Algemeen ambtsbericht Irak Juni 2004
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
1 Inleiding
In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in Irak beschreven,
voorzover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van
personen die afkomstig zijn uit Irak en voor besluitvorming over de terugkeer van
afgewezen Iraakse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere
ambtsberichten over de situatie in Irak (laatstelijk 5 januari 2004). Het algemeen
ambtsbericht beslaat de periode van januari tot en met mei 2004.
Dit algemeen ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie van openbare
bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende
organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties,
vakliteratuur en berichtgeving in de media. Bovendien liggen bevindingen ter
plaatse1, vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen in
Irak en omliggende landen, in EU-lidstaten en de VS aan dit algemeen
ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig
verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Een overzicht van de
geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst.
Overigens zijn de tekstpassages waarbij wordt verwezen naar openbare bronnen,
in veel gevallen ook gebaseerd op informatie die op vertrouwelijke basis is
ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek,
veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Ook is een korte passage over de
geografie en de bevolking van Irak opgenomen.
In hoofdstuk 3 wordt de mensenrechtensituatie in Irak geschetst. Na een
beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Irak
partij is, komen de mogelijkheden van toezicht aan de orde. Daarna volgt de
beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke
mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen belicht.
In hoofdstuk 4 komen oorzaken van migratiestromen aan de orde. Tevens zal
worden ingegaan op de opvang van binnenlandse ontheemden, het beleid van een
aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit Irak en activiteiten van
internationale organisaties, waaronder de positie van UNHCR, aan de orde.
Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf.
1 Naar aanleiding van een aanslag op Nederlandse ambassade in januari jl. is het uitgezonden
personeel van de Nederlandse ambassade te Bagdad in de eerste maanden van de
verslagperiode beperkt aanwezig geweest. In april werd de uitgezonden staf tijdelijk
teruggeroepen naar Amman. De mogelijkheden voor onderzoek in Irak waren dientengevolge
aan beperkingen onderhevig.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
2 Landeninformatie
2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
De Republiek Irak heeft een oppervlakte van circa 444.000 km2. Irak2 telde in
1993 ongeveer twintig miljoen inwoners3. De bevolking van Irak werd in 2001
geschat op ongeveer 23,3 miljoen.4
Etnisch en linguïstisch kunnen in Irak als geheel onder meer Arabieren, Koerden,
Turkmenen, Assyriërs, Armeniërs5 en Mandeeërs worden onderscheiden.6
Schattingen van het percentage Arabieren in geheel Irak lopen uiteen van 70 tot 85
procent. Schattingen over het percentage Koerden variëren van 15 tot 20 procent.
In het overwegend islamitische Irak (97% is moslim, de overige 3 % bestaat uit
vooral christenen, yezidi's en Mandeeërs) is het religieuze onderscheid tussen
soennitische en sjiitische moslims belangrijk.7 8 Soennitische Arabieren maken 12
tot 15 procent9 uit van een totale bevolking van Irak; sjiitische Arabieren 50 tot 65.
Soennitische Koerden vormen 18 tot 20 procent van de bevolking. Tevens is er
een minderheid van sjiitische Koerden, de Fayli-Koerden. Naast een minderheid
van soennitische Turkmenen is er ook een kleinere minderheid van sjiitische
Turkmenen.
2 Inclusief Noord-Irak.
3 Fischer Weltalmanach 1996; Harenberg Landerlexikon 1995/1996. Volgens een officiële
volkstelling door de autoriteiten in Bagdad zouden er in 1997 in heel Irak 22 miljoen mensen
hebben gewoond.
4 CIA World Fact Book 2001 Iraq, Washington, 2001.
5 Het aantal Armeniërs in Irak werd in 2001 geschat op circa 20.000. De meerderheid van de
Armeniërs is in Bagdad woonachtig. Eveneens zijn er kleine Armeense gemeenschappen in
en nabij Mosul, Basra en Kirkuk. Zie ook algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november
2002.
6 Zie voor meer informatie over Koerden, Turkmenen en Assyriërs hoofdstuk 3.
7 De soennitische en de sjiitische islam zijn de grootste geloofsstromingen binnen de islam.
Aanhangers van de soennitische islam - soennieten - volgen de `sunna', de gedragslijn van de
profeet Mohammed. Deze is schriftelijk vastgelegd in de verzameling van mondelinge
overleveringen over hem (de zogenaamde `hadith'). Het overgrote merendeel van de moslims
ter wereld is soennitisch. De sjiitische islam ontstond in de zevende eeuw na een geschil over
de opvolging van de profeet Mohammed. De `Partij van Ali' (`Sji'at Ali') is van mening dat
de opvolgers van Mohammed nakomelingen zijn van diens neef Ali, die getrouwd was met
Mohammeds dochter Fatima.
8 Zie verder over sjiieten subparagraaf 3.3.3.
9 Ook hogere percentages komen voor in de geraadpleegde bronnen.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
De Republiek Irak was sinds het einde van de Golfoorlog in 1991 de facto in
tweeën uiteen gevallen, waarbij Noord-Irak10 was onttrokken aan het centrale
gezag in Bagdad. Noord-Irak stond sindsdien onder controle van de Koerdische
partijen PUK (`Patriotic Union of Kurdistan) en KDP (`Kurdistan Democratic
Party') terwijl Centraal-Irak onder het gezag van de regering onder leiding van
president Saddam Hoessein in Bagdad viel. De militaire interventie van de coalitie
in de lente van 2003 heeft aan deze de facto scheiding tussen Noord- en Centraal-
Irak formeel een einde gemaakt.
Taal
In de tijdelijke grondwet11, `Law of Administration for the State of Iraq for the
Transitional Period' (ook wel `Transitional Administrative Law',TAL), die na de
machtsoverdracht eind juni 2004 in werking zal treden, zijn Arabisch en
Koerdisch opgenomen als de twee officiële talen. Beide talen hebben dezelfde
status en zullen onder meer gebruikt worden voor de publicatie van de Iraakse
staatscourant, de `Official Gazette', officiële gelegenheden (als parlementaire
vergaderingen, de raad van ministers, rechtspraak etc.), officiële documenten, op
scholen en in de federale instellingen in het gebied van de `Kurdistan Regional
Government' (KRG).12
In Irak, buiten de KRG-gebieden, is het Arabisch de algemene voertaal. Onderwijs
wordt buiten het KRG-gebied overwegend in het Arabisch gegeven.
In dit gebied woonachtige niet-Arabieren (zoals Koerden, Turkmenen en
Armeniërs) zijn vaak ook, naast de taal van de minderheid waartoe men behoort,
in meer of mindere mate het Arabisch machtig. De meeste Mandeeërs en ook
sommige christenen hebben inmiddels het Arabisch als moedertaal.
10 In dit algemeen ambtsbericht wordt met Noord-Irak gedoeld op het gebied dat, voorafgaand
aan de militaire interventie in Irak in de lente van 2003, onttrokken was aan het gezag van
Bagdad. Noord-Irak behelst ruwweg de drie provincies Dohuk, Erbil en Sulaymaniyya
alsmede het noordelijk deel van de provincie Kirkuk (Al-Ta'mim), een deel van het noorden
van de provincie Diyala en een deel van de provincie Nineveh. Voorafgaand aan de militaire
interventie vielen deze gebieden staatkundig onder het gezag van Bagdad. In de praktijk
hadden de PUK (`Patriotic Union of Kurdistan) en de KDP (`Kurdistan Democratic Party')
beiden in het door hen gecontroleerde gebied een regering gevormd. Deze regering wordt in
beide gebieden aangeduid als de Kurdistan Regional Government (KRG): KRG/KDP en
KRG/PUK. Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002. Voor de
volledigheid dient hier dat Kirkuk, Mosul en Khanaqin geen deel uitmaken van de KRG-
gebieden.
11 Begin maart 2004 is de `Transitional Administrative Law' aangenomen. Zie verder voor de
tijdelijke grondwet: subparagraaf 2.1.3. en 3.1.2. Zie ook www.cpa-iraq.org.
12 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel 9.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Het Koerdisch13 geldt in de noordelijke provincies van Irak, die sinds oktober
1991 onttrokken waren aan het gezag van Saddam Hoessein (thans bekend als
KRG-gebieden), als officiële taal.14 Het Arabisch is sinds 1991 niet of nauwelijks
meer gebruikt in schriftelijke stukken van de overheid. Het Arabisch krijgt nu in
de KRG-gebieden dezelfde status als het Koerdisch. Het gebruik van de Arabische
taal is in dit gebied het laatste decennium afgenomen. De meerderheid van de
bevolking beheerst in meer of mindere mate zowel het Koerdisch als het
Arabisch.15
In de KRG-gebieden worden verschillende Koerdische talen gesproken.16 In het
Koerdische noorden worden het Badini en het Sorani het meest gebruikt.
Onderwijs wordt sinds 1991 gegeven in het Koerdisch, op primair, secundair en
tertiair niveau. Arabisch wordt gedoceerd als vreemde taal. Het Arabisch is in de
KRG-gebieden een verplichte vreemde taal op basisscholen voor leerlingen vanaf
vier jaar. Op secundair niveau is Arabisch een eindexamenvak. Op tertiair niveau
wordt Arabisch eveneens als verplicht vak onderwezen. In de tijdelijke grondwet
is voorts opgenomen dat men het recht heeft onderwijs in de moedertaal17 te
volgen. In het gebied onder de controle van de KRG/KDP kan men onderwijs
op primair en secundair niveau - in het Sureth18 volgen.19 De politieke partij
`Assyrian Democratic Movement' (ADM)20 is voornemens in de buurt van Mosul
Assyrische scholen te openen. Op Assyrische en Turkmeense scholen kunnen
scholieren eveneens Koerdische taallessen ontvangen. Op deze scholen is
Arabisch de `derde' taal.
Er zijn geen scholen die Sureth-talig onderwijs verschaffen in het KRG/PUK-
gebied. Hier zijn zeer weinig Assyriërs woonachtig. In de KRG/KDP-regio zijn tot
op heden geen Turkmeense scholen. In het gebied onder de KRG/PUK is slechts
een zeer gering aantal Turkmenen woonachtig. Iraakse yezidi's, voor een groot
deel woonachtig in de omgeving van Sinjar, Mosul, Sheikhan/Ain Sifni, spreken
een vorm van het Kurmanji (Botani).
13 Het Koerdisch is een verzamelnaam voor een aantal talen behorend tot de Koerdische
taalgroep binnen de Iraanse taalfamilie. De Iraanse taalgroep is onderdeel van de Indo-
Europese taalfamilie.
14 Daarvoor was in dit gebied Arabisch de officiële taal.
15 Vooral onder ouderen is men het Arabisch nog machtig. Jongere Koerden, die geen onderwijs
in het Arabisch hebben genoten, of Koerden afkomstig van het platteland spreken soms
weinig Arabisch.
16 Zie verder bijlage 1.
17 Volgens de tijdelijke grondwet hebben Irakezen het recht om hun kinderen onderwijs te
geven in hun moedertaal, zoals de taal van de Turkmenen, Assyriërs of Armeniërs, op
overheidssscholen, of in elke andere taal op privéscholen. (Artikel 9 van de `Law of
Administration for the State of Iraq', 8 maart 2004)
18 Het Sureth is een neo-Aramese taal die gebruikt wordt door Assyrische en Chaldeeuwse
christenen. Zie ook algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
19 Er zijn circa veertig scholen in KRG/KDP-gebied die onderwijs in het Sureth geven.
20 Zie ook subparagraaf 3.3.2, bijlage 4 en algemeen ambtsbericht Irak, 5 januari 2004.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
2.1.2 Geschiedenis
Na meer dan dertig jaar een uiterst repressief bewind te hebben gevoerd in Irak is
het bewind van president Saddam Hoessein door coalitietroepen in de lente van
2003 met een militaire interventie beëindigd. Sindsdien is een tijdelijke regering
verantwoordelijk voor het bestuur van Irak, met inbegrip van het gebied dat
voorheen onder het gezag van de Koerdische partijen PUK en KDP stond.21
2.1.3 Staatsinrichting
Met het aantreden van de `Coalition Provisional Authority' (CPA) zijn ten
behoeve van de wederopbouw van Irak enkele ingrijpende hervormingen
doorgevoerd in de staatsinrichting.
Nationaal bestuur
De politieke macht in Irak wordt uitgeoefend door de `Coalition Provisional
Authority' (CPA). De CPA wordt geleid door de Amerikaanse ambassadeur Paul
Bremer.
Op 13 juli 2003 werd de `Iraqi Governing Council' (IGC) in het leven geroepen.
Deze Iraakse bestuursraad bestond uit tweeëntwintig22 personen23 en vormde een
afspiegeling van de voornaamste etnische en religieuze groeperingen in Irak.24 25
De IGC wees september jl. vijfentwintig26 ministers27 aan voor een kabinet.28 29
21 Zie ook: Ministerie van Buitenlandse Zaken, `Algemene beschrijving van de huidige situatie
in Irak', 11 juni 2003. Zie voor een beschrijving over de situatie in Centraal-Irak en Noord-
Irak voorafgaand aan de militaire interventie onder meer de algemene ambtsberichten
Centraal-Irak, mei 2003, november 2002 en Noord-Irak, mei 2003 en oktober 2002.
22 De IGC bestond oorspronkelijk uit vijfentwintig personen. Een lid werd in de verslagperiode
benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken. Een ander lid werd benoemd tot Nationale
Veiligheidsadviseur. Ook kwam, net als in de vorige verslagperiode, een IGC-lid om
tengevolge van een aanslag. Zie ook 2.2 en bijlage 2 en 3.
23 Zie bijlage 2 voor een overzicht van de leden van de IGC.
24 Elf (voorheen twaalf) leden zijn van sjiitische Arabische afkomst en vier (voorheen vijf) van
soennitische Arabische afkomst. Voorts bevinden zich vijf Koerden, een christen en een
Turkmeen in de raad. Zie bijlage 2. Zie bijlage 4 voor een overzicht van diverse politieke
partijen.
25 In de IGC is sprake van een maandelijks roulerend voorzitterschap onder negen leden. De
Assyrische christenen en de Turkmenen zijn niet in het roulerend voorzitterschap
opgenomen. Ook de partijloze vertegenwoordigers rouleren niet mee voor het
voorzitterschap. (ANP, `Presidentschap gaat rouleren tussen 9 mensen', 29 juli 2003.
Reuters, `Iraqi governing council chooses leader, at last', 30 juli 2003.)
26 In april diende de minister van Mensenrechten zijn ontslag in.
27 Zie bijlage 3 voor een overzicht van het kabinet.
28 Onder de ministers bevinden zich twaalf (voorheen dertien) sjiieten, vijf soennieten, vijf
Koerden, een Turkmeen en een Assyriër. Nouri Al-Badran, sjiiet en minister van
Binnenlandse Zaken, trad in april af. Hij werd opgevolgd door de soenniet Samir Shakir
Mahmoud.
29 ANP, `Iraakse regeringsraad benoemt ministers', 1 september 2003. BBC News, `New
ministers appointed in Iraq', 1 september 2003.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
De CPA behoudt een vetorecht over de beslissingen van de IGC.30 Door de CPA is
wetgeving uitgevaardigd op verschillende gebieden.31
Machtsoverdracht
De IGC presenteerde begin maart een tijdelijke grondwet (`Law of Administration
for the State of Iraq for the Transitional Period').32 Deze biedt de grondslagen voor
het bestuur van Irak tijdens de interimperiode en is van kracht vanaf 30 juni 2004,
wanneer een soevereine tijdelijke regering de macht overneemt. De tijdelijke
grondwet is geldig totdat een nationaal parlement is gekozen dat een permanente
grondwet zal moeten opstellen. Deze verkiezingen dienen vóór 31 januari 2005
plaats te hebben.33 Irak zal volgens de tijdelijke grondwet een federale structuur
kennen, democratisch en pluralistisch van aard zijn, met een scheiding der
machten. Naast de federale overheid wordt het bestuur door regionale, provinciale,
gemeentelijke en plaatselijke overheden gevoerd.34
Op 1 juni 2004 trad het nieuwe interimkabinet aan.35 Op 30 juni 2004 zal de
formele machtsoverdracht plaatsvinden. De CPA zal dan worden ontbonden. De
IGC is reeds op 1 juni jl., direct na het aantreden van het nieuwe interimkabinet,
ontbonden.
Regionaal bestuur
CPA
In de achttien provincies in Irak heeft de CPA een apart bestuurskantoor geopend
met aan het hoofd een `Governorate Coordinator'. Deze CPA-kantoren worden
aangestuurd door de CPA in Bagdad en zijn feitelijk de regionale
vertegenwoordigingen van het centrale bestuursorgaan in Irak. De `Governorate
Coordinator' geeft leiding aan een zogenaamd 'Governorate Team'. Hierin zit
civiel personeel (voor onder meer politieke en financiële zaken, perszaken,
projectenbeheer) en ook een zogenaamd 'Governorate Support Team' (bestaande
uit militairen die projecten op het gebied van civiel-militaire samenwerking
uitvoeren). Binnen het 'Governorate Team' werken eveneens Iraakse adviseurs
van de `Iraqi Development and Reconstruction Council' en een Amerikaanse
30 De IGC diende volgens het oorspronkelijke stappenplan voor de politiek-institutionele
wederopbouw van Irak onder meer ministers te benoemen, de begroting goed te keuren,
voorbereidingen voor de opstelling van een grondwet en het houden van verkiezingen te
treffen. Dit plan werd 15 november jl. vervangen door een nieuw stappenplan,
overeengekomen door de CPA en de IGC.
31 Zie verder subparagraaf 3.1.2.
32 Op 15 november 2003 was reeds een stappenplan overeengekomen voor de
machtsoverdracht. Zie algemeen ambtsbericht Irak, 5 januari 2004. In februari jl. werd een
nieuw plan, zoals hier beschreven, voor de machtsoverdracht overeengekomen.
33 Zie verder subparagraaf 3.1.2.
34 Zie verder hoofdstuk 3, onder meer subparagraaf 3.1.2. voor de tijdelijke grondwet.
35 Zie 2.2 en bijlage 3.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
consultantbedrijf (`Research Triangle Institute') dat ondersteuning verleent op het
gebied van lokaal bestuur. De CPA is tevens regionaal vertegenwoordigd in vier
kantoren (noord, zuid, oost en west) die belast zijn met de regionale coördinatie.
KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden
In de provincies onder het bestuur van de KRG/KDP en de KRG/PUK is er in de
bestuursstructuur op operationeel niveau weinig veranderd sinds de val van
Saddam Hoessein. De regeringen in respectievelijk Erbil (KRG/KDP) en
Sulaymaniyya (KRG/PUK) functioneren net als voorafgaand aan de militaire
interventie.36 De KDP en de PUK hebben tijdens de verslagperiode nadere stappen
ondernomen in de totstandkoming van een gezamenlijke regering.37 De integratie
betreft in de eerste plaats het gezamenlijke, Koerdische parlement te Erbil.38 Er
zijn overwegend intenties uitgesproken ten behoeve van verdere integratie.39
De CPA heeft met betrekking tot de meeste dagelijkse bestuurstaken in het KRG-
gebied in de praktijk een beperkte rol.
De tijdelijke grondwet erkent de KRG als officiële regering over het gebied dat
voorafgaand aan de militaire interventie reeds onder het bestuur van de KRG
viel.40
Raden
Naast deze CPA-besturen op regionaal niveau zijn inmiddels in het merendeel van
Irak provincie-, districts- en stadsraden, waar Irakezen zitting in nemen,
36 Op provinciaal niveau fungeert het bestuur doorgaans net als voorafgaand aan de militaire
interventie in 2003. Het volgende is bekend. De provincieraden van Erbil en Dohuk bestaan
uit partijpolitici en technische bestuurders die door de KDP zijn aangewezen. In Erbil is een
gemeenteraad samengesteld na verkiezingen in mei 2001. De meeste raadsleden behoren tot
de KDP en de Kurdistan Islamic Union (KIU). De provincieraad te Sulaymaniyya is
benoemd door de PUK en bestaat, volgens PUK-vertegenwoordigers, in de eerste plaats uit
technische bestuurders. De stad Sulaymaniyya beschikt over een eigen raad. Deze is
samengesteld na de plaatselijke verkiezingen van mei 2001.
37 Edward Wong, `2 Kurdish parties close to forming unity government', New York Times, 19
december 2003. Er is meerdere malen door de leiders van KDP en PUK aangegeven nader te
zullen samenwerken. Zie ook actualisering algemeen ambtsbericht Noord-Irak, mei 2003.
38 Dit parlement komt inmiddels in gezamenlijke sessies bijeen.
39 Volgens berichten uit januari jl. zou Nirchirwan Barzani (KDP) aantreden als premier, zou
het parlement worden voorgezeten door de PUK en diende een nieuwe kabinet te worden
benoemd. Voorts werd vernomen dat een nieuw kabinet uit veertien ministeries zou gaan
bestaan. De verdeling van ministerposten zou als volgt zijn: zes voor de KDP, vier voor de
PUK, een voor ADM, een voor ITF, een voor KCP en een voor de KIU. (RFE/RL Iraq
Report, vol 7, no 2, 16 januari 2004). Zie voor een beschrijving van de partijen bijlage 4.
40 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel
53 en 54.
10
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
geïnstalleerd.41 Deze zijn op min of meer democratische wijze tot stand gekomen,
onder meer door middel van getrapte verkiezingen. Volgens de Amerikaanse
autoriteiten zou per september 2003 in meer dan 85 procent van de Iraakse
gemeentes sprake zijn geweest van een gemeenteraad.42 In de drie Koerdische
provincies is sinds 1991 / 1992 reeds sprake van plaatselijk bestuur.43 Begin april
publiceerde de CPA de `Order on Local Government' waarin de bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van de raden op de diverse niveaus zijn vastgelegd.44
Provinciale en lokale raden kunnen volgens deze verordening onder meer
belasting heffen. Provinciale raden zijn bevoegd om gouverneurs te benoemen en
lokale raden om burgemeesters te kiezen. Deze verordening zal na 30 juni a.s. van
kracht blijven tot nader bericht.
De stand van zaken in plaatselijke bestuurlijke ontwikkelingen verschilt per regio.
In de praktijk blijkt dat een aantal provincie- en districtsraden over beperkte
financiële middelen beschikt. De effectiviteit en het gezag van de raden is in veel
gebieden beperkt.
Rechterlijke macht
Door de CPA wordt gewerkt aan volledige hervorming van de rechterlijke macht
in Irak. De tijdelijke grondwet moet voor de interimperiode de onafhankelijke
positie van de rechtsmacht garanderen. 45
2.2 Politieke ontwikkelingen
De verslagperiode werd in politiek opzicht gekenmerkt door ontwikkelingen
omtrent de geplande machtsoverdracht. Het politieke wederopbouwproces werd
voortgezet.
Tijdens de eerste maanden vormde de wijze waarop de verkiezingen dienen te
worden georganiseerd een gevoelig punt van discussie. Zonder zelf actief
betrokken te willen zijn bij diverse onderhandelingen in de eerste maanden van de
verslagperiode heeft de sjiitische geestelijke ayatollah Al-Sistani door zijn goed-
dan wel afkeuring een duidelijke stempel gedrukt op het politieke proces.46 Al-
41 Reuters, `US says Iraqis getting involved at local level', 30 september 2003.
42 US Department of State, Bureau of Public Affairs, `Iraqi reconstruction rebuilding Iraq',
Washington, 17 september 2003.
43 Zie voor bestuurststructuren in Noord-Irak ook het algemeen ambtsbericht Noord-Irak,
november 2002.
44 Zie CPA-verordening 71, 6 april 2004. Deze verordening zou reeds in januari jl. zijn
verschenen, maar ondervond oponthoud doordat het eerdere stappenplan van november 2003
werd vervangen door een nieuw plan voor de machtsoverdracht.
45 Zie verder subparagraaf 3.1.2.
46 Na verloop van tijd heeft hij echter eenmaal de speciale VN-adviseur Lakhdar Brahimi
gesproken.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Sistani verzette zich tegen het voornemen - overeengekomen in november 200347 -
om in mei 2004 via getrapte verkiezingen een tijdelijk parlement te laten kiezen.
Zijns inziens was een dergelijk proces onvoldoende democratisch en dienden vóór
juni 2004 directe verkiezingen plaats te vinden.48 Met grootschalige demonstraties
in Bagdad werd steun betuigd aan Al-Sistani.49 De kritiek van de sjitische
geestelijke leidde tot een impasse inzake de onderhandelingen omtrent de politieke
wederopbouw tussen de sjiitische geestelijke enerzijds en de CPA en de IGC
anderzijds. Na enige tijd gaf Al-Sistani aan bereid te zijn zich hieromtrent neer te
zullen leggen bij het oordeel van de VN.
Medio januari vonden gesprekken plaats tussen de Secretaris-Generaal van de
Verenigde Naties (SGVN) Kofi Annan, afgevaardigden van de IGC en
vertegenwoordigers van de CPA.50 De SGVN besloot hierna, overeenkomstig de
wens van de IGC en CPA, een technische missie, onder leiding van speciale
adviseur Lakhdar Brahimi, naar Irak te sturen om te onderzoeken of het houden
van directe verkiezingen vóór eind juni 2004 technisch mogelijk was.
Na gesprekken in Irak met diverse Iraakse politieke actoren kwam Brahimi tot de
conclusie dat, na vaststelling van een electoraal juridisch en institutioneel kader,
minstens acht maanden voorbereidingstijd nodig zouden zijn om directe
verkiezingen te kunnen houden.51 Al-Sistani is met deze bevindingen akkoord
gegaan en heeft ervoor gepleit dat verkiezingen niet later dan januari 2005 dienen
te worden gehouden.52
De IGC verzocht medio maart de SGVN per brief om advies en assistentie bij de
vorming van de Iraakse interimregering die vanaf 30 juni a.s. de bestuursmacht zal
overnemen. Ook werd een verzoek gedaan om bij te dragen aan voorbereidingen
ten behoeve van directe verkiezingen, die eind 2004, begin 2005 dienen plaats te
vinden. De SGVN is op dit verzoek ingegaan en heeft hiertoe Brahimi en zijn
team, alsmede een verkiezingsteam opnieuw naar Irak gestuurd.53 In mei vond een
derde bezoek van Brahimi aan Irak in dit kader plaats. De vorming van een nieuwe
47 Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
48 Hamza Hendawi, `Shiite cleric hardens position on Iraq political process, throws sovereignty
handover into doubt', AP, 11 januari 2004. Hamza Hendawi, `Cleric's demands, unrest in
Shiite areas are ominous signs', AP, 13 januari 2004.
49 RFE/RL Iraq Report, `Tens of thousands demonstrate in Baghdad for direct elections', vol.
7, no 3, 23 januari 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, `Ballot debate rumbles on', 9 februari
2004
50 RFE/RL Iraq Report, `The UN and Iraq', vol. 7, no. 3, 23 januari 2004.
51 Zie voor het rapport van Brahimi: United Nations Security Council, S-2004/140, 23 februari
2004.
52 Overigens werd vanuit Iraakse politieke partijen verschillend gereageerd op de conclusies
van de VN inzake de verkiezingen. Onder meer INC en SCIRI waren van mening dat
verkiezingen eind juni konden plaatsvinden. Anderen, zoals IGC-lid Mahmoud Othman en de
NDP waren het eens met het VN-rapport van Brahimi. (AP, `UN decision gets mixed
response in Iraq', 20 februari 2004.)
53 Zie ook Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, DAM/GO-208/04, april 2004.
12
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Iraakse interimregering, die na 30 juni de macht zal overnemen, stond hierbij
centraal. Deze diende eind mei, begin juni te zijn samengesteld. Begin maart54
werd de `Law of administration for the state of Iraq for the transitional period'
(ook wel `Transitional Administrative Law', TAL) aangenomen.55 Een vijftal
sjiitische IGC-leden56 had, mede geïnspireerd door de opvattingen van Al-Sistani,
hun reserves bij enkele onderdelen van de grondwet, maar heeft de grondwettekst
uiteindelijk toch geaccepteerd zonder wijzigingen. Al-Sistani en andere sjiitische
geestelijken hebben na de ondertekening kritisch gereageerd op de TAL.57 Voorts
werd protest geuit tegen de grondwet in de vorm van demonstraties.58 De
voornaamste bezwaren betroffen de beoogde federale opbouw van Irak, het
vetorecht van provincies59 en de rol van de islam60.
De effectiviteit van de tijdelijke grondwet en in hoeverre de toekomstige tijdelijke
regering na de soevereiniteitsoverdracht brede steun binnen Irak zal krijgen, zal in
een later stadium moeten blijken.
Het gezag van de nieuwe bestuurslichamen bleek tijdens de verslagperiode aan
grote beperkingen onderhevig te zijn.61 Vooral in de zogenaamde soennitische
54 Volgens het stappenplan van november 2003 diende de tijdelijke grondwet 28 februari 2004
te worden aangenomen. Onenigheid binnen de IGC over de tekst had enige vertraging tot
gevolg. Voorts vonden op 2 maart jl. grote aanslagen in Kerbala en Bagdad plaats, waarna de
ondertekening van de tijdelijke grondwet met enkele dagen werd uitgesteld.
55 Zie verder subparagraaf 2.1.3. en hoofdstuk 3.
56 Ahmed Chalabi (INC), Abdel Aziz Al-Hakim (SCIRI), Ibrahim Al-Jaafari (Al-Da'wa),
Mouwafak Al-Rabii en Mohammed Bahr Al-Ouloum weigerden in eerste instantie te
ondertekenen. (Hamza Hendawi, `Shiite members of Iraq's governing council refuse to sign
interim constitution', AP, 5 maart 2004.
57 De geestelijke verzocht per brief aan de VN de TAL niet te bekrachtigen. (Iraq Today, 15
maart 2004.)
58 ANP, `Massaprotest tegen interimgrondwet Irak', 12 maart 2004. IWPR Iraqi Crisis Report,
`Protests mount against interim law', no.53, 15 maart, 2004.
59 De kritiek betreft de totstandkoming van de permanente grondwet. Volgens de TAL dient het
ontwerp voor de permanente grondwet per referendum te worden goedgekeurd. Daarbij is in
de TAL vastgelegd dat de nieuwe grondwet zal worden aangenomen indien de meerderheid
van de Irakezen ermee instemt, tenzij tweederde van de bevolking van minstens drie
provincies de grondwet verwerpt. (Law of administration for the state of Iraq for the
transitional period, 8 maart 2004, Artikel 61.) De kritiek betrof in het bijzonder de
Koerdische partijen, die hiermee in de ogen van sommige partijen, teveel invloed was
toebedeeld.
60 De sjiitsche geestelijke en naaste medewerker van Muqtada Al-Sadr, Mohammed Al-
Yaqoubi, verwierp de grondwet. Mede in navolging van zijn kritiek op de TAL zou een
demonstratie in Bagdad hebben plaatsgevonden. De rol van de islam zou in zijn optiek te
marginaal zijn in de tijdelijke grondwet (IWPR Iraqi Crisis Report, `Protests mount against
interim law', no.53, 15 maart 2004. Ahmed Mukhtar `Even with ink on paper, basic law
debate continues', Iraq Today, 15 maart 2004.)
61 Corruptie, onervarenheid van bestuurders en overmatige bezetting van overheidsinstellingen
hebben eveneens het functioneren van het bestuur beperkt. (Abd Alrahman Aljuburi,
13
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
driehoek Bagdad- Ramadi-Mosul bleek het gezag van de CPA, IGC en nieuwe
lokale besturen veel minder geaccepteerd dan elders en is verzet geboden tegen het
nieuwe bestuur.62
Begin april hebben leden van de Jaish Al-Mahdi, de militie van de sjiitische leider
Muqtada Al-Sadr, in verschillende steden in het midden en zuiden van het land63,
demonstraties georganiseerd uit onvrede over de sluiting van het sjiitische
weekblad Al-Hawza alsmede de arrestatie van Mohammed Al-Yacoubi, een naaste
medewerker van Al-Sadr.64 Dit mondde in sommige gevallen uit in
gewelddadigheden met doden en gewonden onder Irakezen en militairen van de
coalitie. In een aantal plaatsen werden politiebureaus en overheidsgebouwen bezet.
Ook werden regionale CPA-kantoren in een aantal gevallen bestookt. Op sommige
plaatsen bleek de aanhang van Al-Sadr steun te krijgen van anderen, onder meer
van soennitische zijde, in het verzet tegen de coalitietroepen.
In dezelfde periode vonden enkele wisselingen in het Iraakse kabinet plaats. De
minister van Binnenlandse Zaken, Al-Badran, trad op 8 april jl. af, naar eigen
zeggen `ten behoeve van de balans tussen soennieten en sjiieten' in het kabinet,65
maar zijn ontslag moet vooral in verband worden gebracht met kritiek van
ambassadeur Bremer op het functioneren van het politie-apparaat.66 Hij werd
opgevolgd door Samir Shakir Mahmoud Al-Sumaida (tot daarvoor IGC-lid).
Voorts werd Ali Allawi, minister van Handel, benoemd als eerste minister van
Defensie sinds de val van Saddam Hoessein en werd Mouwafaq Al-Raba'i
(eveneens IGC-lid) benoemd tot Nationale Veiligheidsadviseur. De minister van
Mensenrechten trad in april af uit protest tegen mishandelingen van Iraakse
gevangenen door Amerikaanse coalitiemilitairen.67 Hij werd opgevolgd door
waarnemend minister Bakhtiar Amin.
Op 17 mei kwam IGC-voorzitter Abdel Zahra Othman Mohammed (Izzedine
Salim) bij een aanslag in Bagdad om het leven.68
`Citizens ambaste new town councils', Iraq Today, 27 oktober 2003. IWPR Iraqi Crisis
Report, no. 33, 29 oktober 2003.)
62 RFE/RL Iraq Report, `US-appointed delegates pick interim council in Tikrit', vol. 6, no. 39,
21 september 2003. Reuters, `US runs criticised council vote in Saddam hometown', 15
september 2003. Zie ook paragraaf 2.3.
63 Zo vonden onlusten plaats in Bagdad, Amara, Kufa, Al-Kut, Basra, Nassiriya, Najaf, maar
ook in Kirkuk. (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 13, 8 april 2004)
64 Zie ook 3.3.3.
65 NRC Handelsblad, 10 april 2004. AP, `Iraq's interior minister resigns', 8 april 2004.
66 AFP, `Second Iraq interim minister resigns: coalition', 10 april 2004.
67 AFP, `Second Iraq interim minister resigns: coalition', 10 april 2004. Aljazeera.com, `Iraqi
human rights ministry resigned', 4 mei 2004. Newsmax.com, 4 mei 2004.
68 The Guardian, `Car bomb kills head of Iraq ruling council', 17 mei 2004. Volkskrant, `Hoofd
Iraakse regeringsraad gedood bij bomaanslag', 17 mei 2004.
14
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Op 1 juni kondigde Brahimi aan dat Ghazi Mashal Ajil Al-Yawer benoemd werd
als president. Ibrahim Al-Jaafari en Rowsch Shaways werden beiden als vice-
president benoemd. Dezelfde dag werd de samenstelling van het nieuwe kabinet
bekend.69 De IGC maakte die dag kenbaar per direct terug te treden zodat de
nieuwe interimregering onmiddellijk met haar taak kon beginnen.70
KRG-gebieden
In het noorden van Irak functioneert het de facto Koerdische bestuur van PUK en
KDP tijdens de verslagperiode net als voor de militaire interventie, hetzij formeel
onder de bevoegdheid van de CPA. De KDP en de PUK hebben tijdens de
verslagperiode nadere stappen ondernomen in de totstandkoming van een
gezamenlijke regering.71
De dubbele aanslag op de hoofdkantoren van de PUK en KDP in Erbil bracht
beide partijen een ernstige slag toe. Behalve het feit dat zich onder de slachtoffers
veel partijleden bevonden, leek de aanslag erop te wijzen dat de situatie in het
noorden minder stabiel en rustig was dan eerder werd aangenomen. Na de aanslag
werd gespeculeerd dat deze mogelijk een versnellend effect op de integratie van de
twee besturen zou kunnen hebben.72 Daarvan is tot op heden weinig gebleken.
De KRG/KDP- en KRG/PUK-autoriteiten hanteren dezelfde grenslijn ten opzichte
van de rest van Irak als voorafgaand aan de militaire interventie.73 De Koerdische
gebieden zullen volgens de tijdelijke grondwet in de interimperiode feitelijk
autonoom blijven functioneren.74 In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat na
vaststelling van een permanente grondwet zal worden bepaald onder welk
regionaal gezag Kirkuk zal komen.75
Internationaal
Medio februari jl. kwamen in Koeweit de ministers van Buitenlandse Zaken van
Irak, van de buurlanden van Irak en van Egypte en Bahrein bijeen om over de
politieke ontwikkelingen in Irak, de machtsoverdracht en grensbewaking overleg
te voeren.76 77 Ook voerden verschillende Iraakse vertegenwoordigers tijdens de
verslagperiode bilateraal overleg met buurlanden over grensbewaking.78
69 Zie verder bijlage 3.
70 AP, `Governing council member says group agrees to dissolve', 1 juni 2004.
71 Zie 2.1.3.
72 Middle East International, 6 februari 2004.
73 Voor de volledigheid dient hier dat Kirkuk, Mosul en Khanaqin thans geen deel uitmaken van
de KRG-gebieden. Zie ook voetnoot 10.
74 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel
53 en 54.
75 De vrees voor dominantie van Koerden in Kirkuk heeft diverse keren tot spanningen geleid.
Zie 2.3, 3.4.1 en 3.4.4.
76 Reuters, `Iraq joins talks with neighbours in Kuwait', 16 februari 2004.
15
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Tijdens de genoemde bijeenkomst in Koeweit werd een voorlopige gezamenlijke
verklaring opgesteld ten behoeve van de eerstvolgende top van de Arabische
Liga.79 Hierin werd opgeroepen tot politieke en economische initiatieven voor de
wederopbouw van Irak.80
Voorts legden de VS en het VK op 24 mei een ontwerpresolutie voor aan de VN-
Veiligheidsraad. De conceptresolutie legt onder meer het einde van de bezetting
door de coalitie, de opheffing van de CPA en de rol van de VN in het politieke
proces vast.81 Voorts stelt de ontwerpresolutie dat de multinationale
troepenmacht82 de bevoegdheid heeft om `alle maatregelen te treffen, die tot het
bevorderen van de stabiliteit zullen leiden' om een goed verloop van het politieke
proces mogelijk te maken en de VN te beschermen. De conceptresolutie legt
echter de relatie tussen de stabilisatiemacht en de Iraakse autoriteiten niet duidelijk
vast. De IGC heeft zich kritisch uitgelaten over de ontwerpresolutie, in het
bijzonder over de mate waarin de soevereiniteit wordt overgedragen.83 In juni
werden de onderhandelingen voor een nieuwe resolutie voortgezet.
2.3 Veiligheidssituatie
Tijdens de verslagperiode was sprake van een achteruitgang van de
veiligheidssituatie in het gehele land. Wel dient hierbij opgemerkt te worden dat er
per regio aanzienlijke verschillen bestonden wat het aantal incidenten, de
frequentie en de ernst van het geweld betreft. Terwijl gewelddadigheden zich
voorheen concentreerden in het midden van Irak was in de verslagperiode ook in
bepaalde plaatsen in het noorden en zuiden sprake van aanslagen. Een nieuwe
ontwikkeling was het gewelddadig verzet dat zich sinds eind maart jl. in
verschillende steden deed gelden vanuit sjiitische kring, in het bijzonder van de
zijde van Muqtada Al-Sadr en diens aanhangers.
