Ministerie van Buitenlandse Zaken

Algemeen ambtsbericht Irak Juni 2004

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


1 Inleiding
In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in Irak beschreven, voorzover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Irak en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Iraakse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Irak (laatstelijk 5 januari 2004). Het algemeen ambtsbericht beslaat de periode van januari tot en met mei 2004. Dit algemeen ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie van openbare bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Bovendien liggen bevindingen ter plaatse1, vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen in Irak en omliggende landen, in EU-lidstaten en de VS aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Overigens zijn de tekstpassages waarbij wordt verwezen naar openbare bronnen, in veel gevallen ook gebaseerd op informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek, veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Ook is een korte passage over de geografie en de bevolking van Irak opgenomen. In hoofdstuk 3 wordt de mensenrechtensituatie in Irak geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Irak partij is, komen de mogelijkheden van toezicht aan de orde. Daarna volgt de beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen belicht. In hoofdstuk 4 komen oorzaken van migratiestromen aan de orde. Tevens zal worden ingegaan op de opvang van binnenlandse ontheemden, het beleid van een aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit Irak en activiteiten van internationale organisaties, waaronder de positie van UNHCR, aan de orde. Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf.
1 Naar aanleiding van een aanslag op Nederlandse ambassade in januari jl. is het uitgezonden personeel van de Nederlandse ambassade te Bagdad in de eerste maanden van de verslagperiode beperkt aanwezig geweest. In april werd de uitgezonden staf tijdelijk teruggeroepen naar Amman. De mogelijkheden voor onderzoek in Irak waren dientengevolge aan beperkingen onderhevig.

---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


2 Landeninformatie

2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
De Republiek Irak heeft een oppervlakte van circa 444.000 km2. Irak2 telde in 1993 ongeveer twintig miljoen inwoners3. De bevolking van Irak werd in 2001 geschat op ongeveer 23,3 miljoen.4
Etnisch en linguïstisch kunnen in Irak als geheel onder meer Arabieren, Koerden, Turkmenen, Assyriërs, Armeniërs5 en Mandeeërs worden onderscheiden.6 Schattingen van het percentage Arabieren in geheel Irak lopen uiteen van 70 tot 85 procent. Schattingen over het percentage Koerden variëren van 15 tot 20 procent. In het overwegend islamitische Irak (97% is moslim, de overige 3 % bestaat uit vooral christenen, yezidi's en Mandeeërs) is het religieuze onderscheid tussen soennitische en sjiitische moslims belangrijk.7 8 Soennitische Arabieren maken 12 tot 15 procent9 uit van een totale bevolking van Irak; sjiitische Arabieren 50 tot 65. Soennitische Koerden vormen 18 tot 20 procent van de bevolking. Tevens is er een minderheid van sjiitische Koerden, de Fayli-Koerden. Naast een minderheid van soennitische Turkmenen is er ook een kleinere minderheid van sjiitische Turkmenen.
2 Inclusief Noord-Irak.
3 Fischer Weltalmanach 1996; Harenberg Landerlexikon 1995/1996. Volgens een officiële volkstelling door de autoriteiten in Bagdad zouden er in 1997 in heel Irak 22 miljoen mensen hebben gewoond.
4 CIA World Fact Book 2001 ­ Iraq, Washington, 2001.
5 Het aantal Armeniërs in Irak werd in 2001 geschat op circa 20.000. De meerderheid van de Armeniërs is in Bagdad woonachtig. Eveneens zijn er kleine Armeense gemeenschappen in en nabij Mosul, Basra en Kirkuk. Zie ook algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.

6 Zie voor meer informatie over Koerden, Turkmenen en Assyriërs hoofdstuk 3.
7 De soennitische en de sjiitische islam zijn de grootste geloofsstromingen binnen de islam. Aanhangers van de soennitische islam - soennieten - volgen de `sunna', de gedragslijn van de profeet Mohammed. Deze is schriftelijk vastgelegd in de verzameling van mondelinge overleveringen over hem (de zogenaamde `hadith'). Het overgrote merendeel van de moslims ter wereld is soennitisch. De sjiitische islam ontstond in de zevende eeuw na een geschil over de opvolging van de profeet Mohammed. De `Partij van Ali' (`Sji'at Ali') is van mening dat de opvolgers van Mohammed nakomelingen zijn van diens neef Ali, die getrouwd was met Mohammeds dochter Fatima.
8 Zie verder over sjiieten subparagraaf 3.3.3.
9 Ook hogere percentages komen voor in de geraadpleegde bronnen.
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

De Republiek Irak was sinds het einde van de Golfoorlog in 1991 de facto in tweeën uiteen gevallen, waarbij Noord-Irak10 was onttrokken aan het centrale gezag in Bagdad. Noord-Irak stond sindsdien onder controle van de Koerdische partijen PUK (`Patriotic Union of Kurdistan) en KDP (`Kurdistan Democratic Party') terwijl Centraal-Irak onder het gezag van de regering onder leiding van president Saddam Hoessein in Bagdad viel. De militaire interventie van de coalitie in de lente van 2003 heeft aan deze de facto scheiding tussen Noord- en Centraal- Irak formeel een einde gemaakt.
Taal
In de tijdelijke grondwet11, `Law of Administration for the State of Iraq for the Transitional Period' (ook wel `Transitional Administrative Law',TAL), die na de machtsoverdracht eind juni 2004 in werking zal treden, zijn Arabisch en Koerdisch opgenomen als de twee officiële talen. Beide talen hebben dezelfde status en zullen onder meer gebruikt worden voor de publicatie van de Iraakse staatscourant, de `Official Gazette', officiële gelegenheden (als parlementaire vergaderingen, de raad van ministers, rechtspraak etc.), officiële documenten, op scholen en in de federale instellingen in het gebied van de `Kurdistan Regional Government' (KRG).12
In Irak, buiten de KRG-gebieden, is het Arabisch de algemene voertaal. Onderwijs wordt buiten het KRG-gebied overwegend in het Arabisch gegeven. In dit gebied woonachtige niet-Arabieren (zoals Koerden, Turkmenen en Armeniërs) zijn vaak ook, naast de taal van de minderheid waartoe men behoort, in meer of mindere mate het Arabisch machtig. De meeste Mandeeërs en ook sommige christenen hebben inmiddels het Arabisch als moedertaal.
10 In dit algemeen ambtsbericht wordt met Noord-Irak gedoeld op het gebied dat, voorafgaand aan de militaire interventie in Irak in de lente van 2003, onttrokken was aan het gezag van Bagdad. Noord-Irak behelst ruwweg de drie provincies Dohuk, Erbil en Sulaymaniyya alsmede het noordelijk deel van de provincie Kirkuk (Al-Ta'mim), een deel van het noorden van de provincie Diyala en een deel van de provincie Nineveh. Voorafgaand aan de militaire interventie vielen deze gebieden staatkundig onder het gezag van Bagdad. In de praktijk hadden de PUK (`Patriotic Union of Kurdistan) en de KDP (`Kurdistan Democratic Party') beiden in het door hen gecontroleerde gebied een regering gevormd. Deze regering wordt in beide gebieden aangeduid als de Kurdistan Regional Government (KRG): KRG/KDP en KRG/PUK. Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002. Voor de volledigheid dient hier dat Kirkuk, Mosul en Khanaqin geen deel uitmaken van de KRG- gebieden.

11 Begin maart 2004 is de `Transitional Administrative Law' aangenomen. Zie verder voor de tijdelijke grondwet: subparagraaf 2.1.3. en 3.1.2. Zie ook www.cpa-iraq.org.
12 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel 9.
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Het Koerdisch13 geldt in de noordelijke provincies van Irak, die sinds oktober 1991 onttrokken waren aan het gezag van Saddam Hoessein (thans bekend als KRG-gebieden), als officiële taal.14 Het Arabisch is sinds 1991 niet of nauwelijks meer gebruikt in schriftelijke stukken van de overheid. Het Arabisch krijgt nu in de KRG-gebieden dezelfde status als het Koerdisch. Het gebruik van de Arabische taal is in dit gebied het laatste decennium afgenomen. De meerderheid van de bevolking beheerst in meer of mindere mate zowel het Koerdisch als het Arabisch.15
In de KRG-gebieden worden verschillende Koerdische talen gesproken.16 In het Koerdische noorden worden het Badini en het Sorani het meest gebruikt. Onderwijs wordt sinds 1991 gegeven in het Koerdisch, op primair, secundair en tertiair niveau. Arabisch wordt gedoceerd als vreemde taal. Het Arabisch is in de KRG-gebieden een verplichte vreemde taal op basisscholen voor leerlingen vanaf vier jaar. Op secundair niveau is Arabisch een eindexamenvak. Op tertiair niveau wordt Arabisch eveneens als verplicht vak onderwezen. In de tijdelijke grondwet is voorts opgenomen dat men het recht heeft onderwijs in de moedertaal17 te volgen. In het gebied onder de controle van de KRG/KDP kan men onderwijs ­ op primair en secundair niveau - in het Sureth18 volgen.19 De politieke partij `Assyrian Democratic Movement' (ADM)20 is voornemens in de buurt van Mosul Assyrische scholen te openen. Op Assyrische en Turkmeense scholen kunnen scholieren eveneens Koerdische taallessen ontvangen. Op deze scholen is Arabisch de `derde' taal.
Er zijn geen scholen die Sureth-talig onderwijs verschaffen in het KRG/PUK- gebied. Hier zijn zeer weinig Assyriërs woonachtig. In de KRG/KDP-regio zijn tot op heden geen Turkmeense scholen. In het gebied onder de KRG/PUK is slechts een zeer gering aantal Turkmenen woonachtig. Iraakse yezidi's, voor een groot deel woonachtig in de omgeving van Sinjar, Mosul, Sheikhan/Ain Sifni, spreken een vorm van het Kurmanji (Botani).

13 Het Koerdisch is een verzamelnaam voor een aantal talen behorend tot de Koerdische taalgroep binnen de Iraanse taalfamilie. De Iraanse taalgroep is onderdeel van de Indo- Europese taalfamilie.

14 Daarvoor was in dit gebied Arabisch de officiële taal.
15 Vooral onder ouderen is men het Arabisch nog machtig. Jongere Koerden, die geen onderwijs in het Arabisch hebben genoten, of Koerden afkomstig van het platteland spreken soms weinig Arabisch.

