Persbericht
08-07-2004
Strand van Delfzijl wordt na vondst munitie uit voorzorg afgegraven
INFORMATIE
De burgemeester van de gemeente Delfzijl, mevrouw drs. M. Appel-de
Waart, heeft uit voorzorg besloten het strand van Delfzijl af te laten
graven en het zandpakket te laten zeven. Daarmee wordt de aanbeveling
uit het Rapport van Vooronderzoek van het Explosieven Opruimings-
commando van de Koninklijke Landmacht opgevolgd. Inmiddels zijn door
de gemeente Delfzijl bij gespecialiseerde bedrijven offertes
aangevraagd voor het afgraven en het zeven van het zand. Er wordt
alles in het werk gesteld om zo spoedig mogelijk te kunnen beginnen
met de werkzaamheden, zodat het strand weer kan worden opengesteld
voor het publiek.
Op 31 mei 2004 zijn op het strand explosieven aangetroffen. De
gemeente heeft het Explosieven Opruimingscommando Koninklijke
Landmacht verzocht een vooronderzoek in te stellen naar de mogelijke
aanwezigheid van meerdere explosieven in het betreffende gebied. Op
maandag 5 juli 2004 heeft het vooronderzoek plaatsgevonden. Naar
aanleiding van het onderzoek zijn door het Explosieven
Opruimingscommando de volgende conclusies getrokken:
- Het zand dat in de jaren 1997/1998 is opgebracht, is niet gezeefd.
Het is dus mogelijk dat de aangetroffen explosieven met dit zand zijn
aangevoerd.
- Het zand dat in mei 2004 is aangebracht, is gezeefd. Het is dus
uitgesloten dat de explosieven met dit zand zijn aangevoerd.
- De explosieven die zijn gevonden, waren schoon. Hieruit valt af te
leiden dat deze explosieven langere tijd aan de inwerking van zeewater
bloot hebben kunnen staan.
- De afstand van de hoogwaterlijn op het strand tot aan de westelijke
rand van de vaargeul van de Eems bedraagt meer dan drie kilometer. De
mogelijkheid dat de getijdenstroming de explosieven over deze afstand
zou hebben verplaatst, is niet waarschijnlijk.
- Het opgebrachte zandpakket is circa 0.4 meter dik aan de
hoogwaterlijn en circa 2.5 meter dik aan de kademuur.
- Het is niet vast te stellen waar de explosieven, aangetroffen op 31
mei 2004, vandaan komen.
Volgens het Explosieven Opruimingscommando blijft de mogelijkheid van
aanwezigheid van explosieven in het opgebrachte zandpakket bestaan.
Uit het oogpunt van veiligheid voor het publiek is geadviseerd het
betreffende gebied te laten onderzoeken op de aanwezigheid van
explosieven. Oppervlakte detectie is niet de meest geschikte methode
van onderzoek door de variabele dikte van het zandpakket en de aard
van de aangetroffen explosieven. Het afgraven en zeven van het
opgebrachte zandpakket leidt tot het beste resultaat.
Op pinkstermaandag 31 mei 2004 is op basis van het advies van de Duik-
en Demonteer Groep van de Koninklijke Marine besloten, na verwijdering
en deels tot ontploffing brengen van de munitie en nadat uit
detectieonderzoek is gebleken dat op 0.5 meter diepte geen munitie
meer in het zand aanwezig was, het strand weer vrij te geven voor het
publiek. Intern onderzoek van de gemeente naar de herkomst van in mei
2004 aangebracht zand en van zand dat is aangevoerd in 1997, heeft tot
de conclusie geleid, dat de meest waarschijnlijke herkomst van de
aangetroffen munitie moet worden teruggevoerd op het in 1997
aangebrachte zand. De burgemeester van Delfzijl heeft op basis van
artikel 174 van de Gemeentewet met ingang van 18 juni 2004 besloten
om, als voorzorgsmaatregel, het strand van Delfzijl opnieuw af te
sluiten.
Munitievondst Pinksteren:
15 x 20mm.Granaten, Duitse makelij;
10 x .50 kogels, Amerikaanse makelij;
1 mortiergranaat 80 mm., Duitse makelij;
1 mortierkop 80 mm., Duitse makelij;
1 ontsteking 20 mm., Duitse makelij;
2 x 30 mm granaten, Duitse makelij;
9 x pistool/geweer munitie.
Gemeente Delfzijl