77 Dergelijke bijeenkomsten hebben eerder in Istanboel en Riyad plaatsgehad. In november
2003 was de IGC voor een vergelijkbare bijeenkomst in Syrië niet uitgenodigd, hetgeen enige
spanningen opleverde.
78 RFE/RL Iraq Report, `Kuwaiti, Iraqi interior ministry officials work to secure borders, vol. 7,
no. 9 13 maart 2004. AFP, `Iraq-Iran-border Iran says it will not allow `trespassing' into Iraq'
14 maart 2004.
79 Deze zou in maart in Tunis worden gehouden, maar werd in een laat stadium geannuleerd.
80 Middle East International, 20 februari 2004.
81 Zo wordt de VN gevraagd om steun te bieden bij het opzetten van een nationale conferentie,
het organiseren van verkiezingen en het constitutionele proces.
82 Hieronder vallen alle buitenlandse militaire troepen in Irak na 30 juni a.s.
83 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no. 19, 28 mei 2004.
16
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Ambassadeur Bremer heeft in de pers de verwachting uitgesproken dat zich in de
aanloop naar de machtsoverdracht op 30 juni a.s. nog meer aanslagen zullen
voordoen.84
Veel Irakezen die zichtbaar samenwerken met de coalitie zijn tijdens de
verslagperiode doelwit geweest van gewelddadige aanslagen.85 Hierbij valt onder
meer te denken aan Iraakse civiele CPA-medewerkers, Iraakse tolken of Irakezen
die op andere wijze voor de CPA, internationale organisaties en bedrijven in Irak
werken alsook Iraakse journalisten en personen die voor hen werken.86 Ook was
het geweld gericht tegen buitenlanders (die verondersteld werden) verbonden (te
zijn) aan de coalitie.
Tevens heeft zich geweld voorgedaan bij demonstraties in de vorm van
beschietingen door demonstranten, Iraakse veiligheidsorganisaties (zoals politie)
en / of coalitiemilitairen.
Bij verschillende aanslagen, beschietingen en andere vormen van geweld zijn ook
slachtoffers gevallen onder Iraakse burgers. Tijdens de verslagperiode is gebleken
dat een aanzienlijk aantal burgers, waaronder onschuldige omstanders, het
slachtoffer is geworden van geweld. Amnesty International heeft zich bezorgd
uitgelaten over het feit dat dagelijks burgers het slachtoffer zijn van geweld door
coalitiemilitairen, `bewapende groeperingen en individuen'.87 De
mensenrechtenorganisatie stelt onder meer dat minstens zeshonderd
burgerslachtoffers waren gevallen in Fallujah toen Amerikaanse coalitiemilitairen
daar een operatie uitvoerden in april.88 Volgens het ministerie van
Gezondheidszorg zouden in april circa 1100 Iraakse burgers in Fallujah zijn
omgekomen.89
Tijdens de verslagperiode deed zich voorts een reeks ontvoeringen van
buitenlanders voor, waarbij de terugtrekking van coalitiemilitairen geëist werd.90
In het noorden bevinden zich rond de demarcatielijn tussen voormalig Centraal- en
Noord-Irak veel mijnen en ander achtergelaten oorlogsmaterieel en
munitieresten.91
84 RFE/RL Iraq Report, `CPA head says more attacks expected in Iraq', vol 7, no 10, 19 maart
2004.
85 Veel politiepersoneel was doelwit van geweld. De Iraakse minister van Binnenlandse Zaken
stelde in februari jl. dat meer dan zeshonderd politiefunctionarissen waren vermoord sinds de
val van Saddam Hoessein. (IRIN, `Risks for police officers increasing', 6 februari 2004)
86 Hier dient als voorbeeld de gedode begeleiders van twee Nederlandse journalisten eind mei.
(Parool, 1 juni 2004)
87 Amnesty International, `Iraq. Killings of civilians in Basra and al-`Amara', MDE
14/007/2004, 11 mei 2004.
88 Zie verder in deze paragraaf en bijlage 7.
89 Reliefweb/DPA, 3 mei 2004.
90 Zie ook subparagraaf 3.3.8.
17
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
De aanwezigheid van een grote hoeveelheid wapens onder de bevolking
alsmedeonvrede over de aanwezigheid van de coalitietroepen en over de hoge
werkloosheid maken ordehandhaving moeilijk.92 De CPA staat burgers in beperkte
mate het bezit van kleine wapens toe.93 Er is gepoogd burgers en milities te
ontwapenen, maar met zeer beperkt resultaat.
Hoewel met de opbouw van veiligheidsorganisaties voortgang geboekt is, wordt
ordehandhaving door deze organisaties beperkt door gebrek aan personeel en
materieel.94 Capaciteitsbeperkingen als deze en de beperkte mate waarin het
nieuwe personeel getraind is, staan afdoende beschermingsmogelijkheden in de
weg. Daarnaast is het niet waarschijnlijk dat Iraakse burgers bescherming zullen
zoeken bij coalitiemilitairen.
Vooral in de soennitische driehoek (Bagdad-Ramadi-Mosul), waar sterke anti-
Amerikaanse sentimenten leven, verloopt ordehandhaving moeizaam.95 Tijdens de
verslagperiode is gebleken dat ook in het zuiden ordehandhaving beperkt was,
gezien de ontwikkelingen in april toen de militie van Muqtada Al-Sadr in een
aantal plaatsen strijd heeft geleverd met coalitiemilitairen.
De verantwoordelijkheid voor het geweld wordt toegeschreven aan tegenstanders
van de aanwezigheid van de coalitie, waaronder zich ook voorstanders van het
voormalige Iraakse bewind bevinden. Van diverse kanten is regelmatig naar voren
gebracht dat ook buitenlandse strijders nauw betrokken zouden zijn bij
aanslagen.96
91 Dergelijk explosief materiaal heeft regelmatig ongelukken veroorzaakt onder burgers, maar
wordt ook wel gebruikt voor het vervaardigen van nieuwe `geïmproviseerde explosieven'
(`improvised explosive devices' ofwel IED's). Amnesty International heeft in 2003 haar
zorgen geuit over de veiligheidssituatie, in het bijzonder in relatie tot het vele niet-ontplofte
materieel en de restanten van gebruikte clusterbommen. IRIN, `Interview with International
head', 19 juni 2003.) Zie ook: United Kingdom Home Office Country Information and Policy
Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 3/2003, juni 2003. United
Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 24 of
Security Council resolution 1483' (2003), p.7.
92 Zie bijvoorbeeld: Human Rights Watch, `Basra: Crime and insecurity under British
occupation', vol. 15, no.6, juni 2003.
93 Het is toegestaan om over een wapen in huis te beschikken. Slechts een beperkte groep
beschikt over een vergunning om een wapen buitenshuis te dragen.
94 Brian Bennet, `The world's toughest', Time Magazine, 1 maart 2004. Zaid H. Fahmi, `As
corruption grows public, security is more at stake', Iraq Today, 1 maart 2004. Maher H.
Abdullah, `Way of death is as deadly as ever', Iraq Today, 15 maart 2004.
95 ANP, `Doden in Bagdad tijdens PR-offensief van Bush', 9 oktober 2003.
96 RFE/RL Iraq Report, `Blair, Bremer say terrorists continue to infiltrate Iraq's borders', vol 7,
no. 8, 5 maart 2004. ANP, `Bush: buitenlandse strijders in Irak actief', 16 november 2003.
ICG Middle East Report no.17, `Governing Iraq', Baghdad, Washington, Brussels, 25
augustus 2003. ANP, `Geweld verspreidt zich naar zuiden van Irak', 11 november 2003.
18
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Naast politiek gemotiveerde aanslagen komt criminaliteit veelvuldig voor.97 De
amnestie voor gedetineerde criminelen onder het bewind van Saddam Hoessein
eind 2002 heeft eveneens bijgedragen aan de hoge criminaliteit.98
De veiligheidssituatie heeft verschillende internationale organisaties en NGO's
ertoe gebracht (gedeeltelijk) het internationale personeel terug te trekken. De VN
en ICRC hebben in het najaar van 2003 de internationale staf uit Bagdad
teruggeroepen.99 Wel is in het noorden internationale VN-staf aanwezig.
Wraakmoorden op voormalige leden van de Baath-partij en personen die het
bewind van Saddam Hoessein steunen zijn voorgekomen.100 Het is niet mogelijk in
te schatten op welke schaal wraakmoorden zijn gepleegd.
Aangenomen wordt dat bloedwraak in heel Irak voorkomt. Aantallen zijn niet
bekend. In hoeverre het mogelijk is om bescherming te vinden tegen bloedwraak
bij de huidige Iraakse veiligheidsorganisaties is momenteel niet goed in te
schatten. Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre men zich kan
onttrekken aan de dreiging van bloedwraak door zich elders in Irak te vestigen.
Bagdad
De veiligheidssituatie in Bagdad werd ook in deze verslagperiode gekenschetst
door aanslagen. Nagenoeg dagelijks deden zich explosies voor. Doelwit van
beschietingen en ook bomaanslagen waren onder meer al dan niet Iraakse
personen en instellingen die (verondersteld werden) verbonden te zijn aan de
coalitie-autorititeiten.101 Tevens zijn Iraakse burgers het slachtoffer geworden van
Laurent Lozano, `In small breakthrough, UN kicks off repatriation of Iraqi refugees from
Iran', AFP, 19 november 2003.
97 Criminaliteit komt voor in de vorm van ontvoeringen, autodiefstal, inbraken, roofovervallen,
smokkel en sabotage. (Oxford Analytica, `Iraq, Serious crime thrives on instability', 17 maart
2004. IWPR Iraqi Crisis Report, Kamil Ali, `Crack police struggles to stop gangsters
grabbing children to extort payment from their families', no. 42, 9 januari 2004. Amnesty
International, `Iraq. The need for security', MDE 14/143/2003, juli 2003, p.1 en 4. United
Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 24 of
Security Council resolution 1483' (2003), p.7.)
98 The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus,
Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p.10.
99 Evelyn Leopold, `UN pulls out last of foreign staff from Baghdad', 6 november 2003.
100 The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus,
Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p.20. Jordan Times, `Revenge
kilings claim lives of Saddam's cronies in southern Iraq', 19 november 2003. United
Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy
Directorate, `Iraq Bulletin' 8/2003, 15 december 2003.
101 Hier dienen de volgende voorbeelden aan incidenten. Eind januari kwamen enkele mensen
om het leven toen een bom ontplofte bij het Shaheen Hotel. (RFE/RL Iraq Report, `Car bomb
explodes outside Baghdad Hotel', vol. 7, no. 4, 30 januari 2004.) Op 22 januari had een
19
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
aanslagen. Ook is het incidenteel voorgekomen dat soennitische geestelijken zijn
gedood. 102 Zie verder bijlage 7.
Het midden van Irak103
Aanslagen en kleinere, gewelddadige incidenten deden zich ook in deze
verslagperiode veelvuldig voor in de zogenaamde soennitische driehoek (Bagdad
Ramadi Mosul). Militaire operaties en vuurgevechten hebben van zowel
Irakezen als militairen vele levens geëist. Regelmatig zijn politiebureaus en
functionarissen met geweld bestookt.104 Ook bij betogingen105 zijn doden
gevallen.106 Voorts zijn militairen van de coalitietroepen veelvuldig doelwit
geweest van aanslagen. Zie verder bijlage 7.
Het zuiden van Irak107
Aanvankelijk oogde de veiligheidssituatie in het zuiden tijdens de verslagperiode
rustiger dan in het midden van het land. In april jl. deden zich echter grootschalige
gewelddadigheden voor in verschillende steden in het zuiden, waarbij doden zijn
gevallen. Schattingen van het aantal slachtoffers met inbegrip van de
gewelddadigheden in Fallujah in het midden van Irak - lopen tot in de vele
explosie plaats in het kantoor van de Iraqi Communist Party. (IWPR Iraqi Crisis Report,
Wisam Al-Jaf, `Communists undaunted by murders', no. 46, 2 februari 2004.) De
Nederlandse ambassade is eind januari doelwit geweest van een aanslag. Hierbij zijn geen
slachtoffers gevallen. Medio februari ontplofte een bom in een basisschool in Bagdad,
waarbij twee kinderen om het leven kwamen.( ANP, `Ook basisschool in Bagdad is doelwit
aanslag', 16 februari 2004).
102 Bijvoorbeeld op 21 februari jl. werd een soennitische geestelijke, Dhamir Suleyman Al-
Dhari, in Bagdad doodgeschoten. Voor zover bekend is de verantwoordelijkheid voor deze
moord niet opgeëist. (Reuters, `Sunni cleric shot dead outside Baghdad mosque', 22 februari
2004. AP, `Funeral for slain sunni cleric carries warnings against stirring up religious hatred',
22 februari 2004.) Op 8 maart werd wederom een soennitische geestelijke doodgeschoten in
Bagdad. (Reuters, `Killing of Sunni cleric fuels tension in Iraq', 8 maart 2004.)
103 Met het midden van Irak wordt gedoeld op de provincies Babylon/ Babil, Wasit, Salah Ad-
Din, Al-Anbar, Diyala (met uitzondering van het noordelijke deel dat onder het gezag van de
KRG/PUK staat). Bagdad wordt apart beschreven in deze paragraaf.
104 Volkskrant, `Soldaten VS doden vier Irakezen in Fallujah', 14 februari 2004. Enkele
voorbeelden zijn de volgende. In Baquba werd op 14 januari een zelfmoordaanslag gepleegd
bij een politiebureau, waarbij enkele doden vielen.(ANP, `Aanslagen gaan door ondanks
Amerikaanse optimisme', 14 januari 2004.) Bij een ontploffing op 24 januari jl. in Samarra in
de buurt van een politiebureau kwamen drie Irakezen om en vielen enkele tientallen
gewonden. Voorts werden in maart twee Iraakse politie-agenten doodgeschoten nabij de
grens met Syrië. (ANP, `Geweld eist weer slachtoffers in Irak', 10 maart 2004.)
105 Zie ook 3.3.2.
106 Ter illustratie, uit de pers werd vernomen dat medio januari jl. enkele Irakezen om het leven
waren gekomen nadat Amerikaanse coalitiemilitairen hadden geschoten bij betogingen in
Fallujah. (ANP, `Aanslagen gaan door ondanks Amerikaanse optimisme', 14 januari 2004.)
107 Met het zuiden van Irak wordt gedoeld op de provincies Najaf, Kerbala, Al-Muthanna, Basra,
Dhi Qar, Maysan en Al-Qadisiyah.
20
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
honderden.108 De gewelddadige onlusten, nieuw in het zuiden vanwege de schaal
waarop ze voorkwamen, vloeiden voort uit demonstraties georganiseerd door
aanhangers van de sjiitische geestelijk leider Muqtada Al-Sadr.109 Nadat onrust
was ontstaan in onder meer Najaf en Al-Kut braken ook in andere steden in het
zuiden, waaronder Kerbala en Nassiriya, gewelddadigheden uit tussen de militie
van Al-Sadr en coalitiemilitairen. Ook werden gebouwen van de CPA en politie
tijdelijk bezet.110
Zie verder bijlage 7 voor een beschrijving van een aantal incidenten.
In oktober 2003 deden zich rellen voor in sjiitische kring, tussen aanhangers van
de geestelijken Al-Sistani en Muqtada Al-Sadr.111 Het is niet met zekerheid vast te
stellen in hoeverre dergelijke ongeregeldheden in sjiitische kring tijdens de
verslagperiode zijn voorgekomen. Sjiitisch geweld richtte zich nadien tegen de
coalitietroepen. In 2003 en tijdens de verslagperiode werd geweld tegen
christelijke drankverkopers gemeld. Ook is soms melding gemaakt van
geweldpleging op (klanten van) videotheken en muziekcassettewinkels.112 Hierbij
speelt in het algemeen ook verdenking van de verkoop van als pornografisch
beschouwde films een rol.
Het noorden van Irak113
In het noorden van het land was de situatie op een aantal plaatsen gespannen. Er
deden zich, in vergelijking met de vorige verslagperiode, meer incidenten voor. De
spanningen concentreerden zich in (de omgeving) van Kirkuk114 en Mosul.
108 Jason Keyser, Lourdes Navarro, `Fallujah leaders join US in calling on fighters to turn in
weapons', AP, 19 april 2004. Reliefweb, UN Assistance Mission in Iraq (UNAMI),
`Situation report, 12 18 april 2004', 18 april 2004. Al-Jazeera, `Battles rage across Iraq', 8
april 2004, Human Rights Watch, `Iraq: Avoid harm to civilians', 16 april 2004.
109 Er werd geprotesteerd tegen de arrestatie van Mohammed Al-Yacoubi, naaste medewerker
van Al-Sadr en de sluiting van het sjiitische weekblad Al-Hawza.
110 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 13, 8 april 2004. Zie ook 3.3.3. en 3.3.2. RFE/RL Iraq Report,
vol 7, no 14, 16 april 2004. BBC News, `Cleric urges end to Najaf battle', 14 mei 2004. BBC
News, `Sadr tells Mehdi army to fight on', 12 mei 2004. ANP, `Doden en gewonden door
aanslag Najaf', 3 mei 2004.
111 Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
112 AP, `Killing of video store owner underlines concerns over religious vigilantes', 2 maart
2004. ANP, `Twee explosies in As-Samawah', 17 februari 2004.
113 Met het noorden van Irak wordt gedoeld op de provincies Dohuk, Erbil, Sulaymaniyya,
Nineveh, Kirkuk (ook wel Al-Ta'mim) en het noorden van Diyala. Hieronder vallen derhalve
mede de gebieden onder de KRG/KDP en KRG/PUK.
114 In Kirkuk was tijdens de verslagperiode sprake van een onrustige situatie vanwege
spanningen tussen Koerden, Arabieren en Turkmenen. Zie verder subparagraaf 3.4.1. Ook
kwam het, zo werd uit de pers vernomen, in Kirkuk tot enige gewelddadigheden tussen
Amerikaanse coalititiemilitairen en Irakezen in april toen gedemonstreerd werd tegen de
Amerikaanse operatie in Fallujah. Er zouden circa tien doden, overwegend onder Irakezen,
zijn gevallen. ANP, 7 april 2004.
21
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
In de KRG-gebieden eisten de zelfmoordaanslagen in Erbil op 1 februari een zeer
groot aantal slachtoffers. In Dohuk, Sulaymaniyya en andere steden in het KRG-
gebied was het echter gedurende de verslagperiode relatief rustig. Er deden zich
hier weinig incidenten voor. De veiligheidsmaatregelen aldaar zijn na de aanslagen
in Erbil verder aangescherpt.
Hoewel sprake lijkt van een plaatselijke toename aan incidenten ook in de
noordelijke provincies, kwamen deze minder vaak voor dan in het midden van het
land. Zie verder voor een beschrijving van incidenten bijlage 7.
KRG-gebieden / Peshmerga's115
De Koerdische peshmerga's hebben in de KRG-gebieden dezelfde taken en
bevoegdheden als voor de militaire interventie. Ze zijn in nagenoeg hetzelfde
gebied als tevoren actief en hebben daarbuiten niet of nauwelijks taken of
bevoegdheden van de CPA toebedeeld gekregen. De peshmerga's vallen in de
Koerdische gebieden onder de ministeries van Peshmerga-zaken.
De peshmerga's in het gebied onder controle van de KRG/KDP zijn belast met de
bewaking van grenzen, beveiliging van politici, gebouwen en het toezicht op de
PKK/KONGRA-GEL-strijders116 in dat gebied.117 Na de zelfmoordaanslagen in
Erbil op 1 februari jl. zijn de veiligheidsmaatregelen door peshmerga's in de KRG-
gebieden uitgebreid, onder meer met extra controleposten op toegangswegen.118 In
Erbil waren politie en andere veiligheidsorganisaties veel meer zichtbaar aanwezig
dan voorheen. In het gebied onder het gezag van de KRG/PUK zijn de
verdedigingstroepen belast met vergelijkbare taken als in het KDP-gebied. Hier
wordt echter toezicht gehouden op mogelijke activiteiten van fundamentalistische
groeperingen als `Ansar Al-Islam'119 en speelt PKK/KONGRA-GEL geen rol van
betekenis.120
Beoogd wordt de peshmerga's in te lijven in de nieuwe Iraakse
veiligheidsorganisaties. In november jl. waren volgens de KDP circa 3.000
peshmergastrijders van de KDP opgegaan in de nieuwe Iraakse strijdkrachten en
veiligheidsorganisaties. Deze strijders zijn in de eerste plaats in de provincies
Kirkuk en Nineveh gestationeerd.
115 Zie ook algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
116 De PKK/KONGRA-GEL wordt in deze paragraaf nader beschreven onder `milities'.
117 Het aantal peshmerga's in het KRG/KDP-gebied wordt geschat tussen de 32.000 en 65.000.
118 Edward Wong, `Iraqi militias resisting US pressure to disband', New York Times, 8 februari
2004.
119 Deze militie wordt in 2.3 nader beschreven onder `milities'.
120 Het aantal peshmerga's in het KRG/PUK-gebied bedraagt naar schatting 13.000 tot 18.000.
121 Niet bekend is wanneer dit precies zal plaatsvinden.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Er is voor deze verslagperiode geen nadere informatie beschikbaar over eventuele
integratie van politiepersoneel van de Koerdische autoriteiten danwel peshmerga's
in de Iraakse veiligheidsorganisaties buiten de KRG-gebieden.
Voor peshmergastrijders die niet langer in dienst willen, is reïntegratie in de
burgermaatschappij, gefaciliteerd door de `Peshmerga Transformation Office'
mogelijk. Deze kantoren bevinden zich op verschillende plaatsen in het noorden
van Irak.
KRG-gebieden / Politie
In de KRG-gebieden is er sinds de militaire interventie niets zichtbaar veranderd
in de wijze waarop de politie daar opereert, afgezien van verhoogde mate van
waakzaamheid en verscherpte veiligheidsmaatregelen. De politie in de gebieden
onder het gezag van de KRG/KDP en de KRG/PUK heeft dezelfde autoriteit,
taken en bevoegdheden als voorheen. De politiekorpsen in het gebied onder de
controle van de KRG/KDP en de KRG/PUK dienen op te gaan in de nieuwe
Iraakse politie. Zij dienen in de eerste plaats in de KRG-gebieden gestationeerd te
worden.
Milities
Er bestaat in Irak een aantal milities verbonden aan politieke en religieuze partijen
en / of groeperingen. Deze milities zijn vaak goed bewapend. Door het gebrek aan
controle kunnen milities zich uitbreiden en een bedreiging vormen voor de
veiligheidssituatie.
Pogingen van CPA om milities te ontwapenen hebben slechts zeer beperkt succes
gehad. In de praktijk blijken weinig milities, mede in het licht van de instabiele
veiligheidssituatie, bereid hun wapens in te leveren.122
Op plaatselijk niveau zijn milities vaak actief als veiligheidsorganisatie. Het
gebrek aan ordehandhaving door de Iraakse politie en / of coalitiemilitairen zou
hieraan ten grondslag liggen.123
Onder de TAL zijn milities, die niet onder de bevoegdheid van de tijdelijke
regering vallen, verboden.124 Na de machtsoverdracht dienen leden van milities op
te gaan in de veiligheidsorganisaties.125
Naar verluidt zouden tientallen anti-Amerikaanse milities in Irak actief zijn.126
122 Edward Wong, `Iraqi militias resisting US pressure to disband', New York Times, 8 februari
2004. Oxford Analytica `Iraq. Local militia to challenge central government', 3 maart 2004.
123 IWPR Iraqi Crisis Report, `Vigilantes take on the resistance', 9 maart2004.
124 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel
27.
125 ANP, `Voorlopig akkoord over ontmanteling Iraakse milities', 22 maart 2004.
23
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
In het algemeen wordt aangenomen dat het veelal kleine facties betreft met een
beperkt aantal leden.
Over enkele grotere milities, min of meer actief in verschillende delen van Irak,
kan hier het volgende worden vermeld
Badr-organisatie
De Badr-organisatie voorheen Badr-brigade - is de gewapende tak van Supreme
Council for the Islamic Revolution in Iraq (SCIRI). Tot medio 2003 stond dit
korps onder leiding van Abdul Aziz al-Hakim, de huidige politieke leider van
SCIRI.
De Badr-organisatie is in ballingschap opgericht in Iran en heeft daar een gedegen
training ontvangen van de Iraanse Republikeinse Garde (Sepah-é-Pasdaran). Er
zouden nauwe relaties tussen de Iraanse inlichtingendienst en het leiderschap van
de Badr-organisatie bestaan.
Vlak voor, tijdens en kort na de oorlog telde de brigade ongeveer 8.000 - 10.000
manschappen. Sindsdien zijn de gelederen aanzienlijk uitgebreid. Getallen van
100.000 manschappen worden genoemd. Onafhankelijke gegevens zijn niet
beschikbaar.
De Badr-organisatie is met name actief in Najaf, Kerbala, Kufa, Diwaniyya en
delen van Basra. Militieleden zijn hier, met goedkeuring van de CPA en op relatief
beperkte schaal, belast met openbare ordehandhaving.
In diverse steden in het zuiden zijn Badr-militieleden voorts belast met de
bewaking van de belangrijkste moskeeën.
Er zijn door coalitietroepen tevergeefs pogingen ondernomen de Badr-organisatie
te ontwapenen.
Jaish Al-Mahdi (Al-Mahdi-leger/Leger van de Verlosser)127
De militie maakt deel uit van de politiek-religieuze beweging van de sjiitische
geestelijk leider Muqtada Al-Sadr. De militie is kort na de val van het regime van
Saddam Hoessein opgericht. De grootte van aanhang verschilt per plaats. Het zou
126 Volgens een onbevestigd bericht zouden zich tien Iraakse organisaties hebben verenigd in een
militie, het `National Front for the Liberation of Iraq' (Al-jabhah Al-Wataniyah lil tahrir al-
Iraq), om (eventueel gewapend) verzet te bieden tegen de coalitietroepen en Irakezen die de
coalitie steunen. Het front zou de verantwoordelijkheid voor een aantal aanslagen in Irak
hebben opgeëist. Andere milities en vergelijkbare organisaties die zich verzetten tegen
coalitiemilitairen danwel Irakezen die samenwerken met de coalitie zijn onder meer
`Mujahedin Brigade' (actief in het noorden), `Jaish Al-Mohammed' (Leger van Mohammed),
Ansar Al-Sunna (Volgelingen van de Soenna) en Muqawama Al-Iraqi Al-Islamiya (Iraaks
Islamitisch Verzet). (IWPR Iraqi Crisis Report, `A site for jihadi eyes', no. 49, 23 februari
2004. IWPR Iraqi Crisis Report, `Resistance reveals `post US plan'', no. 49, 23 februari
2004. RFE/RL Iraq Report, `Islamic miltant group vows more attacks', vol. 7, no. 7, 27
februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Ansar Al-Sunnah army vows more attacks', vol 7, no. 8,
5 maart 2004.)
127 Zie ook 3.3.3. onder de passage over sjiieten en Muqtada Al-Sadr.
24
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
gaan om duizenden, mogelijk tienduizend, leden, verspreid over verschillende
lokaties, met enkele honderden in Kufa, de thuisbasis van Al-Sadr. Aanhang is
vooral te vinden in enkele plaatsen in het zuiden en midden van Irak (Amara, Al-
Kut) alsmede in de armere, sjiitische wijken in Bagdad (Sadr City). Vooral in april
en mei jl. was het Al-Mahdi-leger actief, deels gewelddadig, in verzet tegen
coalitiemilitairen.128 Deze militie zou zelfs, volgens enkele berichten, steun
ontvangen van het eveneens sjiitische Badr-organisatie.129
PKK/KONGRA-GEL130
De voormalige PKK (Partîya Karkerên Kurdîstan, `Arbeiderspartij van
Koerdistan') is naar eigen zeggen doorgegaan als `Kurdistan People's Congress'
(PKK/KONGRA-GEL) met een `nieuwe, democratischer organisatiestructuur'.131
Naar verluidt bevonden zich tijdens de verslagperiode strijders van
PKK/KONGRA-GEL in het noorden van Irak.132 Aantallen zijn niet met zekerheid
te noemen. In het noorden was in 2003 en tijdens de verslagperiode nog steeds
sprake van Turkse militaire presentie mede met het oog op terroristische
activiteiten van de PKK/KONGRA-GEL.
De Amerikaanse autoriteiten zouden tijdens de verslagperiode nog steeds
bijzondere aandacht hebben voor ontmanteling van de organisatie in Irak.133 Of
daadwerkelijk acties tegen de organisatie zijn ondernomen is niet bekend.
De Turkse en Amerikaanse autoriteiten hebben in 2003 een `actieplan' opgesteld
waarmee de PKK/KONGRA-GEL dient te worden ontmanteld.134
Mujahedeen Khalq Organization (MKO)
Op 13 december jl. heeft de IGC verklaard dat leden van de Iraanse
verzetsbeweging MKO Irak dienen te verlaten. Er hebben geen gedwongen
uitzettingen naar Iran plaatsgevonden. Op zeer kleine schaal zouden leden van de
MKO zelfstandig naar Iran zijn teruggekeerd.135 Een groot aantal leden is via
Jordanië naar Europa gevlucht. Circa 5.000 leden van de MKO bevinden zich in
128 Zie verder onder 2.3 zuiden en midden, alsmede 3.3.3.
129 James Risen, New York Times, 17 april 2004. World Tribune, `Sadr aided by largest Shi'ite
militia', 14 april 2004.
130 Zie ook 3.4.1.
131 Ferit Demir, `Kurdish rebels say to disband, Turkey scornful', Reuters, 13 november 2003.
Reuters, `US, Turkey work on plans for PKK in Iraq', 20 november 2003.
132 James Conachy, `Irbil suicide bombings aggravate tensions in northern Iraq', World Socialist
Web Site, www.wsws.org, 5 februari 2004.
133 Financial Times, 29 januari 2004. Ankara Anatolia, 25 maart 2004. Istanbul Milliyet, 15
maart 2004.
134 Dit hangt overigens mede af van de mate van respons op de in Turkije aangenomen
`amnestiewet' voor leden van PKK/KONGRA-GEL. De Turkse autoriteiten vaardigden in
augustus 2003. een `amnestiewet' uit voor leden van de PKK/KONGRA-GEL die afstand
zouden willen nemen van de organisatie. Tot 6 februari jl. had men de mogeljikheid gebruik
te maken van deze wet. Zie verder algemeen ambtsbericht Turkije, november 2003.
135 Zie ook algemeen ambtsbericht Iran, mei 2004
25
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
het kamp Ashraf, in de provincie Diyala. Deze leden zijn ontwapend. Voor zover
bekend zijn door de MKO geen acties meer tegen de Iraanse autoriteiten
ondernomen.
Ansar Al-Islam
Volgens Amerikaanse militairen zouden leden van de militante groepering `Ansar
Al-Islam' zich ophouden in Bagdad en elders in de soennitische driehoek. De basis
in het noorden van Irak van `Ansar Al-Islam' was door de Amerikaanse en
Koerdische troepen tijdens de militaire interventie in maart 2003 vernietigd.136 Het
is niet bekend in hoeverre `Ansar Al-Islam' thans beschikt over significante
aanhang in Irak.
Er is regelmatig bericht, vooral door de Amerikaanse autoriteiten, dat vanuit
buurlanden personen Irak zijn binnengedrongen om tegen de coalitie te vechten.137
Leden van `Al-Qaeda' zouden, naar verluidt, zich aansluiten bij `Ansar Al-Islam'
en zich in het midden van het land, in de soennitische driehoek, positioneren.138
Het is niet bekend in hoeverre leden van de militie zich ophouden in de KRG-
gebieden. Aantallen zullen waarschijnlijk beperkt zijn.
Coalitietroepen
Tijdens de verslagperiode bevonden zich circa 150.000 manschappen van de
coalitietroepen in Irak. Naast de VS en het VK maken 31 landen deel uit van de
coalitie. Enkele landen, waaronder Spanje, hebben tijdens de verslagperiode
besloten hun troepen terug te trekken.
Volgens het tijdspad voor de machtsoverdracht139 komt op 30 juni 2004 een einde
aan de militaire bezetting door de coalitietroepen. De IGC heeft aangekondigd
geen veiligheidsovereenkomst, in dit geval een `Status of Forces Agreement', met
de VS te kunnen sluiten. De regeringsraad is namelijk van mening dat dit de
bevoegdheid is van een toekomstige, soevereine, Iraakse regering.
Nederlandse militaire bijdrage
Sinds 1 augustus 2003 draagt Nederland bij aan de multinationale
stabilisatiemacht voor Irak (SFIR) en is het Nederlandse contingent van ruim 1200
militairen operationeel in de provincie Al-Muthanna in Zuid-Irak. Het kabinet
heeft op 28 november jl. besloten tot verlenging van de Nederlandse militaire
136 Reuters, `Ansar al-islam seen as main threat to US in Iraq', 23 oktober 2003.
137 ANP, `Bush: buitenlandse strijders in Irak actief', 16 november 2003. ICG Middle East
Report no.17, `Governing Iraq', Baghdad, Washington, Brussels, 25 augustus 2003. ANP,
`Geweld verspreidt zich naar zuiden van Irak', 11 november 2003.
138 RFE/RL Iraq Report, `Al-Qaeda cooperating with other groups in Iraqi terrorist attacks', vol.
6, no. 45, 31 oktober 2003.
139 Zie subparagraaf 2.1.3.
26
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
bijdrage voor de duur van in beginsel zes maanden, tot 15 juli 2004. Medio maart
jl. is de derde lichting militairen naar Irak vertrokken.
Naast het bevorderen van de stabiliteit en veiligheid in Al-Muthanna voeren de
Nederlandse militairen CIMIC-projecten140 uit, onder meer op het gebied van
wederopbouw van de Iraakse politieorganisatie, training van de Iraq Civil Defence
Corps en herstel van scholen en infrastructuur. Er vindt nauwe samenwerking
plaats met de provinciale vertegenwoordiging van de CPA.141
Veiligheidsorganisaties
Met betrekking tot de opbouw van Iraakse veiligheidsorganisaties (`Security
Sector Reform') is tijdens de verslagperiode het volgende gebleken.142
Beoogd wordt een veiligheidsapparaat op te bouwen bestaande uit vijf onderdelen:
leger, politie, grensbewaking / douane, bewaking van installaties en een Iraqi Civil
Defence Corps. Voorts is met CPA-verordening 69 van 2 april 2004 de IGC
bevoegd een nieuwe inlichtingendienst op te richten.143
Het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken is betrokken bij de oprichting,
opleiding en inzet van politie, grensbewaking en douane. De oprichting van het
legerkorps en civiele defensie ligt in handen van de CPA.
Ondanks de vele aanslagen, vaak gericht op politiepersoneel, is de animo onder
Irakezen om zich bij de veiligheidsorganisaties te voegen, aanzienlijk geweest.144
In april maakte de Amerikaanse generaal John Abizaid bekend dat een aantal hoge
officieren en generaals uit het voormalige Iraakse leger aangesteld zou worden op
hoge functies in het nieuwe leger.145 Hiermee beoogt men het leger beter te laten
140 CIMIC staat voor `Civil Military Cooperation'. Zie de brief aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Defensie en de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking van 23 januari 2004 (DVB/CV-020/2004) en de brief aan de
Voorzitter van de Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van
Defensie, 5 maart 2004 (DAM/GO-133/04).
141 Zie ook: Brief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer, DVB/CV329/03, 14 november 2003.
142 Ook Nederland draagt bij aan de opbouw van veiligheidsorganisaties. Zie de brief aan de
Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken, de
minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 23 januari 2004
(DVB/CV-020/2004) en de brief aan de Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer van de
minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie, 5 maart 2004 (DAM/GO-
133/04).
143 Generaal Mohammed Abdullah Shekwari zou aan het hoofd staan van deze dienst.
144 RFE/RL Iraq Report, `Iraqis turn up in slots in security forces', vol. 7, no.4, 30 januari 2004.
145 Generaal Amer Al-Hashimi werd in april aangesteld als chef defensiestaf. In het voormalige
Iraakse leger was hij generaal-majoor tot hij in 1997 met pensioen ging. Nadien nam hij
zitting in de gemeenteraad van Bagdad. Luitenant-generaal Daham Al-Assal werd benoemd
27
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
functioneren. Uit verschillende incidenten bleek dat de nieuwe
veiligheidsorganisaties niet optimaal functioneren. Het zou zijn voorgekomen dat
leden van veiligheidsorganisaties bevelen niet opvolgden.146
Leger147
Met verordening 2 `dissolution of entities' van 23 mei 2003 zijn alle Iraakse
militaire en paramilitaire instellingen actief onder het regime van Saddam
Hoessein ontbonden. Een nieuw leger is in oprichting. De 'Iraqi Military Law Nr.
13' van 1940, 'Iraqi Military Procedures Law Nr. 44' van 1941, 'Code of Legal
Notification of Military Personnel Nr. 106' van 1960, 'Punishment of Military
Deserters Law Nr. 28' van 1972 en 'Penal Code of the Popular Army Nr. 32' van
1984 zijn komen te vervallen.
Met CPA-verordening 67, van maart 2004 is het nieuwe Iraakse ministerie van
Defensie tot stand gebracht. Het ministerie staat onder centrale aansturing van de
CPA totdat er een Iraakse interimregering is aangetreden na 30 juni a.s. Ali Allawi
is aangesteld als minister van Defensie voor het thans zittende tijdelijke kabinet.148
Verordening 23 (`Creation of a code of military discipline for the new Iraqi army',
7 augustus 2003) bevat nauwgezette bepalingen over disciplinaire regelgeving, de
oprichting van een militaire rechtbank, de benoeming van militaire rechters,
regelgeving inzake arrestatie, detentie, voorgeleiding aan de rechtbank,
voorwaarden waaraan het disciplinair onderzoek moet voldoen, recht op juridische
bijstand, de strafmaat (een reprimande, boete, strafwerkzaamheden, inhouden van
salaris, degradatie of maximaal zeven dagen detentie) en bezwaarmogelijkheden.
In het leger nemen soldaten uit het voormalige leger, nieuwelingen en peshmerga-
strijders plaats.149 Er wordt naar gestreefd een Iraaks leger van 40.000 mensen
gereed te hebben in het najaar van 2005. In april waren circa 3.500 mensen
gerekruteerd voor het leger. Vier bataljons (2.500 mensen) waren toen
operationeel.
Politie
Tijdens de verslagperiode werd verder gewerkt aan de totstandkoming van de
Iraakse politie. Er wordt gestreefd naar ruim 75.000 man personeel. De politie
dient vanaf augustus 2004 volledig operationeel te zijn. De politie was in de
tot plaatsvervangend chef defensiestaf. Voorheen was hij generaal-majoor in het Iraakse leger
onder Saddam Hoessein. (CPA Public Affairs Office, 18 april 2004)
146 Volkskrant, `Officieren Saddam weer ingezet.', `Iraakse rekruten laten Amerikanen in de
steek', 14 april.