16 Zie verder bijlage 1.

17 Volgens de tijdelijke grondwet hebben Irakezen het recht om hun kinderen onderwijs te geven in hun moedertaal, zoals de taal van de Turkmenen, Assyriërs of Armeniërs, op overheidssscholen, of in elke andere taal op privéscholen. (Artikel 9 van de `Law of Administration for the State of Iraq', 8 maart 2004)
18 Het Sureth is een neo-Aramese taal die gebruikt wordt door Assyrische en Chaldeeuwse christenen. Zie ook algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
19 Er zijn circa veertig scholen in KRG/KDP-gebied die onderwijs in het Sureth geven.
20 Zie ook subparagraaf 3.3.2, bijlage 4 en algemeen ambtsbericht Irak, 5 januari 2004.
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

2.1.2 Geschiedenis
Na meer dan dertig jaar een uiterst repressief bewind te hebben gevoerd in Irak is het bewind van president Saddam Hoessein door coalitietroepen in de lente van 2003 met een militaire interventie beëindigd. Sindsdien is een tijdelijke regering verantwoordelijk voor het bestuur van Irak, met inbegrip van het gebied dat voorheen onder het gezag van de Koerdische partijen PUK en KDP stond.21 2.1.3 Staatsinrichting
Met het aantreden van de `Coalition Provisional Authority' (CPA) zijn ten behoeve van de wederopbouw van Irak enkele ingrijpende hervormingen doorgevoerd in de staatsinrichting.
Nationaal bestuur
De politieke macht in Irak wordt uitgeoefend door de `Coalition Provisional Authority' (CPA). De CPA wordt geleid door de Amerikaanse ambassadeur Paul Bremer.
Op 13 juli 2003 werd de `Iraqi Governing Council' (IGC) in het leven geroepen. Deze Iraakse bestuursraad bestond uit tweeëntwintig22 personen23 en vormde een afspiegeling van de voornaamste etnische en religieuze groeperingen in Irak.24 25 De IGC wees september jl. vijfentwintig26 ministers27 aan voor een kabinet.28 29
21 Zie ook: Ministerie van Buitenlandse Zaken, `Algemene beschrijving van de huidige situatie in Irak', 11 juni 2003. Zie voor een beschrijving over de situatie in Centraal-Irak en Noord- Irak voorafgaand aan de militaire interventie onder meer de algemene ambtsberichten Centraal-Irak, mei 2003, november 2002 en Noord-Irak, mei 2003 en oktober 2002.
22 De IGC bestond oorspronkelijk uit vijfentwintig personen. Een lid werd in de verslagperiode benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken. Een ander lid werd benoemd tot Nationale Veiligheidsadviseur. Ook kwam, net als in de vorige verslagperiode, een IGC-lid om tengevolge van een aanslag. Zie ook 2.2 en bijlage 2 en 3.
23 Zie bijlage 2 voor een overzicht van de leden van de IGC.
24 Elf (voorheen twaalf) leden zijn van sjiitische Arabische afkomst en vier (voorheen vijf) van soennitische Arabische afkomst. Voorts bevinden zich vijf Koerden, een christen en een Turkmeen in de raad. Zie bijlage 2. Zie bijlage 4 voor een overzicht van diverse politieke partijen.

25 In de IGC is sprake van een maandelijks roulerend voorzitterschap onder negen leden. De Assyrische christenen en de Turkmenen zijn niet in het roulerend voorzitterschap opgenomen. Ook de partijloze vertegenwoordigers rouleren niet mee voor het voorzitterschap. (ANP, `Presidentschap gaat rouleren tussen 9 mensen', 29 juli 2003. Reuters, `Iraqi governing council chooses leader, at last', 30 juli 2003.)
26 In april diende de minister van Mensenrechten zijn ontslag in.
27 Zie bijlage 3 voor een overzicht van het kabinet.
28 Onder de ministers bevinden zich twaalf (voorheen dertien) sjiieten, vijf soennieten, vijf Koerden, een Turkmeen en een Assyriër. Nouri Al-Badran, sjiiet en minister van Binnenlandse Zaken, trad in april af. Hij werd opgevolgd door de soenniet Samir Shakir Mahmoud.

29 ANP, `Iraakse regeringsraad benoemt ministers', 1 september 2003. BBC News, `New ministers appointed in Iraq', 1 september 2003.
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

De CPA behoudt een vetorecht over de beslissingen van de IGC.30 Door de CPA is wetgeving uitgevaardigd op verschillende gebieden.31 Machtsoverdracht
De IGC presenteerde begin maart een tijdelijke grondwet (`Law of Administration for the State of Iraq for the Transitional Period').32 Deze biedt de grondslagen voor het bestuur van Irak tijdens de interimperiode en is van kracht vanaf 30 juni 2004, wanneer een soevereine tijdelijke regering de macht overneemt. De tijdelijke grondwet is geldig totdat een nationaal parlement is gekozen dat een permanente grondwet zal moeten opstellen. Deze verkiezingen dienen vóór 31 januari 2005 plaats te hebben.33 Irak zal volgens de tijdelijke grondwet een federale structuur kennen, democratisch en pluralistisch van aard zijn, met een scheiding der machten. Naast de federale overheid wordt het bestuur door regionale, provinciale, gemeentelijke en plaatselijke overheden gevoerd.34 Op 1 juni 2004 trad het nieuwe interimkabinet aan.35 Op 30 juni 2004 zal de formele machtsoverdracht plaatsvinden. De CPA zal dan worden ontbonden. De IGC is reeds op 1 juni jl., direct na het aantreden van het nieuwe interimkabinet, ontbonden.
Regionaal bestuur
CPA
In de achttien provincies in Irak heeft de CPA een apart bestuurskantoor geopend met aan het hoofd een `Governorate Coordinator'. Deze CPA-kantoren worden aangestuurd door de CPA in Bagdad en zijn feitelijk de regionale vertegenwoordigingen van het centrale bestuursorgaan in Irak. De `Governorate Coordinator' geeft leiding aan een zogenaamd 'Governorate Team'. Hierin zit civiel personeel (voor onder meer politieke en financiële zaken, perszaken, projectenbeheer) en ook een zogenaamd 'Governorate Support Team' (bestaande uit militairen die projecten op het gebied van civiel-militaire samenwerking uitvoeren). Binnen het 'Governorate Team' werken eveneens Iraakse adviseurs van de `Iraqi Development and Reconstruction Council' en een Amerikaanse
30 De IGC diende volgens het oorspronkelijke stappenplan voor de politiek-institutionele wederopbouw van Irak onder meer ministers te benoemen, de begroting goed te keuren, voorbereidingen voor de opstelling van een grondwet en het houden van verkiezingen te treffen. Dit plan werd 15 november jl. vervangen door een nieuw stappenplan, overeengekomen door de CPA en de IGC.
31 Zie verder subparagraaf 3.1.2.

32 Op 15 november 2003 was reeds een stappenplan overeengekomen voor de machtsoverdracht. Zie algemeen ambtsbericht Irak, 5 januari 2004. In februari jl. werd een nieuw plan, zoals hier beschreven, voor de machtsoverdracht overeengekomen.
33 Zie verder subparagraaf 3.1.2.

34 Zie verder hoofdstuk 3, onder meer subparagraaf 3.1.2. voor de tijdelijke grondwet.
35 Zie 2.2 en bijlage 3.

---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

consultantbedrijf (`Research Triangle Institute') dat ondersteuning verleent op het gebied van lokaal bestuur. De CPA is tevens regionaal vertegenwoordigd in vier kantoren (noord, zuid, oost en west) die belast zijn met de regionale coördinatie. KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden
In de provincies onder het bestuur van de KRG/KDP en de KRG/PUK is er in de bestuursstructuur op operationeel niveau weinig veranderd sinds de val van Saddam Hoessein. De regeringen in respectievelijk Erbil (KRG/KDP) en Sulaymaniyya (KRG/PUK) functioneren net als voorafgaand aan de militaire interventie.36 De KDP en de PUK hebben tijdens de verslagperiode nadere stappen ondernomen in de totstandkoming van een gezamenlijke regering.37 De integratie betreft in de eerste plaats het gezamenlijke, Koerdische parlement te Erbil.38 Er zijn overwegend intenties uitgesproken ten behoeve van verdere integratie.39 De CPA heeft met betrekking tot de meeste dagelijkse bestuurstaken in het KRG- gebied in de praktijk een beperkte rol.
De tijdelijke grondwet erkent de KRG als officiële regering over het gebied dat voorafgaand aan de militaire interventie reeds onder het bestuur van de KRG viel.40
Raden
Naast deze CPA-besturen op regionaal niveau zijn inmiddels in het merendeel van Irak provincie-, districts- en stadsraden, waar Irakezen zitting in nemen,
36 Op provinciaal niveau fungeert het bestuur doorgaans net als voorafgaand aan de militaire interventie in 2003. Het volgende is bekend. De provincieraden van Erbil en Dohuk bestaan uit partijpolitici en technische bestuurders die door de KDP zijn aangewezen. In Erbil is een gemeenteraad samengesteld na verkiezingen in mei 2001. De meeste raadsleden behoren tot de KDP en de Kurdistan Islamic Union (KIU). De provincieraad te Sulaymaniyya is benoemd door de PUK en bestaat, volgens PUK-vertegenwoordigers, in de eerste plaats uit technische bestuurders. De stad Sulaymaniyya beschikt over een eigen raad. Deze is samengesteld na de plaatselijke verkiezingen van mei 2001.
37 Edward Wong, `2 Kurdish parties close to forming unity government', New York Times, 19 december 2003. Er is meerdere malen door de leiders van KDP en PUK aangegeven nader te zullen samenwerken. Zie ook actualisering algemeen ambtsbericht Noord-Irak, mei 2003.
38 Dit parlement komt inmiddels in gezamenlijke sessies bijeen.
39 Volgens berichten uit januari jl. zou Nirchirwan Barzani (KDP) aantreden als premier, zou het parlement worden voorgezeten door de PUK en diende een nieuwe kabinet te worden benoemd. Voorts werd vernomen dat een nieuw kabinet uit veertien ministeries zou gaan bestaan. De verdeling van ministerposten zou als volgt zijn: zes voor de KDP, vier voor de PUK, een voor ADM, een voor ITF, een voor KCP en een voor de KIU. (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 2, 16 januari 2004). Zie voor een beschrijving van de partijen bijlage 4.
40 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel 53 en 54.
10

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

geïnstalleerd.41 Deze zijn op min of meer democratische wijze tot stand gekomen, onder meer door middel van getrapte verkiezingen. Volgens de Amerikaanse autoriteiten zou per september 2003 in meer dan 85 procent van de Iraakse gemeentes sprake zijn geweest van een gemeenteraad.42 In de drie Koerdische provincies is sinds 1991 / 1992 reeds sprake van plaatselijk bestuur.43 Begin april publiceerde de CPA de `Order on Local Government' waarin de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de raden op de diverse niveaus zijn vastgelegd.44 Provinciale en lokale raden kunnen volgens deze verordening onder meer belasting heffen. Provinciale raden zijn bevoegd om gouverneurs te benoemen en lokale raden om burgemeesters te kiezen. Deze verordening zal na 30 juni a.s. van kracht blijven tot nader bericht.
De stand van zaken in plaatselijke bestuurlijke ontwikkelingen verschilt per regio. In de praktijk blijkt dat een aantal provincie- en districtsraden over beperkte financiële middelen beschikt. De effectiviteit en het gezag van de raden is in veel gebieden beperkt.
Rechterlijke macht
Door de CPA wordt gewerkt aan volledige hervorming van de rechterlijke macht in Irak. De tijdelijke grondwet moet voor de interimperiode de onafhankelijke positie van de rechtsmacht garanderen. 45
2.2 Politieke ontwikkelingen
De verslagperiode werd in politiek opzicht gekenmerkt door ontwikkelingen omtrent de geplande machtsoverdracht. Het politieke wederopbouwproces werd voortgezet.
Tijdens de eerste maanden vormde de wijze waarop de verkiezingen dienen te worden georganiseerd een gevoelig punt van discussie. Zonder zelf actief betrokken te willen zijn bij diverse onderhandelingen in de eerste maanden van de verslagperiode heeft de sjiitische geestelijke ayatollah Al-Sistani door zijn goed- dan wel afkeuring een duidelijke stempel gedrukt op het politieke proces.46 Al-
41 Reuters, `US says Iraqis getting involved at local level', 30 september 2003.
42 US Department of State, Bureau of Public Affairs, `Iraqi reconstruction ­ rebuilding Iraq', Washington, 17 september 2003.
43 Zie voor bestuurststructuren in Noord-Irak ook het algemeen ambtsbericht Noord-Irak, november 2002.

44 Zie CPA-verordening 71, 6 april 2004. Deze verordening zou reeds in januari jl. zijn verschenen, maar ondervond oponthoud doordat het eerdere stappenplan van november 2003 werd vervangen door een nieuw plan voor de machtsoverdracht.
45 Zie verder subparagraaf 3.1.2.
46 Na verloop van tijd heeft hij echter eenmaal de speciale VN-adviseur Lakhdar Brahimi gesproken.

