Aan de Voorzittervan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
- Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
- 2 juli 2004
Behandeld
- Brecht Paardekooper
Kenmerk
- DSI/MY 384/04
Telefoon
- 070 3486032
Blad
- 1/4
Fax
- 070 3484883
Bijlage(n)
- 1
- brecht.paardekooper@minbuza.nl
Betreft
- Beantwoording vragen van het lidVan der Staaij over medefinancieringsorganisaties
-
Graag - bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Van der Staaij (SGP) over - medefinancieringsorganisaties. Deze vragen werden ingezonden op - 18 juni 2004 met kenmerk - 2030416220.
-
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Van der Staaij(SGP) over medefinancieringsorganisaties.
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op vragen van de leden Wilders en Terpstra, waarin u stelt dat medefinancieringsorganisaties (MFO's) bij activiteiten ten laste van de overheidsbijdrage rekening houden met het beleid van de minister en dat bij gebleken onverenigbaarheid er overleg zal zijn tussen de minister en de MFO in kwestie?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Bent u bekend met de actie van medefinancieringsorganisatie ICCO - www.made-in-israel.nl? Deelt u de mening dat de generaliserende uitspraken die op deze website gedaan worden over de labelling van producten uit de bezette gebieden en over de lakse houding van de EU en haar lidstaten, ook Nederland, op gespannen voet staan met uw beleid terzake? Zo ja, bent u bereid hierover in overleg te treden met ICCO en de Kamer over de uitkomsten daarvan te berichten?
Antwoord
Ik ben bekend met de genoemde actie van ICCO. Ik deel niet de mening dat hier sprake zou zijn van een actie die op gespannen voet staat met mijn beleid ter zake. De implementatie van de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël vertoont gebreken, zo lang Israël oorsprongcertificaten afgeeft voor producten uit nederzettingen in bezet gebied. De Israëlische minister van handel, Ehud Olmert, heeft toegezegd om op de producten zelf uitdrukkelijk te vermelden of zij in bezet gebied of in Israël
zijn geproduceerd. Er vinden momenteel besprekingen plaats tussen Israël en de Europese Commissie over de oplossing van deze kwestie alsmede over de uitvoering van deze toezegging. Nederland hecht sterk aan een succesvolle afronding van deze besprekingen.
ICCO dringt er in haar campagne bij de Nederlandse regering en de Europese Commissie op aan om te waarborgen dat producten die afkomstig zijn uit de nederzettingen in bezet gebied, ook als zodanig worden geëtiketteerd. Ze wil dat de EU en de Nederlandse regering zo snel mogelijk een einde maken aan het feit dat de bedrijven uit de nederzettingen in bezet gebied ten onrechte profiteren van de preferentiële handel tussen de EU en Israël.
Aangezien Nederland, zoals gezegd, hecht aan het succesvol afronden van de besprekingen tussen de EU over de implementatie van de associatieovereenkomst en de toezeggingen van de Israëlische minister van handel, ben ik van mening dat de campagne van ICCO niet in strijd is met het beleid van de Nederlandse regering op dit gebied. Daarom ben ik niet voornemens om met ICCO in overleg te treden, zoals bedoeld in artikel 9 van de subsidiebeschikking, waar u op doelt.
===
Ministerie van Buitenlandse Zaken