147 Zie ook 3.4.5.
148 Reuters, `US government names interim defence minister', 4 april 2004.
149 RFE/RL Iraq Report, `Reporters observe new Iraqi army', vol. 6, no.39, 21 september 2003.
28
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
verslagperiode niet in staat volwaardige dienstverlening en bescherming te bieden.
De structuur van het voormalige Iraakse politie-apparaat is grotendeels intact
gebleven, maar verschillende hervormingen hebben plaatsgehad. Ook vindt nog
altijd de-Baathisering plaats. Ook heeft het personeel een aanvullende opleiding
genoten. Opleiding en training van het nieuw Iraaks politie-apparaat hebben plaats
in Irak, maar ook in Jordanië. De Nederlandse militairen leiden Iraaks
politiepersoneel in Al-Muthanna op.150 151
In de gebieden in het noorden onder de KRG-autoriteiten is er sinds de militaire
operatie niets zichtbaar veranderd in de wijze waarop de politie daar opereert.
Iraqi Civil Defense Corps (ICDC)
Deze paramilitaire eenheid, opgericht bij verordening 28 van 9 september 2003,
dient de Iraakse politie, ordetroepen en de coalitiemacht bij te staan in geval van
noodsituaties. Het ICDC staat formeel onder de bevoegdheid van het hoofd van de
CPA. Elk van de achttien provincies dient een bataljon toegewezen te krijgen.152 In
totaal dient hetICDC uit 40.000 personen te bestaan. In april zou het ICDC over
circa 25.000 personen beschikken.153
Het korps is bevoegd politietaken154 uit te voeren. Er is echter geen gezagsrelatie
met de Iraakse politie. Het ICDC heeft voorts geen opsporingsbevoegdheid. Wel is
men gerechtigd verdachte of voortvluchtige personen aan te houden en te
arresteren. Deze personen moeten binnen twaalf uur aan de Iraakse politie of
coalitietroepen worden overgedragen. Indien dit niet mogelijk is, dient vrijlating te
volgen. Functionarissen van het ICDC mogen door hen staande gehouden
personen niet ondervragen.
150 US State Department, Press Statement, 30 januari 2004. CPA Public Affairs Office, PR074:
261 officers graduate at Police Academy, 19 februari 2004. Abd- Al-Razzaq Al-Najjar,
`Under British supervision and training, first class of Basra support police graduates', Kuwait
Al-Watan, 10 oktober 2003.
151 RFE/RL Iraq Report, `Jordan to train 30.000 Iraqi security forces', vol. 6, no. 41, 3 oktober
2003. ANP, `Jordanië leidt 32.000 Iraakse agenten op', 30 november 2003.
152 Reuters, `US to launch Iraq paramilitary force, expand police', 24 september 2003.
153 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, DAM/GO-208/04, april 2004. Oxford Analytica `Iraq. Local militia to
challenge central government', 3 maart 2004.
154 De dienst is geautoriseerd " o perform constabulary duties, including: patrolling urban and
rural areas, conducting operations to search for and seize illegal weapons and other
contraband; providing fixed site, check point, area route and convoy security; providing
crowd and riot control; disaster response services; search and rescue services; providing
support to humanitarian missions and disaster recovery operations including transportation
services; conducting joint patrols with coalition forces; and participating in other activities
designed to build positive relationships between the Iraqi people and coalition authorities
including serving as community liaisons" , (CPA, `verordening 28, Establishment of the Iraqi
Civil Defense Corps (ICDC)', 9 september 2003).
29
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Rekrutering vindt plaats op vrijwillige basis. De rekrutering, training en
organisatie van het ICDC vindt plaats onder leiding van coalitietroepen. Er is geen
werkrelatie met het Iraakse leger.
Het korps is opgericht als tijdelijke kracht. Het voortbestaan hiervan zal worden
heroverwogen wanneer de bestuurlijke soevereiniteit over Irak door de CPA is
overgedragen aan een permanente Iraakse regering.
In het ICDC zouden zich veel leden van milities, zoals de Badr-organisatie en de
peshmerga's bevinden.155
Facilities Protection Service (FPS)
Deze beveiligingsdienst ziet toe op beveiliging van publieke faciliteiten zoals
oliepijpleidingen en waterleidingen.156 Medewerkers krijgen geen
opsporingsbevoegdheid. Wel mogen de FPS verdachten aanhouden en arresteren.
Verdachten dienen binnen twaalf uur te zijn overgedragen aan de politie of
coalitietroepen. Gebeurt dit niet, dan dient de arrestant te worden vrijgelaten.157 In
april zou de dienst uit 70.000 bewakers bestaan.
Grensbewaking
Voor de beveiliging van grenzen heeft de CPA besloten tot de vorming van een
nationale grensbewakingsorganisatie die de volledige grens van Irak moet
bewaken. Inmiddels is gestart met de training van grenspolitie. Beoogd wordt om
op termijn circa 9.000 personen voor grenspolitie en 17.000 voor `Department of
Border Enforcement' gereed te hebben. Naar aanleiding van de verschillende
aanslagen, die voor een deel aan strijders van buiten Irak worden toegeschreven,
kondigde ambassadeur Bremer aan de grensbewaking uit te breiden.158
De grensbewaking in KDP/KRG- en PUK/KRG-gebieden was tijdens de
verslagperiode nog in handen van KDP- en PUK- peshmerga's. De coalitie beoogt
een deel van deze peshmerga's uiterlijk eind 2004 op te kunnen nemen in het
grensbewakingspersoneel.
Local Security Forces (LSF)
In het Britse divisievak worden `Local Security Forces' ingezet als buurtwacht ten
behoeve van de veiligheid op plaatselijk niveau. De LSF dient samen te werken
met de coalitiemacht en de Iraakse politie. Milities die gelieerd zijn aan
verschillende politieke groeperingen worden eventueel hiervoor ingezet.
155 Oxford Analytica `Iraq. Local militia to challenge central government', 3 maart 2004.
156 RFE/RL Iraq Report, `CPA establishes facilities protection service', vol. 6, no. 38, 15
september 2003.
157 CPA-verordening 27, `Establishment of the facilities protection service', 7 september 2003.
158 ANP, `VS gaan grenzen versterken na aanslagen', 3 maart 2004.
30
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Particuliere beveiligingsdiensten
In geheel Irak is Iraaks en buitenlands beveiligingspersoneel betrokken bij
beveiliging van personen, objecten, gebouwen en transporten.159 Het gaat om vele
duizenden mensen aan beveiligingspersoneel.
2.4 Sociaal-economische situatie
De sociaal-economische situatie van Irak stond tijdens de verslagperiode in het
teken van wederopbouw, die hinder ondervond van de veiligheidssituatie. Onder
meer op het gebied van infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg,
elektriciteitsvoorziening, watervoorziening werd voortgang geboekt.
De werkloosheid vormde in de verslagperiode een groot probleem. Schattingen
liepen uiteen, van circa 40 tot 70 procent.160 Ook was er sprake van hoge inflatie.
Irak kampt verder met een groot tekort aan woningen. De VN is met de Iraakse
autoriteiten een project overeengekomen om het tekort te bestrijden.161
Eind februari jl. vond in Abu Dhabi een bijeenkomst plaats voor de `International
Reconstruction Fund Facility for Iraq' (IRFFI) van de Wereldbank en de VN.
Deze faciliteit dient de financiering van donoren ten behoeve van de wederopbouw
te coördineren.162 De VN en Wereldbank verwachten spoedig te kunnen beginnen
met de voorbereiding en implementatie van activiteiten, gefinancieerd uit de
IRFFI. Op 25 en 26 mei vond in Doha in navolging van de eerdere conferentie in
Madrid opnieuw een donorconferentie plaats.
Humanitaire situatie
De meeste basisvoorzieningen waren tijdens de verslagperiode weer terug op het
niveau voorafgaand aan de militaire interventie. Het vooroorlogse niveau van de
basisvoorzieningen was echter reeds geërodeerd als gevolg van verwaarlozing en
slecht beheer ten tijde van het sanctieregime. Weliswaar kan er niet gesproken
worden van een humanitaire catastrofe maar zijn er nog steeds humanitaire noden.
159 Zo worden vliegvelden, ambassades, CPA-faciliteiten en -medewerkers, konvooien, Iraakse
politici, vermogende Irakezen beveiligd door dergelijke beveiligingsdiensten.
160 RFE/RL Iraq Report, `Planning minister reports on unemployment', vol 7, no 7, 27 februari
2004. Sarmad S. Al-Safy, `Taxis, guns and government', Iraq Today, 1 maart 2004. UNHCR,
Update to the international protection repsonse to asylum-seekers from Iraq, 1 maart 2004.
IWPR Iraqi Crisis Report, `Critical days ahead', no.46, 7 februari 2004.
161 IRIN, `Plans for housing rehabilitation approved', 26 februari 2004. Mussasb Al-Khairalla,
`Iraq needs two million homes to ease housing crisis', Reuters, 14 maart 2004.
162 Nederland heeft vijf miljoen EURO toegezegd aan deze faciliteit. Zie ook de brief aan de
Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken, de
minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 23 januari 2004
(DVB/CV-020/2004) en de brief aan de Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer van de
minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie, 5 maart 2004 (DAM/GO-
133/04).
31
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Zo zijn er problemen op het gebied van de drinkwater- en
elektriciteitsvoorziening. Daarnaast hebben de Irakezen te maken met
eerdergenoemde problemen op sociaal-economisch gebied. Op het gebied van
voedselzekerheid is voortgang geboekt. Voor zover bekend is deze toereikend.
Zestig procent van de bevolking is echter nog wel afhankelijk van
voedselrantsoenen.
32
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen en protocollen
Onder de tijdelijke regering blijft Irak partij bij verdragen en protocollen, inclusief
de mensenrechtenverdragen. De CPA dient, zolang er geen permanente regering
is aangesteld, de eerder door Irak getekende verdragsverplichtingen na te leven.163
Irak is partij bij tal van internationale mensenrechtenverdragen164, waaronder:
- Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten
- Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten
- Verdrag inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie
- Verdrag inzake de Voorkoming en Bestraffing van Genocide
- Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van
Vrouwen
- Verdrag inzake de Rechten van het Kind
Irak is geen partij bij het Anti-Folterverdrag (CAT). Evenmin is Irak partij bij het
Vluchtelingenverdrag van Genève en het bijbehorende Protocol.
3.1.2 Nationale wetgeving
Onder de CPA is een groot aantal nieuwe wetten, regels en verordeningen
uitgevaardigd.165
De CPA heeft het Wetboek van Strafrecht van 1969 en het Wetboek van
Strafvordering van 1971 laten herleven als de enige wetboeken die met betrekking
tot het straf- en procesrecht in Irak geldig zijn. Deze wetboeken zullen waar nodig
worden aangepast volgens internationale regelgeving.
Alle wetgeving die na 1968, met het aan de macht komen van de Baathpartij, door
de Revolutionaire Commandoraad (RCC) van Irak is uitgevaardigd is met ingang
van 9 april 2003 ongeldig verklaard.
De uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht in de KRG-gebieden opereren
sinds 1991 onafhankelijk van Bagdad. Veel onderdelen van de Iraakse wetgeving
zijn echter na 1991 in deze gebieden ongewijzigd van kracht gebleven. Slechts
163 VNVR-resolutie 1500, dd. 14 augustus 2003: "Welcomes the establishment of the (...)
Governing Council (...) as an important step towards the formation (... ) of an internationally
recognized, representative government that will exercise the sovereignty of Iraq."
164 www.unhchr.ch
165 Zie www.cpa-iraq.org
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
politiek repressieve wetgeving, op wetgeving betrekking hebbende RCC-decreten
zijn ongeldig verklaard. In de periode 1991 2003 zijn door KRG/KDP en
KRG/PUK diverse nieuwe wetten aangenomen die afwijken van wetgeving
uitgevaardigd door het voormalige regime te Bagdad. Deze wetgeving is nog altijd
van kracht.
Het Koerdische parlement heeft de intentie uitgesproken haar wetgeving zoveel
mogelijk in overeenstemming te brengen met de centrale wetgeving van Bagdad.
Dit kan pas plaatsvinden nadat Irak een soevereine uitvoerende, wetgevende en
rechtsprekende macht heeft. Pas na de machtsoverdracht van 30 juni 2004 zal
nader worden bezien hoe de twee rechtsstelsels met elkaar in overeenstemming
kunnen worden gebracht.
Central Criminal Court of Iraq
De CPA heeft alle revolutionaire en speciale rechtbanken alsmede het hof van
nationale veiligheid met ingang van 9 april 2003 afgeschaft. Met verordening 13
werd bepaald dat te Bagdad een 'Central Criminal Court of Iraq' ofwel centrale
strafrechtbank werd opgericht. Deze rechtbank zal vertegenwoordigingen in
diverse andere steden hebben. De rechtbank bestaat uit twee afdelingen; een
onderzoeksgerecht ('investigative court') onder leiding van een onderzoeksrechter
en een afdeling waar men in beroep kan gaan tegen beslissingen van het
onderzoeksgerecht ('trial court') onder leiding van drie rechters.
Een verdachte kan onder meer worden voorgeleid bij de centrale strafrechtbank
indien hij/zij ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd dat:
- erop gericht is regeringsinstellingen en activiteiten te destabiliseren
- gebaseerd is op ras, nationaliteit, etniciteit of religie
- betrekking heeft op het op gewelddadige wijze afzetten van de autoriteiten
of indien:
- de verdachte een invloedrijke positie bekleedde onder het voormalige regime
en daarmee nog steeds in staat is beslissingen van de rechterlijke macht of
andere overheidsinstellingen te beïnvloeden
- de verdachte alleen of in groepsverband betrokken is bij criminele en/of
terroristische activiteiten die gericht zijn op de bevolking of leden van de CPA
of legaal opererende coalitiestrijdkrachten in Irak
Zittingen van de rechtbank zijn openbaar. Tegen beslissingen van het
'investigative court' kan men in beroep gaan bij het 'trial court'. Beslissingen van
het 'trial court' kunnen worden aangevochten bij het Hof van Cassatie.
Verdachten hebben recht op juridische bijstand.
34
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Procedures166
Het Wetboek van Strafvordering van 1971 geldt als het enige wetboek inzake
procesrecht. Dit wetboek biedt rechtswaarborgen. Repressieve bepalingen uit dit
wetboek, toegevoegd na 1971, zijn komen te vervallen.
Volgens het wetboek dienen verdachten na arrestatie onmiddellijk op de hoogte te
worden gesteld van hun rechten. Verdachten mogen 72 uur na arrestatie een
advocaat raadplegen of juridische bijstand inschakelen. Voorts dienen verdachten
zo spoedig mogelijk na arrestatie schriftelijk geïnformeerd te worden over de
aanklacht die jegens hen loopt. Een verdachte dient zo spoedig mogelijk na
arrestatie te worden voorgeleid aan een onderzoeksrechter, maximaal binnen
negentig dagen. Verder is vastgelegd dat verdachten recht hebben op bezoek van
vertegenwoordigers van het `International Committee of the Red Cross' (ICRC).
De periode die verdachten in voorarrest doorbrengen, zal worden afgetrokken van
de eventuele gevangenisstraf.
Voorts is hoofdstuk 4 van de Vierde Conventie van Genève van toepassing inzake
detentie-omstandigheden.
Delicten en straffen
CPA heeft op 10 september jl. Verordening 31 `Modifications of Penal Code and
Criminal Proceedings Law' uitgebracht waarin de straffen voor een aantal delicten
zijn opgenomen. Hieronder volgt een beschrijving van enkele delicten en
straffen.167 Er is geen nieuwe strafwetgeving uitgevaardigd tijdens de
verslagperiode.
Ontvoering
De maximum gevangenisstraf voor ontvoering wordt gesteld op levenslang.168
Verzachtende omstandigheden, zoals opgenomen in artikel 130 van het wetboek
van Strafrecht van 1969, kunnen niet (langer) dienen als reden tot
strafvermindering bij ontvoering. Artikel 130 is komen te vervallen.
Indien de ontvoerde in het huwelijk treedt met de ontvoerder, geldt dit ook niet
langer als reden tot strafvermindering. Artikel 427 van het Wetboek van
Strafrecht, dat hierover handelt, is komen te vervallen.
Verkrachting/Seksueel geweld
De maximum gevangenisstraf voor verkrachting en / of seksueel geweld wordt
gesteld op levenslang. De maximum straf voor aanranding wordt gesteld op
vijftien jaar detentie.
166 CPA Memorandum 3. `Criminal procedures', 18 juni 2003.
167 Zie ook subparagrafen 3.3.2. en 3.3.10.
168 Met levenslang wordt gedoeld op het resterende, natuurlijke leven van betrokkene.
35
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Vernieling van publieke eigendommen
De maximum gevangenisstraf voor vernieling van publieke eigendommen wordt
gesteld op levenslang. Personen die op basis van artikel 353 inzake vernieling van
publieke eigendommen zijn veroordeeld, komen niet in aanmerking voor
vervroegde invrijheidstelling.
Nationaliteitswetgeving
De IGC heeft in het najaar van 2003 een commissie in het leven geroepen die een
nieuwe Iraakse nationaliteitswet moet ontwerpen.169
De nieuwe wet dient Nationaliteitswet Nr. 43 van 1963, laatstelijk gewijzigd bij
wet nr. 131 van 7 december 1972 en aangevuld met diverse RCC-decreten, te
vervangen. Deze wet dient aan internationale standaarden te voldoen en heeft
mede tot doel repressieve nationaliteitswetgeving van het bewind van Saddam
Hoessein - zoals uitgevaardigd in diverse RCC-decreten ongeldig te verklaren.
De commissie heeft januari jl. een conceptversie van de nieuwe wet voorgelegd
aan de IGC en CPA. De nieuwe wet kan echter niet worden geratificeerd en
geimplementeerd voordat overdracht van de soevereiniteit heeft plaatsgevonden en
er een wetgevend orgaan is opgericht.170
Enkele aspecten van de nieuwe nationaliteitswet zijn opgenomen in artikel 11 van
de interim-grondwet:
- De Iraakse nationaliteit kan enkel worden ontnomen indien een tot Iraaks
staatsburger genaturaliseerde persoon in de naturalisatieprocedure onjuiste
gegevens heeft verstrekt of valsheid in geschrifte heeft gepleegd.
- Dubbel staatsburgerschap is toegestaan. Dit was voorheen verboden ofschoon
het in de praktijk veel voorkwam.171 Voorts is vastgelegd dat Irakezen van wie
eerder de Iraakse nationaliteit was ontnomen, omdat de betrokkene een andere
nationaliteit had verkregen, als Iraakse staatburgers zullen worden beschouwd
169 Deze commissie staat onder voorzitterschap van Naseer Al-Chaderchi (National Democratic
Party). Verder maken Nirchirwan Mustafa (namens Jalal Talabani/PUK), Younadem Kanna
(ADM) en Al'aa al-Jawadi (namens Mohammed Al-Uloum) er deel van uit.
170 In de interim-grondwet van 8 maart 2004 is in artikel 11 opgenomen dat het nieuwe
parlement wetgeving inzake nationaliteit en naturalisatie moet goedkeuren. Na ratificatie van
de wet kan de procedurele gang van zaken nader worden uitgewerkt. Deze taak is toebedeeld
aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hoe e.e.a. in de praktijk zal worden
vormgegeven, is nog niet bekend.
171 Voor de volledigheid dient hier dat Irakezen slechts met grote moeite het staatsburgerschap
van andere Arabische landen kunnen verwerven. Men dient daartoe de Iraakse nationaliteit
op te geven. De nationaliteitswetgeving van de meeste Arabische landen staan een dubbele
Arabische nationaliteit niet toe.
36
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
("Any Iraqi whose citizenship was withdrawn because he acquired another
citizenship shall be deemed an Iraqi").
- Iedere Irakees wiens Iraakse nationaliteit op grond van politieke, religieuze,
raciale of sectarische redenen is ontnomen, kan aanspraak maken op teruggave
van zijn/haar Iraakse nationaliteit ("has the right to reclaim his Iraqi
citizenship").
- Decreet 666 van de RCC is ongeldig verklaard. Personen, die op basis van dit
decreet de Iraakse nationaliteit zijn kwijtgeraakt, worden als Iraaks
staatsburger beschouwd ("anyone whose citizenship was withdrawn on the
basis of this decree shall be deemed an Iraqi").172
Gerechtelijke procedures dienen te worden opgesteld om eventuele geschillen
inzake toekenning van de Iraakse nationaliteit te onderzoeken.
De nieuwe nationaliteitswet maakt het mogelijk voor bepaalde groeperingen, zoals
Fayli-Koerden, opnieuw te beschikken over het Iraaks staatsburgerschap. De
nieuwe nationaliteitswet maakt geen specifieke melding over mogelijke
toekenning van Iraaks staatsburgerschap aan Palestijnen.
Tribunaal
Op 10 december jl. is door de IGC een speciaal tribunaal opgericht voor de
vervolging en berechting van onder meer personen die zich onder het bewind van
Saddam Hoessein schuldig hebben gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid,
genocide en oorlogsmisdaden, gepleegd tussen 17 juli 1968 en 1 mei 2003. Het
statuut van het speciale tribunaal, de procedureregels van het speciale tribunaal,
het Iraakse strafrecht en de internationale rechtspraak zullen van toepassing zijn.
Voor de totstandkoming van het tribunaal is een onderzoekscommissie opgericht.
Een van de onderzoeksrechters die hiervan deel uitmaakte werd in november
ontvoerd en doodgeschoten.173 In november en december jl. zijn meerdere rechters
vermoord die op een of andere wijze betrokken waren bij de totstandkoming van
dit tribunaal.174 Voor zover bekend is dit tijdens de verslagperiode niet opnieuw
voorgekomen.
Tijdens de verslagperiode is verder gewerkt aan de voorbereiding van rechtszaken,
de selectie van rechters en het totstandbrengen van rechtbanken.175 Uit de pers
werd vernomen dat in april een directeur, zeven rechters en zeven openbare
172 Decreet 666 van 7 mei 1980 had betrekking op de ontneming van het Iraaks
staatsburgerschap aan een ieder die in de ogen van het toenmalige regime niet loyaal was aan
de staat. Veel Fayli-Koerden zijn hiervan het slachtoffer geworden. Echter ook andere
Irakezen, waaronder etnische Perzen en politiek actieve sjiieten, zijn tengevolge van dit
decreet hun staatsburgerschap kwijtgeraakt.
173 IRIN, `Bringing the former regime to justice', 4 november 2003.
174 ABC Online, `Top Iraqi judge murdered', 24 december 2003. AFP, Reuters, `Iraakse rechter
in Mosul doodgeschoten', 24 december 2003.
175 Iraq Today, 15 maart 2004. ANP, 16 februari 2004.
37
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
aanklagers benoemd zijn.176 Het is nog niet bekend wanneer het tribunaal
operationeel zal zijn.
Na de arrestatie van Saddam Hoessein op 13 december jl. groeide internationaal de
discussie op welke wijze de voormalig president dient te worden berecht. Dara
Nureddin, lid van de IGC en betrokken bij de totstandkoming van het tribunaal,
liet in de pers weten dat Saddam Hoessein zal worden gedaagd voor het tribunaal
zodra het benodigde bewijs tegen hem is verzameld.177
The Official Gazette of Iraq
Nieuwe wetgeving zal worden gepubliceerd in de staatscourant `The Official
Gazette of Iraq'. Wetgeving zal in werking treden na publicatie. Amnesty
International heeft in juli jl. kritiek geuit op de inhoudelijke verschillen tussen de
Engelstalige en Arabischtalige teksten zoals gepubliceerd door de CPA.178
Tijdelijke grondwet / Transitional Adminstrative Law179
De tijdelijke grondwet biedt een waarborg voor een aantal fundamentele vrijheden
zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid
van godsdienst en overtuiging. De islam is de officiële nationale godsdienst en
geldt als een bron voor de Iraakse wetgeving. Gedurende de overgangsperiode zal
wetgeving, zo luidt de TAL, niet in strijd zijn met de principes van de islam,
democratische grondslagen, noch met `universele beginselen van de
mensenrechten'.
Personen- en familierecht
Het huidige civiele personen- en familierecht in Irak, de `Personal Status Law', is
van kracht sinds de jaren vijftig. Volgens dit op seculiere gronden gebaseerde
recht zijn man en vrouw gelijk. De IGC had in december jl. resolutie 137
aangenomen, waarmee het civiele personen- en familierecht diende te worden
vervangen door de sharia, islamitische wetgeving.180 De resolutie is echter eind
februari weer ingetrokken.181
176 BBC News, `Tribunal set up for Saddam trial', 20 april 2004.
177 AFP, `Iraq's war crimes court to try Saddam first', 14 december 2003.
178 Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003,
p. 4.
179 Zie 2.1.3.
180 De resolutie diende nog te worden goedgekeurd door ambassadeur Bremer alvorens in
werking te kunnen treden. Bremer had echter aangegeven niet akkoord te gaan met de
resolutie.
181 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 8, 5 maart 2004.
38
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
3.2 Toezicht
Na de militaire interventie door de coalitie zijn door de VN waarnemers naar Irak
gestuurd om toezicht te houden op de naleving van de mensenrechten. In het
bijzonder dienden waarnemers erop toe te zien dat de burger-, sociaal-
economische en politieke rechten in het democratiseringsproces geëerbiedigd
werden. Daarbij werd ook gelet op een eerlijke voedselverdeling.182 De activiteiten
van de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN
(SRSG) Vieira De Mello (tot daarvoor Hoge Commissaris voor de
Mensenrechten) zouden onder meer de bescherming van de mensenrechten
betreffen. Op 30 juni en 1 juli 2003 heeft onder leiding van SRSG Vieira De Mello
de eerste mensenrechtenconferentie in Bagdad plaatsgehad.183 Zijn overlijden in
augustus 2003 tengevolge van een aanslag184 en de terugtrekking van het
internationale VN-personeel uit Bagdad vanwege de veiligheidssituatie hebben de
activiteiten van de VN inzake mensenrechten in Irak ernstig bemoeilijkt.185
Voor mensenrechtenorganisaties als Amnesty International186 (AI) en Human
Rights Watch (HRW) was het sinds de militaire interventie mogelijk Irak binnen
te reizen. Van beide organisaties zijn inmiddels verschillende rapporten inzake de
mensenrechtensituatie verschenen. Van het `International Committee of the Red
Cross' (ICRC) werd in mei een rapport bekend waarin gesteld werd dat
coalitiemilitairen zich schuldig hadden gemaakt aan `serious violations of
International Humanitarian Law' bij de behandeling van Iraakse gedetineerden in
de Abu-Gharib-gevangenis. In dezelfde maand werden foto's in de pers
gepubliceerd waarop mishandelingen door Amerikaanse coalitiemilitairen van
Iraakse gevangenen werden afgebeeld. Enkele Amerikaanse coalitiemilitairen
dienden zich vervolgens te verantwoorden tegenover een militair tribunaal. Op 19
mei is de eerste militair veroordeeld tot een jaar detentie. 187
In Europees verband is het belang van de vorming van een volledig
representatieve Iraakse regering middels democratische verkiezingen
onderstreept.188
182 ANP, `VN sturen waarnemers mensenrechten naar Irak', 5 mei 2003. Reuters, `UN sends
first human rights officers to Iraq', 9 mei 2003.
183 United Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 24
of Security Council resolution 1483' (2003), S/2003/715, 17 juli 2003, p.8-10 en 20.
184 Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
185 De Secretaris-Generaal van de VN heeft in december jl. Ross Mountain benoemd tot
waarnemend SRSG voor Irak.
186 AI was sinds 23 april 2003 aanwezig in Irak. (Amnesty International, `Iraq. Memorandum on
concerns relating to law and order', juli 2003, p.1, Amnesty International, `On whose behalf?
Human rights and the economic reconstruction process in Iraq', MDE 14/128/2003, 20 juni
2003, p.15.)
187 Zie verder 3.3.7.
188 Council of the European Union, 13575/03, 14 oktober 2003.
39
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Het Iraakse ministerie van Mensenrechten dient de mensenrechtenschendingen
gepleegd door het voormalige bewind te onderzoeken. Tijdens de verslagperiode
was het ministerie feitelijk nog in oprichting. Op regionaal niveau is een aantal
centra gericht op activiteiten met betrekking tot mensenrechten en democratie
geopend door CPA en de Amerikaanse autoriteiten.189 Voorts zijn op lokaal niveau
diverse kleine, Iraakse mensenrechtenorganisaties actief.190
3.3 Naleving en schendingen
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
Sinds de val van Saddam Hoessein is voor het eerst sinds ruim dertig jaar sprake
van vrijheid van meningsuiting in geheel Irak. Onder de CPA is het de bevolking
toegestaan vrij te demonstreren en is er persvrijheid. Demonstraties tegen de
vertegenwoordigers van de bezettende coalitie getuigen hiervan.191
In Irak kan worden gebeld met satelliettelefoons. Door de coalitie zijn in de grote
steden de netwerken voor vaste telefonie hersteld. Er is inmiddels ook mobiele
telefonie in delen van Irak mogelijk.192 In Noord-Irak werd reeds vóór de militaire
interventie gebruik gemaakt van mobiele telefoons.
In het algemeen ambtsbericht Noord-Irak van oktober 2002 werd vermeld dat
intellectuelen die een onafhankelijke positie ten opzichte van de leidende
Koerdische partijen innamen en kritiek uitoefenden op de Koerdische overheid, te
maken konden krijgen met vervolging.193 Sinds het militair ingrijpen is ook in de
KRG-gebieden sprake van enige verbetering wat vrijheid van meningsuiting
betreft.194 Er was tijdens de verslagperiode geen specifieke informatie te
achterhalen over de positie van intellectuelen in de KRG-gebieden. Dit geldt
eveneens voor intellectuelen elders in Irak. Er zijn uit de verslagperiode geen
berichten bekend over openbare negatieve uitspraken over de IGC, CPA, KDP,
PUK, provinciale of lokale raad die tot strafrechterlijke vervolging hebben geleid,
danwel specifieke maatregelen van de kant van de autoriteiten tot gevolg hebben
gehad.
In het algemeen ambtsbericht Noord-Irak van oktober 2002 werd vermeld dat het
aanhangers van de KDP en PUK in de praktijk niet is toegestaan daadwerkelijk
189 CPA Public Affairs Office, 20 februari 2004.
190 Zie ook 3.3.2.
191 Zie bijvoorbeeld ook: ICG Middle East Briefing, `Baghdad: Race against the clock',
Baghdad, Washington, Brussels, 11 juni 2003, p.1.
192 Iraq Today, 23 februari 2004.
193 Zie ook het algemeen ambtsbericht Noord-Irak, mei 2003.
194 Verder in deze paragraaf wordt nader ingegaan op persvrijheid in de KRG-gebieden.
40
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
politiek te bedrijven in het gebied van de andere partij.195 Er zijn uit de
verslagperiode geen berichten bekend die erop duiden dat in de verslagperiode
aanhangers van de KDP danwel de PUK, die zich politiek zeer actief opstellen in
het gebied van de andere Koerdische partij, risico liepen in de negatieve
belangstelling te staan van de plaatselijke autoriteiten. Wel is bekend dat in
principe leden van beide partijen op elkaars grondgebied politieke activiteiten
ondernemen. Beide partijen hebben kantoren in het hele KRG-gebied.
Persvrijheid
Na jarenlang zware censuur en overheidspropaganda te hebben ondervonden, kent
Irak nu persvrijheid. Persvrijheid is volledig mits niet wordt opgeroepen tot haat of
geweld. Verordening 14, hoofdstuk 2196 maakt het de CPA mogelijk op te treden
tegen dergelijke oproepen.
Indien het verbod op oproepen tot geweld wordt overschreden kan zonder
voorafgaande verwittiging tot sluiting van de redactie, intrekking van de licentie,
inbeslagname van de goederen en zelfs arrestatie en veroordeling (maximaal 1
jaar) van de redactieleden worden overgegaan.
De redactie kan, in het geval van sluiting en dergelijke, bij de CPA bezwaar
aantekenen.
Ook in de verslagperiode is door een blad openlijk opgeroepen tot geweld en
onverdraagzaamheid jegens bepaalde groepen, in het bijzonder de CPA of de
coalitietroepen.197 In maart jl. legde de IGC het weekblad Al-Hawza198 een
verschijningsverbod voor de duur van twee maanden op, zo werd uit de pers
vernomen. De krant zou opgeroepen hebben tot geweld tegen de coalitie.199 200
In het algemeen ambtsbericht Noord-Irak van oktober 2002 werd vermeld dat
journalisten die een onafhankelijke positie ten opzichte van de leidende
Koerdische partijen innamen en kritiek uitoefenden op de Koerdische overheid, te
195 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
196 CPA verordening 14, hoofdstuk 2, `Prohibited Media Activity', van 10 juni 2003
197 Zo heeft het weekblad Al-Sa'a (`Het Uur') op 28 juni jl. een artikel gepubliceerd van de
invloedrijke soennitische geestelijke Ahmed Al-Kubeisi waarin deze de 'martelaren' in zijn
woonplaats Fallujah alsmede Ramadi uitvoerig prees voor hun aanslagen op
coalitietroepen.Het weekblad 'Sada al-Sadr' (`De echo van al-Sadr'), het orgaan van Muqtada
Al-Sadr, heeft medio juli lijsten gepubliceerd van Baathleden die door de redactie werden
aangemerkt als 'vijanden van het volk die hun gerechtvaardigde straf niet mogen ontlopen'. In
totaal zijn bijna vierhonderd personen met naam en toenaam genoemd.
198 Deze krant is een uitgave van aanhangers van de sjiitische geestelijk leider Muqtada Al-Sadr
(zie subparagraaf 3.3.3.).
199 ANP, `Massaal protest tegen sluiting Iraakse krant', 29 maart 2004.
200 De demonstraties, die mede uit onvrede over de arrestatie van een medewerker van Al-Sadr
ontstonden, mondden uit in gewelddadigheden in diverse steden in Irak. Zie 2.3 en 3.3.3.
41
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
maken konden krijgen met vervolging.201 Sinds het militair ingrijpen is ook in de
KRG-gebieden sprake van enige verbetering wat persvrijheid betreft. In het gebied
onder de KRG/KDP is waargenomen dat nog altijd enige terughoudendheid in acht
wordt genomen wat kritische berichtgeving over het centrale leiderschap van de
KDP betreft. Uit de pers werd voorts vernomen dat in de KRG-gebieden sprake is
van persvrijheid, maar dat deze aan beperkingen onderhevig is.202 203 Er was
tijdens de verslagperiode geen nadere informatie te achterhalen over de positie van
journalisten in de KRG-gebieden. Dit geldt eveneens voor journalisten elders in
Irak.
Na de militaire interventie hebben vele partijen en sociale bewegingen hun eigen
televisie- en radiozenders opgericht. Ook op lokaal niveau bestaan inmiddels
verschillende onafhankelijke televisie- en radiozenders.204 De Iraakse
staatstelevisie hervatte haar activiteiten medio mei 2003.205 Het Iraqi Media
Network is een nationale Iraakse zender, waar vele lokale en regionale zenders
onder vallen, gesteund door de VS.206 Schotelantennes zijn op grote schaal
verkrijgbaar waardoor buitenlandse televisie- en radiozenders ontvangen kunnen
worden. Ook zijn er in Bagdad en andere Iraakse steden veel meer internetcafé's
en telefoniewinkels dan voorheen.207
Sinds de val van Saddam Hoessein hebben in geheel Irak tenminste tweehonderd
dag- en weekbladen het licht gezien. In Bagdad circuleren thans circa zestig
publicaties. Vrijwel elke politieke beweging brengt haar eigen publicaties uit en
ook talloze sociaal-maatschappelijke groeperingen zijn hiertoe overgegaan.208
Verschillende bladen die eerder buiten Irak werden uitgegeven hebben hun
kantoren naar Bagdad verplaatst. Diverse Koerdische kranten uit Noord-Irak
opereren inmiddels (mede) vanuit Bagdad en verschijnen in de rest van Irak.209
Sport- en sensatiebladen vinden ook gretig aftrek. De commerciële
levensvatbaarheid van veel media is echter onzeker.
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch en organisaties belast met
toezicht op persvrijheid hebben hun zorgen geuit over de veiligheidssituatie voor
201 Zie ook het algemeen ambtsbericht Noord-Irak, mei 2003.
202 IRIN, 3 maart 2004.
203 Zie ook algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002, subparagraaf 3.4.5.
204 AP, Bassem Mroue, `Vrije media overspoelen Irak', 21 mei 2003. FBIS report, `Update of
clandestine Iraqi radios 19-20 May', 21 mei 2003. Hiwa Osman, `Ethnic tension divides
Kirkuk', BBC News, 26 mei 2003.
205 Mena, `Iraqi tv resumes transmission', 14 mei 2003.
206 Dean Yates, `Battle for hearts of Iraqi TV viewers heats up', Reuters, 3 november 2003.
207 Matthew Price, `Bagdad media explosion', BBC News, 12 augustus 2003
208 ANP/AFP, `Nieuwsgierig Bagdad krijgt langzaamaan opnieuw media', 7 mei 2003.
209 Mideast Mirror, `Iraq's flourishing media', 9 juni 2003. Judy Pointon, `New day dawns for
Iraq's press', BBC News, 25 juni 2003.
42
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
journalisten in Irak. Verschillende Iraakse en buitenlandse journalisten zijn tijdens
de verslagperiode om het leven gekomen.210
De Internationale Federatie van Journalisten heeft de Amerikaanse autoriteiten
ervan beschuldigd de persvrijheid in Irak te beperken. De kritiek betrof de detentie
van enkele Zuid-Koreaanse journalisten, die werden vastgehouden op basis van
niet nader bekend gemaakte `interne richtlijnen'. Voorts bekrititseerde de
Federatie het feit dat sinds maart buitenlandse journalisten niet meer vrij Irak in
mogen reizen, maar zich moeten laten registreren en een perskaart moeten
verkrijgen bij de Amerikaanse autoriteiten.211
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
CPA heeft geen wetgeving uitgevaardigd inzake de oprichting van politieke
partijen. Wel is door de CPA bepaald dat de Baathpartij (met inbegrip van Hizb
Al-Awda) en bewegingen die pleiten voor geweld tegen de coalitie of de IGC
verboden zijn. Ook `Ansar Al-Islam', `Jaish Al-Mohammed' en andere
islamitisch-extremistische groeperingen vallen onder het verbod.
Vrijheid van vergadering, bijeenkomst, demonstratie en openbare meningsuiting
wordt door de CPA gegarandeerd door uitvaardiging van besluit 19, mits aan een
aantal administratieve en logistieke voorwaarden is voldaan.
Alle bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht van 1969 die toezien op het verbod
op vergadering, bijeenkomst, demonstraties en openbare meningsuiting (deel 2,
hoofdstuk 2, artikelen 220 t/m 222) zijn met besluit 19 van 9 juli 2003 komen te
vervallen.
Schriftelijke toestemming is echter vereist indien de vergadering, bijeenkomst of
demonstratie zal plaatsvinden op doorgaande verkeerswegen,
verkeersknooppunten, tijdens het spitsuur of in een publieke ruimte.
Bijeenkomsten mogen maximaal vier uur duren. Instellingen of faciliteiten van de
CPA of coalitie mogen op maximaal vijfhonderd meter worden benaderd.