---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Sistani verzette zich tegen het voornemen - overeengekomen in november 200347 - om in mei 2004 via getrapte verkiezingen een tijdelijk parlement te laten kiezen. Zijns inziens was een dergelijk proces onvoldoende democratisch en dienden vóór juni 2004 directe verkiezingen plaats te vinden.48 Met grootschalige demonstraties in Bagdad werd steun betuigd aan Al-Sistani.49 De kritiek van de sjitische geestelijke leidde tot een impasse inzake de onderhandelingen omtrent de politieke wederopbouw tussen de sjiitische geestelijke enerzijds en de CPA en de IGC anderzijds. Na enige tijd gaf Al-Sistani aan bereid te zijn zich hieromtrent neer te zullen leggen bij het oordeel van de VN.
Medio januari vonden gesprekken plaats tussen de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) Kofi Annan, afgevaardigden van de IGC en vertegenwoordigers van de CPA.50 De SGVN besloot hierna, overeenkomstig de wens van de IGC en CPA, een technische missie, onder leiding van speciale adviseur Lakhdar Brahimi, naar Irak te sturen om te onderzoeken of het houden van directe verkiezingen vóór eind juni 2004 technisch mogelijk was. Na gesprekken in Irak met diverse Iraakse politieke actoren kwam Brahimi tot de conclusie dat, na vaststelling van een electoraal juridisch en institutioneel kader, minstens acht maanden voorbereidingstijd nodig zouden zijn om directe verkiezingen te kunnen houden.51 Al-Sistani is met deze bevindingen akkoord gegaan en heeft ervoor gepleit dat verkiezingen niet later dan januari 2005 dienen te worden gehouden.52
De IGC verzocht medio maart de SGVN per brief om advies en assistentie bij de vorming van de Iraakse interimregering die vanaf 30 juni a.s. de bestuursmacht zal overnemen. Ook werd een verzoek gedaan om bij te dragen aan voorbereidingen ten behoeve van directe verkiezingen, die eind 2004, begin 2005 dienen plaats te vinden. De SGVN is op dit verzoek ingegaan en heeft hiertoe Brahimi en zijn team, alsmede een verkiezingsteam opnieuw naar Irak gestuurd.53 In mei vond een derde bezoek van Brahimi aan Irak in dit kader plaats. De vorming van een nieuwe
47 Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
48 Hamza Hendawi, `Shiite cleric hardens position on Iraq political process, throws sovereignty handover into doubt', AP, 11 januari 2004. Hamza Hendawi, `Cleric's demands, unrest in Shiite areas are ominous signs', AP, 13 januari 2004.
49 RFE/RL Iraq Report, `Tens of thousands demonstrate in Baghdad for direct elections', vol. 7, no 3, 23 januari 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, `Ballot debate rumbles on', 9 februari 2004

50 RFE/RL Iraq Report, `The UN and Iraq', vol. 7, no. 3, 23 januari 2004.
51 Zie voor het rapport van Brahimi: United Nations Security Council, S-2004/140, 23 februari 2004.

52 Overigens werd vanuit Iraakse politieke partijen verschillend gereageerd op de conclusies van de VN inzake de verkiezingen. Onder meer INC en SCIRI waren van mening dat verkiezingen eind juni konden plaatsvinden. Anderen, zoals IGC-lid Mahmoud Othman en de NDP waren het eens met het VN-rapport van Brahimi. (AP, `UN decision gets mixed response in Iraq', 20 februari 2004.)
53 Zie ook Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, DAM/GO-208/04, april 2004. 12

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Iraakse interimregering, die na 30 juni de macht zal overnemen, stond hierbij centraal. Deze diende eind mei, begin juni te zijn samengesteld. Begin maart54 werd de `Law of administration for the state of Iraq for the transitional period' (ook wel `Transitional Administrative Law', TAL) aangenomen.55 Een vijftal sjiitische IGC-leden56 had, mede geïnspireerd door de opvattingen van Al-Sistani, hun reserves bij enkele onderdelen van de grondwet, maar heeft de grondwettekst uiteindelijk toch geaccepteerd zonder wijzigingen. Al-Sistani en andere sjiitische geestelijken hebben na de ondertekening kritisch gereageerd op de TAL.57 Voorts werd protest geuit tegen de grondwet in de vorm van demonstraties.58 De voornaamste bezwaren betroffen de beoogde federale opbouw van Irak, het vetorecht van provincies59 en de rol van de islam60. De effectiviteit van de tijdelijke grondwet en in hoeverre de toekomstige tijdelijke regering na de soevereiniteitsoverdracht brede steun binnen Irak zal krijgen, zal in een later stadium moeten blijken.
Het gezag van de nieuwe bestuurslichamen bleek tijdens de verslagperiode aan grote beperkingen onderhevig te zijn.61 Vooral in de zogenaamde soennitische
54 Volgens het stappenplan van november 2003 diende de tijdelijke grondwet 28 februari 2004 te worden aangenomen. Onenigheid binnen de IGC over de tekst had enige vertraging tot gevolg. Voorts vonden op 2 maart jl. grote aanslagen in Kerbala en Bagdad plaats, waarna de ondertekening van de tijdelijke grondwet met enkele dagen werd uitgesteld.
55 Zie verder subparagraaf 2.1.3. en hoofdstuk 3.
56 Ahmed Chalabi (INC), Abdel Aziz Al-Hakim (SCIRI), Ibrahim Al-Jaafari (Al-Da'wa), Mouwafak Al-Rabii en Mohammed Bahr Al-Ouloum weigerden in eerste instantie te ondertekenen. (Hamza Hendawi, `Shiite members of Iraq's governing council refuse to sign interim constitution', AP, 5 maart 2004.
57 De geestelijke verzocht per brief aan de VN de TAL niet te bekrachtigen. (Iraq Today, 15 maart 2004.)

58 ANP, `Massaprotest tegen interimgrondwet Irak', 12 maart 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, `Protests mount against interim law', no.53, 15 maart, 2004.
59 De kritiek betreft de totstandkoming van de permanente grondwet. Volgens de TAL dient het ontwerp voor de permanente grondwet per referendum te worden goedgekeurd. Daarbij is in de TAL vastgelegd dat de nieuwe grondwet zal worden aangenomen indien de meerderheid van de Irakezen ermee instemt, tenzij tweederde van de bevolking van minstens drie provincies de grondwet verwerpt. (Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel 61.) De kritiek betrof in het bijzonder de Koerdische partijen, die hiermee in de ogen van sommige partijen, teveel invloed was toebedeeld.

60 De sjiitsche geestelijke en naaste medewerker van Muqtada Al-Sadr, Mohammed Al- Yaqoubi, verwierp de grondwet. Mede in navolging van zijn kritiek op de TAL zou een demonstratie in Bagdad hebben plaatsgevonden. De rol van de islam zou in zijn optiek te marginaal zijn in de tijdelijke grondwet (IWPR Iraqi Crisis Report, `Protests mount against interim law', no.53, 15 maart 2004. Ahmed Mukhtar `Even with ink on paper, basic law debate continues', Iraq Today, 15 maart 2004.)
61 Corruptie, onervarenheid van bestuurders en overmatige bezetting van overheidsinstellingen hebben eveneens het functioneren van het bestuur beperkt. (Abd Alrahman Aljuburi, 13

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

driehoek Bagdad- Ramadi-Mosul bleek het gezag van de CPA, IGC en nieuwe lokale besturen veel minder geaccepteerd dan elders en is verzet geboden tegen het nieuwe bestuur.62
Begin april hebben leden van de Jaish Al-Mahdi, de militie van de sjiitische leider Muqtada Al-Sadr, in verschillende steden in het midden en zuiden van het land63, demonstraties georganiseerd uit onvrede over de sluiting van het sjiitische weekblad Al-Hawza alsmede de arrestatie van Mohammed Al-Yacoubi, een naaste medewerker van Al-Sadr.64 Dit mondde in sommige gevallen uit in gewelddadigheden met doden en gewonden onder Irakezen en militairen van de coalitie. In een aantal plaatsen werden politiebureaus en overheidsgebouwen bezet. Ook werden regionale CPA-kantoren in een aantal gevallen bestookt. Op sommige plaatsen bleek de aanhang van Al-Sadr steun te krijgen van anderen, onder meer van soennitische zijde, in het verzet tegen de coalitietroepen. In dezelfde periode vonden enkele wisselingen in het Iraakse kabinet plaats. De minister van Binnenlandse Zaken, Al-Badran, trad op 8 april jl. af, naar eigen zeggen `ten behoeve van de balans tussen soennieten en sjiieten' in het kabinet,65 maar zijn ontslag moet vooral in verband worden gebracht met kritiek van ambassadeur Bremer op het functioneren van het politie-apparaat.66 Hij werd opgevolgd door Samir Shakir Mahmoud Al-Sumaida (tot daarvoor IGC-lid). Voorts werd Ali Allawi, minister van Handel, benoemd als eerste minister van Defensie sinds de val van Saddam Hoessein en werd Mouwafaq Al-Raba'i (eveneens IGC-lid) benoemd tot Nationale Veiligheidsadviseur. De minister van Mensenrechten trad in april af uit protest tegen mishandelingen van Iraakse gevangenen door Amerikaanse coalitiemilitairen.67 Hij werd opgevolgd door waarnemend minister Bakhtiar Amin.
Op 17 mei kwam IGC-voorzitter Abdel Zahra Othman Mohammed (Izzedine Salim) bij een aanslag in Bagdad om het leven.68

`Citizens ambaste new town councils', Iraq Today, 27 oktober 2003. IWPR Iraqi Crisis Report, no. 33, 29 oktober 2003.)
62 RFE/RL Iraq Report, `US-appointed delegates pick interim council in Tikrit', vol. 6, no. 39, 21 september 2003. Reuters, `US runs criticised council vote in Saddam hometown', 15 september 2003. Zie ook paragraaf 2.3.
63 Zo vonden onlusten plaats in Bagdad, Amara, Kufa, Al-Kut, Basra, Nassiriya, Najaf, maar ook in Kirkuk. (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 13, 8 april 2004)
64 Zie ook 3.3.3.

