Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM)


IJmuiden, 6 juli 2004
PERSBERICHT: KNRM wil 200 personen binnen een uur kunnen redden

Drukste vaarroutes krijgen prioriteit bij indienststelling nieuw reddingmaterieel

De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) heeft zich in 2003 bij het stationeren van nieuwe reddingboten met name gericht op de drukste Nederlandse vaarroutes. Dit is conform het vlootplan van de KNRM, dat erop gericht is om de gereddencapaciteit binnen het werkgebied van de KNRM in 2010 te hebben geoptimaliseerd. In verband met datzelfde vlootplan staan voor de nabije toekomst ondermeer nieuwe reddingboten voor Hoek van Holland, Ter Heijde en Den Helder op de rol.

In het vlootplan 2010 vormt de gereddencapaciteit binnen een tijdseenheid, in combinatie met de afstand vanaf het reddingstation het uitgangspunt. Momenteel wordt beoogd dat op iedere plek binnen 10 mijl langs de kust binnen een uur na alarmering een gereddencapaciteit van tenminste 200 geredden aanwezig kan zijn. Een zwaardere norm van tenminste een capaciteit van 400 geredden wordt beoogd in de nabijheid van de grootste havens (Westerschelde, Europoort, IJmuiden) en de Waddenzee. Het stationeren van nieuw of vervangen van bestaand materieel geschiedde in 2003 conform deze norm.

Door in Westkapelle de kleine reddingboot Fint te vervangen door de veel grotere Uly, werden de benodigde vlootaanpassingen in het Westerscheldegebied voorlopig afgerond. Samen met de komst van de reddingboot Zeemanshoop in Breskens (2000) en de reddingboot Winifred Lucy Verkade-Clark in Cadzand (2002) was de komst van de Uly goed voor een stijging van de gereddencapaciteit in het Westerscheldegebied van 137 naar 220 personen. Doordat ook de reddingboten van Noordland-Burghsluis binnen een uur in de monding van de Westerschelde kunnen zijn, heeft de KNRM daar tot nu toe een gereddencapaciteit van 360 personen gerealiseerd. De norm voor 2010 komt daarmee binnen handbereik.

In IJmuiden werd de reddingboot Christien vervangen door de nog grotere reddingboot Koos van Messel. Hierdoor nam de gereddencapaciteit toe met 30 geredden. In samenwerking met de reddingstations Katwijk, Noordwijk, Zandvoort, Wijk aan Zee en Egmond aan Zee is de gereddencapaciteit voor de pieren van IJmuiden 370 personen binnen een uur na alarmering.

In het drukke vaarwater rond de waddeneilanden is een nog ingrijpendere vlootvernieuwing gaande. Dit gebeurt ondermeer met het oog op de veerdiensten naar de eilanden. Door de kleine reddingboten van de waddeneilanden te vervangen door een grotere Atlantic 75 neemt de gereddencapaciteit in het Waddengebied uiteindelijk toe met 35 personen. Ameland, Schiermonnikoog en Vlieland zijn recent uitgerust met een Atlantic 75.
De indienststelling van de Anna Margaretha op Ameland betekende een derde Arie Visser-type in het waddengebied. Hierdoor werd niet alleen de gereddencapaciteit met nog eens 30 personen uitgebreid, maar werd ook de actieradius van het reddingstation Ameland verdubbeld. Samen de grote reddingboten van Terschelling en Schiermonnikoog is de Anna Margaretha op de Noordzee goed voor een gereddencapaciteit van 360 personen tot een afstand van 150 mijl (ca. 280 kilometer).

Nieuwe reddingboten op stapel
In dit verband resteren de aanpassingen voor de Europoort, de aanvaarroute voor de haven van Rotterdam. Voor 2005 staan nieuwe, grotere reddingboten gepland voor Hoek van Holland en Ter Heijde, waarmee de gereddencapaciteit in deze havenmonding toeneemt met 80 personen. Bij een grote calamiteit rond Hoek van Holland staan de reddingboten van Hoek van Holland, Ter Heijde, Scheveningen en Stellendam eind volgend jaar garant voor een gereddencapaciteit van 330 personen binnen een uur na alarmering.

Uitbreiding werkgebied
Vanwege de huidige financiële positie van de KNRM zijn geplande uitbreidingen van het werkgebied op de lange baan geschoten. De Redding Maatschappij richt zich voorlopig op het verder optimaliseren van haar bestaande activiteiten in haar bestaande werkgebied. Niettemin blijft de KNRM bereid om in de toekomst de witte vlekken in het SAR A1-gebied (Randmeren en Zeeuwse stromen) te voorzien van adequaat uit- en toegeruste reddingstations. Voor die tijd dient er echter eerst een goede operationele regeling te zijn getroffen met andere hulpdiensten in die regio, en dient de meerjarenbegroting van de KNRM dergelijke investeringen mogelijk te maken.

Meer informatie leest u in het Jaarverslag 2003

EINDE PERSBERICHT