van de NAVO en de VN in Kosovo. Hoe oordeelt u over de bevindingen en aanbevelingen van dit rapport?
Ja. De bevindingen van dit rapport zijn zorgwekkend en verdienen evenals de aanbevelingen zorgvuldige bestudering. Overigens heeft de VN-missie in Kosovo (UNMIK) aangegeven dat het rapport grotendeels gebaseerd is op informatie uit de periode 1999-2001 en niet representatief is voor de huidige situatie in Kosovo. De meeste aanbevelingen betreffen verhoogde inspanning om schuldigen aan mensenhandel of het faciliteren daarvan te vervolgen.
2. Is bekend of dit fenomeen zich ook heeft voorgedaan of voordoet in andere landen waar vredesoperaties door de NAVO of de VN zijn of worden uitgevoerd? Zo ja, bent u bereid hierover informatie te verschaffen?
Ja. Over Bosnië-Herzegovina is een soortgelijk rapport verschenen, opgesteld door Human Rights Watch in 2002. Het algemene beeld dat in dit rapport wordt geschetst komt in grote lijnen overeen met onderhavig rapport van Amnesty International.
3. Is het waar dat op de NAVO-top in Istanboel een intern beleidsdocument besproken wordt over het NAVO-beleid inzake de bestrijding van handel in mensen en de wenselijkheid van een nultolerantie als het gaat om betrokkenheid van NAVO-militairen bij mensenhandel en medewerking daaraan?1) Zo ja, wilt u de kamer informeren over de inhoud van dit document en het standpunt dat de Nederlandse regering terzake inneemt in Istanboel?
Ja. Het betreffende beleidsdocument, getiteld ´NATO policy on combating trafficking in human beings´, is tijdens de Navo-top door de Euro-Atlantische Partnerschapsraad (EAPR) bekrachtigd. Het document is openbaar en ter informatie bijgevoegd.
De regering is van mening dat mensenhandel overal en te allen tijde bestreden moet worden. De regering kon zich derhalve volledig vinden in het beleidsdocument, zoals dat op de Navo-top in Istanboel is bekrachtigd. De Nederlandse wetgeving voldoet reeds aan de in het beleidsdocument genoemde voorstellen.
4. Klopt het bericht dat de Verenigde Staten zelfs een totaalverbod op het bezoek van prostituees door militairen gaan instellen?2)
In de Verenigde Staten geldt een algeheel verbod op prostitutie(-bezoek). Aangezien de Amerikaanse wetgeving ook op uitgezonden militairen van toepassing is, zijn geen aanvullende wettelijke verboden ingesteld. President Bush heeft op 25 februari 2003 wel een richtlijn voor alle VS-militairen doen uitgaan voor een ´zero-tolerance´-beleid inzake mensenhandel en het faciliteren daarvan.
5. Deelt u de mening dat het, gezien de taak van Nederlandse militairen om vrede en veiligheid te bevorderen en dus ook om vrouwen en meisjes te beschermen, niet toelaatbaar is dat onze militairen prostituees bezoeken laat staan vrouwen dwingen tot prostitutie? Kunt u aangeven of, en zo ja, hoe, hieraan aandacht besteed wordt in de opleiding en training van militairen, en hoe toegezien wordt op de naleving van de regels tijdens vredesoperaties?
Prostitutiebezoek is volgens de Nederlandse wetgeving niet verboden. Door veiligheidsmaatregelen en andere regels zal prostitutiebezoek in beginsel niet voor komen onder uitgezonden Nederlandse militaire eenheden. Uitgezonden Nederlandse militairen mogen hun kampement alleen verlaten voor patrouilles en andere dienstaangelegenheden. Uitzondering hierop is de operatie in Bosnië- Herzegovina, waar een uitgaansregeling onder strikte voorwaarden bestaat. Deze voorwaarden behelzen onder andere het indienen van een schriftelijk verzoek, de instelling van een avondklok, het beperken van uitgaan tot geselecteerde locaties en het uitgaan onder gewapende begeleiding.
Voorts is volgens de Nederlandse strafwetgeving het faciliteren en bedrijven van mensenhandel, alsmede het hebben van seksueel contact met minderjarigen, verboden. Uitgezonden militairen vallen altijd onder het Nederlandse strafrecht. De Koninklijke marechaussee respectievelijk ´(NATO/UN/EU) Force Military Police´zien toe op de naleving van de nationale wetgeving en de instructies voor het verlaten van het kampement zoals opgesteld door de operationele commandanten. Mede in het licht van het rapport van Amnesty International en het bekrachtigde Navo-document zal bezien worden of aanvullende instructies voor Nederlandse eenheden wenselijk zijn.
In initiële en vervolgopleidingen en in het bijzonder tijdens de voorbereiding van individuele militairen en eenheden op inzet in het kader van crisisbeheersingsoperaties wordt aandacht besteed aan de juridische en morele aspecten verbonden aan het optreden in dergelijke missies en het daarmee samenhangende gewenste gedrag van ons personeel. Het eerbiedigen van wet- en regelgeving, de mensenrechten en het oorlogsrecht, nemen daarbij een belangrijke plaats in. Tevens wordt hieraan aandacht besteed in de handboeken en vaste orders die voor elke missie worden uitgegeven. In het licht van het genoemde Navo-document zal bezien worden of in de missiegerichte opleidingen meer specifieke aandacht gegeven kan worden aan mensenhandel. 1. Reformatorisch Dagblad, 23 juni jl., "Navo wil vraag naar seksslavernij beperken" 2. Reformatorisch Dagblad, 18 juni jl., "Navo ontmoedigt meewerken aan seksslavernij"
Nieuws Nieuwsberichten