65 NRC Handelsblad, 10 april 2004. AP, `Iraq's interior minister resigns', 8 april 2004.
66 AFP, `Second Iraq interim minister resigns: coalition', 10 april 2004.
67 AFP, `Second Iraq interim minister resigns: coalition', 10 april 2004. Aljazeera.com, `Iraqi human rights ministry resigned', 4 mei 2004. Newsmax.com, 4 mei 2004.
68 The Guardian, `Car bomb kills head of Iraq ruling council', 17 mei 2004. Volkskrant, `Hoofd Iraakse regeringsraad gedood bij bomaanslag', 17 mei 2004. 14

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Op 1 juni kondigde Brahimi aan dat Ghazi Mashal Ajil Al-Yawer benoemd werd als president. Ibrahim Al-Jaafari en Rowsch Shaways werden beiden als vice- president benoemd. Dezelfde dag werd de samenstelling van het nieuwe kabinet bekend.69 De IGC maakte die dag kenbaar per direct terug te treden zodat de nieuwe interimregering onmiddellijk met haar taak kon beginnen.70 KRG-gebieden
In het noorden van Irak functioneert het de facto Koerdische bestuur van PUK en KDP tijdens de verslagperiode net als voor de militaire interventie, hetzij formeel onder de bevoegdheid van de CPA. De KDP en de PUK hebben tijdens de verslagperiode nadere stappen ondernomen in de totstandkoming van een gezamenlijke regering.71
De dubbele aanslag op de hoofdkantoren van de PUK en KDP in Erbil bracht beide partijen een ernstige slag toe. Behalve het feit dat zich onder de slachtoffers veel partijleden bevonden, leek de aanslag erop te wijzen dat de situatie in het noorden minder stabiel en rustig was dan eerder werd aangenomen. Na de aanslag werd gespeculeerd dat deze mogelijk een versnellend effect op de integratie van de twee besturen zou kunnen hebben.72 Daarvan is tot op heden weinig gebleken. De KRG/KDP- en KRG/PUK-autoriteiten hanteren dezelfde grenslijn ten opzichte van de rest van Irak als voorafgaand aan de militaire interventie.73 De Koerdische gebieden zullen volgens de tijdelijke grondwet in de interimperiode feitelijk autonoom blijven functioneren.74 In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat na vaststelling van een permanente grondwet zal worden bepaald onder welk regionaal gezag Kirkuk zal komen.75
Internationaal
Medio februari jl. kwamen in Koeweit de ministers van Buitenlandse Zaken van Irak, van de buurlanden van Irak en van Egypte en Bahrein bijeen om over de politieke ontwikkelingen in Irak, de machtsoverdracht en grensbewaking overleg te voeren.76 77 Ook voerden verschillende Iraakse vertegenwoordigers tijdens de verslagperiode bilateraal overleg met buurlanden over grensbewaking.78
69 Zie verder bijlage 3.

70 AP, `Governing council member says group agrees to dissolve', 1 juni 2004.
71 Zie 2.1.3.

72 Middle East International, 6 februari 2004.
73 Voor de volledigheid dient hier dat Kirkuk, Mosul en Khanaqin thans geen deel uitmaken van de KRG-gebieden. Zie ook voetnoot 10.
74 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel 53 en 54.

75 De vrees voor dominantie van Koerden in Kirkuk heeft diverse keren tot spanningen geleid. Zie 2.3, 3.4.1 en 3.4.4.

76 Reuters, `Iraq joins talks with neighbours in Kuwait', 16 februari 2004. 15

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Tijdens de genoemde bijeenkomst in Koeweit werd een voorlopige gezamenlijke verklaring opgesteld ten behoeve van de eerstvolgende top van de Arabische Liga.79 Hierin werd opgeroepen tot politieke en economische initiatieven voor de wederopbouw van Irak.80
Voorts legden de VS en het VK op 24 mei een ontwerpresolutie voor aan de VN- Veiligheidsraad. De conceptresolutie legt onder meer het einde van de bezetting door de coalitie, de opheffing van de CPA en de rol van de VN in het politieke proces vast.81 Voorts stelt de ontwerpresolutie dat de multinationale troepenmacht82 de bevoegdheid heeft om `alle maatregelen te treffen, die tot het bevorderen van de stabiliteit zullen leiden' om een goed verloop van het politieke proces mogelijk te maken en de VN te beschermen. De conceptresolutie legt echter de relatie tussen de stabilisatiemacht en de Iraakse autoriteiten niet duidelijk vast. De IGC heeft zich kritisch uitgelaten over de ontwerpresolutie, in het bijzonder over de mate waarin de soevereiniteit wordt overgedragen.83 In juni werden de onderhandelingen voor een nieuwe resolutie voortgezet. 2.3 Veiligheidssituatie
Tijdens de verslagperiode was sprake van een achteruitgang van de veiligheidssituatie in het gehele land. Wel dient hierbij opgemerkt te worden dat er per regio aanzienlijke verschillen bestonden wat het aantal incidenten, de frequentie en de ernst van het geweld betreft. Terwijl gewelddadigheden zich voorheen concentreerden in het midden van Irak was in de verslagperiode ook in bepaalde plaatsen in het noorden en zuiden sprake van aanslagen. Een nieuwe ontwikkeling was het gewelddadig verzet dat zich sinds eind maart jl. in verschillende steden deed gelden vanuit sjiitische kring, in het bijzonder van de zijde van Muqtada Al-Sadr en diens aanhangers.


77 Dergelijke bijeenkomsten hebben eerder in Istanboel en Riyad plaatsgehad. In november 2003 was de IGC voor een vergelijkbare bijeenkomst in Syrië niet uitgenodigd, hetgeen enige spanningen opleverde.
78 RFE/RL Iraq Report, `Kuwaiti, Iraqi interior ministry officials work to secure borders, vol. 7, no. 9 13 maart 2004. AFP, `Iraq-Iran-border Iran says it will not allow `trespassing' into Iraq' 14 maart 2004.

79 Deze zou in maart in Tunis worden gehouden, maar werd in een laat stadium geannuleerd.
80 Middle East International, 20 februari 2004.
81 Zo wordt de VN gevraagd om steun te bieden bij het opzetten van een nationale conferentie, het organiseren van verkiezingen en het constitutionele proces.
82 Hieronder vallen alle buitenlandse militaire troepen in Irak na 30 juni a.s.
83 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no. 19, 28 mei 2004. 16

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Ambassadeur Bremer heeft in de pers de verwachting uitgesproken dat zich in de aanloop naar de machtsoverdracht op 30 juni a.s. nog meer aanslagen zullen voordoen.84
Veel Irakezen die zichtbaar samenwerken met de coalitie zijn tijdens de verslagperiode doelwit geweest van gewelddadige aanslagen.85 Hierbij valt onder meer te denken aan Iraakse civiele CPA-medewerkers, Iraakse tolken of Irakezen die op andere wijze voor de CPA, internationale organisaties en bedrijven in Irak werken alsook Iraakse journalisten en personen die voor hen werken.86 Ook was het geweld gericht tegen buitenlanders (die verondersteld werden) verbonden (te zijn) aan de coalitie.
Tevens heeft zich geweld voorgedaan bij demonstraties in de vorm van beschietingen door demonstranten, Iraakse veiligheidsorganisaties (zoals politie) en / of coalitiemilitairen.
Bij verschillende aanslagen, beschietingen en andere vormen van geweld zijn ook slachtoffers gevallen onder Iraakse burgers. Tijdens de verslagperiode is gebleken dat een aanzienlijk aantal burgers, waaronder onschuldige omstanders, het slachtoffer is geworden van geweld. Amnesty International heeft zich bezorgd uitgelaten over het feit dat dagelijks burgers het slachtoffer zijn van geweld door coalitiemilitairen, `bewapende groeperingen en individuen'.87 De mensenrechtenorganisatie stelt onder meer dat minstens zeshonderd burgerslachtoffers waren gevallen in Fallujah toen Amerikaanse coalitiemilitairen daar een operatie uitvoerden in april.88 Volgens het ministerie van Gezondheidszorg zouden in april circa 1100 Iraakse burgers in Fallujah zijn omgekomen.89
Tijdens de verslagperiode deed zich voorts een reeks ontvoeringen van buitenlanders voor, waarbij de terugtrekking van coalitiemilitairen geëist werd.90 In het noorden bevinden zich rond de demarcatielijn tussen voormalig Centraal- en Noord-Irak veel mijnen en ander achtergelaten oorlogsmaterieel en munitieresten.91

84 RFE/RL Iraq Report, `CPA head says more attacks expected in Iraq', vol 7, no 10, 19 maart 2004.

85 Veel politiepersoneel was doelwit van geweld. De Iraakse minister van Binnenlandse Zaken stelde in februari jl. dat meer dan zeshonderd politiefunctionarissen waren vermoord sinds de val van Saddam Hoessein. (IRIN, `Risks for police officers increasing', 6 februari 2004)
86 Hier dient als voorbeeld de gedode begeleiders van twee Nederlandse journalisten eind mei. (Parool, 1 juni 2004)

87 Amnesty International, `Iraq. Killings of civilians in Basra and al-`Amara', MDE 14/007/2004, 11 mei 2004.

88 Zie verder in deze paragraaf en bijlage 7.
89 Reliefweb/DPA, 3 mei 2004.

90 Zie ook subparagraaf 3.3.8.
17

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

De aanwezigheid van een grote hoeveelheid wapens onder de bevolking alsmedeonvrede over de aanwezigheid van de coalitietroepen en over de hoge werkloosheid maken ordehandhaving moeilijk.92 De CPA staat burgers in beperkte mate het bezit van kleine wapens toe.93 Er is gepoogd burgers en milities te ontwapenen, maar met zeer beperkt resultaat.
Hoewel met de opbouw van veiligheidsorganisaties voortgang geboekt is, wordt ordehandhaving door deze organisaties beperkt door gebrek aan personeel en materieel.94 Capaciteitsbeperkingen als deze en de beperkte mate waarin het nieuwe personeel getraind is, staan afdoende beschermingsmogelijkheden in de weg. Daarnaast is het niet waarschijnlijk dat Iraakse burgers bescherming zullen zoeken bij coalitiemilitairen.
Vooral in de soennitische driehoek (Bagdad-Ramadi-Mosul), waar sterke anti- Amerikaanse sentimenten leven, verloopt ordehandhaving moeizaam.95 Tijdens de verslagperiode is gebleken dat ook in het zuiden ordehandhaving beperkt was, gezien de ontwikkelingen in april toen de militie van Muqtada Al-Sadr in een aantal plaatsen strijd heeft geleverd met coalitiemilitairen. De verantwoordelijkheid voor het geweld wordt toegeschreven aan tegenstanders van de aanwezigheid van de coalitie, waaronder zich ook voorstanders van het voormalige Iraakse bewind bevinden. Van diverse kanten is regelmatig naar voren gebracht dat ook buitenlandse strijders nauw betrokken zouden zijn bij aanslagen.96


91 Dergelijk explosief materiaal heeft regelmatig ongelukken veroorzaakt onder burgers, maar wordt ook wel gebruikt voor het vervaardigen van nieuwe `geïmproviseerde explosieven' (`improvised explosive devices' ofwel IED's). Amnesty International heeft in 2003 haar zorgen geuit over de veiligheidssituatie, in het bijzonder in relatie tot het vele niet-ontplofte materieel en de restanten van gebruikte clusterbommen. IRIN, `Interview with International head', 19 juni 2003.) Zie ook: United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 3/2003, juni 2003. United Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 24 of Security Council resolution 1483' (2003), p.7.
92 Zie bijvoorbeeld: Human Rights Watch, `Basra: Crime and insecurity under British occupation', vol. 15, no.6, juni 2003.
93 Het is toegestaan om over een wapen in huis te beschikken. Slechts een beperkte groep beschikt over een vergunning om een wapen buitenshuis te dragen.
94 Brian Bennet, `The world's toughest', Time Magazine, 1 maart 2004. Zaid H. Fahmi, `As corruption grows public, security is more at stake', Iraq Today, 1 maart 2004. Maher H. Abdullah, `Way of death is as deadly as ever', Iraq Today, 15 maart 2004.
95 ANP, `Doden in Bagdad tijdens PR-offensief van Bush', 9 oktober 2003.
96 RFE/RL Iraq Report, `Blair, Bremer say terrorists continue to infiltrate Iraq's borders', vol 7, no. 8, 5 maart 2004. ANP, `Bush: buitenlandse strijders in Irak actief', 16 november 2003. ICG Middle East Report no.17, `Governing Iraq', Baghdad, Washington, Brussels, 25 augustus 2003. ANP, `Geweld verspreidt zich naar zuiden van Irak', 11 november 2003. 18