Demonstraties hebben met regelmaat plaatsgevonden, vaak betrof het protesten
gericht tegen maatregelen genomen door de CPA en / of IGC.212 Onvrede over de
werkloosheid en / of ongunstige levensomstandigheden was eveneens regelmatig
een bron voor openlijk protest.213 Ook is er gedemonstreerd uit onvrede over
210 AP, `Violence across Iraq leaves 20 dead', 27 maart 2004. Reuters, `US soldiers killed two
Arabiya journalists amry', 29 maart 2004. Reporters without borders, 28 januari 2004.
IWPR Iraqi Crisis Report, no 54, 22 maart 2004. IRIN, `Concern over safety for journalists
following editor's death', 29 oktober 2003. Human Rights Watch News, `Iraq: US military
responses imperil jounalists', 24 september 2003.
211 International Federation of Journalists, IFJ accuses US authorities of attempting to "control
and intimdate" the media in Iraq, 15 maart 2004.
212 Zo hebben na ondertekening van de tijdelijke grondwet duizenden gedemonstreerd tegen de
TAL. (ANP, 12 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, vol7, no 10, 19 maart 2004.)
213 AFP, 9 februari 2004. IRIN, 19 maart 2004.
43
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
bepaalde arrestaties en detenties. In januari jl. is in Bagdad en Basra op grote
schaal, in navolging van het standpunt van Al-Sistani214, gedemonstreerd voor
directe verkiezingen in het kader van de machtsoverdracht.215 In Sulaymaniyya
hebben naar verluidt duizenden gedemonstreerd voor een onafhankelijke
Koerdische staat half februari jl.216 Begin april protesteerden aanhangers van de
sjiitische geestelijke Muqtada Al-Sadr onder meer in Bagdad en Najaf tegen de
sluiting van een sjiitisch weekblad en de arrestatie van een naaste medewerker van
Al-Sadr. De demonstraties gingen gepaard met geweld met doden tot gevolg.217 218
Ten behoeve van het democratiseringsproces zijn in enkele steden `town hall
meetings' georganiseerd. Met deze fora werd gepoogd burgers te betrekken bij de
politieke wederopbouw.219
Politieke partijen220
Het democratische proces bevond zich net als in de vorige verslagperiode nog
altijd in een pril stadium.221 Vooralsnog beschikten weinig partijen tijdens de
verslagperiode over een substantieel draagvlak onder de Iraakse bevolking.
Sommige sjiitische en Koerdische partijen kunnen wel rekenen op een serieuze
achterban. Teruggekeerde politici afkomstig uit de Iraakse diaspora genieten over
het algemeen beperkte aanhang en bekendheid in Irak zelf. De vele kleine
politieke groeperingen worden veelal geleid door een klein aantal, vaak onbekende
en politiek onervaren personen.
In de KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden zijn thans tegen de vijftig politieke
partijen actief. Slechts een aantal222 van hen beschikt over wezenlijke aanhang
en/of invloed, onder meer doordat zij ministers aanleveren voor de KRG/KDP- en
KRG/PUK-regeringen. De overige bewegingen lijken marginaal van aard en zijn
soms niet meer dan splinterbewegingen van een grotere partij.
214 Zie subparagraaf 3.3.3.
215 Anthony Shadid, `Shiites march for elections in Iraq', 20 januari 2004. ANP, 15 januari 2004.
Matthew Rosenberg, `Thousands of shiites protest to back cleric's demands for direct
elections', AP, 16 januari 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 3, 23 januari 2004. The
Economist, 24 januari 2004.
216 IWPR Iraqi Crisis Report, no 48, 17 februari 2004.
217 Volkskrant, 5 april 2004. Jordan Times, 5 april 2004.
218 Zie ook paragraaf 2.3.
219 David Shelby, `Baghdad town hall meeting draws hundreds of participants', 29 januari 2004.
RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 3, 23 januari 2004.
220 Zie bijlage 4 voor een beschrijving van een aantal politieke partijen.
221 Abd Alrahman Aljuburi, `Citizens ambaste new town councils', Iraq Today, 27 oktober 2003.
222 Dit zijn met name de KDP, PUK, Assyrian Democratic Movement, Beit Nahreen, Islamic
Movement of Iraqi Kurdistan, Iraqi Turkmen Front, Kurdistan Islamic Union, Kurdistan
Communist Party en Iraqi Toilers Party.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Politieke bewegingen die zich bij de KRG/KDP- en KRG/PUK-autoriteiten willen
laten registreren, dienen het streven naar Koerdische autonomie te
onderschrijven.223 Indien men als beweging het streven naar Koerdische
autonomie niet wenst te ondersteunen, kan in principe geen registratie
plaatsvinden.224
In de IGC nemen vertegenwoordigers zitting van de Iraqi National Accord (INA),
Iraqi National Congress (INC), Patriotic Union of Koerdistan (PUK), Koerdistan
Democratic Party (KDP), Supreme Council for the Islamic Revolution in Iraq
(SCIRI), Al-Da'wa / Islamic Call Party, Da'wa Party, Assyrian Democratic
Movement (ADM), Independent Democratic Movement, Iraqi Communist Party
(ICP), Hizbollah, Kurdistan Islamic Union (KIU), National Democratic Party en
Iraqi Islamic Party.225 Naast deze partijen neemt een aantal onafhankelijke politici
deel aan de IGC, onder wie Ghazi Mashal Ajil Al-Yawer en Sondul Chapouk.
Maatschappelijke organisaties
Naast politieke partijen zijn ook talloze maatschappelijke organisaties opgericht.226
Bijvoorbeeld `The Society of Iraqi political prisoners' behartigt de belangen van
voormalige politieke gevangenen. De organisatie verzamelt en verschaft
informatie over misdrijven en mensenrechtenschendingen van het voormalige
bewind. Voorts poogt deze de identiteit te achterhalen van de vele politieke
gevangenen die zijn omgekomen of vermist zijn geraakt tijdens het regime van
Saddam Hoessein. Ook wil de organisatie duidelijkheid verkrijgen over
massagraven. Een vergelijkbare organisatie is de `Human Committee for Prisoners
and Disappeared Persons', geleid door de sjiitische geestelijke Immedine Al-
Awaddi. In het noorden van Irak is sinds 1991 de `Society of political prisoners in
Iraqi Kurdistan' actief. Deze beoogt de belangen van Koerdische ex-gedetineerden
en hun familieleden te behartigen. Andere organisaties zijn onder meer: `Iraqi
Memory Foundation', `Baghdad Centre for Human Rights', `Democracy and
Human Rights Centre', `Organisation of Human Rights in Iraq' en diverse
vrouwenorganisaties als `The Independent Women Organisation', `Women
Association under the Constitutional Monarchy', `Democratic Iraqi Women
Society' en `Kurdistan Women Federation'.
223 Om deze reden hebben Koerdische communisten van het ICP in 1993 besloten tot de
oprichting van de KCP (Kurdistan Communist Party).
224 Voor zover bekend is het `Iraqi Turkmen Front' als enige vooraanstaande politieke beweging
niet geregisteerd bij de Koerdische partijen. Desalniettemin wordt de partij gedoogd en heeft
zij een vestiging in Erbil.
225 Zie bijlagen 1 en 3. Zie verder de algemene ambtsberichten Noord-Irak, oktober 2002 en
Centraal-Irak, november 2002 en de actualisering van beide ambtsberichten van mei 2003.
226 IRIN, `Focus on emergence of civil society groups', 17 november 2003.
45
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
3.3.3 Vrijheid van godsdienst en overtuiging
Sinds de val van Saddam Hoessein zijn er verbeteringen waargenomen inzake het
bedrijven van politiek op religieuze gronden. Dit was onder Saddam Hoessein niet
toegestaan.227 De TAL garandeert vrijheid van godsdienst.
Voor zover bekend is er geen sprake van structurele vervolging louter op basis van
het feit dat men behoort tot een bepaalde, bredere religieuze groepering zoals de
islam dan wel soennitisch of sjiitisch - of het christendom. Wel is plaatselijk
sprake geweest van een gespannen situatie. Er hebben zich incidenteel spanningen
voorgedaan tussen christenen en sjiieten in het zuiden. Bijvoorbeeld de eerder
vermelde christelijke verkopers van alcohol zijn het slachtoffer geweest van
gewelddadigheden. Voorts is vernomen dat de Mandeeërs (elders in deze
paragraaf beschreven), een kleinere religieuze minderheid, zich in toenemende
mate gediscrimineerd voelen in het zuiden van Irak.
Volgens verschillende bronnen zou door `buitenstaanders' getracht worden onrust
te veroorzaken tussen religieuze groeperingen, zoals met de aanslagen in Kerbala
en Bagdad in maart jl.228 Voorts is bekend dat sjiitische en soennitische leiders
toenadering hebben gezocht na deze aanslagen en volgelingen hebben opgeroepen
niet te vervallen in onderlinge strijd.229
Sjiieten
Sinds de val van Saddam Hoessein is de positie van sjiieten sterk verbeterd. Veel
sjiitische geestelijken zijn uit het buitenland teruggekeerd naar Irak. Met het
wegvallen van het regime van Saddam Hoessein is de onderdrukking van het
sjiitische leiderschap beëindigd.230 Sjiitische symbolen zijn in het Iraakse
straatbeeld terug te vinden.231 Zo is in Bagdad de wijk Saddam City onofficieel
herdoopt in Sadr City232, ter nagedachtenis aan de door Saddam Hoessein
vermoorde ayatollah Mohammed Sadiq Al-Sadr.233 In maart jl. vierden sjiieten in
227 Wel kon men onder het voormalige bewind de eigen religie belijden, zolang hierbij het
staatsbelang niet in het geding kwam. Zie verder algemeen ambtsbericht Centraal-Irak,
november 2002.
228 Economist, `Will the bloodstained Shias resist the ruge to hit back?', 6 maart 2004. Hamza
Hendawi. `Sunni clerics join Shites in show of unity after horrific attack', AP, 4 maart 2004.
229 Suleiman Al-Khalidi, `Tribal ties ease fears of Iraqi sectarian strife', 4 maart 2004. Suleiman
Al-Khalidi, `Shi'ites, Sunnis gather in Bagdad to reject revenge', Reuters, 3 maart 2004.
Hamza Hendawi, `Sunni clerics join Shiites in show of unity after horrific attack', Ap, 4
maart 2004.
230 Zie algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
231 Reuters, Christine Hauser, `Freedom exposes internal divisions for Iraqi shias', 21 april 2003.
232 De officiële naam is Madinat Al-Thawra.
233 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de positie van sjiieten: ICG Middle East Briefing,
`Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003.
46
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
vrijheid Ashura234. Sjiieten zijn voorts ruim vertegenwoordigd in de IGC235 en het
kabinet236. Net als andere groeperingen en partijen hebben ook sjiitische kringen
inmiddels hun eigen kranten en bladen opgericht.237 Een aantal sjiitische
groeperingen beschikt over een eigen militie zoals de aan het SCIRI verbonden
Badr-organisatie.
Sjiitische geestelijken en politici hebben voor veel Irakezen het sociaal-politieke
vacuüm weten te vullen dat ontstaan is na de val van het Baathregime. Ook
radicale sjiieten hebben zich in deze maatschappelijke leemte weten te
manifesteren. Een prominent voorbeeld is de jonge geestelijke Muqtada Al-Sadr.
Vanuit zijn beweging is opgeroepen tot verzet tegen de coalitie.
Iraakse sjiieten vormen geenszins een homogene gemeenschap en zijn politiek en
religieus verdeeld.238 Enkele invloedrijke sjiitische actoren zijn groot-ayatollah Al-
Sistani, de beweging van Muqtada Al-Sadr en partijen als SCIRI en Al-Da'wa. De
ondertekening van de grondwet liet evenwel in zekere mate een
gemeenschappelijk sjiitisch standpunt zien; vijf sjiitische leden van de IGC
weigerden in eerste instantie akkoord te gaan met de tijdelijke grondwet.239
Er zijn verschillende moordaanslagen op sjiitische geestelijken gepleegd.240 In
2003 deden zich enkele rellen en schermutselingen voor tussen sjiieten
onderling.241 In de verslagperiode is geen melding gemaakt van spanningen binnen
sjiitische kring.
Enerzijds is door de Amerikaanse autoriteiten intensief contact onderhouden met
sjiitische bewegingen en politici, anderzijds bestond er bij de VS wantrouwen over
sjiitische milities, sjiitisch extremisme en eventuele banden tussen sjiitische
234 Tijdens Ashura wordt de marteldood van de sjiitisiche geestelijke Hoessein herdacht.
235 Ahmed Chalabi, Abdel Aziz Al-Hakim, Ibrahim Al-Jafaari, Iyad Allawi, Ahmed Al-Barak,
wijlen Akila Al-Hashimi, Raja Habib Al-Khuzaai, Hamid Majid Moussa, Mohammed Bahr
Al-Ouloum, Abdel Zahra Othman Mohammed en Wael Abdul Latif zijn sjiieten. SCIRI en
Al-Da'wa zijn sjiitische partijen.
236 Twaalf ministers zijn van sjiitische afkomst.
237 Judy Pointon, `New day dawns for Iraq's press', BBC News, 25 juni 2003.
238 De diversiteit onder sjiieten uit zich in de verschillende religieuze scholen, stamlijnen,
etnische achtergronden, politieke voorkeuren en sociale strata. Zie voor een algemene
beschrijving van sjiieten in Irak ook de voorgaande algemene ambtsberichten Centraal-Irak.
239 Zie verder paragraaf 2.2.
240 In 2003 werd ayatollah Al-Khoei vermoord en kwam ayatollah Al-Hakim om tengevolge van
een aanslag. Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
241 Aanhangers van Al-Sistani en Muqtada Al-Sadr zijn slaags geraakt in oktober 2003 in
Kerbala. Michael Gregroy, `Iraq shi'ites clash after radical calls for new government',
Reuters, 14 oktober 2003. Michael Gregory, `fiery shi'ite cleric latest threat to Americans in
Iraq', Reuters, 15 oktober 2003. Zie ook paragraaf 2.3.
47
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
groeperingen en Iran.242 Voorts zouden pogingen zijn gedaan milities als de Badr-
organisatie te ontwapenen. Er bestond bij de Amerikaanse autoriteiten grote vrees
voor terroristische krachten onder sjiitische bewegingen.
Naar verluidt zijn conservatieve normen en waarden in door sjiieten gedomineerde
gebieden van grotere invloed dan voorheen. In het zuiden van Irak is vanuit
sjiitische kring gepleit voor strengere kledingvoorschriften voor vrouwen en een
scheiding der seksen in openbare ruimtes. Ook zijn enkele berichten bekend,
voorafgaand en tijdens de verslagperiode, van geweldpleging door sjiieten jegens
christelijke verkopers van alcohol in het zuiden van Irak. Hierbij zouden ook
doden zijn gevallen.243 Ook is soms melding gemaakt van geweldpleging tegen
(klanten van) videotheken en muziekcassettewinkels.244
Al-Sayyid Al-Sistani
De belangrijkste sjiitische geestelijke in Irak, ayatollah Al-Sayyid Al-Sistani uit
Najaf nam in eerste instantie een voorzichtig kritische houding in ten aanzien van
de IGC en de Amerikaanse aanwezigheid. Naar zijn mening dient de
geestelijkheid zich afzijdig te houden van politiek.245 Toch trad hij gaandeweg
meer in de openbaarheid met zijn kritiek op het proces van de politieke
wederopbouw van Irak. Volgens hem was de IGC te weinig democratisch van
karakter, aangezien deze niet was verkozen door de Iraakse bevolking. Later vond
Al-Sistani de invloed van de Iraakse bevolking te gering in het medio november jl.
gepresenteerde stappenplan. Zijn kritiek overigens nimmer direct overgebracht,
daar Al-Sistani direct contact met de CPA weigert - leidde uiteindelijk tot een
nieuw plan voor de machtsoverdracht, volgens welke uiterlijk januari 2005 directe
verkiezingen dienen te worden gehouden. Voorts liep de ondertekening van de
tijdelijke grondwet246 enige vertraging op mede tengevolge van Al-Sistani's
bezwaren op enkele punten.247 248 Nadat de TAL ondertekend was, kwam de
geestelijke wederom met kritiek op de tijdelijke grondwet.249
242 Michael Gregrory, `Iraqi shiite protesters march on US HQ', Reuters 8 oktober 2003.
243 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart
2004. Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE/14/143/2003, juli 2003, p.
6. Christopher de Bellaigue, `The shiites under occupation', The New York Review, 17 juli
2003, p. 26. ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003,
p. 2. Andrew Marshall, `Iraqi cinemas reopen in Basra, but strictly no sex', Reuters, 28 mei
2003. Andrew Marshall, `Iraqi clerics impose new morals on once wild Basra', Reuters, 27
mei 2003.
244 AP, `Killing of video store owner underlines concerns over religious vigilantes', 2 maart
2004. ANP, `Twee explosies in As-Samawah', 17 februari 2004.
245 Roger Hardy, `Splits worsened by cleric's murder', BBC News, 2 september 2003.
Christopher de Bellaigue, `The shiites under occupation', The New York Review, 17 juli
2003, p. 26.
246 Zie subparagraaf 2.1.3.
247 Naast Al-Sistani hadden vijf IGC-leden gelijke bezwaren bij de interim grondwet. Zie verder
paragraaf 2.2.
48
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Begin februari circuleerden tegenstrijdige berichten in de media over een aanslag
op Al-Sistani. Al-Sistani's achterban ontkende echter dat er sprake was geweest
van een aanslag.250 Medio mei zou er zijn geschoten op het huis van Al-Sistani in
Najaf.
Muqtada Al-Sadr
Muqtada Al-Sadr, de jongste zoon van de in bepaalde sjiitische kringen zeer
gerespecteerde, in 1999 vermoorde ayatollah Mohammed Sadiq Al-Sadr251, heeft
inmiddels zijn plaats opgeëist als invloedrijke sjiitische geestelijke in Irak.252
Muqtada Al-Sadr heeft zich opgeworpen als pleitbezorger voor religieus-
conservatieve sjiieten door een fel anti-westerse houding. Volgens Al-Sadr dienen
westerse aspecten als satellietschotels, alcohol en het ongesluierd verschijnen van
vrouwen in openbare ruimtes in Irak te worden uitgebannen. Voor Irak bepleit hij
een staatsbestel naar conservatief islamitisch model. De geestelijk leider heeft zich
in zijn gebeden uitgesproken tegen de IGC en opgeroepen tot verzet tegen de
Amerikaanse aanwezigheid.253 De beweging van Muqtada Al-Sadr kent vooral
aanhang onder jongeren alsmede armere delen van de bevolking.254 In het
bijzonder in Najaf en Bagdad zouden zich veel volgelingen van Muqtada Al-Sadr
bevinden. Er is echter vanuit de Iraakse bevolking ook protest geuit tegen de
sjiitische geestelijke onder meer in de vorm van demonstraties.255
Uit de pers werd vernomen dat volgelingen van Al-Sadr in januari/februari jl.
zouden hebben geprotesteerd in Nassiriya uit onvrede over de provinciale raad
aldaar. Hierbij zouden enkele duizenden betogers het kantoor van de gouverneur
hebben bestormd.256 In april protesteerden aanhangers van Al-Sadr in
verschillende steden in Irak, waaronder Najaf, Bagdad en Al-Kut. Met de
demonstraties werd geprotesteerd tegen de sluiting van een sjiistisch weekblad en
de arrestatie van een naaste medewerker van Al-Sadr.257 De sjiitische geestelijk
248 Hamza Hendawi, `Shiite members of Iraq's governing council refuse to sign interim
constitution', 5 maart 2004.
249 Bassem Mroue, `Top shiite cleric in Iraq warns new constitution could lead to the country's
partition', 23 maart 2004.
250 Hamza Hendawi, `Confusion over attempt on cleric's life hightlights his role', 7 februari
2004. RFE/RL Iraq Report, `Leaders, groups deny any attack on Al-Sistani', vol 7, no 5, 12
februari 2004.
251 Zie ook algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002 en april 2001.
252 Zie voor meer informatie over Muqtada Al-Sadr bijvoorbeeld de beschrijving in ICG, `Iraq's
transition: on a knife edge', 27 april 2004.
253 ANP, `Leider Iraakse sjiieten verwerpt regeringsraad', 18 juli 2003. RFE/RL Iraq Report,
`Al-Sadr denounces Iraq's governing council', vol. 6, no.32, 27 juli 2003.
254 IWPR Iraqi Crisis Report, no.30, 3 oktober 2003.
255 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 16, 7 mei 2004.
256 Joshua Hammer, `A free for all', Newsweek, 1 maart 2004.
257 Zie ook subparagraaf 3.3.2. en paragraaf 2.3.
49
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
leider zou verder hebben opgeroepen `de vijanden te terroriseren'.258 De
demonstraties ontketenden een golf van protest gericht tegen de aanwezigheid van
de coalitie in Irak. In sommige plaatsen werden gebouwen van
overheidsinstellingen, CPA-kantoren en politiebureaus tijdelijk bezet. Hoewel het
in sommige gevallen er vreedzaam aan toeging is het in een aantal gevallen tot
gewelddadigheden gekomen waarbij doden zijn gevallen.259 Het geweld tussen
aanhangers van Al-Sadr en coalitiemilitairen hield in verschillende steden in april
en mei aan.260 Medio mei heeft Al-Sadr aangegeven eventueel bereid te zijn te
onderhandelen over voorwaarden voor een wapenstilstand en voor zijn eventuele
berechting.
Tegen Muqtada Al-Sadr is in 2003 reeds een arrestatiebevel uitgevaardigd wegens
vermeende betrokkenheid bij de moord op de sjitiische geestelijke Al-Khoei.261
Uit protest tegen de coalitiemacht maakte de geestelijk leider kenbaar een
schaduwregering uit te willen roepen262 en richtte hij zijn eigen militie, het `Al-
Mahdi-leger'263, op.264 265 De VS wil deze militie ontmantelen.
De militie zou uit duizenden, mogelijk tienduizend, leden bestaan. Uit de pers
werd vernomen dat de militie van Al-Sadr ook over eigen rechtbanken zou
beschikken, waar de sharia zou worden toegepast. Hier zouden vooral zaken
worden behandeld gerelateerd aan familiewetgeving en eigendomskwesties. Ook
zou de militie over eigen gevangenissen beschikken. Gevangenen zouden hier
mishandeld zijn.266 Het is niet bekend waar precies noch op welke schaal deze
rechtbanken en gevangenissen voorkomen.
Formeel is de in Qom, Iran gevestigde ayatollah Al-Ha'iri en niet de zoon,
Muqtada Al-Sadr - de leider van de volgelingen van ayatollah Mohammed Sadiq
258 Volkskrant, 5 april 2004. Zie ook: Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, DAM/GO-208/04, april 2004.
259 Zie ook paragraaf 2.3.
260 Zie ook 2.3. en bijlage 7.
261 Zie ook algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004 en Ministerie van Buitenlandse Zaken,
Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, DAM/GO-208/04, april
2004.
262 RFE/RL Iraq Report, `Iraqi cleric al-Sadr establishes Islamic `shadow' government', vol. 6,
no. 42, 16 oktober 2003.
263 Zie ook `milities' onder 2.3.
264 Akhbar Al-Yawm, `Al-Sadr's deputy cited on `shadow government', `Al-Mahdi's army'', 25
oktober 2003. RFE/RL Iraq Report, Al-Sadr calls for islamic state, shi'ite army', vol. 6,
no.32, 24 juli 2003. RFE/RL Iraq Report, `Al-Sadr says he is an enemy of US occupation',
vol. 6, no. 33, 1 augustus 2003.
265 In 2003 zijn leden van de militie van Al-Sadr gearresteerd door de Amerikaanse
coalitietroepen. Zie verder algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
266 Time Magazine, `The religious militia muscles in', 1 maart 2004. IRIN, `Shariat law proves
contentious issue as country moves to self-rule', 1 maart 2004.
50
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
al-Sadr, de Sadriyun. Hij is een Iraakse conservatieve geestelijke die de Velayat-i-
Faqih-leer van ayatollah Khomeiny aanhangt. Volgens deze stroming dient de
hoogste geestelijke leider van een land ook de politiek leider te zijn.
Soennieten267
Er zijn geen berichten die duiden op systematische discriminatie of achterstelling
van soennieten danwel soennitische Arabieren in het bijzonder. Het kan niet
worden uitgesloten dat op individueel niveau soennitische Arabieren incidenteel
negatieve bejegening hebben ondervonden.268 Gewelddadigheden zijn enkele
malen voorgekomen bij spanningen tussen Koerden, Arabieren en Turkmenen,
zoals begin januari 2004 te Kirkuk. 269
Er is wel melding gemaakt van een aantal ernstige incidenten. Er hebben zich
wraakmoorden voorgedaan op soennitische extremisten na de moord op
Mohammed Baqir Al-Hakim. Hier zouden sjiitische milities verantwoordelijk voor
zijn die fundamentalistische soennieten van betrokkenheid bij de moord
verdachten.270 Enkele soennitische geestelijken zijn tijdens de verslagperiode
omgebracht. Niet bekend is met welk motief deze moorden zijn gepleegd.271 Naar
verluidt zouden sjiieten al dan niet sjiitische milities soennieten van hun
bezittingen in het zuiden hebben verdreven.272 Bekend is dat in elk geval in Al-
Muthanna, maar ook elders, soennitische moskeeën zijn overgenomen door
sjiieten. De televisiezender Al-Arabiyah zou hebben gemeld dat vier moskeeën in
Bagdad op 10-11 maart jl. waren aangevallen. Dit bericht is niet bevestigd door
andere bronnen.273
De soennitische gemeenschap in Irak is, net als de sjiitische, heterogeen. Zo is er
sprake van etnische verschillen onder soennieten, zoals het onderscheid tussen
soennitische Arabieren en Koerden. Soennitische Arabieren hangen verschillende
politieke stromingen aan.274 Verder bestaan er verscheidene religieuze stromingen
van het liberale soefisme en hanafisme tot het radicalere salafisme en wahabisme.
267 In de verslagperiode was weinig relevante informatie over de positie van soennieten in het
algemeen voorhanden.
268 Een bericht in de pers meldde bijvoorbeeld negatieve, geweldloze, bejegening van Arabieren
door Koerdische functionarissen bij een controlepost in de buurt van Erbil. (Iraq Today, `In
Irbil the Arabs are the victims', 8 maart 2004.)
269 Zie ook 2.3 en 3.4.1.
270 ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003, p. 13.
271 RFE/RL Iraq Report, `Sunni Shaykh assassinated in Baghdad', vol 7, no 7, 27 februari 2004.
Reuters, `Killing of sunni cleric fuels tensions in Iraq', 8 maart 2004.
272 David Rieff, `The Shiite surge', The New York Times, 1 februari 2004.
273 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 10, 19 maart 2004.
274 Bijvoorbeeld internationaal islamitisch (Moslimbroeders / `Muslim Brotherhood'),
nationalistisch, seculier, communistisch of monarchistisch.
51
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Soennitische Arabieren hebben zitting in de tijdelijke regeringsraad en het
tijdelijke kabinet. Ook nemen soennieten deel aan de besturen op regionaal niveau.
De coalitie-autoriteiten hebben getracht soennieten te betrekken in het politieke
wederopbouwproces. Gevreesd werd dat soennieten zich uitgesloten zouden
voelen van de politieke wederopbouw. Ook hoopte men zo geweld vanuit de
soennitische gemeenschap te doen verminderen.
Sinds de val van Saddam Hoessein waren soennitische Arabieren in beperkte mate
georganiseerd in politieke partijen of groeperingen. Inmiddels zijn in soennitische
kring, waaronder soennitisch-Arabische, verschillende stappen ondernomen om
zich te organiseren. Men poogt hiermee de betrokkenheid van soennieten bij het
politieke proces in Irak te vergroten. Gevreesd werd voor een `tweederangs rol' in
het toekomstige Irak gezien de getalsmatige dominantie van sjiieten en
Koerden.275 De politieke rol van deze soennitische organisaties lijkt nog beperkt.
Ahl Al-Sunnah wa Al-Jammah
In december 2003 is de `Ahl Al-Sunnah wa Al-Jammah', een soennitische raad die
ook wel `Sunni Shura' genoemd wordt, opgericht. Deze beoogt de belangen van
soennieten te behartigen in het politieke wederopbouwproces. Aan deze raad
nemen soennitische Arabieren, Koerden, Turkmenen deel.276 De raad kent een
sterk religieus karakter. Men keert zich tegen de aanwezigheid van coalitietroepen,
maar stelt geweld te verwerpen. In de raad nemen vertegenwoordigers zitting van
onder meer de `Iraqi Islamic Party', `Kurdish Islamic Party' en de
Moslimbroeders (`Muslim Brotherhood'). De raad wordt geleid door een comité
van dertien geestelijken, onder wie Mohammed Ahmed Al-Rashid, Abdel Kadir
Alani en Sheik Jamal Al-Daban. De Iraakse politie en Amerikaanse
coalitiemilitairen hebben begin januari jl. arrestaties uitgevoerd onder leden van de
soennitische raad. De raad werd ervan verdacht betrokken te zijn bij gewelddadige
verzetsactiviteiten tegen de coalititie.277
Tijdens de verslagperiode is vanuit soennitische kring, waaronder de `Ahl Al-
Sunnah wa Al-Jammah' kritiek geuit tegen het standpunt van Al-Sistani inzake
verkiezingen. Onder andere de soennitische raad was van mening dat de tijd nog
niet rijp was voor directe verkiezingen.278
275 Ook bestaat er onvrede tengevolge van werkloosheid onder soennieten. Als gevolg van het
beleid van de-Baathisering en de ontmanteling van de voormalige Iraakse strijdkrachten zijn
veel soennitische Arabieren werkloos geraakt.
276 Jordan Times, 29 december 2003. Iraq Today, 29 december 2003. Alan Sipress, `Feeling
besieged', Washington Post, 6 januari 2004. Middle East International, 9 januari 2004. IWPR
Iraqi Crisis Report, `Sunnis seek new political role', 19 februari 2004.
277 Iraq Today, '12 januari 2004. Washington Post, 6 januari 2004. Zie ook subparagraaf 3.3.6.
278 Reuters, 9 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no4, 30 januari 2004.
52
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Hayat Al-Ulama Al-Muslimin
Een andere organisatie in soennitische kring is de `Hayat Al-Ulama Al-Muslimin'
of `Muslim Scholar's Board', waarin verschillende soennitische geestelijken
zetelen. Uit de pers werd vernomen dat deze organisatie de IGC niet legitiem acht
en verzet tegen de coalitietroepen toestaat.279 De Muslim Scholar's Board heeft
zich ook zeer kritisch uitgelaten over de tijdelijke grondwet. De organisatie was
van mening dat de opstellers van de TAL de IGC geen representatieve
weergave vormen van de Iraakse samenleving.280
Moslimbroeders
De internationale islamitische organisatie van de `Moslimbroeders' hebben onder
leiding van Mohammed Ahmed al-Rashid een Iraakse vertegenwoordiging
opgezet. De 'Iraqi Islamic Party' van IGC-lid Mohsen Abdul Hamid is, evenals de
'Kurdistan Islamic Union/Jegortou' van Salaheddin Bahaaeddine, aan de
`Moslimbroeders' verbonden.
Van de `Moslimbroeders' kan in algemene zin een gematigd-fundamentalistische,
anti-westerse, koers worden verwacht.
Seculier
Irak kent een aantal prominente Arabisch-soennitische seculiere politici zoals
IGC-lid Adnan Pachachi281.
Er zijn diverse politieke bewegingen actief die wat ledental betreft gedomineerd
worden door seculiere Arabische soennieten. Hier kan gedacht worden aan het
'Iraqi National Accord', de 'Iraqi National Coalition', de 'Iraqi Independent
Organization' en de 'Iraqi National Party'. Het INC van Ahmed Chalabi (zelf
sjiitisch) kent ook veel Arabisch soennitische leden. Voorts is binnen de Iraqi
Communist Party (ICP) en de marxistische Iraqi Workers Communist Party
(IWCP) ook een aanzienlijke deel Arabisch-soennitisch.
Voorts hebben meer seculier ingestelde soennieten zich in de `Movement for
Democracy and Representation' verenigd.282
Christenen
De situatie voor christenen in Irak is verbeterd. Christenen hebben sinds de val van
Saddam Hoessein de vrijheid om namens hun religieuze gemeenschap een
politieke rol te spelen in Irak.
279 IWPR Iraqi Crisis Report, `Sunnis seek new political role', 19 februari 2004.
280 Xinhua, `Iraqi sunni group says upcoming temporary constitution illegitimate', 25 februari
2004.
281 Pachachi is van geboorte soennitisch, maar recentelijk bekeerd tot het sjiisme in verband met
een erfrechtkwestie.
282 Vertegenwoordigers van kleinere partijen als de `Iraqi National Party', `Iraqi Idependent
Organization' en `Homeland Party' nemen hieraan deel, alsmede enkele stammenleiders en
officieren uit het voormalige Iraakse leger.
53
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat het aantal christenen in Irak geschat
wordt op circa 800.000 personen. Met Younadem Kanna van het ADM283 zijn
christenen politiek vertegenwoordigd in de IGC. Op lokaal niveau, in het bijzonder
in het gebied rond Mosul, zetelen christelijke burgemeesters.284 In de
gemeenteraden te Mosul en te Kirkuk is een aantal raadsleden van christelijke
komaf. Andere christelijke partijen zijn de Assyrische `Beit Nahreen', `Assyrian
Patriotic Organization' en `Khaldean Democratic Movement'.
Christelijke organisaties hebben net als andere groeperingen in Irak eigen media.
Ook is bekend dat christelijke groeperingen hun eigen milities hebben gevormd
om de gemeenschap te beschermen vanwege toegenomen criminaliteit en de
veiligheidssituatie.285 In tegenstelling tot voor de val van Saddam Hoessein is de
toegang voor bijbelgenootschappen en andere christelijke organisaties uit het
buitenland in geheel Irak verbeterd.286
In oktober 2003 vond toenadering plaats tussen leiders van de Chaldeeuwse,
Assyrische en Syrisch-orthodoxe gemeenschappen Zij beogen een eenduidig
politieke stem te laten horen.287 Ook wensen zij dat hun gemeenschappelijke taal,
het Sureth, als een van de officiële talen van Irak wordt erkend.
Voorts zou een aantal christelijke groeperingen zich hebben verenigd in een
federatie, genaamd `Democratic Brotherhood Union'.288
Uit de media werd vernomen dat evangelische kerken in Irak in aantal zijn
gestegen sinds de val van Saddam Hoessein.289
In het zuiden en in Bagdad is sprake geweest van enige spanningen tussen
christenen en sjiieten. Toenemende islamisering zou hieraan ten grondslag liggen.
Naar eigen zeggen wordt er door veel Iraakse christenen gevreesd voor
islamisering van Irak. Niet bekend is in hoeverre hiervoor concrete dreiging
bestaat. Er werd uit de pers vernomen dat in een aantal moskeeën opruiende taal
283 Zie subparagraaf 3.3.2.
284 Deze burgemeesters zijn in overleg door de diverse Asyrische, Chaldeeuwse en Syrisch-
orthodoxe kerken verkozen. Hier hebben geen gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden.
285 Henk Müller, `Christenen in Irak dromen van een eigen staat', Volkskrant, 6 oktober 2003.
The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus,
Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p. 22.
286 ANP, ` Eerste kinderbijbel voor Koerden in Irak', 30 juli 2003.
287 Zo wensen zij in de te ontwerpen grondwet vastgelegd zien dat christenen, met Arabieren,
Koerden en Turkmenen, volwaardig deel uitmaken van de natie door representatieve en
ruimere vertegenwoordiging. Het percentage christenen zou naar eigen zeggen niet op vier
(zoals algemeen aanvaard) , maar rond de acht procent liggen. De gemeenschap wenst een
ruimere vertegenwoordiging in het bestuur terug te zien.
288 RFE/RL Iraq Report, `Christian sects unite to form representative federation', vol. 6, no. 27.,
21 juni 2003.
289 ANP, 1 maart 2004.
54
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
jegens christenen werd gebezigd.290 Sjiieten zouden christenen islamitische
leefregels willen opleggen, zoals het dragen van de hoofdsluier voor vrouwen.291
Er zijn gevallen bekend van christelijke slijters in Bagdad, Basra en Amara die
gewelddadig bejegend werden, omdat zij alcohol verkochten. Ook is diverse keren
bericht dat slijterijen in brand zijn gestoken. In Basra zou inmiddels in
tegenstelling tot de periode onder Saddam Hoessein - niet meer openlijk alcohol te
verkrijgen zijn. In enkele gevallen zijn bij dergelijke geweldplegingen doden
gevallen.292 In januari jl. is van christelijke zijde vernomen dat christenen in het
zuiden in toenemende mate met geweld werden geconfronteerd, bijvoorbeeld in de
vorm van gewelddadigheden jegens drankverkopers. In mei werd uit christelijke
kring wederom vernomen dat christenen het slachtoffer zijn geweest van geweld,
waarbij in een twintigtal gevallen met dodelijke afloop. In hoeverre religieuze
motieven hierbij een rol hebben gespeeld is niet bekend. Tussen christelijke en
islamitische geestelijk leiders is daarentegen vreedzaam contact geweest.293
In het noorden was de situatie voor christenen tijdens en voorafgaand aan de
verslagperiode stabieler.294 Zoals eerder aangegeven zijn christenen in het noorden
in een aantal plaatsen vertegenwoordigd in de gemeenteraden.
Op basis van een besluit van de IGC van begin november 2003 mogen christenen
die Sureth spreken in geheel Irak basisonderwijs in de eigen taal genieten. Ook de
TAL voorziet hierin.295 ADM is voornemens in 2004-2005 enkele Assyrische
lagere scholen in de regio rond Mosul te openen. In KRG/KDP-gebied wordt op
ruim veertig scholen in het Sureth onderwezen.
Van christelijke zijde is vernomen dat zich problemen hebben voorgedaan met
betrekking tot grond- en eigendomsrechten. Veel christenen hebben door de
arabiseringspolitiek van Saddam Hoessein bezittingen verloren. Thans wil men de
eigendomsrechten opnieuw doen gelden.
290 World News Connection, Milan Il Giornale, `Baghdad Bishop wants more international
cooperation to counter fundamentalists.', 27 september 2003. Caroline Hawley, `Iraqis fear
rise of clerics', BBC News, 9 juni 2003.
291 Fiona O'Brien `Christians feel vulnerable in post-Saddam Iraq', Reuters, 21 september 2003.
292 Iraq Today, 12 januari 2004. Mathhew Rosenberg, `Iraq Liquor Store Murders Raise
Concerns', AP, 19 januari 2004. Céline Agniel, `Les vendeurs alcool regrettent l'époque de
Saddam Hussein', 5 maart 2004. AFP, IRIN, `Basra's Christians look to the future with hope
and a little fear', 17 juni 2003. ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation',
9 september 2003, p. 17.
293 Hassan Hafidh, `Christians still find tolerance in Iraq archbishop', Reuters, 9 september
2003.
294 Nederlands Dagblad, `Irakese kerken alleen nog overdag bijeenkomsten', 16 mei 2003.
295 De tijdelijke grondwet staat minderheden toe taalonderwijs in de `moedertaal' te volgen. Zie
verder subparagraaf 2.1.1.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Uit Assyrische kring is gemeld dat Koerden in de nasleep van de militaire
interventie landerijen van christenen hebben onteigend.
