Gemeente Amsterdam

Onderzoek naar faillissement Oesterbar Amsterdam afgerond Amsterdam wil vergunningen gaan weigeren
2 juli 2004 - Eveline Papa

Het merendeel van de vijftien Amsterdamse horecazaken die verpacht worden door Plassania Beheer BV (Plassania) blijkt gepacht te zijn geweest door een BV die vervolgens failliet is gegaan. Bij de meeste horecagelegenheden van Plassania is er sprake van meer faillissementen van verschillende BV's. In het algemeen gaat de exploitatie van de betrokken horecagelegenheden gewoon door en blijven de horecagelegenheden voor het publiek geopend. De sluiting van Restaurant de Oesterbar en Bar Bodega `de Keyzer' vormen daarop een uitzondering.

Dit blijkt uit onderzoek dat in opdracht van de burgemeester Cohen van Amsterdam is gedaan naar het faillissement en de sluiting van Restaurant de Oesterbar. Een brandbrief van het personeel dat op straat kwam te staan, vormde voor Cohen de directe aanleiding. Het onderzoek is uitgevoerd door een gemeentelijke werkgroep onder leiding van het Van Traa-team.

Restaurant de Oesterbar is al decennialang een begrip in Amsterdam en werd sinds enige tijd verpacht door Plassania. Enig aandeelhouder en bestuurder van Plassania is de heer Sj. Kooistra. Omdat al snel bleek dat het faillissement van het visrestaurant niet op zichzelf stond, is het onderzoek uitgebreid naar de andere Amsterdamse horecagelegenheden die door Plassania worden verpacht en naar daarmee verbandhoudende faillissementen.

De Amsterdamse horecagelegenheden die door Plassania worden verpacht bevinden zich vaak op toplocaties in de Amsterdamse binnenstad en worden bijna altijd gepacht door BV's. Meestal pacht één bepaalde BV meer horecazaken. Bekende zaken die, naast de Oesterbar en de Keyzer Bodega, door Plassania worden verpacht zijn onder meer Three Sisters, Heineken Hoek, April's Exit, Café Cox, Soho, Dantzig en Ritz Café. Het blijkt dat zich veel faillissementen hebben voorgedaan onder de (ex)pachters van verpachter Plassania. In 2003 gingen zes BV's failliet en in 2004 tot nu toe één. Een tweede faillissement wordt binnenkort verwacht.

Het onderzoek laat zien dat zich, voorafgaand aan de faillissementen, een patroon voordoet. Horecagelegenheden gaan veelal als `bundel' - soms minus één - over van de ene BV naar de andere. Soms komt het voor dat de bedrijven op die manier overgaan van de ene natuurlijke persoon naar de andere. De eerste natuurlijke persoon verdwijnt dan uit zicht, althans uit het Amsterdamse zicht. Ook komt het voor dat de `bundel' overgaat van de ene BV naar de andere, waarbij beide rechtspersonen worden vertegenwoordigd door een en dezelfde natuurlijke persoon. De `leeggehaalde' BV's gaan op enig moment failliet, de nieuwe BV begint vervolgens met een schone lei.

Het beschreven patroon heeft zich ook voorgedaan voorafgaand aan het faillissement van de pachter die de Oesterbar exploiteerde. Deze BV exploiteerde, naast het visrestaurant, zes andere horecagelegenheden. Ruim een half jaar voordat het faillissement van de BV werd uitgesproken gingen vijf horecagelegenheden `over' naar een andere BV. Deze BV is overigens in handen van dezelfde natuurlijke persoon. Krap twee maanden voor het faillissement ging de zesde horecagelegenheid naar een derde BV, die ook in handen is van dezelfde natuurlijke persoon. De Oesterbar bleef bij de BV die failliet ging. Iets dergelijks deed zich voor voorafgaand aan het faillissement van de pachter die de Keyzer Bodega exploiteerde.

De schade die door de faillissementen wordt veroorzaakt is aanzienlijk. Uit de openbare verslagen van curatoren in vier van de faillissementen blijkt dat het in totaal om een kleine 3 miljoen euro gaat. Het gaat aan de ene kant om kleine schuldeisers zoals werknemers, die achterstalling loon tegoed hebben, een stomerij, een beveiligingsbedrijf, en aan de andere kant om grote schuldeisers als de Belastingdienst en het UWV.

Het patroon herhaalt zich zo vaak, ook in Groningen overigens, dat er volgens de onderzoekers sprake moet zijn van regie. Plassania is telkens de rechtspersoon die voordeel haalt uit de situatie met betrekking tot de faillissementen, omdat zij als verpachter wekelijks de (hoge) pachtsommen blijft ontvangen. Het onderzoek concludeert derhalve dat het niet anders kan dan dat Plassania de regie over dit alles voert.

Een geraadpleegde deskundige op het gebied van het faillissementsrecht heeft drie kenmerken van `faillissementsfraude' genoemd. Die kenmerken lijken zich allemaal voor te doen.

1. Er wordt gebruik gemaakt van het rechtspersonenrecht en faillissementsrecht. Daarbij worden er muren opgetrokken tegenover schuldeisers. Er zijn geen juridische lijntjes, anders dan de pachtcontracten tussen Plassania en haar pachters. Het heeft er alle schijn van dat Plassania de regie voert.
2. Vooral de Belastingdienst en het UWV blijken steeds schuldeiser in de faillissementen.

3. Het gaat om activiteiten die in korte tijd veel cash genereren. Het geld wordt afgebogen naar één punt, te weten Plassania.

Burgemeester Job Cohen heeft het onderzoek vandaag, vrijdag 2 juli 2004, samen met de voorzitter van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, Anne Lize van der Stoel, toegelicht. De bestuurders zijn geschrokken van de uitkomsten en zijn bezorgd over de effecten daarvan op de horecabranche in Amsterdam. Dit soort praktijken is voor de stad Amsterdam onwenselijk. Ook de wethouder Economische Zaken, Frits Huffnagel, die bij het onderzoek is betrokken, spreekt naar aanleiding van het onderzoek van een potentiële bedreiging van de horecabranche in Amsterdam. Het gemeentebestuur en het stadsdeelbestuur zullen alles in het werk stellen om de horecabranche gezond te houden. Dat houdt in dat er in de horeca op een transparante en maatschappelijk aanvaardbare wijze gewerkt moet worden.

Het advies van de onderzoekers om de aanvragen voor een vergunning die zijn ingediend door verschillende pachters en waarop nog geen besluit is genomen in principe te weigeren, wordt door Cohen overgenomen. Van der Stoel die als voorzitter van het stadsdeel de benodigde vergunningen uitgeeft, kan nu op grond van de recent ingevoerde Wet Bibob deze vergunningen weigeren en zal dit onder deze omstandigheden ook doen.

Het onderzoek zal worden overgedragen aan het UWV, de FIOD en het Openbaar Ministerie.

pb-133

© Gemeente Amsterdam