Vereniging van Effectenbezitters


Prefhouders Unilever starten juridische actie

Persbericht | 12-07-2004

(English version)
Een groep van houders van preferente aandelen Unilever heeft besloten juridische actie te ondernemen tegen Unilever naar aanleiding van het op 24 maart jl. aangekondigde voornemen om de preferente aandelen Unilever in het eerste kwartaal 2005 te converteren in gewone aandelen. In dat kader is heden een verzoek ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam tot het gelasten van een enquête naar het beleid bij Unilever en het treffen van onmiddellijke voorzieningen.De prefhouders hebben in de afgelopen maanden hun bezwaren hiertegen zowel schriftelijk als mondeling bij Unilever kenbaar gemaakt, waarop Unilever heeft aangegeven niet op haar voornemen terug te willen komen.

De groep aandeelhouders bestaat uit (cliënten van) een aantal partijen die al eerder hun bezwaren hebben geventileerd. Dit betreft onder meer CommonWealth Investments, Stroeve, Veer Palthe Voûte en de Vereniging van Effectenbezitters. Vanwege de parallelle belangen van deze partijen en de beleggers die zij vertegenwoordigen, is besloten gezamenlijk op te treden. Het enquêteverzoek wordt gedaan door aandeelhouders met gezamenlijk 23 miljoen preferente aandelen, ofwel ruim 10 procent van de uitstaande preferente aandelen. In totaal vertegenwoordigt deze groep houders en voormalig houders van ruim 50 miljoen preferente aandelen, ofwel circa een kwart van de uitstaande preferente aandelen.

De twee belangrijkste bezwaren worden hieronder toegelicht:


1. Unilever heeft de verwachting gewekt dat de onderneming in 2004 de preferente aandelen zou terugkopen tegen 6,58 euro per aandeel. Afspraken met de belastingdienst zouden volgens Unilever een belemmering vormen voor verdere communicatie daarover.

In het kader van het superdividend van destijds 16 miljard gulden, werd aandeelhouders de keuze geboden tussen een contant dividend van 14,50 gulden (6,58 euro) of een preferent aandeel.
* Unilever heeft gesteld dat zij beleggers met de creatie van de preferente aandelen een gelijkwaardig alternatief wilde bieden. Gelijkwaardig refereert aan een gelijke waarde.
* Vanwege de fiscaliteit waren beleggers bereid genoegen te nemen met een laag dividendrendement, 65 procent van het Euribor rentetarief. Daarmee waren de lasten voor Unilever gelijk aan een gewone lening tegen Euribor. De 35 procent aftrek werd opgenomen omdat voor Unilever rentelasten wél aftrekbaar zijn in het kader van de vennootschapsbelasting (tegen 35 procent) en het te betalen dividend op de prefs niet.

* Ook adviseurs van Unilever (ABN Amro Rothschild) hebben in presentaties aangegeven dat Unilever voornemens was de aandelen terug te kopen.

* De conversiemogelijkheid was daarom bedoeld voor die aandelen die na de terugkoop nog zouden uitstaan.

* De aandeelhoudersgroep beschikt voorts over e-mails van Prof mr J.Winter, destijds hoofd juridische zaken van Unilever, die deze intentie bevestigen.


2. Unilever heeft in de aandeelhoudersvergadering van 12 mei jl. aangegeven dat het altijd al de bedoeling is geweest om tot conversie over te gaan indien de koers beneden 73,18 euro gelegen zou zijn.

Deze mededeling is in strijd met de berichtgeving van Unilever in de afgelopen vijf jaar:

* Indien dit vanaf 1999 het standpunt van Unilever is geweest, had zij dit in 1999 bij het bieden van de keuze tussen contanten en preferente aandelen, aan aandeelhouders moeten melden. Een dergelijke mededeling zou geen fiscale consequenties hebben gehad voor Unilever en haar preferente aandeelhouders.
* Dit had tevens betekend dat Unilever de houders van gewone aandelen op de hoogte had moeten stellen van de veel lagere waarde van preferente aandelen door de geschreven putoptie die dan onderdeel van de prefs had uitgemaakt. Als instrument is de Unilever financieringspref dan het best te vergelijken met een reverse convertible.

* In deze visie had Unilever gedurende de periode 1999-2004 niet voortdurend vragen van aandeelhouders behoeven te ontwijken of onbeantwoord te laten. Deze communicatie werd gemotiveerd door te stellen dat afspraken met de belastingdienst geen nadere mededelingen toestonden.

* Unilever heeft nagelaten mededelingen te doen toen van in haar visie grote over- en onderwaarderingen van de preferente aandelen op basis van, volgens Unilever, kennelijk onjuiste aannames of verwachtingen.

* In het kader van de berekening van de winst per aandeel en de winst per aandeel op verwaterde basis (fully diluted) heeft Unilever nooit de aandelen als gevolg van conversie van de preferente aandelen meegeteld.

Uit de koersval van 20 procent van de preferente aandelen Unilever op 24 maart jl. blijkt dat beleggers en analisten niet van het standpunt cq de gedragslijn van Unilever op de hoogte waren.

De groep aandeelhouders heeft zich heden tot de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam gewend met twee verzoeken:
1. Een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat een verbod wordt opgelegd aan Unilever om gedurende de loop van het geding een definitieve beslissing te nemen over de conversie van de preferente aandelen.

2. Een verzoek om een onderzoek te gelasten naar het beleid van Unilever naar deze kwestie. De groep Unilever prefhouders is van oordeel dat sprake is van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid (het criterium voor een enquête) en is tevens van mening dat de handelwijze van Unilever in strijd is met de elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap (het criterium voor wanbeleid).

Deze kwestie heeft aanzienlijke financiële gevolgen voor de prefhouders. Op basis van de huidige koers van het gewone aandeel Unilever (54 euro), en de voorgenomen conversie van 11,2 preferente aandelen in een nieuw gewoon aandeel, vertegenwoordigt een preferent aandeel een waarde van 4,82 euro. Het verschil met het terugkoopscenario (6,58 euro per preferent aandeel) bedraagt derhalve 1,76 euro per aandeel (stand 12 juli 2004). Bij 211 miljoen euro uitstaande preferente aandelen kan het nadeel worden becijferd op 370 miljoen euro. Voor de aandeelhouders die zich hebben aangesloten bij deze groep (houders en voormalig houders van ruim 50 miljoen aandelen) bedraagt het nadeel circa 88 miljoen euro.

Common Wealth Investments
Effectenbank Stroeve
Veer Palthe Voûte
Vereniging van Effectenbezitters (woordvoering)