De IGC heeft kenbaar gemaakt dat personen die eigendommen en grond onder
dwang zijn kwijt geraakt, recht hebben op teruggave danwel compensatie. Het was
tijdens de verslagperiode niet duidelijk op welke manier teruggave en / of
compensatie zouden worden gerealiseerd. Tijdens de verslagperiode werd nog
gewerkt aan de implementatie van regelgeving voor de behandeling van
eigendomsclaims. Men beschikte nog niet over voldoende capaciteit om met de
behandeling te beginnen.296
Veel christenen, die onder Saddam Hoessein gedwongen waren naar Bagdad te
trekken na de Anfal-campagne, zijn teruggekeerd naar hun oorspronkelijke
woonplaatsen in het noorden van Irak, in de buurt van Mosul.297 Sommige
christenen zouden mede uit angst voor islamitisch extremisme vanuit Bagdad en
Basra naar het noorden zijn getrokken.
Joden
De joodse gemeenschap in Irak is zeer klein van omvang. Enkele joden zijn onder
begeleiding van de Israëlische organisatie Jewish Agency naar Israël vertrokken.
Er leek tijdens de verslagperiode in Irak sprake van wantrouwen jegens
zionistische joden. In de Iraakse pers verschenen in 2003 berichten waarin
vermeld werd dat joden op grote schaal grond en bezittingen zouden opkopen.
Mandeeërs
In Irak wonen circa 50.000 60.000 Mandeeërs, waarvan het merendeel
woonachtig is in Bagdad, Amara, Basra, Nassiriya en Zubair. Mandeeërs hebben
inmiddels merendeels het Arabisch als moedertaal en in mindere mate de
Mandeese taal. Onder het voormalige regime genoten de Mandeeërs een
bevoorrechte positie, daar Saddam Hoessein zich min of meer had opgeworpen als
beschermheer van de Mandeese gemeenschap. Naar eigen zeggen is de positie van
Mandeeërs in het zuiden van Irak sinds de val van het regime van Saddam
Hoessein verslechterd. Er zou sprake zijn van toenemende discriminatie (ontslag
uit overheidsdienst, verwijdering van scholen, beschadigen van Mandeese
heiligdommen, dwang voor meisjes en vrouwen om zich te sluieren, gedwongen
besnijdenis van pasgeboren jongens, gedwongen bekering). Ook zijn Mandeeërs
slachtoffer geworden van ontvoeringen en geweldsmisdrijven.298 Aangenomen
wordt dat ontvoeringen niet zozeer om etnische of religieuze redenen
plaatsvinden; vanwege hun doorgaans vermogende sociaal-economische positie
zijn Mandeeërs een aantrekkelijke doelwit voor ontvoeringen en het eisen van
losgeld. De `Sabaean Mandaean Association of Australia' (SMAA) stelt dat in
296 Zie ook subparagraaf 3.4.1.
297 Zie de algemeen ambtsberichten Noord-Irak, laatstelijk oktober 2002.
298 IWPR Iraqi Crisis Report, no 45, 22 januari 2004.
56
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Fallujah vijfendertig Mandeese families gedwongen zouden zijn zich te bekeren
tot de islam. Volgens de SMAA zou sprake zijn van diverse gewelddadige
incidenten jegens Mandeeërs.299
In Bagdad is de situatie voor Mandeeërs aanzienlijk beter dan in het zuiden. Er is
hier geen sprake van openlijke discriminatie. Diverse Mandeeërs zijn reeds vanuit
het zuiden naar Bagdad waar ruim de helft van de Mandeese gemeenschap
woonachtig is - verhuisd.
Yezidi's
Er is geen politieke beweging die specifiek de belangen van yezidi's
vertegenwoordigt. Als religieuze gemeenschap lijkt men zich afzijdig van de
politiek te willen houden. Op lokaal niveau zijn wel yezidi's actief in de
politiek.300 Naar eigen zeggen is de situatie in Irak voor yezidi's sinds de val van
Saddam Hoessein verbeterd. Men kan nu de yezidische heiligdommen
ongehinderd bezoeken. Onder Saddam Hoessein was het passeren van diverse
controleposten - in het bijzonder tussen het voormalige Centraal-Irak en het de
facto autonome Noord-Irak - vaak moeilijk.
3.3.4 Bewegingsvrijheid
Besluit 26 van de CPA (`Creation of the Department of Border Enforcement') van
24 augustus 2003 betreft de oprichting van een departement voor grenscontrole.
Het volgende is bekend.
Het 'Department of Border Enforcement' zal toezicht houden op personen- en
goederenverkeer van en naar Irak en alle aanverwante werkzaamheden en is
verantwoordelijk voor de afgifte en verlenging van Iraakse paspoorten,
reisdocumenten en andere documenten.301
Het ministerie van Buitenlandse Zaken blijft belast met de afgifte van
diplomatieke en dienstpaspoorten.
Het 'Bureau for Border Inspections' is belast met de heffing van invoerrechten en
accijns. De 'Immigration Inspections Division', een afdeling van dit bureau, zal
toezicht gaan houden op de in- en uitstroom van Irakezen en vreemdelingen
alsmede de afgifte van visa. Het verifiëren van de identiteit en/of Iraakse
nationaliteit van vermeende Irakezen alsmede onderzoek naar (en inbeslagname
van valse) Iraakse documenten, hoort ook tot haar taakstelling.
De grenscontrole is formeel in handen van de coalitietroepen. Een dienst voor
grensbewaking / douane is in ontwikkeling.302 Het personeel van grensbewaking /
299 Assist News Service, `Iraq. The persecution of Mandaeans', 31 januari 2004.
300 In de provincie Nineveh hebben in verschillende plaatsen yezidi's zitting in de lokale raden.
301 Zie verder in deze subparagraaf onder `Documenten/Afgifte'.
302 Zie paragraaf 2.3.
57
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
douane dient op termijn uitgebreid te worden naar 9.000 personen voor de
grenspolitie en 17.000 voor het `Department of Border Enforcement'.
Hoewel aan grensbewaking gewerkt werd door coalitietroepen en de huidige
Iraakse autoriteiten bleken veel grenzen zeer poreus. In het zuiden werd
grenspolitie getraind om grensovergangen bij Safwan, Shalamancha en Shomariya
te bemensen.
In gebieden onder de KRG/KDP en KRG/PUK is de grenscontrole in handen van
de Koerdische autoriteiten.
Binnenlands personenverkeer
Burgers mogen zich vrij bewegen. Het personenverkeer tussen het Koerdische
noorden en het gebied dat voorheen onder de controle van Bagdad stond is na de
militaire interventie op gang gekomen.
Medio april werd bekend dat de Amerikaanse coalitiemilitairen delen van de
hoofdwegen 1 en 8 in de provincies Wasit, Diyala en Babil hadden afgesloten voor
burgerverkeer voor onbepaalde tijd `in verband met werkzaamheden'. Op deze
wegen, die na enige tijd weer zijn opengesteld, zijn herhaaldelijk aanvallen en
beschietingen voorgekomen, waardoor de wegen beschadigd zijn. Een verklaring
van de CPA waarschuwde ervoor dat burgers die toch gebruik maken van deze
wegen kans liepen te worden beschouwd als vijandelijke troepen en te worden
beschoten.303
Er zijn veel controleposten in geheel Irak op zowel vaste als wisselende lokaties.
Elke stad heeft diverse controleposten bij de toegangswegen. Over het algemeen
zijn lokale politiefunctionarissen belast met de controles. Op de grens tussen
voormalig Centraal-Irak en de KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden zijn afgelopen
zomer wederom controleposten ingesteld. Hier wordt intensieve controle
uitgeoefend, die na de aanslagen in Erbil zijn verscherpt. De posten op deze
scheidslijn worden, net als overige controleposten in KRG/KDP- en KRG/PUK-
gebieden, bemand door peshmerga's.304 In Mosul en Kirkuk zijn soms
peshmerga's werkzaam bij controleposten onder het gezag van lokale autoriteiten
en in samenwerking met de Iraakse politie. In Najaf, Kerbala en Bagdad zijn er
controleposten ten behoeve van veiligheidscontroles, bemand door militieleden
van SCIRI (Badr-organisatie) of Muqtada Al-Sadr. Deze bevoegdheden hebben zij
zichzelf toebedeeld.
Slechts incidenteel is er sprake van Amerikaanse of Britse presentie bij reguliere
controleposten. Soldaten van de coalitietroepen zijn wel belast met de bewaking
303 CPA Public Affairs Office, `Public notice of road closure', 17 april 2004. Iraq Today, `Two
Baghdad supply highways closed', 17 april 2004. Oxford Analytica, 19 april 2004.
304 Andrew Gray, `Iraqis rediscover Kurdish north after decade away', Reuters, 15 oktober 2003.
58
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
van controleposten bij lokaties waar functionarissen van de coalitie werkzaam zijn
en / of verblijven. Het betreft hier kantoren van de CPA of het lokale bestuur,
verbindingskantoren van de CPA, militaire kampen, luchthavens en grote hotels.
De reisrestricties die soms van kracht waren onder het bewind van Saddam
Hoessein zijn opgeheven. Voorafgaand aan de militaire interventie was het
Irakezen slechts toegestaan zich in een andere gemeente te vestigen met
toestemming van de plaatselijke veiligheidsautoriteiten. Deze restricties zijn niet
langer van kracht.
Vanuit Bagdad International Airport wordt door de VN en Air Serv ook op Erbil
en Basra gevlogen. Het betreft hier geen commerciële vluchten. Ook de VN voert
incidenteel binnenlandse vluchten uit.
Buitenlands personenverkeer
Irak telt drie internationale luchthavens, namelijk Bagdad, Basra en Erbil. In
Sulaymania wordt gewerkt aan een vierde internationale luchthaven. Het is niet
bekend wanneer deze gereed is. Vanuit Baghdad International Airport is, naast
militaire vluchten, sprake van humanitaire transporten en vliegverkeer voor
medewerkers van internationale organisaties. In zeer beperkte mate vinden
commerciële vluchten plaats op Bagdad. De toegang tot het vliegveld wordt streng
gecontroleerd door onder meer coalitiemilitairen.
Op de luchthavens bij Erbil en Basra is sprake van internationale vluchten voor
militaire en humanitaire doeleinden.305 Buiten de luchthaven bij Erbil vinden, voor
zover bekend, in de KRG-gebieden geen internationale vluchten plaats.
Reisrestricties voor academici en studenten, van kracht onder het oude regime, zijn
komen te vervallen.
Jordanië
Vanuit Amman vliegen Royal Jordanian en Air Serv (gefinancieerd door USAID)
op Bagdad. Royal Jordanian voert een aantal keer per week commerciële vluchten
uit vanuit Amman op Bagdad.308 309 Behalve Royal Jordanian zijn er geen andere
305 Uit een bericht in de pers werd vernomen dat ook sprake zou zijn van commerciële vluchten.
Dit bericht is niet bevestigd. (Reuters, `First commercial flight brings joy to Iraqi Kurds', 7
december 2003.) Volgens een onbevestigd bericht in de pers zou Iraqi Airways hebben
aangegeven op termijn commerciële vluchten op Erbil te willen starten (Iraq Press Online.
`Iraqi Airways to start scheduled flights from Arbil airport', 24 januari 2004)
306 Toestellen van Royal Wings worden gecharterd door de Amerikaanse autoriteiten.
307 Royal Wings heeft, na circa twee maanden de vluchten te hebben gestaakt, deze weer hervat.
(AFP, `Reprise des vols de Royal Wings après 50 jours d'interruption', 12 januari 2004. AP,
`Jordanian airline resumes flights to Baghdad on demand', 13 januari 2004.)
308 De CPA heeft in 2003 luchtvaartmaatschappijen uitgenodigd om vanuit Irak commerciële
vluchten aan te bieden. Vanuit verschillende luchtvaartmaatschappijen is interesse getoond
59
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
commerciële maatschappijen die op Irak vliegen. De vluchten van Air Serv zijn
bedoeld voor medewerkers van internationale organisaties, diplomaten en NGO's.
Irakezen hebben geen visum nodig voor Jordanië.
Irakezen die Jordanië inreizen op het tijdelijk reisformulier310, afgegeven door de
CPA, mogen maximaal vijftien dagen in Jordanië verblijven. Dit verblijf kan niet
worden verlengd.
De Jordaanse autoriteiten hanteren in de praktijk een strikt toelatingsbeleid. De
Jordaanse autoriteiten behouden zich het recht voor personen de toegang te
weigeren.
Syrië
Voor het personenverkeer tussen Irak en Syrië wordt gebruik gemaakt van de drie
officiële grensovergangen tussen Syrië en Irak, namelijk Tenf Al Walid (meest
zuidelijke grensovergang op de weg tussen Damascus en Bagdad), Abu Kamal
Al-Qa'im (bij de Eufraat op de weg tussen Deir al-Zor en Bagdad) en Al-
Ya'urubiya - Al-Sa'ida (meest noordelijke grensovergang op de weg tussen Mosul
en Al-Qamishleh). Begin april jl. is de grens bij Tenf Al Walid tijdelijk gesloten
geweest voor personenverkeer.
Daarnaast bestaat er nog een onofficiële grensovergang tussen Syrië en het KRG-
gebied bij Fish Khabour/ Al-Qamishleh. Aan Iraakse zijde vindt bij deze laatste
overgang controle plaats door KRG/KDP-autoriteiten. Deze grensovergang wordt
overwegend gebruikt door personen die naar KRG/KDP- en KRG/PUK-gebied
reizen. Via KDP- of PUK-vertegenwoordiging danwel vertegenwoordigingen van
andere Iraakse politieke bewegingen in Damascus dient hiervoor toestemming te
worden aangevraagd bij de Syrische inlichtingendienst. Voor de overtocht wordt
gebruik gemaakt van een pont.
Irakezen die via de officiële grensovergangen naar Syrië willen reizen, dienen over
een visum te beschikken van de Syrische diplomatieke vertegenwoordiging in
Bagdad.
In november jl. is aangekondigd dat de wekelijkse treinverbinding tussen Irak
(Mosul) en Syrië (Aleppo) weer in gebruik zou worden genomen.
De CPA heeft in oktober 2003 een verordening uitgevaardigd waarmee de coalitie
bevoegd is alle mannen tussen de achttien en veertig jaar tegen te houden bij de
grens met Syrië.
voor commerciële vluchten op Bagdad. Gezien de veiligheidssituatie zijn dergelijke vluchten
niet op gang gekomen.
309 Ook zijn de kosten voor deze vluchten zeer hoog vanwege hoge verzekeringspremies. Royal
Wings, een dochtermaatschappij van Royal Jordanian, vliegt sinds enige maanden niet meer
op Bagdad.
310 Zie verder onder `Documenten' en bijlage 6.
60
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Turkije
Via de grensovergang bij Habur (Turkse zijde)/ Ibrahim Khalil (Iraakse zijde),
bemand door de KDP, vindt personen- en goederenverkeer plaats alsmede verkeer
van humanitaire konvooien en konvooien van de coalitie. De grens is 24 uur per
dag open. Tijdens de verslagperiode was sprake van een toename in het
grensverkeer.
De controle aan Turkse zijde (Habur) is grondig. Men maakt gebruik van
computers. Illegale oversteek wordt bemoeilijkt door controleposten van
grensbewaking, politie, douane en inlichtingendienst.
Aan KRG/KDP- zijde worden de persoonsgegevens eveneens geautomatiseerd
verwerkt. De paspoorten worden daar niet gestempeld. Reizigers krijgen een
formulier met daarop het nummer van het inreisvisum.
Irakezen die naar Turkije willen reizen, dienen daartoe een Turks visum aan te
schaffen. Dit visum kan worden aangevraagd bij de Turkse ambassade te Bagdad.
Inwoners van de KRG-gebieden kunnen een dergelijk visum ook aanvragen bij de
KRG/KDP- autoriteiten of het Iraqi Turkmen Front (ITF) te Erbil. Visa worden in
deze gevallen aan de grens afgegeven op basis van eerdere goedkeuring.
Irakezen die niet beschikken over een Iraaks paspoort of zo mogelijk een paspoort
van een andere nationaliteit en reizen op een ander reisdocument, dienen voor hun
inreis naar Irak vanuit Turkije toestemming te vragen bij het Turkse ministerie van
Buitenlandse Zaken.
Iran
Er zijn grensovergangen tussen Khanaqin (Irak) en Qasr-e- Shirin (Iran) bij de
plaatsjes Mundhiriyya (Irak) en Khusravi (Iran), tussen Badra (Irak) en Mehran
(Iran) bij de plaats Zurbatia, en tussen Basra en Khoramshahr (Iran) bij de plaats
Shalamsha (Iran)./ In KRG/KDP-gebied is er een grenspost bij Haj Umran.
Daarnaast zijn er enkele grensovergangen in het KRG/PUK-gebied.
Na de aanslagen in Kazimiya en Karbala tijdens het Ashura-festival op 2 maart
2004, kondigde de CPA aan dat de (legale) grensovergangen tussen Iran en Irak
beperkt worden tot de drie eerst genoemde. De overige grensovergangen worden
gesloten tot er meer capaciteit voor grensbewaking is gecreëerd. Daarnaast beoogt
men het aantal buitenlanders dat Irak via landsgrenzen wil betreden te beperken
door het instellen van een limiet. Verder werden inreizende Iraniërs veelal
pelgrims - gebonden aan strengere regels men dient bijvoorbeeld in
61
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
georganiseerde konvooien te reizen en mag voor de maximale duur van een week
blijven - zo werd uit de pers vernomen.311
Er vindt veel (illegaal) personenverkeer tussen Iran en Irak plaats. Reguliere
grensovergangen worden daarbij grotendeels vermeden. In verschillende berichten
is gesteld dat Iraanse infiltranten, vermomd als pelgrims, de grens zouden zijn
overgestoken. Dit zou vooral in het zuiden van het land plaatsvinden312
In KRG/KDP-gebied is er een grensovergang bij Sidekan. Niet duidelijk is of de
Iraanse autoriteiten deze plek ook als officiële grensplaats beschouwen. In het
gebied onder de KRG/PUK zijn twee grensovergangen, bij Laladar (Penjawin) en
Khurmal (Halabja). Ook hier is niet duidelijk of de Iraanse autoriteiten deze plek
als officiële grensplaats beschouwen.
Irakezen die Iran willen inreizen, kunnen een visum aanvragen bij de Iraanse
ambassade te Bagdad. Iraakse vluchtelingen die willen terugkeren hebben een
laissez-passer van de Iraanse autoriteiten nodig. Dit wordt afgegeven door de
BAFIA (Bureau of Aliens and Foreign Immigrants Affairs). UNHCR geeft, in het
geval van vrijwillige terugkeer, een `voluntary repatration form' uit, hetgeen
aangeeft dat men recht heeft op UNHCR-hulp in Irak.
Inwoners van de KRG- gebieden die gebruik willen maken van de Iraaks-Iraanse
grensovergangen in KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden dienen hiervoor
toestemming aan te vragen bij de Iraanse inlichtingendienst. Dit kan via
bemiddeling van de KDP- of PUK-veiligheidsdiensten.
Saoedi-Arabië
Er is geen legaal personenverkeer mogelijk tussen Saoedi-Arabië en Irak daar de
grens bij Arar gesloten is. Aangezien Iraakse paspoorten tot dusver niet in Saoedi-
Arabië worden erkend is er geen in- en uitreis van Irakezen mogelijk.
Wel is aan Iraakse pelgrims, op bedevaart naar Mekka, speciaal toegang
verleend.313
Koeweit
Er vindt op uiterst kleine schaal personenverkeer plaats tussen Koeweit en Irak bij
Safwan, de enige grensovergang. De in- en uitreismogelijkheden voor Irakezen
311 AFP-MAIL, `Iran Iraq Pelgrims', 24 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, vol. 8, no. 57, 26
maart 2004. AP, `Iraqi official decries coalition crackdown on Iraq's borders', 13 maart 2004.
AFP,-MAIL, `Iraq Iran border, Bremer', 29 maart 2004. US Info Department of State, 26
maart 2004. AFP, `Iraq Iran border', 14 maart 2004. Fiona O'Brien, `US announces tighter
border controls for Iraq', 13 maart 2004. AFP, `Iraqi governing council chief in Iran for talks
on border control', 13 maart 2004.
312 RFE/RL Iraq Report, `Iranian agents entering Iraq disguised as pilgrims', vol. 6, no. 41, 3
oktober 2003.
313 DFID Iraq Update, 26 januari 2004.
62
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
zijn zeer beperkt. Er kan alleen naar Koeweit worden gereisd op uitnodiging,
bijvoorbeeld voor politiek overleg of voor handelsdoeleinden. Men acht het
uitgesloten dat Irakezen met louter een reisdocument via deze grens naar Koeweit
kunnen reizen.
Verenigde Arabische Emiraten
Drie keer per week is een vaardienst actief tussen Umm Qasr en Dubai.314
Documenten
Paspoorten
Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat na 9 april 2003 de val van het regime
van Saddam Hoessein - Iraakse ambassades zijn doorgegaan met het afgeven van
paspoorten aan Iraakse staatsburgers. Met ingang van 14 mei 2003 hebben zij dit
gestaakt daar de nieuwe autoriteiten in Bagdad de Iraakse ambassades en
consulaten in het buitenland gelastten hun werkzaamheden stop te zetten. Nog
altijd worden noch in Irak noch op Iraakse vertegenwoordigingen buiten het land
nieuwe Iraakse paspoorten dan wel Iraakse reisdocumenten afgegeven. Het nieuwe
Iraakse paspoort is nog in ontwikkeling. Het is niet bekend wanneer dit gereed zal
zijn.
De CPA heeft de regelgeving inzake reisdocumenten aangepast met het
uitvaardigen van verordening 16 van 27 juni 2003 inzake `temporary control of
Iraqi borders, ports and airports'.
- De CPA heeft in juli 2003 de paspoorten van de N-serie, zoals afgegeven
tussen 1996 en 2002 geldig verklaard.315
- In aanvulling hierop is besloten de reeds uit de roulatie genomen M-serie
geldig tot 16 maart 2002 - eveneens weer geldig te verklaren.
- Iraakse burgers kunnen deze paspoorten van de M- en N-serie laten verlengen
in Irak of bij vertegenwoordigingen in het buitenland. Indien het paspoort
reeds verlopen was volgt verlenging met twee jaar. Indien het paspoort nog
geldig was, volgt verlenging met vier jaar.
- Alle Iraakse paspoorten die in de afgelopen vier jaar zijn verlopen, waren
geldig voor één inreis naar Irak tot 31 december 2003.
- Alle Iraakse paspoorten die na 19 maart 2003 zijn afgegeven en geen stempel
van de CPA bevatten zijn ongeldig verklaard.
- Vooraanstaande leden van de Baathpartij, personen tegen wie een
strafrechtelijk onderzoek loopt, mogelijke terroristen en personen met kennis
van het wapenprogramma van het bewind van Saddam Hoessein mogen Irak
niet verlaten zonder toestemming van de CPA.
314 CPA South ` Foreign Investment in Southern Iraq', 12 maart 2004.
315 De serie was door de autoriteiten onder Saddam Hoesseins bewind ongeldig verklaard met
ingang van 1 maart 2003.
63
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
- Personen met de Iraakse nationaliteit, personen die in Irak geboren zijn,
personen die werkzaam zijn voor de coalitie, de VN of aanverwante
instellingen, kunnen Irak zonder vooraf verkregen toestemming inreizen.
Anderen die toestemming nodig hebben dienen deze te verkrijgen bij Iraakse
diplomatieke vertegenwoordigingen.
CPA verklaarde in augustus jl. dat het Irakezen is toegestaan het land uit te reizen
zonder paspoort.316
De paspoorten met H-serienummers zijn acht jaar geldig en hoeven niet te worden
verlengd.317
Tijdelijk reisformulier
In oktober 2003 werden nieuwe tijdelijke CPA-reisformulieren318 afgegeven
waarmee Irakezen kunnen uitreizen. Dit formulier heeft een geldigheidsduur van
zes maanden en kan slechts gebruikt worden voor één uitreis en één inreis. Nadien
is dit document niet meer geldig.319 Enkele Iraakse vertegenwoordigingen in het
buitenland hebben deze tijdelijke reisformulieren afgegeven ten behoeve van
terugkeer naar Irak.
Dit reisdocument wordt verschaft indien de aanvrager zijn Iraakse nationaliteit kan
aantonen, bijvoorbeeld door overlegging van een geboortebewijs, identiteitskaart
of nationaliteitsakte. Ontbreken dergelijke documenten dan is afgifte niet
mogelijk.
Het CPA-reisdocument wordt in het Midden-Oosten slechts door Egypte, Jordanië
en Syrië geaccepteerd. Koeweit, Saoedi-Arabië en Iran erkennen dit reisdocument
niet. In Egypte en Jordanië wordt Irakezen, na vertoon van dit reisdocument, een
verblijf van maximaal vijftien dagen toegestaan, in Syrië dertig dagen. In Jordanië
wordt dit reisdocument echter niet als een geldig identiteitsdocument gezien. Het
VK en de VS accepteren, in tegenstelling tot de Schengenlanden, dit reisdocument
ook.
Illegale en valse documenten
Tijdens de verslagperiode bleek dat alle Iraakse documenten op eenvoudige wijze
illegaal verkrijgbaar zijn. Het betreft hier na 9 april 2003 uit Iraakse
overheidsinstellingen gestolen, authentieke documenten, die aan alle
vormvereisten, met uitzondering van de wijze van afgifte, voldoen. In Irak was
tijdens de verslagperiode sprake van grootschalige handel in dergelijke
316 Bureau of International Information Programs, `CPA prepares to issue interim travel
documents to Iraqis', 19 augustus 2003.
317 Dit type paspoort is onder Saddam Hoessein in maart 2002 ingevoerd.
318 Zie voor een voorbeeld bijlage 5.
319 Wisam Al-Qaisi, `Iraqis get travel documents for first time since war', Reuters, 21 oktober
2003.
64
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
documenten.320 Handelaren zijn veelal ook in het bezit van de officiële stempels en
zegels. Verder komt het voor dat door corruptie binnen Iraakse
overheidsinstellingen documenten onrechtmatig afgegeven worden.
Afgifte
Het 'Bureau of Nationality and Civil Affairs' is onderdeel van het 'Department of
Border Enforcement' . Dit kantoor is verantwoordelijk voor de afgifte en
verlenging van Iraakse paspoorten, reisdocumenten, identiteitskaarten of
nationaliteitsakten, evenals de registratie van geboorten en sterfgevallen.
Identiteitsdocumenten, nationaliteitsakten, geboortebewijzen en dergelijke
documenten worden door de meeste dependances van het 'Bureau of Nationality
and Civil Affairs' in Irak weer afgegeven. Het ministerie van Binnenlandse Zaken,
en de daaronder opererende departementen en instellingen functioneren
vooralsnog in beperkte mate.
De afgifte van nieuwe Iraakse identiteitsdocumenten aan personen die in het
verleden onder dwang hun Iraakse nationaliteit hebben verloren valt ook onder de
verantwoordelijkheid van dit bureau.321 Regelgeving op dit gebied is nog in
ontwikkeling. Het is niet bekend wanneer dit proces is afgerond. In de tijdelijke
grondwet is opgenomen dat personen, van wie eerder de Iraakse nationaliteit is
ontnomen, deze kunnen terugkrijgen. Er zijn nog geen gevallen bekend van
verlening van Iraakse identiteitsdocumenten en / of Iraakse nationaliteit aan
personen die eerder de Iraakse nationaliteit waren kwijtgeraakt.
3.3.5 Rechtsgang
Op het gebied van rechtsgang is een aantal hervormingen doorgevoerd. De
effectiviteit is aan beperkingen onderhevig geweest, als gevolg van
capaciteitsproblemen en de algehele instabiele situatie322 in Irak. Het
rechtssysteem heeft, net als andere instellingen in de nog prille Iraakse
staatsinrichting, te kampen met corruptie, hetgeen de effectiviteit ernstig
belemmert.323 Desalniettemin kunnen de volgende ontwikkelingen genoemd
worden.
Onder de CPA is zeer beperkt strafwetgeving uitgevaardigd.324
320 Ter illustratie: de Iraakse vertegenwoordiging in Amman nam tijdens de verslagperiode
dagelijks circa twintig tot vijfentwintig documenten vanwege valsheid in beslag.
321 Zo is onder het bewind van Saddam Hoessein Fayli-Koerden, etnische Perzen en sjiieten, die
in de jaren tachtig vanuit Irak naar Iran zijn gedeporteerd, en van politieke opposanten de
Iraakse nationaliteit ontnomen.
322 Gewelddadige intimidatie van rechters heeft zich voorgedaan. Zie verder in deze
subparagraaf.
323 Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003.
Reuters, `Iraqi police system "broken"', 22 mei 2003.
324 Zie subparagraaf 3.1.2.
65
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
In maart jl. zouden circa honderd rechtbanken in Irak in werking zijn. Uit diverse
berichten in de media kan worden opgemaakt dat thans honderden rechters in Irak
werkzaam zijn.325
Sinds begin oktober 2003 is de `Iraqi Council of Judges' wederom werkzaam,
nadat Saddam Hoessein deze raad had ontbonden in 1979.326 De raad opereert
onafhankelijk van het ministerie van Justitie en dient toezicht te houden op de
onafhankelijkheid, kwaliteit en integriteit van het gerechtelijke apparaat.327 De
raad staat onder leiding van de voorzitter van de Hoge Raad en bestaat uit acht
personen. Tegen beslissingen van de raad staat bezwaar open. De uitspraak op
bezwaar is echter onherroepelijk en bindend.
AI heeft zich in verschillende rapporten kritisch uitgelaten over het feit dat veel
verdachten tijdens de verslagperiode geen toegang hadden tot een advocaat. Het
kwam voor dat vonnissen werden uitgesproken zonder dat de verdachte juridische
bijstand had ontvangen. Bovendien was er een tekort aan rechters waardoor het
voorarrest soms weken in beslag nam.328
Rechters
De CPA heeft aangegeven actief te streven naar een spoedige benoeming van
rechters. Veel rechters hebben echter kaderfuncties binnen de Baathpartij bekleed
tijdens het bewind van Saddam Hoessein, hetgeen een soepele doorstroom naar het
nieuwe juridische apparaat bemoeilijkt.329 Er is echter door de coalitie aangegeven
dat gewerkt wordt met rechters die werkzaam waren onder het bewind van
Saddam Hoessein, aangezien het opleiden van nieuwe rechters teveel tijd in beslag
neemt. Op basis van onderzoek naar het arbeidsverleden van de rechters dient
325 Bassem Mroue, `One fifth of Iraqi judges have been removed from their jobs', 22 maart
2004, AP. Oxford Analytica, 17 maart 2004. US Info Department of State, `The New Iraq:
Progress and Accomplishments', 30 maart 2004.
326 RFE/RL Iraq Report, `Council of judges reestablished', vol. 6, no. 42, 9 oktober 2003.
327 De taken van de Council of Judges zijn: "To provide administrative oversight of all the
judges and all public prosecutors, excluding, however, the members of the Supreme Court.
To investigate allegations of professional misconduct and incompetence involving members
of the judiciary or public prosecutors, and, when appropriate, to take appropriate disciplinary
or administrative measures against members of the judiciary or public prosecutors, including
but not limited to, removing a judge or prosecutor from office, including the members of the
supreme court. To nominate capable persons as required to fill judicial or public prosecutors
vacancies, and to recommend their appointment. To promote, advance, upgrade, and transfer
judges and prosecutors. To assign or reassign judges and prosecutors to hold specific judicial
and prosecutorial posts as provided for in the law of Judicial Organisation (Law 160 - 1979)
and the Law of Public Prosecution (Law 159 - 1979)."
328 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart
2004. Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli
2003, p.9-10.
329 Zie ook subparagraaf 3.4.7. over de-Baathisering onder rechters.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
bepaald te worden of een benoeming van de rechter in kwestie wenselijk is.330
Voorts werd door de Iraakse autoriteiten, met hulp van het VK, gewerkt aan de
training van Iraakse rechters, advocaten en openbare aanklagers die zich
bezighouden met wetgeving inzake mensenrechten.331
Rechters bleken doelwit van aanslagen. Uit de pers werd vernomen dat in maart jl.
een rechter is vermoord in Hilla.332 In 2003 zijn verschillende rechters, betrokken
bij de totstandkoming van het Iraqi Special Tribunal, om het leven gebracht.333
3.3.6 Arrestaties en detenties
Arrestaties en detenties door de coalitie-autoriteiten hadden vooral betrekking op
voormalige (hooggeplaatste) functionarissen werkzaam onder Saddam Hoessein in
het leger of bij de overheid. Verdenking van betrokkenheid bij schending van
mensenrechten, genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden
stond hierbij centraal.334 Voorts werden personen gearresteerd op verdenking van
aanslagen of andere terroristische activiteiten en van het onderhouden van banden
met terroristische organisaties of milities die de coalitie vijandelijk gezind zijn,
zoals `Fedayeen Saddam', `Ansar Al-Islam', de militie verbonden aan Muqtada
Al-Sadr en andere soortgelijke groeperingen. Ook zijn arrestaties uitgevoerd in een
soennitische moskee te Bagdad, waar zich leden van de `Ahl Al-Sunnah wa Al-
Jammah'335, de soennitische raad, bevonden op verdenking van betrokkenheid bij
gewelddadig verzet tegen de coalitie.336 Een aantal arrestaties - waaronder die van
330 Andrew Marshall, `Prisons and courts in Iraq's Basra back by June 1', Reuters, 23 mei 2003.
331 Voor deze training komen alleen personen aanmerking die niet gelieerd zijn geweest aan het
regime van Saddam Hoessein. IRIN, `Judiciary receives boost from UK training funds', 18
februari 2004. IRIN, `Judges complete first human rightsb law course', 10 maart 2004. Steve
Negus, `Battling for Iraq's future', Middle East International, 9 januari 2004.
332 Bassem Mroue, `One fifth of Iraqi judges have been removed from their jobs', AP, 22 maart
2004.
333 Zie subparagraaf 3.1.2. voor het tribunaal. Zie ook algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
334 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 3, 23 januari 2004. Bureau of international information
programs, US Department of State, 26 januari 2004, Reuters, US apprehends no.48 on Iraq
most wanted list', 9 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Baath party official in coalition
custody', vol 7, no 5, 12 februari 2004. AP, 16 februari 2004. AFP, `Manifestation à
l'université de Bagdad contre la détention de scientitfiques', 23 februari 2004. Paul Garwood,
`US soldiers arrest seven Iraqis wanted for attacks', 3 maart 2004. Matt Moore, `As shiites
bury their dead, Iraqi police, US soldiers arrest Iraqi extremist', 4 maart 2004. Tarek Al-
Issawi, Jim Krane, '15 people held in connection to suicide attacks on shiite muslim
pilgrims', Ap, 3 maart 2004 MENA, "Peshmerga police arrest five people distributing anti-
US, Israel leaflets', 9 maart 2004. AP, 9 maart 2004. Reuters, `Top Ansar Al-Islam member
arrested in Iraq', 10 maart 2004.
335 Zie ook subparagraaf 3.3.3.
336 Alan Sipress, `Feeling besieged, Iraq's Sunnis unite', 6 januari 2004. Abd Al-Rahman Al-
Juburi, `Sunni insists Shura is undeterred by raid', 12 januari 2004, Iraq Today.
67
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Saddam Hoessein zelf 337 - vond plaats in en rond Tikrit, de geboorteplaats van
Saddam Hoessein, waar zich nog een aantal aanhangers van de verdreven
president zou bevinden. Volgens berichten uit de pers van januari jl. zouden de
coalitietroepen circa circa 10.000 personen338 gevangenen hebben gezet. Het
merendeel van deze gevangenen zou van Iraakse afkomst zijn. Enkele honderden
zouden afkomstig zijn uit andere landen.339 Ook werden criminelen gearresteerd
door zowel coalitiemilitairen als Iraaks politiepersoneel.
Tijdens de verslagperiode zijn honderden gevangenen vrijgelaten.340
Tijdens de verslagperiode werden foto's gepubliceerd waarop mishandelingen
door Amerikaanse coalitiemilitairen van Iraakse gedetineerden in de Abu Gharib-
gevangenis Iraakse vertoond werden. Enkele militairen zijn in verband gebracht
met de mishandelingen en zijn voor een krijgsraad gedaagd. Een militair is reeds
veroordeeld.341 Amnesty International heeft diverse keren zeer kritisch en bezorgd,
gerapporteerd over de manier waarop gevangenen in Irak behandeld worden door
de coalitie-autoriteiten.342 343 Zo meldde AI dat in een detentiecentrum te Basra
337 Op 13 december 2003 werd Saddam Hoessein door Amerikaanse coalitiemilitairen
gearresteerd in de buurt van Tikrit.
338 Dit aantal is niet exact bekend. Cijfers uit verschillende berichtgeving variëren van 8.000 tot
18.000. Volgens de CPA zou het aantal rond de 12.000 liggen. (IraqToday, 1 maart 2004. Jim
Krane, `US-led administration in Iraq releasing 500 prisoners in conciliatory gesture', AP, 7
januari 2004. DPA, `Bremer says hundreds of Iraqi prisoners to be released', 7 januari 2004.
ANP, `Amerikanen laten honderden Irakezen vrij, 23 maart 2004. AP, 23 maart 2004.)
339 RFE/RL Iraq Report, `Fifteen terrorism suspects held in Iraq', vol 7, no 9, 13 maart 2004.
RFE/RL Iraq Report, `Top Ansar Al-Islam leader arrested in Kirkuk', vol 7, no 9, 13 maart
2004. Reuters, US captures 7 with possible Al-Qaeda ties in Iraq', 18 februari 2004. RFE/RL
Iraq Report, `US forces seal former president's village in Iraq', vol. 6, no. 46, 7 november
2003. `Tientallen shi'ieten opgepakt in Karbala, Volkskrant 22 oktober 2003. Ian Simpson,
`US troops arrest suspected Iraqi guerillas in raid', Reuters, 11 oktober 2003. Brian Williams,
`Tikrit triggerman slip the net in huge US raid', 29 september 2003. `British forces storm a
hideout of the deposed regime's cronies', Al-Ittihad, 27 september 2003. Reuters, `US troops
raid homes of Iraq rebel financiers', 25 september 2003. WNC, KurdSat, `Iraqi police arrest
members of `death squad' said linked to Al-Qaida', 24 september 2003. ANP, `Amerikanen
zetten 4000 `verzetsstrijders' vast in Irak', 16 september 2003. ANP, `Veiligheidsgevangenen
vooral leden Moedjahedien Khalq', 18 september 2003. RFE/RL Iraq Report, `US
acknowledges holding US, UK citizens in Iraqi prison', vol. 6 No. 39, 21 september 2003.
340 AFP/DPA, `New release of prisoners from Abu Ghurayb', 21 mei 2004. DPA, `Iraqi parties
to reject latest intervention by Al-Sistani', 24 maart 2004. Hawlati, 10 maart 2004.
Aljazeera.net, `US to release hundreds of Iraqis', 7 januari 2004. DPA, `Bremer says
hundreds of Iraqis to be released', 7 januari 2004. Jim Krane, `US-led administration in Iraq
releasing 500 prisoners in conciliatory gesture', AP, 7 januari 2004. RFE/RL Iraq Report,
`US forces release 300 Iraqi prisoners', vol 7, no 4, 30 januari 2004. Bureau of international
information programs, US Department of State, 4 februari 2004.