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Naast politiek gemotiveerde aanslagen komt criminaliteit veelvuldig voor.97 De amnestie voor gedetineerde criminelen onder het bewind van Saddam Hoessein eind 2002 heeft eveneens bijgedragen aan de hoge criminaliteit.98 De veiligheidssituatie heeft verschillende internationale organisaties en NGO's ertoe gebracht (gedeeltelijk) het internationale personeel terug te trekken. De VN en ICRC hebben in het najaar van 2003 de internationale staf uit Bagdad teruggeroepen.99 Wel is in het noorden internationale VN-staf aanwezig. Wraakmoorden op voormalige leden van de Baath-partij en personen die het bewind van Saddam Hoessein steunen zijn voorgekomen.100 Het is niet mogelijk in te schatten op welke schaal wraakmoorden zijn gepleegd. Aangenomen wordt dat bloedwraak in heel Irak voorkomt. Aantallen zijn niet bekend. In hoeverre het mogelijk is om bescherming te vinden tegen bloedwraak bij de huidige Iraakse veiligheidsorganisaties is momenteel niet goed in te schatten. Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre men zich kan onttrekken aan de dreiging van bloedwraak door zich elders in Irak te vestigen. Bagdad
De veiligheidssituatie in Bagdad werd ook in deze verslagperiode gekenschetst door aanslagen. Nagenoeg dagelijks deden zich explosies voor. Doelwit van beschietingen en ook bomaanslagen waren onder meer al dan niet Iraakse personen en instellingen die (verondersteld werden) verbonden te zijn aan de coalitie-autorititeiten.101 Tevens zijn Iraakse burgers het slachtoffer geworden van

Laurent Lozano, `In small breakthrough, UN kicks off repatriation of Iraqi refugees from Iran', AFP, 19 november 2003.
97 Criminaliteit komt voor in de vorm van ontvoeringen, autodiefstal, inbraken, roofovervallen, smokkel en sabotage. (Oxford Analytica, `Iraq, Serious crime thrives on instability', 17 maart 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, Kamil Ali, `Crack police struggles to stop gangsters grabbing children to extort payment from their families', no. 42, 9 januari 2004. Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE 14/143/2003, juli 2003, p.1 en 4. United Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 24 of Security Council resolution 1483' (2003), p.7.)
98 The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus, Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p.10.
99 Evelyn Leopold, `UN pulls out last of foreign staff from Baghdad', 6 november 2003.
100 The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus, Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p.20. Jordan Times, `Revenge kilings claim lives of Saddam's cronies in southern Iraq', 19 november 2003. United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 8/2003, 15 december 2003.
101 Hier dienen de volgende voorbeelden aan incidenten. Eind januari kwamen enkele mensen om het leven toen een bom ontplofte bij het Shaheen Hotel. (RFE/RL Iraq Report, `Car bomb explodes outside Baghdad Hotel', vol. 7, no. 4, 30 januari 2004.) Op 22 januari had een 19

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

aanslagen. Ook is het incidenteel voorgekomen dat soennitische geestelijken zijn gedood. 102 Zie verder bijlage 7.
Het midden van Irak103
Aanslagen en kleinere, gewelddadige incidenten deden zich ook in deze verslagperiode veelvuldig voor in de zogenaamde soennitische driehoek (Bagdad ­ Ramadi ­ Mosul). Militaire operaties en vuurgevechten hebben van zowel Irakezen als militairen vele levens geëist. Regelmatig zijn politiebureaus en ­ functionarissen met geweld bestookt.104 Ook bij betogingen105 zijn doden gevallen.106 Voorts zijn militairen van de coalitietroepen veelvuldig doelwit geweest van aanslagen. Zie verder bijlage 7.
Het zuiden van Irak107
Aanvankelijk oogde de veiligheidssituatie in het zuiden tijdens de verslagperiode rustiger dan in het midden van het land. In april jl. deden zich echter grootschalige gewelddadigheden voor in verschillende steden in het zuiden, waarbij doden zijn gevallen. Schattingen van het aantal slachtoffers ­ met inbegrip van de gewelddadigheden in Fallujah in het midden van Irak - lopen tot in de vele

explosie plaats in het kantoor van de Iraqi Communist Party. (IWPR Iraqi Crisis Report, Wisam Al-Jaf, `Communists undaunted by murders', no. 46, 2 februari 2004.) De Nederlandse ambassade is eind januari doelwit geweest van een aanslag. Hierbij zijn geen slachtoffers gevallen. Medio februari ontplofte een bom in een basisschool in Bagdad, waarbij twee kinderen om het leven kwamen.( ANP, `Ook basisschool in Bagdad is doelwit aanslag', 16 februari 2004).
102 Bijvoorbeeld op 21 februari jl. werd een soennitische geestelijke, Dhamir Suleyman Al- Dhari, in Bagdad doodgeschoten. Voor zover bekend is de verantwoordelijkheid voor deze moord niet opgeëist. (Reuters, `Sunni cleric shot dead outside Baghdad mosque', 22 februari 2004. AP, `Funeral for slain sunni cleric carries warnings against stirring up religious hatred', 22 februari 2004.) Op 8 maart werd wederom een soennitische geestelijke doodgeschoten in Bagdad. (Reuters, `Killing of Sunni cleric fuels tension in Iraq', 8 maart 2004.)
103 Met het midden van Irak wordt gedoeld op de provincies Babylon/ Babil, Wasit, Salah Ad- Din, Al-Anbar, Diyala (met uitzondering van het noordelijke deel dat onder het gezag van de KRG/PUK staat). Bagdad wordt apart beschreven in deze paragraaf.
104 Volkskrant, `Soldaten VS doden vier Irakezen in Fallujah', 14 februari 2004. Enkele voorbeelden zijn de volgende. In Baquba werd op 14 januari een zelfmoordaanslag gepleegd bij een politiebureau, waarbij enkele doden vielen.(ANP, `Aanslagen gaan door ondanks Amerikaanse optimisme', 14 januari 2004.) Bij een ontploffing op 24 januari jl. in Samarra in de buurt van een politiebureau kwamen drie Irakezen om en vielen enkele tientallen gewonden. Voorts werden in maart twee Iraakse politie-agenten doodgeschoten nabij de grens met Syrië. (ANP, `Geweld eist weer slachtoffers in Irak', 10 maart 2004.)
105 Zie ook 3.3.2.

106 Ter illustratie, uit de pers werd vernomen dat medio januari jl. enkele Irakezen om het leven waren gekomen nadat Amerikaanse coalitiemilitairen hadden geschoten bij betogingen in Fallujah. (ANP, `Aanslagen gaan door ondanks Amerikaanse optimisme', 14 januari 2004.)
107 Met het zuiden van Irak wordt gedoeld op de provincies Najaf, Kerbala, Al-Muthanna, Basra, Dhi Qar, Maysan en Al-Qadisiyah. 20

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

honderden.108 De gewelddadige onlusten, nieuw in het zuiden vanwege de schaal waarop ze voorkwamen, vloeiden voort uit demonstraties georganiseerd door aanhangers van de sjiitische geestelijk leider Muqtada Al-Sadr.109 Nadat onrust was ontstaan in onder meer Najaf en Al-Kut braken ook in andere steden in het zuiden, waaronder Kerbala en Nassiriya, gewelddadigheden uit tussen de militie van Al-Sadr en coalitiemilitairen. Ook werden gebouwen van de CPA en politie tijdelijk bezet.110
Zie verder bijlage 7 voor een beschrijving van een aantal incidenten. In oktober 2003 deden zich rellen voor in sjiitische kring, tussen aanhangers van de geestelijken Al-Sistani en Muqtada Al-Sadr.111 Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre dergelijke ongeregeldheden in sjiitische kring tijdens de verslagperiode zijn voorgekomen. Sjiitisch geweld richtte zich nadien tegen de coalitietroepen. In 2003 en tijdens de verslagperiode werd geweld tegen christelijke drankverkopers gemeld. Ook is soms melding gemaakt van geweldpleging op (klanten van) videotheken en muziekcassettewinkels.112 Hierbij speelt in het algemeen ook verdenking van de verkoop van als pornografisch beschouwde films een rol.
Het noorden van Irak113
In het noorden van het land was de situatie op een aantal plaatsen gespannen. Er deden zich, in vergelijking met de vorige verslagperiode, meer incidenten voor. De spanningen concentreerden zich in (de omgeving) van Kirkuk114 en Mosul.
108 Jason Keyser, Lourdes Navarro, `Fallujah leaders join US in calling on fighters to turn in weapons', AP, 19 april 2004. Reliefweb, UN Assistance Mission in Iraq (UNAMI), `Situation report, 12 ­18 april 2004', 18 april 2004. Al-Jazeera, `Battles rage across Iraq', 8 april 2004, Human Rights Watch, `Iraq: Avoid harm to civilians', 16 april 2004.
109 Er werd geprotesteerd tegen de arrestatie van Mohammed Al-Yacoubi, naaste medewerker van Al-Sadr en de sluiting van het sjiitische weekblad Al-Hawza.
110 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 13, 8 april 2004. Zie ook 3.3.3. en 3.3.2. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 14, 16 april 2004. BBC News, `Cleric urges end to Najaf battle', 14 mei 2004. BBC News, `Sadr tells Mehdi army to fight on', 12 mei 2004. ANP, `Doden en gewonden door aanslag Najaf', 3 mei 2004.

111 Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
112 AP, `Killing of video store owner underlines concerns over religious vigilantes', 2 maart 2004. ANP, `Twee explosies in As-Samawah', 17 februari 2004.
113 Met het noorden van Irak wordt gedoeld op de provincies Dohuk, Erbil, Sulaymaniyya, Nineveh, Kirkuk (ook wel Al-Ta'mim) en het noorden van Diyala. Hieronder vallen derhalve mede de gebieden onder de KRG/KDP en KRG/PUK.
114 In Kirkuk was tijdens de verslagperiode sprake van een onrustige situatie vanwege spanningen tussen Koerden, Arabieren en Turkmenen. Zie verder subparagraaf 3.4.1. Ook kwam het, zo werd uit de pers vernomen, in Kirkuk tot enige gewelddadigheden tussen Amerikaanse coalititiemilitairen en Irakezen in april toen gedemonstreerd werd tegen de Amerikaanse operatie in Fallujah. Er zouden circa tien doden, overwegend onder Irakezen, zijn gevallen. ANP, 7 april 2004.
21

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

In de KRG-gebieden eisten de zelfmoordaanslagen in Erbil op 1 februari een zeer groot aantal slachtoffers. In Dohuk, Sulaymaniyya en andere steden in het KRG- gebied was het echter gedurende de verslagperiode relatief rustig. Er deden zich hier weinig incidenten voor. De veiligheidsmaatregelen aldaar zijn na de aanslagen in Erbil verder aangescherpt.
Hoewel sprake lijkt van een plaatselijke toename aan incidenten ook in de noordelijke provincies, kwamen deze minder vaak voor dan in het midden van het land. Zie verder voor een beschrijving van incidenten bijlage 7. KRG-gebieden / Peshmerga's115
De Koerdische peshmerga's hebben in de KRG-gebieden dezelfde taken en bevoegdheden als voor de militaire interventie. Ze zijn in nagenoeg hetzelfde gebied als tevoren actief en hebben daarbuiten niet of nauwelijks taken of bevoegdheden van de CPA toebedeeld gekregen. De peshmerga's vallen in de Koerdische gebieden onder de ministeries van Peshmerga-zaken. De peshmerga's in het gebied onder controle van de KRG/KDP zijn belast met de bewaking van grenzen, beveiliging van politici, gebouwen en het toezicht op de PKK/KONGRA-GEL-strijders116 in dat gebied.117 Na de zelfmoordaanslagen in Erbil op 1 februari jl. zijn de veiligheidsmaatregelen door peshmerga's in de KRG- gebieden uitgebreid, onder meer met extra controleposten op toegangswegen.118 In Erbil waren politie en andere veiligheidsorganisaties veel meer zichtbaar aanwezig dan voorheen. In het gebied onder het gezag van de KRG/PUK zijn de verdedigingstroepen belast met vergelijkbare taken als in het KDP-gebied. Hier wordt echter toezicht gehouden op mogelijke activiteiten van fundamentalistische groeperingen als `Ansar Al-Islam'119 en speelt PKK/KONGRA-GEL geen rol van betekenis.120
Beoogd wordt de peshmerga's in te lijven in de nieuwe Iraakse veiligheidsorganisaties. In november jl. waren volgens de KDP circa 3.000 peshmergastrijders van de KDP opgegaan in de nieuwe Iraakse strijdkrachten en veiligheidsorganisaties. Deze strijders zijn in de eerste plaats in de provincies Kirkuk en Nineveh gestationeerd.

