Ministerie van Buitenlandse Zaken

VERSLAG VAN DE REIS VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING NAAR Bolivia (17-20 juni 2004)

Samenvatting

Mijn bezoek aan Bolivia van 17 tot 20 juni was het eerste van een minister voor ontwikkelingssamenwerking sinds 1996. Het doel van het bezoek was tweeledig: de vriendschappelijke en samenwerkingsbanden tussen Nederland en Bolivia - OS-partnerland sinds zo'n twintig jaar - te verstevigen en met het oog op het aanstaande EU-voorzitterschap de follow-up van de recente EU-LAC Top te Guadelajara voor te bereiden. Het zakenkabinet van President Mesa lijkt een groot draagvlak onder de Boliviaanse bevolking te hebben, maar ondervindt tegenwerking van de gevestigde politieke partijen. Het moment van het bezoek, aan de vooravond van het nationale gas-referendum gekenmerkt door politieke spanningen en sociale onrust, was opportuun om steun te betuigen aan President Mesa en zijn regering bij hun streven om de kwetsbare democratie te versterken, politieke vernieuwing tot stand te brengen, het functioneren van de rechtsstaat te verbeteren en integratie in de regio te bevorderen, en met dat alles de armoede in het land te verminderen. Tijdens het bezoek tekende ik twee samenwerkingsovereenkomsten: één voor onderwijs en één betreffende klimaatverandering.

Verslag

Tijdens mijn bezoek sprak ik met President Mesa en een groot aantal ministers. Tevens sprak ik met de President van de Hoge Raad, vertegenwoordigers van de Rooms-Katholieke Kerk, het bedrijfsleven en bilaterale en multilaterale donoren en de MFO's en SNV. Op 19 juni bracht ik een veldbezoek aan het departement Chuquisaca, waar met Nederlandse steun diverse ontwikkelingsactiviteiten worden uitgevoerd.

In het uitgebreide en openhartige gesprek met President Mesa op 18 juni kwamen de binnenlandspolitieke situatie, de relatie met de donorgemeenschap, regionale integratie, de verhouding met Chili en het Internationaal Strafhof aan de orde. President Mesa stelde dat het fundamentele probleem in het land de "disconnect" tussen overheid en bevolking was. Dit probleem was ook de grondoorzaak geweest van de gebeurtenissen in oktober 2003 die hadden geleid tot het vertrek van President Sanchez de Lozada. De verhouding tussen volk en staat diende door middel van de dialoog en door de organisatie van een Constituerende Vergadering - die in een nieuwe grondwet zal uitmonden - op een nieuwe leest te worden geschoeid. De sociale realiteit was er een van extreme armoede en uitsluiting van een groot deel van de bevolking. Sociale organisaties, vakbonden etc. stelden echter steeds meer en vergaande eisen, waarbij een kloof gaapte tussen de verwachtingen en de mogelijkheden.

Over het gasreferendum, dat op 18 juli zal plaatsvinden, zei President Mesa dat hij een positieve uitslag verwachtte, op grond waarvan een nieuwe energiewet kan worden aangenomen. Daarmee wordt de exploitatie en de export van het aardgas door het volk gelegitimeerd. Ik heb aangeboden de Nederlandse ervaring en expertise met het verbinden van publiek belang met private investeringen in de exploitatie van het Nederlandse aardgas ter beschikking te stellen, indien Bolivia daaraan behoefte had. Ik heb het belang van accountability benadrukt en noemde de Nederlandse Sociaal-Economische Raad als dialoogbevorderend mechanisme dat wellicht ook voor Bolivia spanningverlagend zou kunnen werken. President Mesa gaf aan dit idee te kennen en er op zich enthousiast over te zijn, doch er beducht voor te zijn dat een extra overlegorgaan naar het voorbeeld van de SER in de huidige Boliviaanse context het risico in zich hield van een verdere verzwakking van het toch al zeer zwakke parlement.

Op het terrein van de internationale politieke betrekkingen kwamen de regionale integratie in Zuid-Amerika en de EU-LAC samenwerking aan de orde. President Mesa stelde dat Bolivia, exact in het midden van Zuid-Amerika gelegen, nauw betrokken is bij de integratieprocessen zowel met de Mercosur-landen als met de Andes-landen. De relatie met Chili vormde echter een obstakel voor deze processen. Ik heb het belang van regionale samenwerking voor Bolivia onderstreept. Bolivia zou kunnen profiteren van verdere marktopening met zijn directe buurlanden en een handelsovereenkomst tussen de EU en de Andes-landen zou daardoor sneller gerealiseerd kunnen worden. Ik heb er aan herinnerd dat de EU ook klein was begonnen en in etappes tot de 25 huidige leden was gekomen. Op veel fronten was samenwerking tussen EU-landen en LAC-landen van wederzijds belang: handel, armoedebestrijding, corruptiebestrijding, het voorkomen van illegale handel in wapens, de strijd tegen drugs, milieubescherming enz. Ik heb benadrukt dat Bolivia een belangrijke component in de EU-LAC vormt samenwerking die nog onlangs in Guadelajara was herbevestigd.

In mijn gesprekken met de president en met de minster van Buitenlandse Zaken heb ik ook het Internationale Strafhof ter sprake gebracht. Ik benadrukte het belang daarvan voor de versterking van de internationale rechtsorde. Ik drong erop aan non-surrenderovereenkomst die de vorige Boliviaanse regering met de VS had getekend niet te ratificeren. De beslissing over deze kwestie ligt nu bij de Kamer van Afgevaardigden. Bij de besluitvorming speelt het belang van Bolivia bij een goede relatie met de VS een belangrijke rol.