341 Zie verder onder 3.3.7.
342 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart
2004. Amnesty International, `Incommunicado detention / fear of torture',
MDE/14/004/2004, 4 maart 2004.
68
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
personen worden vastgehouden die zonder enige aanklacht waren gearresteerd en
gedetineerd zonder enige vorm van proces.344 Ook uit de pers werd vernomen dat
voor de autoriteiten verdachte personen, zonder dat zij in staat van beschuldiging
waren gesteld, werden vastgehouden.345 AI stelde voorts dat willekeurig mensen
zijn gearresteerd door de coalitie-autoriteiten, dat deze voor onbepaalde tijd
werden vastgehouden en dat gedetineerden geen toegang hadden tot een advocaat.
AI heeft aandacht gevraagd voor een viertal gedetineerden die vastgehouden
worden zonder dat zij contact met de buitenwereld mogen hebben.346 Ook stelde
AI dat gevangenen mishandeld werden tijdens verhoren.347 Uit mediaberichten
kwam naar voren dat volgens mensenrechtenorganisaties een aantal gedetineerden
vastgehouden is op grond van onjuiste informatie.348
Uit de pers is op te maken dat door familieleden van gedetineerden geklaagd is
over gebrekkige toegang tot en contact met hun gearresteerde verwanten.349 Ook
ICRC heeft zich hierover met zorg uitgelaten.350
Voordat de foto's van mishandelingen bekend werden, was reeds uit berichten in
de media vernomen dat zes Amerikaanse militairen waren beschuldigd van onder
meer mishandeling en geweldpleging jegens gedetineerden in de voormalige Abu
Gharib-gevangenis.351 Volgens een bericht uit de pers van februari jl. zouden
coalitiemilitairen van het VK betrokken zijn geweest bij geweld jegens
gedetineerden in de Bucca-gevangenis nabij Umm Qasr.352
343 De mensenrechtenorganisatie had zich in juli 2003 reeds kritisch uitgelaten over de
omstandigheden in detentiecentra onder het gezag van de CPA. (Amnesty International, `Iraq.
Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003, p. 11-13. )
344 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart
2004.
345 IWPR Iraqi Crisis Report, no 50, 1 maart 2004. Iraq Today, `For detainees, tribulation and
no trial despite reforms', 15 maart 2004.
346 Amnesty International, `Incommunicado detention / fear of torture', MDE/14/004/2004, 4
maart 2004.
347 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart
2004.
348 IRIN, Right groups welcome releases of detainees', 12 januari 2004.
349 AP, 23 maart 2004. Iraq Today, 1 maart 2004. IRIN, `Families of detainees want greater
access', 3 november 2003.
350 ICRC, `Report of the International Committee of the Red Cross (ICRC) on the treatment by
the coalition forces of prisoners of war and other protected persons by the Geneva
conventions in Iraq during arrest, internment and interrogation', februari 2004.
351 AP, Reports of alleged abuse of detainees by US soldiers came from within the military', 21
maart 2004. AP, `US military frees 272 detainees but controversy persists', 23 maart 2004.
352 Andrew Johnson, Robert Fisk, `Did British soldiers lose all control and decency at the
notorious Camp Bucca?', 15 februari 2004. Foto's van mishandelingen door militairen van
het VK die in mei in de publiciteit kwamen, bleken later geënsceneerd te zijn. (NRC
Handelsblad, 15 mei 2004. BBC News, `Editor sacked over `hoax' photos', 14 mei 2004.)
69
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Detentiecentra en gevangenissen
Met de uitvaardiging van verordening 10 door de CPA is het beheer over detentie-
en gevangenisfaciliteiten overgedragen aan het ministerie van Justitie.353 Voorts is
regelgeving vastgelegd inzake het waarborgen van goede volgens internationale
normen opgestelde leefomstandigheden in detentiecentra en gevangenissen.
Hierbij wordt aandacht geschonken aan onder meer scheiding der seksen,
scheiding tussen verdachten en veroordeelden, tussen minder- en meerderjarigen.
Verder wordt voorgeschreven dat gevangenen in afzonderlijke cellen worden
gedetineerd. Ook voorziet de regelgeving in waarborgen inzake voedsel- en
drinkvoorzieningen, sport-, recreatie- en onderwijsfaciliteiten, medische
voorzieningen, arbeidsomstandigheden, bezoekrecht, beklagrecht en
geloofsbelijdenis. Ook bevat het besluit bepalingen inzake disciplinaire instructies,
waaronder een verbod op alle vormen van mishandeling, en de eisen waaraan
gevangenispersoneel dient te voldoen.
ICRC heeft zich op verzoek van de CPA sinds juli 2003 beziggehouden met de
registratie van gedetineerden in Irak. Eind december jl. hebben de `Iraqi
Assistance Centers' enkele taken van ICRC met betrekking tot gedetineerden,
zoals informatieverstrekking aan familieleden van gedetineerden, overgenomen.354
3.3.7 Mishandeling en foltering
Tijdens de verslagperiode was op grote schaal sprake van ernstige
gewelddadigheden. Coalitiemilitairen, Iraakse veiligheidsorganisaties (zoals de
politie) `non-state actors' als milities en andere vergelijkbare organisaties en
groeperingen als ook gewapende individuen hebben geweldplegingen begaan,
waarbij ook mishandelingen zijn gepleegd.355
Uit een bericht in de pers werd vernomen dat in een aantal gevallen Iraaks
politiepersoneel zich schuldig zou hebben gemaakt aan mishandeling van
verdachten.357
Eind april, begin mei kwamen foto's van mishandelingen door Amerikaanse
coalitiemilitairen van Iraakse gedetineerden aan het licht.358 De Amerikaanse
generaal Taguba, die al eerder een onderzoek had ingesteld naar de
353 Onder het regime van Saddam Hoessein lag het beheer bij het ministerie van Binnenlandse
Zaken en Werkgelegenheid en Sociale Zaken.
354 Iraq Today, 29 december 2003.
355 Als voorbeeld van dergelijk geweld door `non-state actors' dient hier de zeer ernstige
mishandelingen met de dood tot gevolg van vier Amerikaanse burgers in Fallujah eind maart
jl. (WashingtonPost, 31 maart 2004) . Zie ook bijlage 7.
356 Iraq Today, `Police, religious militia come to blows', 22 maart 2004.
357 Iraqi Crisis Report, `Police admit torture', 4 mei 2004.
358 CBSNews.com, `Abuse of Iraqi POWs by GI's probed', 29 april 2004. Christian Davenport,
`New prison images emerge', Washington Post, 6 mei 2004. Ook kwamen foto's van
mishandelingen door militairen van het VK in de publiciteit. In mei bleek dat deze foto's
geënsceneerd waren. (NRC Handelsblad, 15 mei 2004)
70
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
mishandelingen van gevangenen, stelde dat tussen oktober en december 2003
meerdere gevallen van mishandeling waren voorgevallen.359 Een rapport van het
`International Committee of the Red Cross' (ICRC) van februari, in mei publiek
gemaakt, meldt `serious violations of International Humanitarian Law' door
coalitiemilitairen. Deze schendingen betroffen onder meer mishandelingen tijdens
ondervragingen. Ook stelde ICRC dat gevangenen de kans liepen `slachtoffer te
worden van buitenproportioneel en excessief gebruik van geweld door de
gevangenisautoriteiten'.360 In de loop van mei verschenen in de pers meer foto's
waarop mishandelingen van gevangenen in de Abu Gharib-gevangenis te zien
waren.361 Voorts werd in de pers een aantal verklaringen van Iraakse gevangenen
gepubliceerd waarin zij stelden mishandeld te zijn door Amerikaanse
coalitiemilitairen.362
Verschillende keren rapporteerde Amnesty International dat gedetineerden gesteld
hebben gemarteld en mishandeld te zijn door coalitiemilitairen van de VS en het
VK tijdens verhoren. De mensenrechtenorganisatie meldt dat één gedetineerde te
Basra, in hechtenis bij de Britse autoriteiten, is gestorven tengevolge van
marteling.363
De Britse autoriteiten lieten weten onderzoeken te hebben ingesteld naar
mogelijke gevallen van mishandeling van Iraakse gevangenen door Britse
militairen.364
3.3.8 Verdwijningen
Ontvoeringen kwamen tijdens de verslagperiode voor. Veelal betrof het hier
ontvoeringen in ruil voor losgeld door criminelen en / of bendes.365 In april werden
359 Article 15-6 Investigation of the 800th military police brigade (rapport opgesteld door
generaal A.M. Taguba.) Zie bijvoorbeeld
http://ww.npr.org/iraq/2004/prison_abuse_report.pdf). RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 16, 7
mei 2004.
360 Het rapport van ICRC beslaat de periode maart november 2003. ICRC, `Report of the
International Committee of the Red Cross (ICRC) on the treatment by the coalition forces of
prisoners of war and other protected persons by the Geneva conventions in Iraq during arrest,
internment and interrogation', februari 2004.
361 BBC News, `New accounts of prisoner abuses', 21 mei 2004.
362 Er werd gesproken van seksueel misbruik, openlijke vernederingen, geweldplegingen tijdens
ondervragingen en gedurende de detentie. Scott Higham and Joe Stephens, `New details on
scale of Iraq prison abuse', Washington Post, 21 mei 2004. CBSNews, `Troop abuse piling
up', 26 mei 2004. MSNBC, `New photos show Abu Ghraib tactics', 26 mei 2004. Gert van
Langendonck, `Maak mij maar dood', NRC Handelsblad, 22 / 23 mei 2004. BBC News,
`New accounts of prisoner abuses', 21 mei 2004
363 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart
2004. Amnesty International, `USA pattern of brutality and cruelty war crimes at Abu
Ghraib', 7 mei 2004. Reliefweb/Amnesty International, `Amnesty International reveals a
pattern of torture and ill-treatment', 19 mei 2004.
364 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 18, 2 mei 2004.
71
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
enige tientallen buitenlanders ontvoerd.366 Met de gijzelingen beoogden de daders
de terugtrekking van coalitietroepen te bespoedigen.367 Sommige gegijzelden zijn
kort na de gijzelneming vrijgelaten. Van een enkeling is bekend dat deze om het
leven is gebracht door gijzelnemers. Het is niet bekend wie achter de ontvoeringen
schuilen.
Amnesty International meldde in 2003 dat veel Irakezen die gearresteerd en
gedetineerd zijn niet meer te lokaliseren zijn door hun familie. Het zou hier
mogelijk ook gaan om krijgsgevangenen. De CPA heeft hiertegenover gesteld dat
Amerikaanse functionarissen problemen hebben ondervonden bij de registratie en
het achterhalen van de identiteit van gedetineerden. De systematiek van namen -
die verschilt van de westerse manier - zou hierbij een rol spelen. Er is geen nieuwe
informatie hieromtrent bekend.
3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden
Tijdens de verslagperiode was op grote schaal sprake van ernstige
gewelddadigheden. Zowel politieke motieven als `reguliere' criminaliteit lagen
hieraan ten grondslag. Tengevolge van aanslagen, vuurgevechten en
ongeregeldheden is een groot aantal doden gevallen onder zowel Irakezen als
buitenlanders.368 Irakezen die samenwerken met de coalitie, zoals Iraakse
politiefunctionarissen369, politieke figuren, overheidsfunctionarissen, rechters, en
vooraanstaande religieuze leiders, zijn in een aantal gevallen het dodelijk
slachtoffer geweest. Ook zijn bij aanslagen doden gevallen onder buitenlanders die
verondersteld worden verbonden te zijn aan de coalitie zoals werknemers van
internationale organisaties en buitenlandse bedrijven alsmede diplomaten. Onder
de slachtoffers bevonden zich ook burgers. Tijdens de verslagperiode is gebleken
dat een aanzienlijk aantal burgers, waaronder onschuldige omstanders, het
slachtoffer is geworden van geweld. Exacte cijfers zijn niet bekend. Schattingen
over het aantal burgerslachtoffers tijdens de operatie in Fallujah liepen echter tot
in de vele honderden.370
Voorts wordt het aantal dodelijke slachtoffers onder coalitiemilitairen geschat op
circa zevenhonderd sinds 1 mei 2003.371
365 Iraq Today, 22 maart 2004. Oxford Analytica, 17 maart 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, no
43, 9 januari 2004.
366 AP, `Foreign civilians taken hostage in week of fighting', 13 april 2004.
367 ANP, `Iraakse groepen gijzelen buitenlandse burgers', 8 april 2004.
368 Zie verder paragraaf 2.3.
369 De Iraakse minister van Binnenlandse Zaken stelde in februari jl. dat meer dan zeshonderd
politiefunctionarissen waren vermoord sinds de val van Saddam Hoessein. (IRIN, `Risks for
police officers increasing', 6 februari 2004)
370 Zie ook 2.3 en bijlage 7,
371 Reuters, `Table of military deaths', 27 mei 2004.
http://lunaville.org/warcasualties/Summary.aspx (stand: 27 mei 2004)
72
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Het kwam voor dat bij arrestaties door Iraakse politie en / of militairen van
coalitietroepen dodelijke slachtoffers zijn gevallen onder arrestanten en / of
omstanders en politie en / of militairen.372
Er zou een aantal doden zijn gevallen onder Iraakse gevangenen die onder toezicht
stonden van de Amerikaanse coalitiemilitairen. Uit de pers werd vernomen dat de
Amerikaanse autoriteiten hiernaar onderzoeken hebben ingesteld.373
3.3.10 Doodstraf
De doodstraf is door de CPA opgeschort. Daar waar de doodstraf de enige straf is
die kan worden uitgedeeld, zal deze worden vervangen door levenslange
gevangenisstraf.
De KRG-autoriteiten stelden na aanvaarding van een nieuwe grondwet te zullen
bezien of de doodstraf zal worden afgeschaft. Van de zijde van de KRG-
autoriteiten werd vernomen dat deze de doodstraf tijdelijk hebben opgeschort naar
aanleiding van het besluit van de CPA de doodstraf af te schaffen. Overigens is
volgens de KDP en de PUK sinds 1998 in Noord-Irak de doodstraf niet meer
voltrokken.374
3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Koerden
In het noorden van Irak voeren KRG/KDP en KRG/PUK het dagelijks bestuur in
dezelfde gebieden als in de periode voorafgaand aan de militaire interventie, hetzij
thans formeel onder aansturing van de CPA te Bagdad. De Koerden zijn
vertegenwoordigd in de IGC.375
In de tijdelijke grondwet376 is het Koerdisch naast het Arabisch opgenomen als
officiële taal.
De KDP en PUK hebben inmiddels, overeenkomstig andere politieke partijen,
kantoren geopend in onder meer Bagdad. Voorts zullen de peshmerga's opgaan in
372 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 7, 27 februari 2004.AP, `US Soldier being investigated after
death of Iraqi', 4 maart 2004. AP, `Three Iraqis killed in gunbattle with US troops', 4 maart
2004. ANP, `Coalitietroepen schieten drie Iraki's neer in Mosul', 5 maart 2004. `Reuters,
`Three Iraqis die in firefight with British troops', 6 maart 2004. AP, "US army confirms
soldiers killed four Iraqis in Kirkuk', 5 maart 2004.
373 CBSNews.com, `Troop abuse reports piling up', 26 mei 2004. MSNBC.com, `Prisoner abuse
in Iraq. Key dates in the Iraqi prisoner abuse scandal', stand 27 mei 2004. MSNBC, `New
photos show Abu Ghraib tactics', 26 mei 2004.
374 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
375 Naast Jalal Talabani (PUK), Massoud Barzani (KDP) en Salaheddine Bahaaeddin (KIU)
bevinden zich twee Koerden in de IGC die niet aan een partij verbonden zijn, te weten
Mahmoud Othman en Dara Nureddin.
376 Begin maart 2004 is de `Transitional Administrative Law' aangenomen. Zie verder voor de
tijdelijke grondwet: subparagraaf 2.1.3. en 3.1.2. Zie ook www.cpa-iraq.org.
73
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
de nieuwe veiligheidsorganisaties, waaronder de dienst belast met
grensbewaking.377 378
Tijdens de verslagperiode was er in Kirkuk nog altijd sprake van een gespannen
situatie.379 Een aantal keren is het tot geweld gekomen tussen Koerden en
Turkmenen. Vrees voor een te dominante rol van Koerden in Kirkuk heeft hierbij
een rol gespeeld.
In de tijdelijke grondwet is vastgelegd dat, na vaststelling van een permanente
grondwet, de status van Kirkuk nader zal worden bepaald.380
In het noorden zouden Arabische bewoners uit hun huizen zijn verdreven door
Koerden die zijn teruggekeerd naar hun oorspronkelijke woonplaatsen.381 382 Uit
diverse berichten in de pers is vernomen dat duizenden Koerden sinds de val van
het regime van Saddam Hoessein zijn teruggekeerd naar Kirkuk. Dit zou de
spanningen in de stad mede hebben vergroot.383 Vernomen is dat in de
verslagperiode de KRG-autoriteiten Koerdische ontheemden hebben
aangemoedigd terug te keren naar hun voormalige woonplaatsen. Op deze wijze
zouden de KRG-autoriteiten hun aanspraak op bijvoorbeeld Kirkuk en andere
plaatsen trachten te bevorderen.
Uit de pers werd vernomen dat Koerden eind februari jl. materiële schade zouden
hebben aangericht aan het hoofdkantoor van het Iraqi Turkmen Front in Kirkuk.
Een functionaris van de PUK verklaarde in de pers dat geen politieke partij
betrokken was bij dit incident en veroordeelde het voorval.384
Koerden, Turkmenen en Arabieren zouden begin maart slaags zijn geraakt in
Kirkuk. Een demonstratie ter gelegenheid van de ondertekening van de tijdelijke
grondwet mondde uit in een gewelddadig treffen waarbij enkele doden vielen, zo
werd uit de pers vernomen.385
377 Brian Williams, `New Iraqi force takes control of some border posts', Reuters, 27 september
2003.
378 Zie paragraaf 2.3.
379 Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
380 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, artikel 58.
381 BBC News, `Arabs displaced by Iraqi Kurds', 20 februari 2004. IRIN, 19 februari 2004.
382 Zie ook paragraaf 4.2 voor informatie over IDP's. Zie subparagraaf 3.3.3. voor meer
informatie over soennitische Arabieren onder `soennieten'.
383 AP, `Kurds return, Arabs flee, as a mass migration redraws map of northern Iraq', 16 februari
2004. Parool, `Verdreven Koerden mogen Kirkoek niet in', 11 februari 2004. Iraq Today, `As
returnees resettle in Kirkuk, humanitarian issues 19 januari 2004. AP, `Struggle for control
of oil-rich Kirkuk offers major test', 14 januari 2004. Mariam Fam, `Iraq's Kurds return to
ruined Kirkuk', AP, 9 december 2003.
384 RFE/RL Iraq Report, `Kurds reportedly vandalize Turkoman headquarters', vol. 7, no. 8, 5
maart 2004. Adnan Hadi, `Ethnic tensions rising in Iraqi city of Kirkuk', Reuters, 1 maart
2004.
385 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 9, 13 maart 2004.
74
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Later in maart deden zich in de provinciale raad van Kirkuk spanningen voor. De
Arabische en Turkmeense raadsleden zouden uit de raad zijn gestapt uit onvrede
over de naar hun mening te grote invloed van Koerden en haperende voortgang in
het oplossen van eigendomskwesties. Ook werd in de pers het gebrek aan
veiligheid gemeld als reden voor de Turkmeense afvaardiging om zich terug te
trekken uit de raad.386 Volgens een bericht in de pers zou de politieke crisis te
maken hebben met de moord op een Arabisch raadslid, eerder in maart.387 In april
kwam de raad weer bijeen.388
Begin februari jl. kwamen bij twee zelfmoordaanslagen op de kantoren van de
KDP en de PUK in Erbil meer dan honderd mensen om, waaronder veel
partijleden.
De CPA heeft de regeling `Iraqi Property Reconciliation Facility' opgezet.
Hiermee dienen teruggave en compensatie met betrekking tot onteigende
eigendommen te worden geregeld.389 Medio januari jl. trad de `Iraq Property
Claims Commision Law' in werking.390 Tijdens de verslagperiode werd nog
gewerkt aan de implementatie van regelgeving voor de behandeling van
eigendomsclaims. Men beschikte nog niet over voldoende capaciteit om met de
behandeling te beginnen.391 In mei werd bekend dat inmiddels twaalf kantoren van
de `Iraqi Property Claims Commission' waren opgericht.392
Ook de KDP heeft in 2003 aangegeven dat samen met de Amerikaanse autoriteiten
gewerkt zou worden aan een oplossing voor de problemen rond onteigend bezit.393
De `Kurdistan People's Congress' (PKK/KONGRA-GEL) voorheen
PKK/KADEK - is nader beschreven in paragraaf 2.3.
3.4.2 Fayli-Koerden en Irakezen van Iraanse afkomst394
De nieuwe concept-nationaliteitswet395 bevat voorwaarden om de
nationaliteitsrechten van Fayli-Koerden te laten herleven. Ook is in de TAL een
386 Jordan Times,29 maart 2004.
387 Reuters, `Ethnic tensions divide city council in Iraq's Kirkuk', 27 maart 2004.
388 UNAMI, Kurdistan Nuwe, 27 april 2004.
389 The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus,
Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p. 18.
390 ICG Middle East Report no 26, `Iraq's Kurds: Towards an historic compromise?', 8 april
2004.
391 Zie ook subparagraaf 3.4.1.
392 DFID `Iraq Update', 13 mei 2004.
393 Al-Sharq Al-Awsat, `Kurdish US officials reach `understanding' on displaced Kurds issue',
13 mei 2003.
394 Zie ook het algemeen ambtsbericht Fayli-Koerden en Irakezen van Iraanse afkomst, 3
oktober 2001.
75
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
aantal aspecten van deze conceptversie opgenomen. Welke procedures Fayli-
Koerden dienen te doorlopen om daadwerkelijk over de Iraakse nationaliteit te
kunnen beschikken, was tijdens de verslagperiode nog niet bekend.396 De decreten
van de Revolutionaire Commandoraad397 (onder meer decreet 666 van 1980), die
de ontneming van het Iraakse staatsburgerschap betroffen, zijn komen te
vervallen.398
Terugkeer van Fayli-Koerden vanuit Iran zou sinds de val van het voormalige
regime hebben plaatsgevonden. Precieze aantallen zijn niet bekend.
3.4.3 Moeras-Arabieren
Onder het `Marshland Restoration Programme' werd door het ministerie van
Watervoorziening en het ministerie van Milieu, in samenwerking met onder meer
het `US Agency for International Development' (USAID) tijdens de
verslagperiode verder gewerkt aan herstel van de moerasgebieden in het zuiden
van Irak.399 Inmiddels zouden, zo werd uit de pers vernomen, circa 110.000
Irakezen zijn teruggekeerd naar de moerasgebieden bij Basra.400
In januari zouden circa 8.000 mensen in de moerasgebieden de wijk hebben
moeten nemen in verband met overstromingen.401
3.4.4 Turkmenen
Iraakse Turkmenen kunnen in geheel Irak hun politieke stem laten horen. De
Turkmeense gemeenschap is in de IGC vertegenwoordigd door Sonkul Chapouk,
een van de drie vrouwelijke raadsleden.402 In provincie- en districtsraden van
Nineveh en Kirkuk nemen Turkmenen zitting. In Tell Afar, Altun Kopri en Tuz
Khormatu zetelen Turkmeense burgemeesters. Voorts zijn in Turkmeense kring
diverse nieuwe organisaties en mediakanalen opgericht.
395 Zie subparagraaf 3.1.2.
396 Regelgeving zal naar verwachting na de geplande soevereiniteitsoverdracht op 30 juni a.s.
nader worden bepaald.
397 De Revolutionaire Commandoraad (RCC) had als hoogste staatsorgaan onder het bewind van
Saddam Hoessein de wetgevende en uitvoerende macht in handen. Zie verder algemeen
ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
398 Overigens zijn alle decreten van de RCC onder de CPA komen te vervallen.
399 Reliefweb, 18 maart 2004. USAID, `The new Iraq': progress and accomplishments', 27
januari 2004. DFID Iraq Update, no. 69, 12 januari 2004. Ali B. Al-Shouk, `Wetland
restoration to begin', Iraq Today, 1 maart 2004. International Information Programs, US
Department of State, 23 maart 2004.
400 Rosie Garthwaite, `Driven near extinction, Iraq's Marsh Arabs return', Reuters, 2 oktober
2003.
401 IRIN, `Flooding leaves thousands homeless', 12 januari 2004.
402 Zij is overigens niet verbonden aan een van de Turkmeense politieke partijen.
76
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
De Turkmeense gemeenschap in Irak is verdeeld. Er zijn tenminste vijf
Turkmeense politieke organisaties bekend, met het Iraqi Turkmen Front (ITF) als
grootste partij. De verhoudingen met andere, kleinere Turkmeense organisaties
zouden niet goed zijn. In september 2003 werd Faruk Abdullah Abd Al-Rahman
verkozen als nieuwe leider van het ITF.403 Het ITF heeft onder meer kantoren in
Erbil en Kirkuk.
Vanuit Turkmeense kring is verschillende keren protest geuit uit onvrede over hun
maatschappelijke positie. Eind februari 2004 is door een aantal Turkmenen
gedemonstreerd bij het CPA-hoofdkantoor in Bagdad, voor erkenning van de
Turkmeense nationaliteit in Irak. In Kirkuk, zo werd uit de pers vernomen, heeft
een aantal Turkmeense ondernemers op 28 februari gestaakt. De staking zou te
maken hebben met de vrees onder Turkmenen voor een dominante rol van de
Koerden in Kirkuk.404 De `Islamic Movement for the Turkomans of Iraq' heeft
eveneens onvrede geuit over het feit dat Turkmenen niet als derde nationaliteit
erkend worden door de IGC.405
In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat Irakezen het recht hebben op
overheidsscholen onderwijs te volgen in hun moedertaal.
Het ITF is voornemens Turkmeense scholen op te richten.
In 2003 hebben zich incidenteel spanningen voorgedaan tussen Turkmenen,
Arabieren, Koerden en Assyrische christenen. Verder bestaat er onvrede onder
Turkmenen over `koerdisering' van Kirkuk.406 407
Tijdens de verslagperiode was er in Kirkuk opnieuw sprake van een gespannen
situatie. Een aantal keren is het tot geweld gekomen tussen Turkmenen en
403 RFE/RL Iraq Report, `Iraqi Turkmen front elects new leader', vol. 6, no.39., 21 september
2003.
404 Steve Negus, `Political breaktrough', Middle East International, 5 maart 2004.
405 RFE/RL Iraq Report, `Iraqi Turkoman leader opposes draft constitution', vol. 7., no 7, 27
februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Iraqi Turkoman Front leader calls for recognition of
Turkomans', vol. 7, no. 8, 5 maart 2004
406 Veel Koerden zouden naar de stad zijn getrokken. Een onevenredig groot aantal Koerden zou
inmiddels Kirkuk bevolken en zitting nemen in onder meer overheidsfuncties.(The
Economist, `No Kurdish imperialism for us', 30 augustus 2003. Giles Trendle, `A hotbed of
ethnic tension', The Middle East, december 2003, p.13-15.)
407 Eind augustus 2003 zouden zich drie dagen lang schermutselingen hebben voorgedaan tussen
Koerden en Turkmenen in het noorden van Irak. Onvrede onder Turkmenen naar aanleiding
van de schending van een sjiitisch heiligdom zou aan de onlusten ten grondslag liggen, zo
werd uit de pers vernomen. Hierbij zou een tiental doden zijn gevallen. Economist
Intelligence Unit, Country Report Iraq, september 2003, p.18. Neue Zürcher Zeitung,
`Kurdisch-turkmenischer Streit in Kirkuk', 25 augustus 2003. Volkskrant, `Twaalf doden bij
etnisch geweld in Kirkuk', 25 augustus 2003. Andrew Gray, `Three British troops among 12
killed in Iraq', 24 augustus, BruneiDirect.com
(http://www.brudirect.com/DailyInfo/News/Archive/Aug03/240803/wn03.htm) .
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Arabieren enerzijds en Koerden anderzijds. Vrees voor een te dominante rol van
Koerden in Kirkuk heeft hierbij een rol gespeeld.408
Uit een bericht in de pers werd vernomen dat twee leden van het ITF op 31 januari
jl. zouden zijn neergeschoten in Tuz Khormatu. Niet bekend is wie achter de
schietpartij schuilde.409
Circa 1750 sjiitische Turkmenen zijn vanuit het zuiden van Irak teruggekeerd naar
de provincie Kirkuk. Het betreft hier personen die onder het regime van Saddam
Hoessein gedwongen werden naar het zuiden te verhuizen.410
3.4.5 Dienstplichtigen / militairen
De dienstplicht is door de CPA afgeschaft. Indiensttreding is vrijwillig. Thans is in
Irak sprake van een beroepsleger. De minimum leeftijd voor toetreding is achttien
jaar. Er zijn geen voornemens geuit tot invoering van de diensplicht. Men mag na
toetreding niet politiek actief zijn en men dient zich te onthouden van politieke
uitlatingen. In vrijwel alle Iraakse steden zijn rekruteringsbureau's waar men zich
kan melden voor opname in het nieuwe Iraakse leger. Met uitzondering van leden
die een hoge rang bekleedden in de voormalige Baathpartij411, voormalige
medewerkers van de veiligheids- en inlichtingendiensten en criminelen kan
iedereen toetreden. De belangstelling is groot, mede vanwege de hoge
werkloosheid.
Politieke partijen kunnen personen voordragen voor opname in het nieuwe Iraakse
leger. Zo zijn reeds tientallen peshmerga's en leden van de Badr-organisatie tot het
nieuwe leger toegetreden.
Het is niet bekend of militairen die tijdens de inval van de coalitiemilitairen in de
lente van 2003 gedeserteerd zijn, nadien vanwege desertie in de negatieve
belangstelling van derden hebben gestaan.
3.4.6 Vrouwen
In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat vijfentwintig procent van het totale
aantal zetels in het toekomstig parlement ingenomen dient te worden door
vrouwen. Enkele mensenrechtenorganisaties, waaronder Human Rights Watch,
vonden dat de tijdelijke grondwet te weinig waarborgen biedt voor de rechten van
vrouwen.412
408 Zie voor een beschrijving van incidenten 2.3. en 3.4.1.
409 Scott Taylor,'Northern Iraq inches towards civil war', Aljazeera.net, 8 februari 2004.
410 AFP, `Thousands of Shiite Turkmen return to Iraq's Kirkuk', 24 januari 2004.
411 Zie ook subparagraaf 3.4.7.
412 De TAL zou onvoldoende bescherming bieden aan vrouwen inzake onder meer het
huwelijksrecht en erfrecht. (HRW, `Iraq Interim constitution shortchanges women', 5 maart
78
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Resolutie 137, waarmee het civiele personen- en familierecht413 diende te worden
vervangen door islamitische wetgeving is in tweede instantie door de IGC weer
ingetrokken.414
De door CPA-regelgeving gegarandeerde vrijheid van vereniging en
vergadering415 heeft geleid tot de oprichting van diverse vrouwenorganisaties,
zoals `The Independent Women Organisation', `Women Association under the
Constitutional Monarchy', `Democratic Iraqi Women Society' en `Kurdistan
Women Federation'. Inmiddels bestaan er reeds bijna vijftig vrouwenorganisaties
in Bagdad alleen. In het midden en zuiden van Irak zouden vrouwen in mindere
mate georganiseerd zijn vergeleken met elders. Voorts zijn diverse initiatieven
ontplooid om de positie van vrouwen in Irak te bevorderen.416 Zo zijn er in
verschillende steden `women centres' opgericht waar cursussen (in
leesvaardigheid, gezondheid, voedingsleer, computercursussen etc.) worden
gegeven en informatiebijeenkomsten worden gehouden.417
Vrouwen nemen deel aan het arbeidsproces. Het aandeel van vrouwen in het
arbeidsproces is niet met zekerheid vast te stellen. Momenteel beschikbare
schattingen liggen tussen de zestien en negentien procent.418 Deze informatie kan
bij gebrek aan onderzoeksmogelijkheden niet worden bevestigd. Voorts heeft
mevrouw Nisrin Barwari, de minister van Openbare Werken gesteld dat vrouwen
werkzaam zijn in uiteenlopende sectoren en ook op hogere functies.419 Er is echter
sprake van ondervertegenwoordiging van vrouwen in het politieke bestel op
2004. IRIN, `Rights groups say new constitution falls short on women's rights', 9 maart
2004.)
413 Het huidige civiele personen- en familierecht in Irak, de `Personal Status Law', is van kracht
sinds de jaren vijftig. Volgens dit recht zijn man en vrouw gelijk.
414 De resolutie diende nog te worden goedgekeurd door ambassadeur Bremer alvorens in
werking te kunnen treden. Bremer had echter aangegeven niet akkoord te gaan met de
resolutie. Zie ook 3.1.2..
415 Zie ook subparagraaf 3.3.2.
416 IRIN, `Widows start new enterprise', 31 maart 2004. IRIN, `NGO works to boost women's
literacy in north', 8 maart 2004. AFP, `US to give 10 million dollars to boost women's rights
in Iraq', 8 maart 2004. Lorne Cook, `Historic day for women in Iraq as rights inscribed in
law', AFP, 8 maart 2004. Bureau of International Information Programs, 27 februari 2004.
417 Bureau of International Information Programs, `Iraqi groups build democrcay at grassroots
level', 20 januari 2004.
418 Bureau of International Information Programs, `Iraqi women raise their political voics, says
minister Berwari', 11 maart 2004. Bureau of International Information Programs, 27 februari
2004.
419 Nisrin Berwari stelde in een toespraak dat meer dan zestig procent van de tandartsen,
farmaceuten en onderwijzers, meer dan dertig procent van de artsen, universitair docenten en
technische docenten bestaat uit vrouwen. Bij de overheid zou meer dan dertig procent van de
directeursfuncties vervuld zijn door vrouwen. (Bureau of International Information Programs,
`Iraqi women raise their political voics, says minister Berwari', 11 maart 2004.)
79
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
nationaal niveau.420 Op lokaal en regionaal niveau zouden meer vrouwen zitting
nemen in de raden.421 Strenge leefregels, danwel conservatieve normen en
waarden hebben de deelname van vrouwen aan politieke activiteiten mede
beïnvloed. In de praktijk is gebleken dat vrouwen die zitting hebben in raden niet
altijd volledige bewegingsvrijheid genieten. Het is voorgekomen dat een verkozen
vrouw alleen vergezeld van haar echtgenoot andere mannelijke gesprekspartners
mocht spreken. Vanwege beperkingen aan onderzoeksmogelijkheden is thans niet
meer bekend.
Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre de situatie voor vrouwen
veranderd is sinds de val van Saddam Hoessein. Conservatieve normen en
waarden zijn in door sjiieten gedomineerde gebieden van grotere invloed dan
voorheen. In het zuiden van Irak is vanuit sjiitische kring gepleit voor strengere
kledingvoorschriften voor vrouwen en een scheiding der seksen in openbare
ruimtes.422 Dit zou niet het geval zijn in plaatsen als Bagdad, Mosul, Kirkuk,
Sulaymaniyya, Dohuk en Erbil.
In Basra zouden inmiddels in het straatbeeld minder vrouwen dan voorheen te zien
zijn, zo werd uit de pers vernomen.423
Geweld
Er zijn verschillende berichten verschenen over toegenomen geweld jegens
vrouwen sinds de militaire interventie.424 De gebrekkige veiligheidssituatie en het
beperkt functionerende politie-apparaat lagen mede hieraan ten grondslag.
Volgens een rapport van Human Rights Watch uit 2003 kwamen na de militaire
interventie ontvoering en verkrachting van vrouwen in Irak op grotere schaal voor
dan voorheen. Het sociale stigma dat in Irak op seksueel geweld ligt, weerhoudt
veel vrouwen ervan aangifte te doen.425 Ook zouden veel vrouwen het slachtoffer
zijn van ontvoeringen.426 In maart werd gemeld dat vrouwenorganisaties vaak te
420 Er zetelt slechts een vrouw in het huidige kabinet. In de IGC nemen drie vrouwen zitting.
421 In de stadsraad van Bagdad zijn zes leden van de zesendertig vrouw (The Guardian, `Doubts
hold back rising star of Iraqi politics', 10 februari 2004. Bureau of International Information
Programs, 27 februari 2004.
422 AP, AP, `Killing of video store owner underlines concerns over religious vigilantes in Iraq's
second-largest city', 2 maart 2004. IRIN, `Interview with Amnesty International Head', 19
juni 2003. Zie ook subparagraaf 3.3.3. `Sjiieten'.
423 Scheherezade Faramarzi, `Southern city of Basra gives hints of what a Shia state in Iraq could
look like', AP, 24 maart 2004.
424 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart
2004.
425 Human Rights Watch, `Climate of fear. Sexual violence and abduction of women and girls in
Baghdad', juli 2003.
426 UNHCR, `Update to the international protection response to asylumseekers from Iraq', 1
maart 2004. AP, `Killing of video store owner underlines concerns over religious vigilantes
in Iraq's second-largest city', 2 maart 2004.
80
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
maken hadden met bedreigingen. Medewerkers van organisaties zouden uit angst
thuis zijn gebleven voor repressailles.427
Van mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch en Amnesty International en
uit de media werd vernomen dat tengevolge van de veiligheidssituatie veel
vrouwen en meisjes hun huis niet durfden te verlaten. Ook was volgens Human
Rights Watch het schoolbezoek van meisjes drastisch verminderd.428
De `Organization for the Freedom of Women in Iraq', gelieerd aan de `Communist
Workers' Party' stelde in augustus 2003 dat circa vierhonderd vrouwen in Irak
zouden zijn verkracht, ontvoerd en in een aantal gevallen vermoord sinds april
2003.429 Nadere informatie is niet voorhanden.
Volgens een NGO actief in het noorden van Irak zou huiselijk geweld zijn
toegenomen als gevolg van de grote werkloosheid en algehele frustratie onder de
bevolking over de situatie in Irak.
Er zijn verschillende berichten die erop duiden dat moorden vanwege eerwraak in
verschillende delen van Irak voorkomen. Cijfers zijn niet bekend.430 431 In de
KRG-gebieden hebben de autoriteiten in 2002 wetgeving inzake moorden
vanwege eerwraak aangepast. De KRG/PUK heeft een wetsaanpassing gemaakt
volgens welke daders van eerwraak niet langer immuun zijn. In het gebied onder
de KRG/KDP is in 2002 een wijziging op de wet aangenomen houdende dat
eerwraak in dat gebied niet is toegestaan.432 Het is niet bekend of elders in Irak
maatregelen zijn genomen tegen eerwraak. Evenmin is bekend of in Irak buiten de
KRG-gebieden wetgeving inzake eerwraak, van kracht onder Saddam Hoessein,
427 IRIN, `Women's groups under threat in the new Iraq', 24 maart 2004. Amnesty International,
Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004.