115 Zie ook algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
116 De PKK/KONGRA-GEL wordt in deze paragraaf nader beschreven onder `milities'.
117 Het aantal peshmerga's in het KRG/KDP-gebied wordt geschat tussen de 32.000 en 65.000.
118 Edward Wong, `Iraqi militias resisting US pressure to disband', New York Times, 8 februari 2004.

119 Deze militie wordt in 2.3 nader beschreven onder `milities'.
120 Het aantal peshmerga's in het KRG/PUK-gebied bedraagt naar schatting 13.000 tot 18.000.
121 Niet bekend is wanneer dit precies zal plaatsvinden.
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Er is voor deze verslagperiode geen nadere informatie beschikbaar over eventuele integratie van politiepersoneel van de Koerdische autoriteiten danwel peshmerga's in de Iraakse veiligheidsorganisaties buiten de KRG-gebieden. Voor peshmergastrijders die niet langer in dienst willen, is reïntegratie in de burgermaatschappij, gefaciliteerd door de `Peshmerga Transformation Office' mogelijk. Deze kantoren bevinden zich op verschillende plaatsen in het noorden van Irak.
KRG-gebieden / Politie
In de KRG-gebieden is er sinds de militaire interventie niets zichtbaar veranderd in de wijze waarop de politie daar opereert, afgezien van verhoogde mate van waakzaamheid en verscherpte veiligheidsmaatregelen. De politie in de gebieden onder het gezag van de KRG/KDP en de KRG/PUK heeft dezelfde autoriteit, taken en bevoegdheden als voorheen. De politiekorpsen in het gebied onder de controle van de KRG/KDP en de KRG/PUK dienen op te gaan in de nieuwe Iraakse politie. Zij dienen in de eerste plaats in de KRG-gebieden gestationeerd te worden.
Milities
Er bestaat in Irak een aantal milities verbonden aan politieke en religieuze partijen en / of groeperingen. Deze milities zijn vaak goed bewapend. Door het gebrek aan controle kunnen milities zich uitbreiden en een bedreiging vormen voor de veiligheidssituatie.
Pogingen van CPA om milities te ontwapenen hebben slechts zeer beperkt succes gehad. In de praktijk blijken weinig milities, mede in het licht van de instabiele veiligheidssituatie, bereid hun wapens in te leveren.122 Op plaatselijk niveau zijn milities vaak actief als veiligheidsorganisatie. Het gebrek aan ordehandhaving door de Iraakse politie en / of coalitiemilitairen zou hieraan ten grondslag liggen.123
Onder de TAL zijn milities, die niet onder de bevoegdheid van de tijdelijke regering vallen, verboden.124 Na de machtsoverdracht dienen leden van milities op te gaan in de veiligheidsorganisaties.125
Naar verluidt zouden tientallen anti-Amerikaanse milities in Irak actief zijn.126
122 Edward Wong, `Iraqi militias resisting US pressure to disband', New York Times, 8 februari 2004. Oxford Analytica `Iraq. Local militia to challenge central government', 3 maart 2004.
123 IWPR Iraqi Crisis Report, `Vigilantes take on the resistance', 9 maart2004.
124 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel 27.

125 ANP, `Voorlopig akkoord over ontmanteling Iraakse milities', 22 maart 2004. 23

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

In het algemeen wordt aangenomen dat het veelal kleine facties betreft met een beperkt aantal leden.
Over enkele grotere milities, min of meer actief in verschillende delen van Irak, kan hier het volgende worden vermeld
Badr-organisatie
De Badr-organisatie ­ voorheen Badr-brigade - is de gewapende tak van Supreme Council for the Islamic Revolution in Iraq (SCIRI). Tot medio 2003 stond dit korps onder leiding van Abdul Aziz al-Hakim, de huidige politieke leider van SCIRI.
De Badr-organisatie is in ballingschap opgericht in Iran en heeft daar een gedegen training ontvangen van de Iraanse Republikeinse Garde (Sepah-é-Pasdaran). Er zouden nauwe relaties tussen de Iraanse inlichtingendienst en het leiderschap van de Badr-organisatie bestaan.
Vlak voor, tijdens en kort na de oorlog telde de brigade ongeveer 8.000 - 10.000 manschappen. Sindsdien zijn de gelederen aanzienlijk uitgebreid. Getallen van 100.000 manschappen worden genoemd. Onafhankelijke gegevens zijn niet beschikbaar.
De Badr-organisatie is met name actief in Najaf, Kerbala, Kufa, Diwaniyya en delen van Basra. Militieleden zijn hier, met goedkeuring van de CPA en op relatief beperkte schaal, belast met openbare ordehandhaving. In diverse steden in het zuiden zijn Badr-militieleden voorts belast met de bewaking van de belangrijkste moskeeën.
Er zijn door coalitietroepen tevergeefs pogingen ondernomen de Badr-organisatie te ontwapenen.
Jaish Al-Mahdi (Al-Mahdi-leger/Leger van de Verlosser)127 De militie maakt deel uit van de politiek-religieuze beweging van de sjiitische geestelijk leider Muqtada Al-Sadr. De militie is kort na de val van het regime van Saddam Hoessein opgericht. De grootte van aanhang verschilt per plaats. Het zou


126 Volgens een onbevestigd bericht zouden zich tien Iraakse organisaties hebben verenigd in een militie, het `National Front for the Liberation of Iraq' (Al-jabhah Al-Wataniyah lil tahrir al- Iraq), om (eventueel gewapend) verzet te bieden tegen de coalitietroepen en Irakezen die de coalitie steunen. Het front zou de verantwoordelijkheid voor een aantal aanslagen in Irak hebben opgeëist. Andere milities en vergelijkbare organisaties die zich verzetten tegen coalitiemilitairen danwel Irakezen die samenwerken met de coalitie zijn onder meer `Mujahedin Brigade' (actief in het noorden), `Jaish Al-Mohammed' (Leger van Mohammed), Ansar Al-Sunna (Volgelingen van de Soenna) en Muqawama Al-Iraqi Al-Islamiya (Iraaks Islamitisch Verzet). (IWPR Iraqi Crisis Report, `A site for jihadi eyes', no. 49, 23 februari 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, `Resistance reveals `post US plan'', no. 49, 23 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Islamic miltant group vows more attacks', vol. 7, no. 7, 27 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Ansar Al-Sunnah army vows more attacks', vol 7, no. 8, 5 maart 2004.)

127 Zie ook 3.3.3. onder de passage over sjiieten en Muqtada Al-Sadr. 24

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

gaan om duizenden, mogelijk tienduizend, leden, verspreid over verschillende lokaties, met enkele honderden in Kufa, de thuisbasis van Al-Sadr. Aanhang is vooral te vinden in enkele plaatsen in het zuiden en midden van Irak (Amara, Al- Kut) alsmede in de armere, sjiitische wijken in Bagdad (Sadr City). Vooral in april en mei jl. was het Al-Mahdi-leger actief, deels gewelddadig, in verzet tegen coalitiemilitairen.128 Deze militie zou zelfs, volgens enkele berichten, steun ontvangen van het eveneens sjiitische Badr-organisatie.129 PKK/KONGRA-GEL130
De voormalige PKK (Partîya Karkerên Kurdîstan, `Arbeiderspartij van Koerdistan') is naar eigen zeggen doorgegaan als `Kurdistan People's Congress' (PKK/KONGRA-GEL) met een `nieuwe, democratischer organisatiestructuur'.131 Naar verluidt bevonden zich tijdens de verslagperiode strijders van PKK/KONGRA-GEL in het noorden van Irak.132 Aantallen zijn niet met zekerheid te noemen. In het noorden was in 2003 en tijdens de verslagperiode nog steeds sprake van Turkse militaire presentie mede met het oog op terroristische activiteiten van de PKK/KONGRA-GEL.
De Amerikaanse autoriteiten zouden tijdens de verslagperiode nog steeds bijzondere aandacht hebben voor ontmanteling van de organisatie in Irak.133 Of daadwerkelijk acties tegen de organisatie zijn ondernomen is niet bekend. De Turkse en Amerikaanse autoriteiten hebben in 2003 een `actieplan' opgesteld waarmee de PKK/KONGRA-GEL dient te worden ontmanteld.134 Mujahedeen Khalq Organization (MKO)
Op 13 december jl. heeft de IGC verklaard dat leden van de Iraanse verzetsbeweging MKO Irak dienen te verlaten. Er hebben geen gedwongen uitzettingen naar Iran plaatsgevonden. Op zeer kleine schaal zouden leden van de MKO zelfstandig naar Iran zijn teruggekeerd.135 Een groot aantal leden is via Jordanië naar Europa gevlucht. Circa 5.000 leden van de MKO bevinden zich in
128 Zie verder onder 2.3 zuiden en midden, alsmede 3.3.3.
129 James Risen, New York Times, 17 april 2004. World Tribune, `Sadr aided by largest Shi'ite militia', 14 april 2004.

130 Zie ook 3.4.1.

131 Ferit Demir, `Kurdish rebels say to disband, Turkey scornful', Reuters, 13 november 2003. Reuters, `US, Turkey work on plans for PKK in Iraq', 20 november 2003.
132 James Conachy, `Irbil suicide bombings aggravate tensions in northern Iraq', World Socialist Web Site, www.wsws.org, 5 februari 2004.
133 Financial Times, 29 januari 2004. Ankara Anatolia, 25 maart 2004. Istanbul Milliyet, 15 maart 2004.

