Schending beginsel hoor en wederhoor; telefonische oproep door
rechtbank
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 5-07-2004
Het Uwv heeft de rechtbank schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te
zullen verschijnen. Naar aanleiding van deze mededeling heeft de
griffier van de rechtbank met het Uwv gebeld. Het Uwv is hierbij
dringend verzocht zich ter zitting te laten vertegenwoordigen in
verband met het geven van inlichtingen, en heeft hieraan gehoor
gegeven. Betrokkene is van deze telefonische oproep door de rechtbank
niet in kennis gesteld en is naar aanleiding van de eerdere mededeling
van het Uwv niet ter zitting verschenen. De Raad stelt vast dat
betrokkene door de rechtbank niet in staat is gesteld zijn belangen in
gelijke mate ter zitting te behartigen als het Uwv. Naar het oordeel
van de Raad heeft de rechtbank hiermee het recht op hoor en wederhoor
geschonden en is derhalve sprake van een inbreuk op de uit artikel 6
EVRM voortvloeiende elementaire eisen van een eerlijk proces.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AP2632
Zie het origineel