428 Hier verwees HRW naar een onderzoek van mei 2003 van de NGO `Save the Children',
(Human Rights Watch, `Climate of fear. Sexual violence and abduction of women and girls
in Baghdad', juli 2003). In september 2003 werd in de pers van deze ontwikkeling eveneens
melding gemaakt (Sue Pleming, `Iraqi women no better off, UN official says', Reuters, 23
september 2003. Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE/14/143/2003, juli
2003, p. 4. IRIN, `Women afraid to seek healthcare in south', 5 april 2004. Renate van der
Zee, `Iraakse vrouwen in het nauw', Opzij, mei 2004
429 World News Connection, Remy Ourdan, `Iraqi women main victims of post-Saddam political
chaos', Paris Le Monde (internetversie), 17 september 2003. Reliefweb, AFP, 24 augustus
2003. Zie ook: Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE/14/143/2003, juli
2003, p. 4.
430 Zie algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
431 IRIN, `Focus on honour killings', 17 februari 2004. United Kingdom Home Office Country
Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 8/2003,
15 december 2003. IRIN, `Focus on increasing domestic violence', 14 oktober 2003. The
Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus,
Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p. 23.
432 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
81
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
nog geldig is. Volgens deze wetgeving werden mannen die zich schuldig hadden
gemaakt aan moorden vanwege eerwraak niet strafrechterlijk vervolgd.
Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre vrouwen zich aan de dreiging
van eerwraak kunnen onttrekken door zich elders in Irak te vestigen. Noch is
bekend in hoeverre de huidige veiligheidsorganisaties in Irak bescherming kunnen
bieden aan vrouwen die blootstaan aan (seksueel) geweld door derden of
eerwraak. Uit de pers werd vernomen dat er plannen bestaan voor de opening van
een opvangtehuis voor vrouwen die het slachtoffer zijn van (huiselijk) geweld in
de Groene Zone, het gebied in Bagdad waar de CPA kantoor houdt.433 Voorts is
bekend dat in Erbil en Sulaymaniyya op kleine schaal opvang bestaat voor
vrouwen die zich willen onttrekken aan geweld.434
3.4.7 Baathpartij
De-Baathisering
Paul Bremer voerde bij zijn aantreden in Irak een nationaal beleid van de-
Baathisering in.435
Functionarissen die behoren tot de hoogste vier rangen van de Baathpartij 436 zijn
van hun functie ontheven. Het is hen niet toegestaan weer een overheidsfunctie437
te bekleden en ze dienen een veiligheidsonderzoek te ondergaan. Indien men een
bedreiging vormt voor de coalitiemacht volgt arrestatie. Alle personen die functies
hebben bekleed in de bovenste lagen van de overheid (met inbegrip van
ziekenhuizen, scholen en universiteiten) dienen te worden ondervraagd naar hun
partijverleden. Indien men in dergelijke functies Baathlid was, dient ontslag te
volgen. In aanvullende verordeningen is vastgesteld dat deze personen niet in
aanmerking komen voor pensioen of andere betalingen van de overheid. Hierbij
geldt dat degene die tijdens het Baathbewind de militaire rang van kolonel of
hoger (of equivalenten daarvan) vervulde, tenminste beschouwd wordt als
divisielid. Betrokkenen worden in beginsel uit overheidsdienst ontslagen. Wel is
het mogelijk om bij de CPA hiertegen bezwaar te maken.
De CPA heeft voorts alle militaire en civiele rangen verleend onder het regime van
Saddam Hoessein ingetrokken.
433 Dit zou het enige opvangtehuis in Bagdad zijn. IRIN, `Women's shelter to open in protected
Baghdad location', 21 april 2004.
434 Norwegian Immigration Appeals Board / Utlendingsnemnda, `Report from a fact-finding
mission to northern Iraq, Syria and Jordan, 27 augustus 11 september 2003', gepubliceerd
in november 2003. Zie www.une.no.
435 Order 1. De-Baathification of Iraqi society, 15 mei 2003. Zie verder subparagraaf 3.4.8.
436 Hiermee doelt de CPA op de rangen van divisielid, sectielid, afdelingslid en landelijk lid. Zie
ook: actualisering algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, 28 februari 2003.
437 In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat personen die tot de vier hoogste rangen van de
Baathpartij hebben behoord, niet verkozen kunnen worden voor het toekomstige parlement.
82
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Thans zijn specifieke functionarissen belast met het de-Baathiseringsprogramma.
Deze ambtenaren dienen binnen hun instelling de eerder genoemde categorieën
Baathleden op te sporen. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van aanwezige kennis en
archieven van de Baathpartij en de diverse veiligheids- en inlichtingendiensten van
het bewind van Saddam Hoessein.
Een `Iraqi De-Baathification Council' is opgericht waarin een twintigtal burgers
zitting heeft. Deze raad dient onderzoek te doen naar de identiteit en verblijfplaats
van Baathleden die verantwoordelijk waren voor mensenrechtenschendingen en
misdrijven tegen het Iraakse volk alsmede naar de aard, lokatie en status van
bezittingen en financiële tegoeden van de partij. Tevens adviseert de raad de IGC
en CPA op welke wijze de Baathpartij op efficiënte wijze kan worden ontmanteld,
criminele Baathleden kunnen worden vervolgd en illegaal verkregen
eigendommen en tegoeden teruggevorderd.
De `Higher National Debaathification Commission' heeft de verantwoordelijkheid
gekregen voor de-Baathisering in het onderwijssysteem. Verwacht wordt dat in de
loop der tijd de-Baathisering op andere terreinen eveneens onder de
verantwoordelijkheid van deze commissie zal vallen.
Binnen de rechterlijke macht was de `Judicial Review Committee' belast met het
onderzoek onder Iraakse rechters en aanklagers naar eventuele betrokkenheid bij
de Baathpartij.438
In de praktijk blijkt het beleid op problemen te stuiten. Persoonlijke relaties en
traditionele netwerken staan effectieve uitwerking in de weg.439
Een groot aantal Irakezen, waaronder onderwijzers, zou tengevolge van de-
Baathisering werkloos zijn geworden.440 De IGC liet begin oktober 2003 weten te
overwegen in sommige gevallen personen, die door de-Baathisering van hun
functie waren geheven, toch weer aan te stellen. Speciale commissies, aangesteld
door de IGC, dienen te bestuderen op welke wijze uitzonderingen konden worden
gemaakt in het beleid van de-Baathisering.441 Het beleid van de-Baathisering is
tijdens de verslagperiode gedeeltelijk teruggedraaid. In april zijn enkele hoge
militairen, verbonden aan het voormalige Iraakse leger, opnieuw opgenomen in
het huidige leger.442 In april kondigde ambassadeur Bremer aan dat leden van de
voormalige Baathpartij die sinds de invoering van de de-Baathisering werkloos
438 Ook werd onderzocht of men corrupt was, dan wel betrokken bij mensenrechtenschendingen.
Een kwart van de rechters zou zijn ontslagen. (DFID Update Iraq, 8 maart 2004)
439 RFE/RL Iraq Report, `Bagdad University president dismissed for not excluding Ba'athist
professors', vol 6, no. 41, 3 oktober 2003.
440 Zie ook ICG Middle East Briefing, `Baghdad: A race against the clock', 11 juni 2003, p.10.
441 RFE/RL Iraq Report, `Governing council considers reinstating Ba'athists', vol 6, no. 41, 3
oktober 2003.
442 Zie 2.3.
83
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
waren geraakt, toch weer in aanmerking konden komen voor een baan bij de
overheid of het leger.443
Leden van de Baathpartij
De positie van leden van de voormalige Baathpartij danwel van functionarissen
verbonden aan het regime van Saddam Hoessein is niet in algemene zin vast te
stellen. In deze verslagperiode werd verschillende keren bericht dat wraakmoorden
zijn gepleegd op leden van de inmiddels opgeheven Baathpartij.444 In het zuiden
van Irak zou een speciale eenheid verantwoordelijk zijn voor een aantal moorden
op Baathleden. Ook zouden leden van de Badr-Organisatie, de militante
organisatie verbonden aan SCIRI, betrokken zijn bij wraakmoorden op
Baathleden.445 Exacte aantallen van wraakmoorden zijn niet bekend. Evenmin is
vast te stellen of bij dergelijke wraaknemingen structureel onderscheid wordt
gemaakt naar de rang die het Baathlid bekleedde.446
De coalitie heeft ook tijdens deze verslagperiode haar zoektocht naar voormalige
(hooggeplaatste) functionarissen werkzaam onder Saddam Hoessein in het leger of
bij de overheid en / of vooraanstaande leden van de Baathpartij voortgezet.
Voor zover bekend hebben zich tijdens de verslagperiode geen gevallen
voorgedaan waarbij functionarissen van het voormalige regime problemen hebben
ondervonden in het KRG-gebied vanwege hun betrokkenheid bij het regime van
Saddam Hoessein.
In 2003 deden geruchten de ronde dat de Baathpartij nog intact en actief was. De
partij zou zich langzamerhand opnieuw hebben georganiseerd onder de naam
`Hizb Al-Awda', ofwel `Partij van de Terugkeer'. Vooral in de soennitische
driehoek, de thuisbasis van Saddam Hoessein, zou de partij nog steeds over een
aanhang van betekenis beschikken.
443 Jordan Times, 5 mei 2004. BBC News, 23 april 2004.
444 IWPR Iraqi Crisis Report, no. 50, 1 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, `Iraqi secret police
operating in Al-Basra', vol 7, no. 4, 30 januari 2004. Amnesty International, Press release,
`Iraq: Amnesty International in Basra field update May 8 2003, MDE 14/110/2003, 8 mei
2003. Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE/14/143/2003, juli 2003, p.
2 en 5-6. United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and
Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 3/2003, juni 2003. Romesh Ratnesar, `Vengeance
has its day', Time Magazine, 1 december 2003, p.40-2.
445 Edward Wong, `Iraqi militias resisting US pressure to disband', New York Times, 8 februari
2004. RFE/RL Iraq Report, `Iraqi secret police operating in Al-Basra', vol 7, no. 4, 30 januari
2004.
446 Zie bijvoorbeeld United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit,
Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin', 8/2003, 15 december 2003. Uit deze
informatie blijkt dat zowel leden van hogere als lagere rangen het slachtoffer zijn geweest
van wraakmoorden. Zoals eerder is aangegeven zijn cijfers niet bekend.
84
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat in de verslagperiode in Bagdad kopieën
van een brief verschenen van het `tijdelijk leiderschap' van de Baathpartij, waarin
werd opgeroepen tot opstand tegen de coalitie.
85
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
4 Migratie
4.1 Migratiestromen en motieven
Er zijn geen precieze cijfers bekend van de in- en uitstroom van Irakezen. Een
massale uitstroom van vluchtelingen heeft zich sinds de militaire interventie niet
voorgedaan.447 Zelfstandige, vrijwillige terugkeer naar Irak heeft plaatsgevonden.
Sinds de militaire interventie heeft het Iraakse ministerie van Handel 120.000
families die terugkeerden geregistreerd. Deze terugkeer vindt met name plaats
vanuit Iran, Syrië en Saoedi-Arabië. Voorts stelde dit Iraakse ministerie in een
interview dat er vanuit Syrië en Iran ongeveer 20.000 30.000 mensen op illegale
wijze zijn teruggekeerd.448
UNHCR en het Iraakse ministerie voor Emigranten449 keren zich tegen terugkeer
vanwege onder meer de veiligheidssituatie en gebrekkige
levensomstandigheden.450 Ook de CPA en het Amerikaanse Department of State
achten grootschalige terugkeer op dit moment niet wenselijk.
Ofschoon UNHCR geen voorstander is van vrijwillige terugkeer, heeft de
organisatie ook gedurende deze verslagperiode vrijwillige terugkeer van Irakezen
vanuit buurlanden van Irak gefaciliteerd. Hoewel UNHCR de omstandigheden met
betrekking tot veiligheid, onderdak en infrastructuur in Irak niet geschikt acht voor
terugkeer, meent de organisatie, mede met het oog op het recht op terugkeer, dat
het beter is in deze te faciliteren dan vluchtelingen alleen terug te laten gaan.
UNHCR keert zich tegen gedwongen terugkeer naar Irak in het licht van de
onzekere situatie in Irak. De organisatie heeft een beroep op overheden gedaan
(uitgeprocedeerde) asielzoekers vooralsnog niet terug te sturen naar Irak of naar
447 Het aantal vluchtelingen dat zich in 2003 in Turkije bij UNHCR meldde liet bijvoorbeeld een
daling zien ten opzicht van het aantal in 2002.
448 IRIN, `Interview with spokesmen for Ministry of Migration and Displacement, 1 april 2004,
449 In het Arabisch luidt het ministerie is `Wizara al-Muhadjarien wal-Muhadjirien', ofwel
`ministerie van gedwongen emigranten en vrijwillige emigranten'. In Engelstalige publicaties
wordt gesproken van `Ministry of Displacement and Migration'.
450 UNHCR, `Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1
maart 2004. Reliefweb, 11 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no. 10, 19 maart 2004.
86
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
landen in de regio, maar een vorm van tijdelijke bescherming te verlenen. 451 Maart
jl. heeft UNHCR dit standpunt opnieuw bevestigd.452
Syrië
Er vindt geen grootschalige terugkeer van in Syrië verblijvende Irakezen plaats.
Incidentele terugkeer vindt plaats. IOM heeft incidenteel vrijwillige terugkeer
gefaciliteerd naar Irak vanuit andere landen dan buurlanden van Irak.
Turkije
Er was tijdens de verslagperiode geen nadere informatie beschikbaar over
eventuele gedwongen terugkeer van illegale Irakezen vanuit Turkije.453
In Turkije bevinden zich geen vluchtelingenkampen voor Irakezen.
Het programma voor vrijwillige terugkeer van IOM via Turkije is vorig jaar
stopgezet.
Jordanië
De terugkeer van illegaal454 in Jordanië verblijvende Irakezen wordt door de
Jordaanse autoriteiten aangemoedigd. Een voorbeeld daarvan is het feit dat er, in
samenwerking met de Iraakse ambassade in Amman, is afgekondigd dat alle
illegaal in Jordanië verblijvende Irakezen bij terugkeer naar Irak worden
vrijgesteld van de boete op onrechtmatig verblijf. Naar schatting hebben enkele
tienduizenden Irakezen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Sinds oktober
2003 zijn naar schatting enkele duizenden illegaal in Jordanië verblijvende
Irakezen onder dwang naar Irak teruggezonden.
Op dit moment zijn er bij UNHCR-Jordanië 8.000 Irakezen geregistreerd. In 2003
heeft UNHCR circa 950 Iraakse asielzoekers als vluchteling erkend. De
hervestiging van erkende Iraakse vluchtelingen verloopt moeizaam. De
451 UNHCR Briefing Notes: UNHCR requests extension of moratorium on forcible return, 4 juli
2003. Reuters, 9 juli 2003. UNHCR News Stories, `Iraq still volatile, so Iraqis abroad need
continued protection, says UNHCR', 14 november 2003. UNHCR Briefing Notes, `Iraqi
asylum seekers: UNHCR urges continued temporary protection until further notice', 14
november 2003.
452 UNHCR, `Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1
maart 2004.
453 In de vorige verslagperiode was bekend dat de Turkse autoriteiten regelmatig Irakezen het
land uit zetten die niet geregistreerd staan als asielzoeker en illegaal in Turkije verblijven.
Volgens UNHCR in Ankara deden zich tijdens de vorige verslagperiode drie van dergelijke
gevallen voor.
454 Het betreft Irakezen die geen procedure bij UNHCR hebben lopen noch een aanvraag tot
verblijf bij de Jordaanse autoriteiten hebben ingediend.
87
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
traditionele hervestigingslanden455 nemen niet langer Irakezen op. Sinds 2004 is
het aantal Irakezen dat bij UNHCR-Jordanië asiel aanvraagt dalende.
Ook heeft IOM een terugkeerprogramma naar Irak via Jordanië voor Iraakse ex-
asielzoekers in westerse landen.456 In april was dit programma tijdelijk stopgezet
in verband met de onzekere veiligheidssituatie in Fallujah, maar dit is in mei weer
hervat.457
Veel van de vluchtelingen die in het vluchtelingenkamp Ruweishid verbleven zijn
inmiddels naar huis teruggekeerd of hervestigd in een ander land. De Jordaanse
overheid heeft UNHCR toegezegd het kamp open te houden tot alle vluchtelingen
zijn gerepatrieerd. Er zouden zich nog circa 1.077 personen in het kamp
bevinden.458
Iran
Vanuit Iran heeft zelfstandige, spontane terugkeer plaatsgevonden. Inmiddels zijn
naar schatting circa 70.000 Irakezen teruggekeerd. Medio augustus 2003 gaf de
CPA toestemming voor door UNHCR gecontroleerde terugkeer vanuit Iran. De
vluchtelingenorganisatie heeft in april en mei de activiteiten af en aan stopgezet
vanwege de veiligheidssituatie in Irak. 459
Er is geen sprake van gedwongen terugkeer vanuit Iran
Van de geschatte 130.000 Irakese vluchtelingen die eind 2003 nog in Iran
verbleven, zullen naar verwachting ongeveer 70.000 gedurende 2004 willen
repatriëren.
De Iraakse autoriteiten hebben aan UNHCR laten weten dat alle in Iran
verblijvende Irakezen kunnen terugkeren. Het door UNHCR uitgegeven formulier
voor vrijwillige terugkeer geldt, voor hen die niet in het bezit zijn van Iraakse
documenten, als een voorlopig identiteitsdocument. De vluchtelingenorganisatie
was voorts bezig de mogelijkheden te onderzoeken om `vluchtelingcertificaten' te
kunnen afgeven aan Irakezen die in Iran zijn verbleven en op eigen gelegenheid
zijn teruggekeerd.
455 Door UNHCR erkende vluchtelingen kunnen in aanmerking komen voor hervestiging in
bepaalde landen, waaronder de VS, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Zweden, Noorwegen,
Nederland (beperkt programma), Chili en Argentinië.
456 Zie verder in deze paragraaf onder `Europa'.
457 Zie 2.3 en bijlage 7.
458 UNHCR World News, `UN refugee agency has no immediate solution to refugees who fled
to Iraq', 18 februari 2004
459 IRIN, `Returns from Iran temporarily suspended', 8 april 2004. DFID, Iraq Update, 13 mei
2004. Reliefweb/UNHCR, 18 mei 2004.
460 IRIN, `Returns from Iran temporarily suspended', 8 april 2004. DFID, Iraq Update, 13 mei
2004.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Saoedi-Arabië
Het kantoor van UNHCR in Saoedi-Arabië is begonnen met het faciliteren van
vrijwillige terugkeer van Iraakse vluchtelingen die sinds de Golfoorlog van 1990-
1991 in het vluchtelingenkamp Rafha verblijven.461 Het kamp biedt thans nog
onderdak aan 483 personen. Volgens UNHCR zouden er tot nu toe 4.864 Irakezen
met hun hulp vanuit het kamp zijn teruggekeerd.462
Verenigde Arabische Emiraten
Circa 200 Iraakse personen zouden in 2003 door UNHCR zijn gerepatrieerd uit de
Verenigde Arabische Emiraten. Over de huidige verslagperiode is geen nadere
informatie beschikbaar.
Europa
Vanuit Europa vindt op bescheiden schaal terugkeer plaats op vrijwillige basis,
zowel gefaciliteerd via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) als
zelfstandig463. Via het programma voor vrijwillige terugkeer van IOM zijn de
laatste maanden vanuit Europese landen, waaronder Nederland, honderden
asielzoekers naar Irak teruggekeerd. Het programma was in april tijdelijk
stopgezet in verband met de onzekere veiligheidssituatie in Fallujah, maar is in
mei weer hervat.464 Vanuit Nederland zijn sinds juni 2003 ongeveer 125 Irakezen
teruggekeerd via Jordanië met assistentie van IOM.
Ten behoeve van de terugkeer van Iraakse voormalige asielzoekers via Jordanië is
op 22 oktober jl. een MoU tussen Jordanië en Nederland ondertekend.
4.2 Opvang van binnenlands ontheemden
Cijfers over de precieze aantallen `internally displaced persons' (IDP's) zijn niet
beschikbaar. Schattingen lopen uiteen van in totaal tussen de 700.000 en 1.000.000
binnenlands ontheemden in geheel Irak. Het overgrote deel hiervan zou zich in het
461 AFP, `Hundreds more Iraqi refugees return home after 12 years at Saudi camp', 18 november
2003.
462 RFE/RL Iraq Report, `Iraqi refugees leave Saudi Arabia, Iran', vol. 6, no.51, 11 december
2003. AFP, `About 500 Iraqi refugees return from Saudi Arabia, Iran', 16 december 2003.
AFP, `Hundreds of Iraqis return home after years as refugees in Saudi Arabia', 9 december
2003.UNHCR Briefing Notes, `UN assessment team visited Basra Sunday, 9 maart 2004
463 Uit de pers werd bijvoorbeeld vernomen dat ook uit Nederland Iraakse Koerden zelfstandig
terugkeren. NRC Handelsblad, `Edammer kaas in Iraaks Koerdistan', 22 april 2004.
464 Zie 2.3 en bijlage 7.
465 Deze cijfers zijn gebaseerd op cijfers die beschikbaar waren voor het militair ingijpen.
www.db.idpproject.org, 23 februari 2004
466 The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish Fact Finding Mission to Damascus,
Amman and Geneva on Conditions in Iraq', augustus 2003.
89
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
noorden van Irak bevinden. Een beperkte groep (schattingen lopen uiteen van
40.000 tot 100.000 IDP's)467 bevindt zich in het midden en zuiden van Irak..
Sinds het militair ingrijpen is er sprake van een aantal nieuwe IDP's.468 Dit betreft
met name Arabieren die ten tijde van het regime van Saddam Hoessein
gedwongen werden naar Koerdische regio's in het noorden te verhuizen. Na de val
van Saddam Hoessein is het voorgekomen dat teruggekeerde Koerden hun
oorspronkelijke woningen hebben teruggeëist van Arabische bewoners.469 470
Daarnaast zouden circa 100.000 bewoners van Fallujah naar aanleiding van het
geweld de stad tijdelijk zijn ontvlucht, onder meer naar Bagdad. NGO's hebben de
ontheemden hulp geboden.471 Inmiddels zou de terugkeer naar Fallujah op gang
zijn gekomen.472 Ook zouden duizenden bewoners Kufa tijdelijk hebben verlaten
vanwege het geweld. Eveneens zouden inwoners van Najaf hun woonplaats
tijdelijk hebben verlaten naar aanleiding van gevechten tussen aanhangers van Al-
Sadr en coalitiemilitairen.
4.3 Activiteiten van internationale organisaties
Tijdens de verslagperiode was de VN bezig met voorbereidende activiteiten met
het oog op eventuele terugkeer. Echter in het licht van de verslechterende
veiligheidssituatie maakte SGVN Annan medio april bekend niet te verwachten op
korte termijn een omvangrijk team naar Irak te sturen.473
Veel organisaties hebben hun internationale medewerkers (tijdelijk)
teruggetrokken of proberen hun zichtbaarheid te verkleinen, waardoor men het
risico van aanslagen hoopt te beperken. Daarnaast zijn er berichten in de media die
aangeven dat diverse internationale NGOs een volledig vertrek overwegen, of in
een aantal gevallen reeds vertrokken zijn, in verband met de voortdurende
gewelddadigheden en de recente gijzelingen.474 De lopende projecten van VN-
organisaties en internationale NGO's worden zoveel mogelijk voortgezet met
behulp van lokaal personeel. Daarnaast zijn er ook veel lokale NGO's actief in
Irak, soms in samenwerking met nog aanwezige internationale NGO's.475
467 Zo spreekt IOM over 40.000 geregistreerde IDP's in het midden en zuiden van het land.
(IRIN, `Interview with co-director of Brookings Institute', 20 mei 2004)
468 IRIN, `Interview with co-director of Brookings Institute', 20 mei 2004.
469 IDP Global Data Base; www.db.idpproject.org, 23 februari 2004
470 Zie ook 3.4.1.
471 IRIN, `Focus on families fleeing Fallujah', 26 april 2004.
472 DFID, `Iraq Update', 13 mei 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, no 62, 5 mei 2004.
473 Reliefweb, UN News Service, 13 april. Zie ook paragraaf 2.3.
474 IRIN News, `International NGO's discuss exit strategies', 1 april 2004. IRIN, `NGO
suspends work following kidnappings', 12 april 2004.
475 IRIN, `New local NGO's set te play greater role', 25 maart 2004
90
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
4.4 Beleid andere Europese landen
In de meeste landen in Europa worden Iraakse asielaanvragen inmiddels weer in
behandeling genomen nadat een besluitmoratorium was ingesteld naar aanleiding
van het militair ingrijpen. Vanuit een aantal landen in Europa vindt vrijwillige
terugkeer naar Irak plaats gefaciliteerd door IOM. Er heeft tot op heden geen
gedwongen terugkeer vanuit Europese landen plaatsgevonden.
Verenigd Koninkrijk
Er is geen cijfermatige informatie bekend over het aantal asielaanvragen in het VK
over 2004. Het VK heeft na een beslissingsstop van enkele maanden sinds juni
2003 weer Iraakse asielaanvragen in behandeling genomen. Het VK behandelt alle
asielverzoeken op individuele basis en maakt geen onderscheid tussen bepaalde
categorieën asielaanvragen. Het VK biedt een programma voor vrijwillige
terugkeer, gefaciliteerd door IOM. In april zou worden begonnen met vrijwillige
en gedwongen terugkeer naar Irak. Hiervoor zouden directe vluchten naar `veilige
gebieden' in Irak (overwegend het noorden van Irak) worden ingezet.476 Medio
april werd onder meer uit de pers vernomen dat nog niet met de voorgenomen
terugkeer was begonnnen. De Britse autoriteiten zouden de terugkeer mogelijk
uitstellen naar aanleiding van de recentelijk verslechterde veiligheidssituatie, in
het bijzonder de gewelddadigheden die in april in diverse steden plaatshadden.477
Tussen november 2003 en april 2004 zouden vanuit het VK meer dan
tweehonderd Irakezen zijn teruggekeerd.
België
In de maanden januari april 2004 ontving België in totaal 48 Iraakse
asielaanvragen. Iraakse asielverzoeken zijn weer in behandeling genomen.
Aanvragen worden individueel getoetst. Er worden geen specifieke categorieën
onderscheiden. Er vindt geen gedwongen terugkeer naar Irak plaats. Op zeer
kleine schaal vindt vrijwillige terugkeer met tussenkomst van IOM via Jordanië
plaats.
Denemarken
Denemarken heeft in de periode januari april jl. 61 Iraakse asielverzoeken
ontvangen. Asielverzoeken worden individueel getoetst. Er worden geen
specifieke categorieën onderscheiden. De Deense IND is in 2004, na een
opschorting van de behandeling, weer begonnen met het behandelen van
asielaanvragen van Irakezen. De Deense autoriteiten hebben een
terugkeerprogramma ontwikkeld om vrijwillige terugkeer te faciliteren met
tussenkomst van het IOM. Medio april hadden zich in totaal 482 Irakezen
476 Persbericht United Kingdom Home Secretary, `Asylum numbers down, new drive on
removals', 24 februari 2004.
477 The Observer, 18 april 2004. BBC News, `UK delays Iraqi migrants return', 18 april 2004.
91
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
aangemeld voor het vrijwillige terugkeerprogramma. 235 personen zijn vrijwillig
naar Irak teruggekeerd. Van gedwongen terugkeer naar Irak is geen sprake.
Duitsland
Duitsland ontving in de eerste drie maanden van dit jaar 336 Iraakse
asielverzoeken. Na een beslissingsstop tussen maart en oktober 2003, neemt
Duitsland weer Iraakse asielverzoeken in behandeling. Uitgeprocedeerde,
afgewezen asielzoekers uit Irak worden geacht zelfstandig terug te keren. Van
gedwongen terugkeer naar Irak is geen sprake.
Zwitserland
Gedurende de eerste twee maanden van 2004 ontving Zwitserland 169 Iraakse
asielverzoeken. Op asielaanvragen uit Irak wordt inmiddels weer beslist.
Afgewezen asielzoekers uit Irak kunnen in aanmerking komen voor financiële
hulp ten behoeve van terugkeer, gefaciliteerd door IOM. Honderdtwintig personen
hebben zich aangemeld voor het vrijwillige terugkeerprogramma. Vijftig personen
zouden hiervan gebruik gemaakt hebben. Van gedwongen terugkeer naar Irak is
geen sprake.
92
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Samenvatting
Na meer dan dertig jaar een uiterst repressief bewind te hebben gevoerd in Irak is
het bewind van president Saddam Hoessein door coalitietroepen in de lente van
2003 met een militaire interventie beëindigd. Sindsdien is een tijdelijke regering
verantwoordelijk voor het bestuur van Irak, met inbegrip van het gebied dat
voorheen onder het gezag van de Koerdische partijen PUK en KDP stond, hoewel
de politieke macht in Irak wordt uitgeoefend door de `Coalition Provisional
Authority' (CPA). De bestuursmacht dient op 30 juni a.s. aan een nieuwe
interimregering te worden overgedragen. De CPA zal dan worden ontbonden. Eind
2004, begin 2005 dienen verkiezingen plaats te vinden ten behoeve van een
nationaal parlement. In de provincies onder het bestuur van de KRG/KDP en de
KRG/PUK is er in de bestuursstructuur op operationeel niveau weinig veranderd
sinds de val van Saddam Hoessein. De regeringen in respectievelijk Erbil
(KRG/KDP) en Sulaymaniyya (KRG/PUK) functioneren net als voorafgaand aan
de militaire interventie.
De verslagperiode werd in politiek opzicht gekenmerkt door ontwikkelingen
omtrent de geplande machtsoverdracht. Het politieke wederopbouwproces werd
voortgezet.
Tijdens de verslagperiode was sprake van een achteruitgang van de
veiligheidssituatie in het gehele land. Wel dient hierbij opgemerkt te worden dat er
per regio aanzienlijke verschillen bestonden wat het aantal incidenten, de
frequentie en de ernst van het geweld betreft. Terwijl gewelddadigheden zich
voorheen concentreerden in het midden van Irak was in de verslagperiode ook in
bepaalde plaatsen in het noorden en zuiden sprake van aanslagen. Een nieuwe
ontwikkeling was het gewelddadig verzet dat zich sinds eind maart jl. in
verschillende steden deed gelden vanuit sjiitische kring, in het bijzonder van de
zijde van Muqtada Al-Sadr en diens aanhangers.
Veel Irakezen die zichtbaar samenwerken met de coalitie zijn tijdens de
verslagperiode doelwit geweest van gewelddadige aanslagen. Hierbij valt onder
meer te denken aan Iraakse civiele CPA-medewerkers, Iraakse tolken of Irakezen
die op andere wijze voor de CPA, internationale organisaties en bedrijven in Irak
werken alsook Iraakse journalisten en personen die voor hen werken. Ook was het
geweld gericht tegen buitenlanders (die verondersteld werden) verbonden (te zijn)
aan de coalitie.
Bij verschillende aanslagen, beschietingen en andere vormen van geweld zijn ook
slachtoffers gevallen onder Iraakse burgers. Tijdens de verslagperiode is gebleken
dat een aanzienlijk aantal burgers, waaronder onschuldige omstanders, het
slachtoffer is geworden van geweld.
Tijdens de verslagperiode deed zich voorts een reeks ontvoeringen van
buitenlanders voor, waarbij de terugtrekking van coalitiemilitairen geëist werd.
93
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
De veiligheidssituatie heeft verschillende internationale organisaties en NGO's
ertoe gebracht (gedeeltelijk) het internationale personeel terug te trekken. De VN
en het ICRC hebben in het najaar van 2003 de internationale staf uit Bagdad
teruggeroepen. Wel is in het noorden internationale VN-staf aanwezig.
De CPA heeft het Wetboek van Strafrecht van 1969 en het Wetboek van
Strafvordering van 1971 laten herleven als de enige wetboeken die met betrekking
tot het straf- en procesrecht in Irak geldig zijn. Deze wetboeken zullen waar nodig
worden aangepast volgens internationale regelgeving.
Alle wetgeving die na 1968, met het aan de macht komen van de Baathpartij, door
de Revolutionaire Commandoraad (RCC) van Irak is uitgevaardigd is met ingang
van 9 april 2003 ongeldig verklaard. De doodstraf is door de CPA opgeschort.
Sinds de val van Saddam Hoessein is voor het eerst sinds ruim dertig jaar sprake
van vrijheid van meningsuiting in geheel Irak. Onder de CPA is het de bevolking
toegestaan vrij te demonstreren en is er persvrijheid. Vrijheid van vergadering,
bijeenkomst, demonstratie en openbare meningsuiting wordt door de CPA
gegarandeerd door uitvaardiging van besluit 19, mits aan een aantal
administratieve en logistieke voorwaarden is voldaan. Sinds de val van Saddam
Hoessein zijn er verbeteringen waargenomen inzake het bedrijven van politiek op
religieuze gronden. Voor zover bekend is er geen sprake van structurele
vervolging louter op basis van het feit dat men behoort tot een bepaalde, bredere
religieuze groepering zoals de islam dan wel soennitisch of sjiitisch - of het
christendom.
Een massale uitstroom van vluchtelingen heeft zich sinds de militaire interventie
niet voorgedaan. Zelfstandige, vrijwillige terugkeer naar Irak heeft
plaatsgevonden. UNHCR en het Iraakse ministerie voor voor Emigranten keren
zich tegen grootschalige terugkeer. De CPA en het Amerikaanse Department of
State achten evenmin grootschalige terugkeer op dit moment wenselijk.
Ofschoon UNHCR geen voorstander is van vrijwillige terugkeer, heeft de
organisatie ook gedurende deze verslagperiode vrijwillige terugkeer van Irakezen
vanuit buurlanden van Irak gefaciliteerd. Hoewel UNHCR de omstandigheden met
betrekking tot veiligheid, onderdak en infrastructuur in Irak niet geschikt acht voor
terugkeer, meent de organisatie, mede met het oog op het recht op terugkeer, dat
het beter is in deze te faciliteren dan vluchtelingen alleen terug te laten gaan.
In de meeste landen in Europa worden Iraakse asielaanvragen inmiddels weer in
behandeling genomen nadat een besluitmoratorium was ingesteld naar aanleiding
van het militair ingrijpen. Vanuit een aantal landen in Europa vindt vrijwillige
terugkeer naar Irak plaats gefaciliteerd door IOM. Er heeft tot op heden geen
gedwongen terugkeer vanuit Europese landen plaatsgevonden.
94
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Bijlage 1. Koerden / Talen
Door Koerden worden onder meer de volgende vier talen gesproken: Gorani, Zaza,
Kurmanji en Luri.
Gorani en Zaza
Gorani en Zaza behoren tot dezelfde taalgroep. Gorani wordt primair gesproken in
Turks-Koerdistan. In Irak wordt Gorani gesproken door de Shabak. De ongeveer
20.000 personen tellende Shabak-gemeenschap woont in de regio rondom Mosul.
In de regio rondom Halabja wordt ook Gorani gesproken.
Zaza wordt gesproken in Turks-Koerdistan, met name in de regio's Dersim en
Diyarbakir.
Sprekers van beide talen kunnen elkaar goed verstaan. Gorani en Zaza-sprekers
zullen echter meer moeite hebben om Kurmanji en Luri te begrijpen. Kurmanji en
Luri verschillen significant van Gorani en Zaza. Kurmanji en Luri zijn aan elkaar
verwant.
Kurmanji
Het Kurmanji is opgedeeld in Noord- en Zuid-Kurmanji.
Noord-Kurmanji
Binnen het Noord-Kurmanji onderscheidt men het Badinani/Badini, Botani,
Hakari en Bayezidi.
In de regio rondom Zakho en Sinjar spreekt men veelal het Botani.
In de regio Duhok - Amadiyya - Ain Sifi - Aqra (het gebied tot de noordelijke
grens van de Grote Zabrivier) spreekt men veelal Badinani/Badini.
Door Iraakse yezidi's (in de buurt van Sinjar, Sheikan en Ain Sifni) wordt veelal
Botani gesproken.
Zuid-Kurmanji
In het Zuid-Kurmanji onderscheidt men het Sorani, Baban en Erdelani.
In de regio tussen de Grote en Kleine Zabrivier (Arbil, Rawanduz, Salahuddin,
Shaqlawa, Koj Sanjak, Ranya, Makhmur) spreekt men Sorani.
In de regio ten zuiden van de Kleine Zabrivier (Kirkuk, Sulaymaniyya,
Chamchamal, Dokan, Kifri, Kalar) spreekt men Baban.
Luri
Binnen het Luri onderscheidt men onder meer het Fayli en Kelhuri. Fayli wordt
gesproken door Fayli-Koerden. Fayli wordt ook gesproken in de regio's Khanaqin
en Mandali.
95
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Bijlage 2. Samenstelling IGC
Tijdens de verslagperiode vonden enkele wijzigingen in de IGC plaats. Samir
Shakir Mahmoud werd in april benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken.
Mouwafaq Al-Raba'i werd in april benoemd tot Nationale Veiligheidsadviseur.
Abdel Zahra Othman Mohammed (Izzedine Salim) kwam tijdens de
verslagperiode om tengevolge van een aanslag. De IGC is op 1 juni 2004
ontbonden. De samenstelling was als volgt:
Iyad Allawi INA
Ahmed Chalabi INC
Sonkul Chapouk Onafhankelijk
Nasir Al-Chaderchi National Democratic Party
Adnan Pachachi Independent Democratic Movement
Mohammed Bahr Al-Ouloum Onafhankelijk
Massoud Barzani KDP
Jalal Talabani PUK
Abdel Aziz Al-Hakim SCIRI
Ahmed Al-Barak Onafhankelijk
Ibrahim Al-Jaafari Al-Da'wa
Raja Habib Al-Khuzaai Onafhankelijk
Salama Al-Khafaji478 Onafhankelijk
Younadem Kanna ADM
Salaheddine Bahaaeddin KIU
Mahmoud Othman Onafhankelijk
Hamid Majid Moussa ICP
Ghazi Mashal Ajil Al-Yawer Onafhankelijk
Abdel Zahra Othman Mohammed Islamic Da'wa Party (Da'wa
(Izzedine Salim) (omgekomen bij een Movement)
aanslag op 17 mei)
Mohsen Abdel Hamid Iraqi Islamic Party
Wael Abdul Latif Onafhankelijk
Dara Nureddin Onafhankelijk
Abdel-Karim Mahoud Al- Hizbollah
Mohammedawi
478 Salama Al-Khafaji volgde in december jl. Akila Al-Hashimi op, die in september jl. overleed
ten gevolge van een aanslag.