134 Dit hangt overigens mede af van de mate van respons op de in Turkije aangenomen `amnestiewet' voor leden van PKK/KONGRA-GEL. De Turkse autoriteiten vaardigden in augustus 2003. een `amnestiewet' uit voor leden van de PKK/KONGRA-GEL die afstand zouden willen nemen van de organisatie. Tot 6 februari jl. had men de mogeljikheid gebruik te maken van deze wet. Zie verder algemeen ambtsbericht Turkije, november 2003.
135 Zie ook algemeen ambtsbericht Iran, mei 2004 25

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

het kamp Ashraf, in de provincie Diyala. Deze leden zijn ontwapend. Voor zover bekend zijn door de MKO geen acties meer tegen de Iraanse autoriteiten ondernomen.
Ansar Al-Islam
Volgens Amerikaanse militairen zouden leden van de militante groepering `Ansar Al-Islam' zich ophouden in Bagdad en elders in de soennitische driehoek. De basis in het noorden van Irak van `Ansar Al-Islam' was door de Amerikaanse en Koerdische troepen tijdens de militaire interventie in maart 2003 vernietigd.136 Het is niet bekend in hoeverre `Ansar Al-Islam' thans beschikt over significante aanhang in Irak.
Er is regelmatig bericht, vooral door de Amerikaanse autoriteiten, dat vanuit buurlanden personen Irak zijn binnengedrongen om tegen de coalitie te vechten.137 Leden van `Al-Qaeda' zouden, naar verluidt, zich aansluiten bij `Ansar Al-Islam' en zich in het midden van het land, in de soennitische driehoek, positioneren.138 Het is niet bekend in hoeverre leden van de militie zich ophouden in de KRG- gebieden. Aantallen zullen waarschijnlijk beperkt zijn. Coalitietroepen
Tijdens de verslagperiode bevonden zich circa 150.000 manschappen van de coalitietroepen in Irak. Naast de VS en het VK maken 31 landen deel uit van de coalitie. Enkele landen, waaronder Spanje, hebben tijdens de verslagperiode besloten hun troepen terug te trekken.
Volgens het tijdspad voor de machtsoverdracht139 komt op 30 juni 2004 een einde aan de militaire bezetting door de coalitietroepen. De IGC heeft aangekondigd geen veiligheidsovereenkomst, in dit geval een `Status of Forces Agreement', met de VS te kunnen sluiten. De regeringsraad is namelijk van mening dat dit de bevoegdheid is van een toekomstige, soevereine, Iraakse regering. Nederlandse militaire bijdrage
Sinds 1 augustus 2003 draagt Nederland bij aan de multinationale stabilisatiemacht voor Irak (SFIR) en is het Nederlandse contingent van ruim 1200 militairen operationeel in de provincie Al-Muthanna in Zuid-Irak. Het kabinet heeft op 28 november jl. besloten tot verlenging van de Nederlandse militaire
136 Reuters, `Ansar al-islam seen as main threat to US in Iraq', 23 oktober 2003.
137 ANP, `Bush: buitenlandse strijders in Irak actief', 16 november 2003. ICG Middle East Report no.17, `Governing Iraq', Baghdad, Washington, Brussels, 25 augustus 2003. ANP, `Geweld verspreidt zich naar zuiden van Irak', 11 november 2003.
138 RFE/RL Iraq Report, `Al-Qaeda cooperating with other groups in Iraqi terrorist attacks', vol. 6, no. 45, 31 oktober 2003.

139 Zie subparagraaf 2.1.3.
26

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

bijdrage voor de duur van in beginsel zes maanden, tot 15 juli 2004. Medio maart jl. is de derde lichting militairen naar Irak vertrokken. Naast het bevorderen van de stabiliteit en veiligheid in Al-Muthanna voeren de Nederlandse militairen CIMIC-projecten140 uit, onder meer op het gebied van wederopbouw van de Iraakse politieorganisatie, training van de Iraq Civil Defence Corps en herstel van scholen en infrastructuur. Er vindt nauwe samenwerking plaats met de provinciale vertegenwoordiging van de CPA.141 Veiligheidsorganisaties
Met betrekking tot de opbouw van Iraakse veiligheidsorganisaties (`Security Sector Reform') is tijdens de verslagperiode het volgende gebleken.142 Beoogd wordt een veiligheidsapparaat op te bouwen bestaande uit vijf onderdelen: leger, politie, grensbewaking / douane, bewaking van installaties en een Iraqi Civil Defence Corps. Voorts is met CPA-verordening 69 van 2 april 2004 de IGC bevoegd een nieuwe inlichtingendienst op te richten.143 Het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken is betrokken bij de oprichting, opleiding en inzet van politie, grensbewaking en douane. De oprichting van het legerkorps en civiele defensie ligt in handen van de CPA. Ondanks de vele aanslagen, vaak gericht op politiepersoneel, is de animo onder Irakezen om zich bij de veiligheidsorganisaties te voegen, aanzienlijk geweest.144 In april maakte de Amerikaanse generaal John Abizaid bekend dat een aantal hoge officieren en generaals uit het voormalige Iraakse leger aangesteld zou worden op hoge functies in het nieuwe leger.145 Hiermee beoogt men het leger beter te laten
140 CIMIC staat voor `Civil Military Cooperation'. Zie de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 23 januari 2004 (DVB/CV-020/2004) en de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie, 5 maart 2004 (DAM/GO-133/04).
141 Zie ook: Brief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DVB/CV­329/03, 14 november 2003.
142 Ook Nederland draagt bij aan de opbouw van veiligheidsorganisaties. Zie de brief aan de Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 23 januari 2004 (DVB/CV-020/2004) en de brief aan de Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie, 5 maart 2004 (DAM/GO- 133/04).

143 Generaal Mohammed Abdullah Shekwari zou aan het hoofd staan van deze dienst.
144 RFE/RL Iraq Report, `Iraqis turn up in slots in security forces', vol. 7, no.4, 30 januari 2004.
145 Generaal Amer Al-Hashimi werd in april aangesteld als chef defensiestaf. In het voormalige Iraakse leger was hij generaal-majoor tot hij in 1997 met pensioen ging. Nadien nam hij zitting in de gemeenteraad van Bagdad. Luitenant-generaal Daham Al-Assal werd benoemd 27

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

functioneren. Uit verschillende incidenten bleek dat de nieuwe veiligheidsorganisaties niet optimaal functioneren. Het zou zijn voorgekomen dat leden van veiligheidsorganisaties bevelen niet opvolgden.146 Leger147
Met verordening 2 `dissolution of entities' van 23 mei 2003 zijn alle Iraakse militaire en paramilitaire instellingen actief onder het regime van Saddam Hoessein ontbonden. Een nieuw leger is in oprichting. De 'Iraqi Military Law Nr. 13' van 1940, 'Iraqi Military Procedures Law Nr. 44' van 1941, 'Code of Legal Notification of Military Personnel Nr. 106' van 1960, 'Punishment of Military Deserters Law Nr. 28' van 1972 en 'Penal Code of the Popular Army Nr. 32' van 1984 zijn komen te vervallen.
Met CPA-verordening 67, van maart 2004 is het nieuwe Iraakse ministerie van Defensie tot stand gebracht. Het ministerie staat onder centrale aansturing van de CPA totdat er een Iraakse interimregering is aangetreden na 30 juni a.s. Ali Allawi is aangesteld als minister van Defensie voor het thans zittende tijdelijke kabinet.148 Verordening 23 (`Creation of a code of military discipline for the new Iraqi army', 7 augustus 2003) bevat nauwgezette bepalingen over disciplinaire regelgeving, de oprichting van een militaire rechtbank, de benoeming van militaire rechters, regelgeving inzake arrestatie, detentie, voorgeleiding aan de rechtbank, voorwaarden waaraan het disciplinair onderzoek moet voldoen, recht op juridische bijstand, de strafmaat (een reprimande, boete, strafwerkzaamheden, inhouden van salaris, degradatie of maximaal zeven dagen detentie) en bezwaarmogelijkheden. In het leger nemen soldaten uit het voormalige leger, nieuwelingen en peshmerga- strijders plaats.149 Er wordt naar gestreefd een Iraaks leger van 40.000 mensen gereed te hebben in het najaar van 2005. In april waren circa 3.500 mensen gerekruteerd voor het leger. Vier bataljons (2.500 mensen) waren toen operationeel.
Politie
Tijdens de verslagperiode werd verder gewerkt aan de totstandkoming van de Iraakse politie. Er wordt gestreefd naar ruim 75.000 man personeel. De politie dient vanaf augustus 2004 volledig operationeel te zijn. De politie was in de

tot plaatsvervangend chef defensiestaf. Voorheen was hij generaal-majoor in het Iraakse leger onder Saddam Hoessein. (CPA Public Affairs Office, 18 april 2004)
146 Volkskrant, `Officieren Saddam weer ingezet.', `Iraakse rekruten laten Amerikanen in de steek', 14 april.

147 Zie ook 3.4.5.

148 Reuters, `US government names interim defence minister', 4 april 2004.
149 RFE/RL Iraq Report, `Reporters observe new Iraqi army', vol. 6, no.39, 21 september 2003. 28

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

verslagperiode niet in staat volwaardige dienstverlening en bescherming te bieden. De structuur van het voormalige Iraakse politie-apparaat is grotendeels intact gebleven, maar verschillende hervormingen hebben plaatsgehad. Ook vindt nog altijd de-Baathisering plaats. Ook heeft het personeel een aanvullende opleiding genoten. Opleiding en training van het nieuw Iraaks politie-apparaat hebben plaats in Irak, maar ook in Jordanië. De Nederlandse militairen leiden Iraaks politiepersoneel in Al-Muthanna op.150 151
In de gebieden in het noorden onder de KRG-autoriteiten is er sinds de militaire operatie niets zichtbaar veranderd in de wijze waarop de politie daar opereert.

Iraqi Civil Defense Corps (ICDC)
Deze paramilitaire eenheid, opgericht bij verordening 28 van 9 september 2003, dient de Iraakse politie, ordetroepen en de coalitiemacht bij te staan in geval van noodsituaties. Het ICDC staat formeel onder de bevoegdheid van het hoofd van de CPA. Elk van de achttien provincies dient een bataljon toegewezen te krijgen.152 In totaal dient hetICDC uit 40.000 personen te bestaan. In april zou het ICDC over circa 25.000 personen beschikken.153
Het korps is bevoegd politietaken154 uit te voeren. Er is echter geen gezagsrelatie met de Iraakse politie. Het ICDC heeft voorts geen opsporingsbevoegdheid. Wel is men gerechtigd verdachte of voortvluchtige personen aan te houden en te arresteren. Deze personen moeten binnen twaalf uur aan de Iraakse politie of coalitietroepen worden overgedragen. Indien dit niet mogelijk is, dient vrijlating te volgen. Functionarissen van het ICDC mogen door hen staande gehouden personen niet ondervragen.

150 US State Department, Press Statement, 30 januari 2004. CPA Public Affairs Office, PR074: 261 officers graduate at Police Academy, 19 februari 2004. Abd- Al-Razzaq Al-Najjar, `Under British supervision and training, first class of Basra support police graduates', Kuwait Al-Watan, 10 oktober 2003.

151 RFE/RL Iraq Report, `Jordan to train 30.000 Iraqi security forces', vol. 6, no. 41, 3 oktober 2003. ANP, `Jordanië leidt 32.000 Iraakse agenten op', 30 november 2003.
152 Reuters, `US to launch Iraq paramilitary force, expand police', 24 september 2003.
153 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, DAM/GO-208/04, april 2004. Oxford Analytica `Iraq. Local militia to challenge central government', 3 maart 2004.
154 De dienst is geautoriseerd " o perform constabulary duties, including: patrolling urban and rural areas, conducting operations to search for and seize illegal weapons and other contraband; providing fixed site, check point, area route and convoy security; providing crowd and riot control; disaster response services; search and rescue services; providing support to humanitarian missions and disaster recovery operations including transportation services; conducting joint patrols with coalition forces; and participating in other activities designed to build positive relationships between the Iraqi people and coalition authorities including serving as community liaisons" , (CPA, `verordening 28, Establishment of the Iraqi Civil Defense Corps (ICDC)', 9 september 2003). 29

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Rekrutering vindt plaats op vrijwillige basis. De rekrutering, training en organisatie van het ICDC vindt plaats onder leiding van coalitietroepen. Er is geen werkrelatie met het Iraakse leger.
Het korps is opgericht als tijdelijke kracht. Het voortbestaan hiervan zal worden heroverwogen wanneer de bestuurlijke soevereiniteit over Irak door de CPA is overgedragen aan een permanente Iraakse regering.
In het ICDC zouden zich veel leden van milities, zoals de Badr-organisatie en de peshmerga's bevinden.155
Facilities Protection Service (FPS)
Deze beveiligingsdienst ziet toe op beveiliging van publieke faciliteiten zoals oliepijpleidingen en waterleidingen.156 Medewerkers krijgen geen opsporingsbevoegdheid. Wel mogen de FPS verdachten aanhouden en arresteren. Verdachten dienen binnen twaalf uur te zijn overgedragen aan de politie of coalitietroepen. Gebeurt dit niet, dan dient de arrestant te worden vrijgelaten.157 In april zou de dienst uit 70.000 bewakers bestaan.
Grensbewaking
Voor de beveiliging van grenzen heeft de CPA besloten tot de vorming van een nationale grensbewakingsorganisatie die de volledige grens van Irak moet bewaken. Inmiddels is gestart met de training van grenspolitie. Beoogd wordt om op termijn circa 9.000 personen voor grenspolitie en 17.000 voor `Department of Border Enforcement' gereed te hebben. Naar aanleiding van de verschillende aanslagen, die voor een deel aan strijders van buiten Irak worden toegeschreven, kondigde ambassadeur Bremer aan de grensbewaking uit te breiden.158 De grensbewaking in KDP/KRG- en PUK/KRG-gebieden was tijdens de verslagperiode nog in handen van KDP- en PUK- peshmerga's. De coalitie beoogt een deel van deze peshmerga's uiterlijk eind 2004 op te kunnen nemen in het grensbewakingspersoneel.
Local Security Forces (LSF)
In het Britse divisievak worden `Local Security Forces' ingezet als buurtwacht ten behoeve van de veiligheid op plaatselijk niveau. De LSF dient samen te werken met de coalitiemacht en de Iraakse politie. Milities die gelieerd zijn aan verschillende politieke groeperingen worden eventueel hiervoor ingezet.
155 Oxford Analytica `Iraq. Local militia to challenge central government', 3 maart 2004.
156 RFE/RL Iraq Report, `CPA establishes facilities protection service', vol. 6, no. 38, 15 september 2003.