Tijdens mijn bezoek is ook de ontwikkelingssamenwerking met Bolivia uitgebreid aan de orde geweest. Bolivia zal op de bijeenkomst van de Consultatieve Groep in Parijs dit najaar haar strategie tegen armoede (Poverty Reduction Strategy Paper), onderbouwd met de resultaten van de nationale dialoog presenteren. De dialoog met de donorgemeenschap was verbeterd met de recente instelling van thematische overlegtafels die onder voorzitterschap van de regering functioneerden. Uitgangspunt van dat overleg waren de prioriteiten van het regeringsbeleid.

Ten aanzien van de macro-economische problematiek stelden de Boliviaanse ministers van Economische Ontwikkeling en van Financiën dat het begrotingstekort weliswaar nog steeds zeer hoog, maar dalende is: de regering heeft zich verplicht aan de doelstelling om het tekort in 2004 op 6,6 procent te brengen door middel van forse bezuinigings-maatregelen, waaronder verlaging van salarissen van politici en hogere ambtenaren, en inning van (vooralsnog bescheiden) nieuwe belastingen. Het land is op het juiste spoor. Het IMF heeft het stand-by agreement verlengd tot eind 2004 met het oog op de totstandkoming van een Poverty Reduction Growth Facility per 1 januari 2005. Ik deelde Minister Grebe (Economie) en Minister Cuevas (Financiën) mee dat Nederland voornemens is voor de periode 2004-2007 meerjarige begrotingssteun te verstrekken ter grootte van EUR 3 miljoen per jaar. Deze steun zal onderdeel uitmaken van een inspanning van in totaal elf donoren, die thans de laatste hand leggen aan een Memorandum of Understanding waarin de voorwaarden voor deze steun zijn vastgelegd.

In mijn gesprekken heb ik het belang benadrukt van verbetering van het ondernemingsklimaat en ontwikkeling van de private sector. In het Nederlandse OS-programma wordt hieraan steeds meer aandacht besteed, met name in de sector ontwikkeling van de productieve capaciteit.

De inspanningen van de regering-Mesa om vooruitgang te boeken op het gebied van goed bestuur betreffen in de eerste plaats de strijd tegen de corruptie en de hervorming van de rechterlijke macht. Nederland en een aantal andere donoren steunen het programma van de presidentieel afgevaardigde, Lupe Cajías, om in samenwerking met het Openbaar Ministerie en de Algemene Rekenkamer klachten over corruptie aan te pakken. De president van de Hoge Raad, Eduardo Rodríguez gaf aan dat politieke beïnvloeding, corruptie en straffeloosheid wijdverbreid zijn in de rechterlijke macht. Een derde van de Bolivianen had in het geheel geen toegang tot het rechtssysteem. In bijna de helft van alle gemeentes is de rechterlijke macht volledig afwezig. In El Alto, de arme zusterstad van La Paz waar meer dan een miljoen mensen wonen, zijn nauwelijks rechters. Nederland en enkele andere donoren zijn, als er voortgang geboekt wordt met de depolitisering van de rechterlijke macht, in beginsel bereid het programma "Justicia Para Todos" te steunen. Daarmee wordt beoogd alle burgers te verzekeren van toegang tot het rechtssysteem en een eerlijke rechtspleging.

In het gesprek met de minister van Onderwijs (Maria Soledad Quiroga) ben ik onder de indruk gekomen van het vooruitstrevende Boliviaanse beleid in deze sector. Doel is het basisonderwijs beter te laten aansluiten bij de culturele diversiteit van het land om zodoende de gelijkwaardigheid van de inheemse culturen te bevorderen. Tevens schenkt het beleid aandacht aan vaktechnisch onderwijs, waarbij met name wordt gekeken naar de bruikbaarheid van het geleerde in de private sector. Ik heb dit punt in het gesprek sterk benadrukt en aangeboden desgewenst aanvullende middelen beschikbaar te stellen om Bolivia in staat te stellen een werkelijke slag te maken. In een aparte ceremonie heb ik samen met minister Quiroga en minister Siles del Valle van Buitenlandse Betrekkingen de bilaterale overeenkomst 2004-2008 voor onderwijssamenwerking (basketfinanciering) ter waarde van USD 75 mln getekend.

Tijdens het veldbezoek aan het departement Chuquisaca heb ik me laten informeren over het door Nederland gesteunde nationale stroomgebiedenprogramma, waarin geïntegreerd waterbeheer centraal staat. Tijdens een feestelijke bijeenkomst in El Chaco heb ik landeigendomstitels uitgereikt aan boeren en boerinnen. Het proces van registratie en toekenning van landeigendomstitels is in handen van het instituut voor landhervorming (INRA) dat al sinds 1997 steun van Nederland ontvangt. De toekenning van landtitels, die lange tijd traag is verlopen als gevolg van politieke onwil ten tijde van de regering-Sanchez de Lozada is na het aantreden van President Mesa, die zich hiervoor persoonlijk inzet, in een stroomversnelling gekomen. In de acht maanden sinds Mesa's aantreden zijn in totaal circa 10.000 landtitels uitgereikt, meer dan in de vijf jaar daarvóór.

Conclusie:

De regering van Bolivia verdient steun bij haar pogingen om door middel van het herstel van de politieke stabiliteit en het verbeteren van de democratische rechtsorde de economische ontwikkeling te bevorderen en de armoede te verminderen. Het zakenkabinet van President Mesa lijkt een groot draagvlak onder de bevolking te hebben, maar ondervindt tegenwerking van de gevestigde politieke partijen en enkele maatschappelijke actoren. Er is nog een lange weg te gaan, en Bolivia heeft politieke en financiële steun van de internationale gemeenschap nodig. Met mijn bezoek heb ik de Nederlandse bereidheid daartoe willen onderstrepen.

===