96
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Bijlage 3. Samenstelling kabinet
Tijdens de verslagperiode was de samenstelling van het Iraakse kabinet tot 1 juni
2004 als volgt:
Hoshyar Al-Zebari Minister van Buitenlandse Zaken
Sheik Sami Izara Al-Majoun Minister van Werkgelegenheid en
Sociale Zaken
Ali Abdul-Amir Allawi Minister van Defensie
Tot april jl. Ali Abdul-Amir Allawi Minister van Handel
Samir Shakir Mahmoud Al-Soemada'i Minister van Binnenlandse Zaken
Nouri Al-Badran tot 8 april 2004
Ibrahim Mohammed Bahr Al-Uloum Minister van Olie
Abdul-Amir Rahima Al-Aboud Minister van Landbouw
Hashim Abdul-Rahman Al-Shibli Minister van Justitie
Haydar Jawad Al-Abadi Minister van Telecommunicatie
Nisrin Barwari Minister van Openbare Werken
Bayan Baqir Solagh Minister van Wederopbouw en
Huisvesting
Mofeed Mohammed Jawad Al-Jazaeri Minister van Cultuur
Alladin Abdul-Shaheeb Al-Alwan Minister van Onderwijs
Ayham Al-Samaraie Minister van Electriciteit
Abdul-Rahman Sidiq Kareem Minister van Milieu
Kamil Mubdir Al-Gailani Minister van Financiën
Khudayer Abbas Minister van Gezondheidszorg
Ziad Abdul-Razzaq Mohammed Aswad Minister van Hoger Onderwijs
Bakhtiar Amin Waarnemend minister van
Abdul-Basit Turki tot 9 april 2004 Mensenrechten
Mohammed Jassem Khudair Minister voor Emigranten
Mohammed Tawfik Raheem Minister van Industrie en Delfstoffen
Mahdi Al-Hafidh Minister van Planning
Rashad Mandam Omar Minister van Wetenschap en
Technologie
Behnam Zayya Polis Minister van Transport
Abdul-Latif Rasheed Minister van Watervoorziening
Ali Faik Al-Ghabban Minister van Jeugd en Sport
97
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
De samenstelling van het Iraakse interimkabinet, aangetreden op 1 juni 2004, luidt
als volgt:
Iyad Allawi Premier
Barham Saleh Vice-premier voor Nationale Veiligheid
Thamir Ghadbhan Minister van Olie
Hazem Shalan Al-Khuzaai Minister van Defensie
Hoshyar Al-Zebari Minister van Buitenlandse Zaken
Faleh Hassan Al-Naqib Minister van Binnenlandse Zaken
Malik Dohan Al-Hassan Minister van Justitie
Bakhtiar Amin Minister van Mensenrechten
Ayham Al-Samaraie Minister van Electriciteit
Adil Abdel-Mahdi Minister van Financiën
Alaa Alwan Minister van Gezondheidszorg
Mohammed Ali Al-Hakim Minister van Communicatie
Omar Al-Farouq Salim Al-Damluji Minister van Huisvesting
Nisrin Barwari Minister van Openbare Werken
Rashad Mandam Omar Minister van Wetenschap en
Technologie
Mahdi Al-Hafidh Minister van Planning
Mohammed Al-Jiburi Minister van Handel
Ali Faik Al-Ghabban Minister van Jeugd en Sport
Louei Hatim Sultan Al-Aris Minister van Transport
Wael Abdul Latif Minister van Provinciale Zaken
Nermin Othman Minister van Vrouwenzaken
Bascal Essue Minister van Emigranten
Abdul Latif Rashid Minister van Irrigatie
Leila Abdul Latif Minister van Werkgelegenheid
Sami Mudahfar Minister van Onderwijs
Tahir Al-Bakaa Minister van Hoger Onderwijs
Sawsan Sherif Minister van Landbouw
Mofeed Mohammed Jawad Al-Jazaeri Minister van Cultuur
Hajim Al-Hassani Minister van Industrie
Mishkat Moumin Minister van Milieu
Qassim Dawoud Minister van Staat
Mahmoud Othman Minister van Staat
Adnan Al-Janabi Minister van Staat
98
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Bijlage 4. Politieke partijen
Hieronder volgt een korte beschrijving van een aantal Iraakse politieke partijen.479
Naast de hier beschreven partijen bestaat een groot aantal nieuwe, kleine partijen.
Iraqi National Accord (INA)
Het INA neemt met voorop Iyad Allawi een prominente plek in het nieuwe Iraakse
politieke bestel in. De partij heeft inmiddels landelijk kantoren opgericht. Het INA
richt zich van oudsher op soennitische ex-militairen en voormalige inlichtingen-
en veiligheidsdienstfunctionarissen.
Iraqi National Congress (INC)
Het INC wordt in de IGC vertegenwoordigd door Ahmed Chalabi. Het draagvlak
voor de partij onder de Iraakse bevolking is beperkt. De partij en Chalabi genieten
een slechte reputatie in Irak.
Kurdistan Islamic Union (KIU)
De KIU wordt in de IGC vertegenwoordigd door Salaheddine Bahaaeddin. De
naar eigen zeggen gematigd islamitische - partij stelt een seculier staatsbestel na te
streven en deelt, met KDP en PUK, het standpunt over de vorming van een
gedecentraliseerd, federalistisch Irak. Voorts behoort vrijheid van
geloofsbelijdenis tot de basisprincipes van de partij. De partij is verbonden aan de
Moslimbroeders. De KIU was oorspronkelijk actief in het gebied onder controle
van de KRG/KDP in Noord-Irak. De huidige minister van Justitie in de KDP-
regering te Erbil, Hadi Ali, is lid van de KIU.
Kurdistan Democratic Party (KDP)
De KDP is inmiddels ook vertegenwoordigd in onder meer Bagdad, Kirkuk en
Mosul. Massoud Barzani zit namens de KDP in de IGC. De partij kan samen met
de PUK rekenen op substantiële aanhang, overwegend in Noord-Irak. Net als de
PUK functioneert de KDP in Noord-Irak op nagenoeg gelijke wijze als voor de
militaire interventie. KDP en PUK hebben nadere stappen ondernomen om zich te
verenigen in één bestuur.480 De KDP streeft naar een gedecentraliseerd,
federalistisch Irak.
Patriotic Union of Kurdistan (PUK)
De PUK wordt door Jalal Talabani vertegenwoordigd in de IGC. De partij heeft
eveneens in onder meer Bagdad, Kirkuk en Mosul kantoren geopend. De PUK
479 Zie voor meer informatie over politieke partijen de algemene ambtsberichten Centraal-Irak,
mei 2003 en november 2002 en de algemene ambtsberichten Noord-Irak van mei 2003 en
oktober 2002.
480 Al-Sharq Al-Awsat, 17 mei 2003.
---
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
functioneert in het noorden van het land op nagenoeg dezelfde wijze zoals de partij
deed voorafgaand aan de militaire interventie . Net als de KDP beschikt deze partij
over aanhang van betekenis, voornamelijk in het noorden. De invloed van de PUK
buiten de KRG/PUK-regio is waarschijnlijk beperkt. Zoals eerder aangegeven
hebben de KDP en de PUK stappen ondernomen ten behoeve van een gezamenlijk
bestuur. Net als de KDP wordt door de PUK een gedecentraliseerd, federalistisch
Irak nagestreefd.
Supreme Council for the Islamic Revolution in Iraq (SCIRI)
Abdel Aziz Al-Hakim neemt namens SCIRI zitting in de IGC. SCIRI is net als Al-
Da'wa goed georganiseerd in Irak en kan bogen op een flinke achterban. De partij
hield een pragmatische koers aan wat de rol van de coalitie betreft. Enerzijds werd
intensief contact onderhouden met de Amerikaanse autoriteiten, voorafgaand aan
en na de militaire interventie.481 SCIRI neemt ook deel aan diverse bestuursraden
op lokaal en nationaal niveau. Voorts verwierp SCIRI, in de persoon van
Mohammed Baqir Al-Hakim482, gewelddadig verzet tegen de coalitie.483
Anderzijds werd kritiek geuit op eventuele langdurige aanwezigheid van
Amerikaanse troepen en heeft Al-Hakim steun uitgesproken voor vreedzaam
verzet tegen de Amerikaanse aanwezigheid.484 Amerikaanse troepen vertoonden
eveneens een tweeslachtige houding ten aanzien van SCIRI. Naast het
onderhouden van banden met de beweging hebben Amerikaanse troepen invallen
gepleegd op het SCIRI-kantoor te Bagdad. Ook oefenden de Amerikanen druk uit
om de Badr-organisatie485, de aan het SCIRI verbonden militie, te ontwapenen.486
Al-Da'wa487
Ook deze partij is na jarenlang vooral buiten Irak (clandestien binnen Irak) actief
te zijn geweest inmiddels ruim vertegenwoordigd binnen Irak. In het midden en
het zuiden van Irak heeft de partij haar kantoren geopend. De partij kent een hoge
organisatiegraad en beschikt over een wezenlijke achterban in vergelijking met
andere partijen. Al-Da'wa zou de eerste demonstraties tegen de Amerikaanse
aanwezigheid in Nassiriya hebben georganiseerd. De partij streeft een spoedig
vertrek van de coalitietroepen na, maar verwerpt gewelddadig verzet tegen de
coalitie. Ibrahim Al-Jafaari zit namens Al-Da'wa in de IGC. Verder is Haydar
Jawad Al-Abadi van Al-Da'wa minister van Communicatie. De partij zou zich
481 SCIRI nam deel aan de oppositieconferenties die plaats hadden in de lente van 2003. Zie
verder de actualisering algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, mei 2003.
482 Mohammed Baqir Al-Hakim kwam in 2003 om tengevolge van een aanslag.
483 RFE/RL Iraq Report, `SCIRI head opposes attacks on coalition troops', vol. 6, no. 30, 11
juli 2003.
484 Walid Al-Zubaydi, `Shiite leaders in Iraq call for resisting America peacefully', Al-Majallah,
20 juli 2003.
485 Zie algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
486 ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003.
487 Ook wel `Islamic Call Party'.
100
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
voorts hebben opgeworpen als beschermer van traditionele islamitische waarden
door campagne te voeren tegen de verkoop van alcohol. Ook zou de partij een
beperking van rechten voor vrouwen hebben bepleit.488
Harakat Al-Da'wa Al-Islamiya / Islamic Da'wa Party489
Deze partij is de belangrijkste afsplitsing van Al-Da'wa. Deze factie richt zich in
sterkere mate dan de oorspronkelijke Al-Dawa op het Iraans islamitische
bestuursmodel. Islamic Da'wa Party bestaat overwegend uit sjiieten uit Basra, in
tegenstelling tot leden van Al-Da'wa die voornamelijk uit Najaf afkomstig zijn.
Abdel Zahra Othman Mohammed (ook bekend als Izzedine Salim)
vertegenwoordigde de partij in de IGC.
National Democratic Party (NDP)
De partij wordt geleid door Naseer Al-Chaderchi.
Assyrian Democratic Movement (ADM)
De partij was onder Saddam Hoessein verboden in Centraal-Irak. Het ADM was
voorheen in het gebied onder controle van de KRG/KDP openlijk actief, maar
heeft inmiddels ook elders in Irak kantoren geopend, overwegend in plaatsen ten
noorden van Bagdad. Naar eigen zeggen geniet het ADM in het KRG-gebied
inmiddels meer vrijheid dan voorheen. Namens het ADM neemt Younadem
Kanna, voormalig minister in Noord-Irak, deel aan de IGC. De partij wenst een
seculier bestel voor Irak, mede uit vrees voor islamisering van het land. Het ADM
ziet voor zichzelf een sterke politieke rol in de regio van Mosul, waar de wortels
van Assyrisch-christelijke traditie liggen.
Iraqi Islamic Party (IIP)
Deze soennitische partij is verbonden aan de internationale islamitische
(soennitische) organisatie Moslimbroeders (`Muslim Brotherhood') en streeft een
islamitisch staatsbestel na. Mohsen Abdel Hamid vertegenwoordigt de partij in de
IGC.
Hezbollah
Deze conservatief-religieuze partij staat onder leiding van Abdel-Karim Mahoud
Al-Mohammedawi, ook wel `prins van de moerassen' genoemd. Al-
Mohammedawi heeft een leidende rol gespeeld in het verzet vanuit de zuidelijke
moerasgebieden tegen het bewind van Saddam Hoessein. De partij zou vooral
aanhang hebben onder Moeras-Arabieren in het zuiden van Irak. Abdel-Karim
Mahoud Al-Mohammedawi neemt zitting in de IGC.
488 Middle East Intelligence Bulletin, vol. 5, no.6, juni 2003. Iraq Today weekly email, Salaam
Al-Jabouri, `Party watch. Islamic Dawa struggles with being mainstream', 6 oktober 2003.
489 Ook wel `Da'wa Movement'.
101
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Iraqi Communist Party (ICP)
Na lange tijd in ballingschap te hebben geopereerd, onder meer vanuit Noord-Irak,
is de partij teruggekeerd naar Irak. De partij heeft in verschillende plaatsen in Irak
haar kantoren geopend. De partij streeft vergaande democratisering na met een
centrale plaats voor seculier onderwijs. De ICP voert een pragmatische
economische koers en stimuleert privebezit ten behoeve van economische groei en
werkgelegenheid. De ICP is een van de weinige partijen met een democratische
structuur. De partij is actief, maar heeft waarschijnlijk een beperkte aanhang
vanwege haar atheïstische standpunten. Hamid Majid Moussa neemt namens de
ICP deel aan de IGC.
Enkele andere partijen zijn:
Constitutional Monarchy Movement (CMM)
Hoewel deze royalistische beweging voorafgaand aan de militaire interventie in
Irak actief was in de oppositie490 is de politieke betekenis in Irak van het CMM
klein. Het CMM beschikt over diverse kantoren verspreid over Irak. De partij
beschikt in Irak nauwelijks over aanhang. De Constitutional Monarchy Movement
heeft voorts afstand gedaan van een zetel in de IGC.
Royal Democratic Alliance (RDA)
De RDA streeft naar eigen zeggen het herstel van het Hashemitische Koninkrijk
Irak na. De organisatie wordt geleid door Nabil Janabi, een balling die sinds de val
van Saddam Hoessein is teruggekeerd naar Irak. De RDA is overwegend
Arabisch-nationalistisch gezind. De aanhang zou vooral uit soennitische Arabieren
bestaan.
Iraqi Workers Communist Party (IWCP)
Deze partij had tot de militaire interventie het hoofdkantoor in Sulaymaniyya, dat
inmiddels verplaatst is naar Bagdad. Voorafgaand aan de militaire interventie kon
de IWCP vrij activiteiten verrichten in KRG/KDP- en KRG/PUK-gebied. De partij
voert een marxistische koers. De relaties met verschillende islamitische partijen
zijn gespannen. Taher Hassam is Secretaris-Generaal.
Kurdistan Socialist Democratic Party (KSDP)
De `Kurdistan Socialist Democratic Party' (KSDP) behoort, na de KDP en de
PUK, tot de grotere partijen in de KRG-gebieden.491 De KSDP is actief in PUK-
gebied en beschikt over een meerderheid in de gemeenteraden van Said Saddiw en
Qalat Deza, waar de partij de burgemeester levert. In Sulaymaniyya en Raniya
490 Zie actualisering algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, mei 2003.
491 In december jl. hebben de `Kurdistan Socialist Democratic Party' (KSDP) en de `Toiler's
Party' besloten gezamenlijk verder te gaan als KSDP. De KSDP voert een socialistische
koers, streeft een seculier staatsbestel na en is voorstander van een federale Koerdische staat.
102
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
levert de KSDP raadsleden. In de KRG/PUK-regering zetelt Khaled Ahmed
Hoessein van de KSDP.
Islamic Movement of Iraqi Kurdistan (IMIK)
Zeer plaatselijk beschikt de `Islamic Movement of Iraqi Kurdistan' (IMIK) over
aanhang in het noorden van Irak, te weten in Halabja, Khormal, Tawileh, Biyara
en Ahmed Awah. De IMIK voerde tot 2001 het de facto bewind over Halabja en
omgeving tot de PUK daar de macht overnam. De PUK is nadien in
onderhandeling getreden met de IMIK. Voor zover bekend lijken de verhoudingen
tussen de PUK en de IMIK sindsdien te zijn genormaliseerd.492
Het IMIK zou een fusie met de `Iraqi Islamic Party' nastreven. Het is niet bekend
of hiertoe concrete stappen zijn ondernomen.
Uit de pers kon worden opgemaakt dat in september een aantal kleine partijen
aankondigde zich te verenigen in het `Unified Iraqi Front'.493
492 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
493 Het zou gaan om `Democratic Constitution Party', `Movement for Building Iraq's Future',
`Free Speech Party', `Islamic Iraq Movement', Liberal Independents Movement', `Unified
Nasirite Pan-Arabist Party', `Iraqi Republican Party', `New Iraq Party', `Islamic Revolution
Party', `Iraqi National Bloc', `Common Destiny Party', `Independent Progressive National
Movement' en `Islamic Accord Movement'. (RFE/RL Iraq Report, vol. 6, no.38, 15
september 2003)
103
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Bijlage 5. Landkaart
104
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Bijlage 6. Tijdelijk reisdocument
105
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Bijlage 7. Incidenten
In aanvulling op de beschrijving van paragraaf 2.3 dient het volgende overzicht
van voorbeelden van grotere incidenten. Het overzicht is niet uitputtend.
Bagdad
Medio januari jl. viel een twintigtal dodelijke slachtoffers, overwegend Irakezen,
en tientallen gewonden bij een bomaanslag in Bagdad toen een vrachtauto met
explosieven tot ontploffing kwam bij de hoofdingang van het CPA-kantoor.494 Op
11 februari kwamen enkele tientallen Irakezen om als gevolg van een bomaanslag
in het centrum van Bagdad, nabij een rekruteringscentrum voor het Iraakse
leger.495 Op 2 maart jl., tijdens de sjiitische Ashura-viering496, vielen tientallen
doden in Bagdad bij de Al-Kadhimiyah-moskee tengevolge van een grootschalige
explosie, veroorzaakt door verschillende raketten.497 In april en mei kwam het
regelmatig tot ongeregeldheden tussen aanhangers van Muqtada Al-Sadr en
coalitiemilitairen in Bagdad, in het bijzonder in de sjiitische wijk Sadr City.
Hierbij zijn tientallen aanhangers van Al-Sadr omgekomen.498 Op 1 juni vond een
bomaanslag bij het kantoor van de PUK in Bagdad plaats waarbij een aantal doden
is gevallen.
Het midden van Irak499
In Iskanderiyah, ten zuiden van Bagdad, vielen in februari jl. meer dan vijftig
doden tengevolge van een autobomaanslag bij een politiebureau.500 In Fallujah
vielen in februari circa dertig doden bij een aanslag op een politiebureau. Voorts
494 AFP, `Suicide car bomb kills 20, wounds 65 at US-led coalition HQ in Bagdad', 18 januari
2004. Ali B. Al-Shouk, `Massive bomb outside CPA palace kills at least 20', Iraq Today, 19
januari 2004. Reliefweb, `Baghdad blast toll stands at 24 dead: health minister', 19 januari
2004. RFE/RL Iraq Report, `Car bomb detonates outside US headquarters in Baghdad', vol.
7, no. 3, 23 januari 2004.
495 BBC News, `Car bomb kills Iraq army recruits', 11 februari 2004. RFE/RL Iraq Report,
`Suicide car bombs target Iraqi police, military', vol 7, no. 5, 12 februari 2004.
496 Tijdens Ashura wordt de marteldood van de sjiitisiche geestelijke Hoessein herdacht.
497 Gelijktijdig vond een aanslag in Kerbala plaats. (RFE/RL Iraq Report, `Explosions rock
Karbala and Baghdad on muslim holy day', vol. 7, no. 8, 5 maart 2004. ANP, `Ruim honderd
sjiieten omgekomen door aanslagen in Irak', 2 maart 2004. Jim Krane, '15 people held in
connection to suicide attacks on Shiite muslim pilgrims', 3 maart 2004.)
498 Trouw, `Sjiieten in Irak komen in opstand', 5 april 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 13,
8 april 2004. Zo werd uit de pers vernomen dat op 9 mei negentien leden van de militie van
Al-Sadr omkwamen bij gevechten met coalitiemilitairen (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 17,
13 mei 2004.)
499 Met het midden van Irak wordt gedoeld op de provincies Babylon/ Babil, Wasit, Salah Ad-
Din, Al-Anbar, Diyala (met uitzondering van het noordelijke deel dat onder het gezag van de
KRG/PUK staat). Bagdad wordt apart beschreven in deze paragraaf.
500 RFE/RL Iraq Report, `Suicide car bombs target Iraqi police, military', vol. 7, no. 5. 12
februari 2004.
106
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
zouden bij deze aanslag tientallen gevangenen zijn bevrijd.501 Op 18 februari
veroorzaakte een aanslag op een Poolse militaire basis nabij Hilla een tiental
dodelijke slachtoffers.502
In april deed zich gewelddadig verzet tegen de aanwezigheid van de coalitie voor
in verschillende steden in Irak, waaronder enkele plaatsen in het midden van het
land, zoals Al-Kut en Kufa. In enkele steden werden overheidsgebouwen enkele
dagen (tijdelijk) bezet door aanhangers van Muqtada Al-Sadr.
Begin april voerden Amerikaanse coalitiemilitairen een operatie uit in Fallujah om
de daders van de moord op vier Amerikaanse burgers op te sporen. Hierbij is een
onbekend aantal doden gevallen. In de pers werd gesproken van verschillende
aantallen, die zouden oplopen tot enkele honderden.503 Verschillende keren kwam
het tot een wapenstilstand. Eind april werd een voorlopig akkoord tussen de
strijdende partijen bereikt. De Amerikaanse coalitiemilitairen dienden zich volgens
dit akkoord te herpositioneren. Voorts werd een Iraakse troepeneenheid in Fallujah
geplaatst en vond de aanstelling van de Iraakse generaal-majoor Jassim
Mohammed Saleh - onder Saddam Hoessein verbonden aan de Republikeinse
Garde - plaats.504 De situatie in Fallujah maakte in april en mei een fragiele
indruk. Verder deden zich onder meer in Kufa in mei gewelddadigheden voor
gerelateerd aan het sjiitisch verzet. In Kufa zijn bijvoorbeeld op 10-11 mei meer
dan tien doden gevallen onder leden van de militie van Al-Sadr bij gevechten met
coalitiemilitairen.505 Later in mei vielen wederom in Kufa tientallen doden bij
meerdere gewelddadige confrontaties.506 De Amerikaanse coalitiemilitairen
zouden tientallen burgers die een huwelijksfeest vierden hebben omgebracht
tijdens een militaire actie. Volgens berichten in de pers stelden de Amerikaanse
autoriteiten echter een schuilplaats van buitenlandse strijders te hebben
aangevallen.507
Diverse keren zijn burgers zowel Irakezen als buitenlanders - die voor
buitenlandse, vooral westerse, bedrijven werkten zijn slachtoffer geweest van
geweld.508
501 ANP, `Doden door aanslag in Fallujah', 14 februari 2004. `Mariam Fam, `Rebel assault routs
Iraqi security forces in Fallujah', 15 februari 2004. Abdul Rahman Al-Juburi, `Falluja. The
war continues', Iraq Today, 16 februari 2004.
502 ANP, `Doden en gewonden bij aanslag op Poolse basis in Irak', 18 februari 2004.
503 NRC Handelsblad, `Regeringsraad Irak hekelt optreden VS', 10 april 2004. Reliefweb, AFP,
13 april 2004.
504 De IGC heeft kritiek geuit op de aanstelling van deze generaal vanwege diens betrokkenheid
bij het regime van Saddam Hoessein. (Press Statement Ahmad Chalabi, Sayed Mohammed
Bahrululum, Adel Abdul Mahdi, Bagdad, 1 mei 2004. AP, 3 mei 2004.)
505 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 17, 13 mei 2004.
506 Volkskrant/Reuters/AP, `Tientallen doden bij strijd Kufa', 24 mei 2004. ANP, 25 mei 2004.
507 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 18, 21 mei 2004. Volkskrant, `Video brengt Amerikanen in
verlegenheid', 25 mei 2004. AP, `US reportedly kills 40 Iraqis at party', 20 mei 2004.
508 Onder meer dienen hier de volgende voorbeelden. Eind januari werden twee Iraakse
werknemers van CNN doodgeschoten nabij Mahmudiyah, ten zuiden van Bagdad. (`Roadside
bomb kills American soldier in Baghdad', 16 februari 2004.) Ten zuiden van Bagdad werden
107
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Het noorden van Irak509
Op 1 februari jl. stierven meer dan honderd mensen bij een dubbele
zelfmoordaanslag op de kantoren van de KDP en de PUK te Erbil. Hierbij vonden
vele partijleden de dood, waaronder KRG/KDP-vicepremier Mohammed
Mahmood Abdulrahman en de gouverneur van Erbil, Akram Mintik.510 De aanslag
is opgeëist door Ansar Al-Sunnah, een soennitische militante organisatie.
Er zijn verschillende berichten verschenen die duiden op een onrustige situatie in
de buurt van Mosul tijdens de verslagperiode.511 Vooral in maart deden zich
verschillende incidenten voor. Personen (verondersteld) verbonden (te zijn) aan de
coalitie en internationale organisaties zijn slachtoffer geweest van geweld.512
Verschillende keren zijn aanslagen gepleegd, soms met dodelijke gevolgen, op
politiepersoneel en -kantoren en overheidsinstellingen in Mosul.513 Eind april
kwamen in Mosul vier Irakezen om toen een ziekenhuis en een hotel met raketten
werden bestookt, zo werd uit de pers vernomen.514
in maart twee Amerikaanse burgers, werkzaam voor het Amerikaanse ministerie van
Defensie, en een Iraakse tolk, neergeschoten bij een wegversperring. (Lee Keath, `Insurgents
kill two American coalition officials, iraqi translator in attack south of Baghdad', AP, 10
maart 2004. Lee Keath, `Slaying of US coalition members raises concern', AP, 12 maart
2004.) Op 16 maart werden een Nederlandse en een Duitse burger doodgeschoten in de
omgeving van Hilla. (ANP, `Nederlander omgekomen bij aanslag Bagdad', 16 maart 2004.
Christopher Torchia, `Attacks on foreign civilians suggest rebel effort to undermine Iraq
reconstruction', AP, 17 maart 2004.)
509 Met het noorden van Irak wordt gedoeld op de provincies Dohuk, Erbil, Sulaymaniyya,
Nineveh en Kirkuk (ook wel Al-Ta'mim). Hieronder vallen mede de gebieden onder de
KRG/KDP en KRG/PUK.
510 BBC News, `Iraqi Kurds count cost of attacks, 2 februari 2004, Trouw, `Noord-Irak/ Top
Koerden doelwit van aanslagen', 2 februari 2004. Volkskrant, `Leiding Koerden Irak voor
groot deel weggevaagd', 3 februari 2004.
511 UNHCR, Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1
maart 2004. AFP, `Deux Irakiens tués et trois blessés dans des attaques à Mossoul', 22
februari 2004.
512 Zo werden vier Amerikaanse medewerkers van een internationale humanitaire organisatie
medio maart om het leven gebracht in de buurt van Mosul. (Christopher Torchia, `Attacks on
foreign civilians suggest rebel effort to undermine Iraq reconstruction', AP, 17 maart 2004.
IRIN, `Four aid workers killed in north', 16 maart 2004.) Ook is in dezelfde stad een tolk
werkzaam voor de Amerikaanse coalitiemilitairen, doodgeschoten. (Christopher Torchia,
`Attacks on foreign civilians suggest rebel effort to undermine Iraq reconstruction', AP, 17
maart 2004. Maher Al-Thanoon, `Iraqi woman translator shot dead in Mosul', 16 maart
2004.)
513 Al-Manar, `Unidentified gunmen kill Mosul police chief, formy army officer', 25 februari
2004. AP, `In Mosul, grenade goes off in government building, injuring seven', 9 maart
2004. Reuters, `Two Iraqis killed by insurgents in Mosul attack', 7 maart 2004. RFE/RL Iraq
Report, `Gunmen assassinate high ranking Mosul policeman', vol 7, no 7, 27 februari 2004.
Reuters, `Guerillas ambush, fire mortars at Iraqi police', 4 maart 2004. AP, `Attckers kill
local council member', 8 maart 2004.
514 BBC News, `Bremer warns of `explosive' Najaf', 25 april 2004. Reuters, 25 april 2004.
108
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Twee buitenlandse werknemers werden doodgeschoten in Kirkuk op 10 mei, zo
werd uit de media vernomen.516 Ook zouden in Kirkuk, volgens de pers, vier
mensen zijn omgekomen bij een bomaanslag op een markt op 11 mei.517 Op 24
mei werd een Turkmeense politicus in Kirkuk doodgeschoten.519
Het zuiden van Irak520
Begin januari vielen er enkele doden bij een demonstratie in Amara. De berichten
zijn niet eenduidig. Er wordt beweerd dat alleen Iraakse politie zou hebben
geschoten, andere bronnen stellen dat ook coalitiemilitairen van het VK zouden
hebben gevuurd. Sommige bronnen stellen dat betogers gooiden met stenen,
terwijl andere melden dat betogers schoten op de politie en dreigden met
handgranaten.521 Ook in Al-Kut in januari jl. sprake van onrust naar aanleiding van
een demonstratie van enkele honderden Irakezen.522 Op 2 maart jl. kwam een serie
bommen tot ontploffing in Kerbala tijdens de sjiitische viering Ashura, waarbij
tientallen doden vielen.523 In april en mei was het in verschillende steden in het
zuiden zeer onrustig tengevolge van gewelddadigheden gerelateerd aan het
sjiitische verzet. In Najaf vielen bij verschillende confrontaties tussen
coalitiemilitairen en aanhangers van Muqtada Al-Sadr doden onder Irakezen en
515 AFP, 26 april 2004.
516 BBC News, `Foreign workers shot dead in Iraq', 10 mei 2004.
517 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 17, 13 mei.
518 BBC News, `Foreign workers shot dead in Iraq', 10 mei 2004.
519 Reuters, 25 mei 2004.
520 Met het zuiden van Irak wordt gedoeld op de provincies Najaf, Kerbala, Al-Muthanna, Basra,
Dhi Qar, Maysan en Al-Qadisiyah.
521 Volkskrant, `Zuid-Irak toneel van bloedige rellen', 12 januari 2004. AFP, `Six killed, eleven
injured in clash between protesters and British and Iraqi security forces', 10 januari 2004.
Nadia Abou El-Magd, `Shiite muslim riot reflects growing frustration with US-led
occupation', AP, 12 januari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Five Iraqis killed when protest turns
violent in Al-Amarah', vol 7, no. 2, 16 januari 2004.
522 Er zou een dode zijn gevallen. (Nadia Abou El-Magd, `Shiite muslim riot reflects growing
frustration with US-led occupation', AP, 12 januari 2004. Volkskrant, `Soldaten VS doden
vier Irakezen in Fallujah', 14 januari 2004.)
523 Tegelijkertijd werd een aanslag gepleegd in Bagdad waarbij eveneens tientallen doden vielen.
(RFE/RL Iraq Report, vol. 7, no. 8, 5 maart 2004. ANP, `Ruim honderd sjiieten omgekomen
door aanslagen in Irak', 2 maart 2004. CPA Briefing, 2 maart 2004)
109
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
coalitiemilitairen.524 Ook in Kerbala was het onrustig en vielen doden bij
gevechten tussen coalitietroepen en aanhang van Muqtada Al-Sadr.525
Provincies als Al-Muthanna en Dhi Qar, waar het eerder relatief rustig was,
werden in de verslagperiode in meerdere mate geconfronteerd met geweld. Op 10
mei kwam een Nederlandse militair om tengevolge van een aanslag in As-
Samawah. In mei deden zich diverse schermutselingen voor in en rondom deze
stad waarbij enkele doden zijn gevallen. In Nassiriya, provincie Dhi Qar, is het
meerdere malen onrustig geweest. Aanhangers van Al-Sadr hebben bijvoorbeeld
in mei in deze stad onder meer het CPA-gebouw bestookt met mortieren. Ook
werden politiebureaus bezet. Bij gevechten tussen coalitiemilitairen en leden van
de militie van Al-Sadr zijn doden gevallen.
In Basra vonden tientallen mensen de dood tengevolge van een serie
zelfmoordaanslagen op 21 april jl. Enkele bommen ontploften bij politiebureaus.
Onder de slachtoffers bevonden zich ook burgers, waaronder kinderen.526 In de
buurt van Basra en Amara zouden tien Irakezen zijn gedood bij gevechten met
Britse coalitiemilitairen.527
524 BBC News, `US foprces battle Shia militiamen', 27 april 2004. ANP, `Doden en gewonden
door aanslag Najaf', 3 mei 2004. BBC News, `Cleric urges end to Najaf batlle', 14 mei 2004.
AP, `US troops come under mortar fire, clash with Shiite militiamen', 4 mei 2004. NRC
Handelsblad, `Strijd in Irak tussen VS en milities Al-Sadr', 22 / 23 mei 2004. Volkskrant,
`Tientallen doden bij strijd Kufa', 24 mei 2004. NRC Handelsblad, `Iraakse heilige plaatsen
centra van geweld', 24 mei 2004. ANP, `Strijders trekken zich terug uit Najaf', 27 mei 2004.
AFP, `Neuf Irakiens tués et 33 blessés dans les affrontements à Najaf', 26 mei 2004.
525 Op 11-12 mei zouden meer dan twintig leden van het Al-Mahdi-leger van Al-Sadr zijn
omgekomen bij gevechten met coalitiemilitairen. (BBC News, `Sadr tells Mehdi army to
fight on', 12 mei 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 17, 13 mei 2004.) Later in mei zouden
acht Irakezen zijn gedood bij dergelijke gevechten in Kerbala.(RFE/RL Iraq Report, vol 7,
no 18, 21 mei 2004)
526 BBC News, 21 april 2004.
527 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 18, 21 mei 2004.
110
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Literatuurlijst
Naast de in de inleiding genoemde bronnen is gebruik gemaakt van de volgende
bronnen en publicaties:
ABC Online
AFP
`Agreement between PUK and Turkmen Front', 26 augustus 2003
Al-Ittihad
Aljazeera.net
Al-Jazeera.com
Al-Majallah
Al-Manar
Al-Quds
Al-Sharq Al-Awsat
American Forces Press
Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli
2003
Amnesty International, `On whose behalf? Human rights and the economic reconstruction
process in Iraq', MDE 14/128/2003, 20 juni 2003
Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE 14/143/2003, juli 2003
Amnesty International, Press release, `Iraq: Amnesty International in Basra field
update May 8 2003, MDE 14/110/2003, 8 mei 2003
Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart
2004.
Amnesty International, `Incommunicado detention / fear of torture', MDE/14/004/2004, 4
maart 2004
111
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Anatolia
ANP
BBC News
CBS News
CIA World Fact Book
Council of the European Union, 13575/03, 14 oktober 2003
CPA Operational threat warning daily updates
CPA Public Affairs Office
CPA regelgeving, verordeningen, memoranda:
http://www.cpa-iraq.org/regulations/index.html#Orders
CPA, Memorandum 3, `Criminal procedures', 18 juni 2003-12-05
CPA, Verordening 1. `De-Baathification of Iraqi society', 15 mei 2003
CPA, Verordening 14, `Prohibited Media Activity', 10 juni 2003
CPA, Verordening 27, `Establishment of the facilities protection service', 7 september
2003
CPA, Verordening 28, `Establishment of the Iraqi Civil Defense Corps', 9 september 2003
CPA, Verordening 71, `Order on Local Government', 6 april 2004
Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus,
Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003
DFID Iraq Updates
The Economist
Economist Intelligence Unit, Country Report Iraq, september 2003
FBIS Iraq
112
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
The Financial Times
Fischer Weltalmanach, 1996
Free Republic (www.FreeRepublic.com)
Govari Gulan
The Guardian
Harenberg Länderlexikon, 1995/1996
Hawlati
Human Rights Watch, `Basra: Crime and insecurity under British occupation', vol. 15,
no.6 juni 2003
Human Rights Watch, `Climate of fear. Sexual violence and abduction of women and girls
in Baghdad', juli 2003
Human Rights Watch, `Iraq: Justice needs international role', 16 juli 2003
Human Rights Watch News, `Iraq: US military responses imperil jounalists', 24
september 2003
Human Rights Watch, `Iraq: Avoid harm to civilians', 16 april 2004.
Hurriyet
ICG, Middle East Briefing report no. 17, `Governing Iraq', Baghdad, Washington,
Brussels, 25 augustus 2003
ICG Middle East Briefing `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003
ICG Middle East Briefing, `Baghdad: Race against the clock', Baghdad, Washington,
Brussels, 11 juni 2003
ICG Middle East Report no 26, `Iraq's Kurds: Towards an historic compromise?', 8 april
2004
ICG, Middle East Report no 27, `Iraq's transition: on a knife edge', Baghdad, Brussel, 27
april 2004
113
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
IDP Global Database (www.idpproject.org)
IGC (www.igc-private.ch)
International Federation of Journalists
Iraq Press Online
Iraq Today
ICRC, `Report of the International Committee of the Red Cross (ICRC) on the treatment
by the coalition forces of prisoners of war and other protected persons by the Geneva
conventions in Iraq during arrest, internment and interrogation', februari 2004
IRIN Iraq
IWPR Iraq Crisis Report
Jordan Times
Kurdistan Nuwe
KurdSat
Kuwait Al-Watan
Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004
Mena
Middle East Intelligence Bulletin, vol. 5, no.6., juni 2003
Middle East International
Mideast Mirror
Milan Il Giornale
Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Defensie, `Brief aan de
Voorzitter van de Tweede Kamer', 22 oktober 2003, DAM/GO 485/03
114
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken, `Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer',
DVB/CV 329/03, 14 november 2003
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer,
DVB/CV-020/2004, 23 januari 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer,
DAM/GO-133/04, 5 maart 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer,
DAM/GO-208/04, april 2004.
Nederlands Dagblad
Newsmax.com
Newsweek
The New York Review
The New York Times
Norwegian Immigration Appeals Board / Utlendingsnemnda, `Report from a fact-finding
mission to northern Iraq, Syria and Jordan, 27 augustus 11 september 2003',
gepubliceerd in november 2003.
NRC Handelsblad
Opzij
Oxford Analytica
Paris Le Monde
Het Parool
Reliefweb
Reporters without borders
Reuters
RFE/RL Iraq Report
115
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
Sabah
Generaal A.M. Taguba, `Article 15-6 Investigation of the 800th military police brigade'
De Telegraaf
Time Magazine
Turkish Daily News
Turkiye
United Kingdom Home Office, Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals
Policy Directorate, `Iraq Bulletin', juni 2003
United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals
Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 8/2003, 15 december 2003.
UN Assistance Mission in Iraq (UNAMI), `Situation report, 12 18 april 2004', 18 april
2004.
UNHCR News Stories: `Iraqi refugees in Iran look homewards with longing', 12 juni 2003
UNHCR Briefing Notes: `UNHCR requests extension of moratorium on forcible return', 4
juli 2003
UNHCR News Stories, `Iraq still volatile, so Iraqis abroad need continued protection, says
UNHCR', 14 november 2003
UNHCR Briefing Notes, `Iraqi asylum seekers: UNHCR urges continued temporary
protection until further notice', 14 november 2003.
UNHCR News release, `Iraqi refugees in Iran return home with the help of UNHCR', 19
november 2003
UNHCR, `Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1
maart 2004
United Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph
24 of Security Council resolution 1483' (2003)
United Nations Security Council, `Resolution 1511' (2003)
116
Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004
United Nations Security Council, `Resolution 1500' (2003)
United Nations Security Council, S-2004/140, 23 februari 2004.
United States Department of Defense News Briefing, Linton Wells II, PDASD (Networks
and Information Integration), 1 augustus 2003
United States Department of State, Bureau of Public Affairs
United States HQ Central Command, `Statement regarding operation in Mosul, Iraq', 22
juli 2003
United States Bureau of International Information Programs
Voice of America
De Volkskrant
Washington Post
White House Report, `Bush discusses progress on Iraqi police force with Kerik', 3 oktober
2003
World News Connection
World Socialist Website (www.wsws.org)
Xinhua
117
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken