Ministerie EZ
Kamervragen d.d. 15 juni 2004 van Gerkens en Van Velzen (beide SP)
2030415910
Datum: 02-07-2004
De minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze
vragen als volgt beantwoord:
1
Wat is uw mening over de uitspraak van één van de topambtenaren van uw
ministerie, dat er ruimte is voor nieuwe kolencentrales in Nederland?
Ik sta positief tegenover de bouw van een nieuwe kolencentrale. Dit
past binnen het energiebeleid maar de voorwaarde is dat het moet
passen binnen het milieubeleid van dit Kabinet. Met betrekking tot het
energiebeleid geldt dat de bouw van een nieuwe kolencentrale bijdraagt
aan de voorzieningszekerheid: er komt meer nieuwe capaciteit
beschikbaar en oudere (minder efficiënte) centrales worden vooral bij
vraagpieken ingezet. Voor de lange termijn is het ook goed om niet een
eenzijdig gasgestookt productiepark te hebben. Daarbij draagt de bouw
van een nieuwe kolencentrale bij aan de economische efficiëntie: er
komt een groter aanbod van relatief goedkope stroom. Dat is gunstig
voor de consument en de concurrentiepositie van de Nederlandse
industrie. Met betrekking tot het milieubeleid geldt dat een nieuwe
kolencentrale past in het beleid inzake de milieukwaliteit van de
elektriciteitsproductie. Ook een nieuwe kolencentrale moet immers
voldoen aan het strenge, marktconforme en generieke milieubeleid. Voor
de CO2-emissies is daarbij de emissiehandel maatgevend. Voor de
NOx-emissies moet een kolencentrale voldoen aan de eisen die gesteld
gaan worden in de NOx-emissiehandel. Voor SO2 moet voldaan worden aan
het plafond dat is vastgesteld voor de totale energiesector, zoals is
aangegeven in de Uitvoeringsnotitie emissieplafonds verzuring en
grootschalige luchtverontreiniging 2003 (Erop of eronder, brief van 24
december 2003, Kamerstukken II 2003/04, 28 663, nr. 12).
2
Deelt u mijn mening dat het onwenselijk is te investeren in een
dergelijke milieuonvriendelijke vorm van energie opwekking? Zo neen,
waarom niet?
Nee, die mening deel ik niet. Ik zie geen tegenstelling tussen de bouw
van een nieuwe kolencentrale en de transitie naar een duurzame
energiehuishouding. Kolencentrales produceren voor een belangrijk
deel elektriciteit in Europa en in Nederland en ik ben ervan overtuigd
dat kolen op de middellange termijn ook een belangrijke rol in onze
energievoorziening zal blijven spelen. Met een goed werkend systeem
van CO2-emissiehandel krijgt CO2-emissie een prijs. Met het harde
CO2-emissieplafond voor bedrijven die onder emissiehandel vallen (te
weten 112 Mton/jaar voor de jaren 2008-2012), weten we zeker dat we de
klimaatdoelstellingen halen. Vanuit het oogpunt van CO2 heb ik dan
geen bezwaar meer voor nieuwe kolencentrales.
Door technologische ontwikkelingen is het rendement van kolencentrales
de laatste jaren sterk verbeterd en zijn de negatieve milieugevolgen
beperkt. Het klinkt paradoxaal, maar een nieuwe kolencentrale kan ook
bijdragen aan de bevordering van duurzame energie. Een nieuwe
kolencentrale is voor een deel ook een potentiële biomassacentrale
omdat bijstook van biomassa in een kolencentrale heel goed mogelijk
is. Bovendien helpt een nieuwe kolencentrale ook om de fluctuaties in
het aanbod van wind- en zonne-energie op te vangen, waardoor het
elektriciteitssysteem in balans kan blijven.
3
Klopt het dat in Nederland de CO2-emissie van industrie en
energieproductie mogen stijgen? Zo ja, hoe past dit binnen uw beleid
om CO2 uitstoot te reduceren?
Ja, dat klopt. In de brief inzake de sectorale streefwaarden, die het
Kabinet 23 januari 2004 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd
(Kamerstukken II, 2003/04, 28 240, nr. 4), staat dat Nederland met het
huidige beleid op schema ligt bij het halen van de nationale
Kyoto-doelstelling. Deze doelstelling is verdeeld over vier groepen
emittenten in Nederland. De CO2-emissies van de groep 'industrie incl.
energie', waaronder ook kolencentrales vallen, "mogen" stijgen van
104,7 Mton in 2002 naar 112 Mton per jaar in 2010. Op dit cijfer zal
ook de allocatie van emissierechten t.b.v. het systeem van Europese
CO2-emissiehandel gebaseerd zijn. Dit is een absolute stijging, maar
een relatieve daling t.o.v. 'business as usual'. Bovendien reduceert
deze groep wel veel overige broeikasgassen. Samen met de aankoop van
de overheid van JI en CDM-credits in het buitenland en reducties in de
andere sectoren (transport, gebouwde omgeveng en landbouw) is dit
voldoende voor de Nederlandse Kyoto-doelstelling.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51,
telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl.
Voor journalisten: Jan van Diepen, persvoorlichter, telefoon (070) 379
60 73, e-mail: J.S.vanDiepen@minez.nl.