Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Utrecht, 2 juli 2004

Europese milieubeweging verwacht veel van Nederlands voorzitterschap

De Europese milieubeweging EEB heeft vandaag staatssecretaris Van Geel (milieu) een lijst aangeboden met 'tien groene punten' waarop het EU-milieubeleid verbeterd kan worden. Nederland zou als voorzitter van de EU op deze punten de komende zes maanden moeten scoren.

Bovenaan de lijst staat 'vergroening' van het zogeheten Lissabonproces, dat Europa in 2010 de meest concurrerende kenniseconomie ter wereld moet maken. Even belangrijk is dat de Duurzame Ontwikkelingsstrategie sturend wordt voor Europese investeringen. 'We willen dat de Nederlandse regering het initiatief neemt voor investeringsplannen die milieu-, sociale en economische doelen combineren", aldus John Hontelez, secretaris generaal van het EEB (European Environmental Bureau, de koepel van 140 milieuorganisaties in de EU-landen). "De Nederlandse regering heeft de gelegenheid om milieu en duurzaamheid een prominente plaats te geven op de agenda van de nieuwe Europese Commissie."

Het Nederlandse voorzitterschap zou voorts milieuschadelijke EU-subsidies moeten aanpakken. Op een Europese top verleden jaar spraken de regeringsleiders zich hiervoor uit. Ook moet vooruitgang worden geboekt bij de regulering van gevaarlijke chemische stoffen. De Commissie deed hiervoor een omstreden voorstel. Een goede Europese wetgeving is essentieel voor de gezondheid van alle Europeanen. Nederland kan het voorstel een zet in de goede richting geven. Verder zouden milieu- en natuurcriteria geïntegreerd moeten worden in het beleid voor plattelandsontwikkeling, en is vooruitgang gewenst op het gebied van het terugdringen van het broeikaseffect, een verbod op het giftige cadmium in batterijen en de bescherming van grondwater. EEB-voorzitter Ralph Hallo: "Nederland moet zich speciaal de achterstand aantrekken die ons land heeft met de vertaling van EU-richtlijnen in de nationale wetgeving. Die achterstand moet worden weggewerkt".

Het EEB presenteert elk EU-voorzitterschap bij zijn aantreden tien groene punten, als richtingwijzer voor de voortgang van de EU-milieuwetgeving. Na zes maanden, wanneer het voorzitterschap van een land eindigt, evalueert het EEB de resultaten en inspanningen.



Ingezonden persbericht