Stafdienst Voorlichting telefoonnummer 070-3183040
Den Haag, 2 juli 2004
Vragen van het lid Fierens (PvdA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over de afschaffing van de gebruikersbelasting OZB
1. Is het conceptwetsvoorstel inzake de afschaffing van de gebruikersbelasting OZB op woningen en de maximering van de resterende OZB-tarieven aanzienlijk later aan de Raad van State voorgelegd dan de in de Hoofdlijnennotitie van december 2003 door het kabinet zelf aangegeven deadline (eind januari 2004, welk tijdsschema een tijdige afronding voor invoering in 2005 mogelijk zou maken)?
2. Waarom trekt het kabinet uit het overschrijden van de zelf geformuleerde en aan de Tweede Kamer berichtte deadline geen consequentie, zoals het uitstellen van de invoeringsdatum of intrekking van het voorstel?
3. Waarom wordt het gemeentelijk begrotingsproces verstoord door gemeenten via de juni-circulaire, met een verwijzing naar een rekenmodel op de website van het ministerie van BZK, onaangekondigd te confronteren met een zogenaamde voorlopige rekenoperatie om de gemeenten enig zicht te laten verkrijgen in de gevolgen voor de gemeentelijke begroting van kabinetsvoornemens die de genoemde deadline overschrijden en door het parlement nog moeten worden vastgelegd in wetgeving?
4. Heeft het kabinet inmiddels het advies van de Raad van State ontvangen? Zo ja, op welke datum?
5. Wat is uw inhoudelijke reactie op de op 30 juni 2004 door het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar aan u gezonden brief over deze materie?
6. Hoe en op basis van welk jaar zijn de in de door u verstrekte informatie genoemde drempelbedragen, waarbij wordt uitgegaan van het verregaand inperken van de gemeentelijke autonomie bij de overblijvende OZB door de tariefsstijgingen te beperken tot 1,5%, berekend?
7. Welke gemeenten vallen in de categorie waarbij de tariefstijgingen worden beperkt? Zijn dit gemeenten waar de belastingdruk (die niet alleen bepaald wordt door het tarief, maar ook door de gemiddelde waarde) hoog ligt? Zijn de tariefstijgingen in deze gemeenten de afgelopen jaren boven- of beneden het gemiddelde gebleven?
8. Hoe beoordeelt u de procesgang t.a.v. vorm en inhoud van de juni-circulaire, en wel op de volgende onderdelen: het tijdstip van uitkomen van de junicirculaire, normaal gesproken mei, maar uiteindelijk werd de circulaire pas op 18 juni verzonden aan de gemeenten; de daaropvolgende correctie op 22 juni; de aard van de rekenfouten die ten grondslag lagen aan deze correctie; het feit dat de gevolgen van de maximering OZB pas op pagina 20 aan de orde komt, waar vervolgens verwezen wordt naar een web-site; het ongeveer rekenmodel om min of meer zelf te kunnen berekenen wat de maximering voor gevolgen heeft voor de begroting?
Partij van de Arbeid