157 CPA-verordening 27, `Establishment of the facilities protection service', 7 september 2003.
158 ANP, `VS gaan grenzen versterken na aanslagen', 3 maart 2004. 30

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Particuliere beveiligingsdiensten
In geheel Irak is Iraaks en buitenlands beveiligingspersoneel betrokken bij beveiliging van personen, objecten, gebouwen en transporten.159 Het gaat om vele duizenden mensen aan beveiligingspersoneel. 2.4 Sociaal-economische situatie
De sociaal-economische situatie van Irak stond tijdens de verslagperiode in het teken van wederopbouw, die hinder ondervond van de veiligheidssituatie. Onder meer op het gebied van infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg, elektriciteitsvoorziening, watervoorziening werd voortgang geboekt. De werkloosheid vormde in de verslagperiode een groot probleem. Schattingen liepen uiteen, van circa 40 tot 70 procent.160 Ook was er sprake van hoge inflatie. Irak kampt verder met een groot tekort aan woningen. De VN is met de Iraakse autoriteiten een project overeengekomen om het tekort te bestrijden.161 Eind februari jl. vond in Abu Dhabi een bijeenkomst plaats voor de `International Reconstruction Fund Facility for Iraq' (IRFFI) van de Wereldbank en de VN. Deze faciliteit dient de financiering van donoren ten behoeve van de wederopbouw te coördineren.162 De VN en Wereldbank verwachten spoedig te kunnen beginnen met de voorbereiding en implementatie van activiteiten, gefinancieerd uit de IRFFI. Op 25 en 26 mei vond in Doha in navolging van de eerdere conferentie in Madrid opnieuw een donorconferentie plaats. Humanitaire situatie
De meeste basisvoorzieningen waren tijdens de verslagperiode weer terug op het niveau voorafgaand aan de militaire interventie. Het vooroorlogse niveau van de basisvoorzieningen was echter reeds geërodeerd als gevolg van verwaarlozing en slecht beheer ten tijde van het sanctieregime. Weliswaar kan er niet gesproken worden van een humanitaire catastrofe maar zijn er nog steeds humanitaire noden.
159 Zo worden vliegvelden, ambassades, CPA-faciliteiten en -medewerkers, konvooien, Iraakse politici, vermogende Irakezen beveiligd door dergelijke beveiligingsdiensten.
160 RFE/RL Iraq Report, `Planning minister reports on unemployment', vol 7, no 7, 27 februari 2004. Sarmad S. Al-Safy, `Taxis, guns and government', Iraq Today, 1 maart 2004. UNHCR, Update to the international protection repsonse to asylum-seekers from Iraq, 1 maart 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, `Critical days ahead', no.46, 7 februari 2004.
161 IRIN, `Plans for housing rehabilitation approved', 26 februari 2004. Mussasb Al-Khairalla, `Iraq needs two million homes to ease housing crisis', Reuters, 14 maart 2004.
162 Nederland heeft vijf miljoen EURO toegezegd aan deze faciliteit. Zie ook de brief aan de Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 23 januari 2004 (DVB/CV-020/2004) en de brief aan de Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie, 5 maart 2004 (DAM/GO- 133/04).
31

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Zo zijn er problemen op het gebied van de drinkwater- en elektriciteitsvoorziening. Daarnaast hebben de Irakezen te maken met eerdergenoemde problemen op sociaal-economisch gebied. Op het gebied van voedselzekerheid is voortgang geboekt. Voor zover bekend is deze toereikend. Zestig procent van de bevolking is echter nog wel afhankelijk van voedselrantsoenen.

32

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen en protocollen
Onder de tijdelijke regering blijft Irak partij bij verdragen en protocollen, inclusief de mensenrechtenverdragen. De CPA dient, zolang er geen permanente regering is aangesteld, de eerder door Irak getekende verdragsverplichtingen na te leven.163 Irak is partij bij tal van internationale mensenrechtenverdragen164, waaronder:
- Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten
- Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten
- Verdrag inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie
- Verdrag inzake de Voorkoming en Bestraffing van Genocide
- Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen

- Verdrag inzake de Rechten van het Kind Irak is geen partij bij het Anti-Folterverdrag (CAT). Evenmin is Irak partij bij het Vluchtelingenverdrag van Genève en het bijbehorende Protocol. 3.1.2 Nationale wetgeving
Onder de CPA is een groot aantal nieuwe wetten, regels en verordeningen uitgevaardigd.165
De CPA heeft het Wetboek van Strafrecht van 1969 en het Wetboek van Strafvordering van 1971 laten herleven als de enige wetboeken die met betrekking tot het straf- en procesrecht in Irak geldig zijn. Deze wetboeken zullen waar nodig worden aangepast volgens internationale regelgeving. Alle wetgeving die na 1968, met het aan de macht komen van de Baathpartij, door de Revolutionaire Commandoraad (RCC) van Irak is uitgevaardigd is met ingang van 9 april 2003 ongeldig verklaard.
De uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht in de KRG-gebieden opereren sinds 1991 onafhankelijk van Bagdad. Veel onderdelen van de Iraakse wetgeving zijn echter na 1991 in deze gebieden ongewijzigd van kracht gebleven. Slechts
163 VNVR-resolutie 1500, dd. 14 augustus 2003: "Welcomes the establishment of the (...) Governing Council (...) as an important step towards the formation (... ) of an internationally recognized, representative government that will exercise the sovereignty of Iraq."
164 www.unhchr.ch

165 Zie www.cpa-iraq.org
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

politiek repressieve wetgeving, op wetgeving betrekking hebbende RCC-decreten zijn ongeldig verklaard. In de periode 1991 ­ 2003 zijn door KRG/KDP en KRG/PUK diverse nieuwe wetten aangenomen die afwijken van wetgeving uitgevaardigd door het voormalige regime te Bagdad. Deze wetgeving is nog altijd van kracht.
Het Koerdische parlement heeft de intentie uitgesproken haar wetgeving zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met de centrale wetgeving van Bagdad. Dit kan pas plaatsvinden nadat Irak een soevereine uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht heeft. Pas na de machtsoverdracht van 30 juni 2004 zal nader worden bezien hoe de twee rechtsstelsels met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht.
Central Criminal Court of Iraq
De CPA heeft alle revolutionaire en speciale rechtbanken alsmede het hof van nationale veiligheid met ingang van 9 april 2003 afgeschaft. Met verordening 13 werd bepaald dat te Bagdad een 'Central Criminal Court of Iraq' ofwel centrale strafrechtbank werd opgericht. Deze rechtbank zal vertegenwoordigingen in diverse andere steden hebben. De rechtbank bestaat uit twee afdelingen; een onderzoeksgerecht ('investigative court') onder leiding van een onderzoeksrechter en een afdeling waar men in beroep kan gaan tegen beslissingen van het onderzoeksgerecht ('trial court') onder leiding van drie rechters. Een verdachte kan onder meer worden voorgeleid bij de centrale strafrechtbank indien hij/zij ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd dat:
- erop gericht is regeringsinstellingen en ­activiteiten te destabiliseren
- gebaseerd is op ras, nationaliteit, etniciteit of religie
- betrekking heeft op het op gewelddadige wijze afzetten van de autoriteiten of indien:

- de verdachte een invloedrijke positie bekleedde onder het voormalige regime en daarmee nog steeds in staat is beslissingen van de rechterlijke macht of andere overheidsinstellingen te beïnvloeden

- de verdachte alleen of in groepsverband betrokken is bij criminele en/of terroristische activiteiten die gericht zijn op de bevolking of leden van de CPA of legaal opererende coalitiestrijdkrachten in Irak Zittingen van de rechtbank zijn openbaar. Tegen beslissingen van het 'investigative court' kan men in beroep gaan bij het 'trial court'. Beslissingen van het 'trial court' kunnen worden aangevochten bij het Hof van Cassatie. Verdachten hebben recht op juridische bijstand.
34

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Procedures166
Het Wetboek van Strafvordering van 1971 geldt als het enige wetboek inzake procesrecht. Dit wetboek biedt rechtswaarborgen. Repressieve bepalingen uit dit wetboek, toegevoegd na 1971, zijn komen te vervallen. Volgens het wetboek dienen verdachten na arrestatie onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld van hun rechten. Verdachten mogen 72 uur na arrestatie een advocaat raadplegen of juridische bijstand inschakelen. Voorts dienen verdachten zo spoedig mogelijk na arrestatie schriftelijk geïnformeerd te worden over de aanklacht die jegens hen loopt. Een verdachte dient zo spoedig mogelijk na arrestatie te worden voorgeleid aan een onderzoeksrechter, maximaal binnen negentig dagen. Verder is vastgelegd dat verdachten recht hebben op bezoek van vertegenwoordigers van het `International Committee of the Red Cross' (ICRC). De periode die verdachten in voorarrest doorbrengen, zal worden afgetrokken van de eventuele gevangenisstraf.
Voorts is hoofdstuk 4 van de Vierde Conventie van Genève van toepassing inzake detentie-omstandigheden.
Delicten en straffen
CPA heeft op 10 september jl. Verordening 31 `Modifications of Penal Code and Criminal Proceedings Law' uitgebracht waarin de straffen voor een aantal delicten zijn opgenomen. Hieronder volgt een beschrijving van enkele delicten en straffen.167 Er is geen nieuwe strafwetgeving uitgevaardigd tijdens de verslagperiode.
Ontvoering
De maximum gevangenisstraf voor ontvoering wordt gesteld op levenslang.168 Verzachtende omstandigheden, zoals opgenomen in artikel 130 van het wetboek van Strafrecht van 1969, kunnen niet (langer) dienen als reden tot strafvermindering bij ontvoering. Artikel 130 is komen te vervallen. Indien de ontvoerde in het huwelijk treedt met de ontvoerder, geldt dit ook niet langer als reden tot strafvermindering. Artikel 427 van het Wetboek van Strafrecht, dat hierover handelt, is komen te vervallen. Verkrachting/Seksueel geweld
De maximum gevangenisstraf voor verkrachting en / of seksueel geweld wordt gesteld op levenslang. De maximum straf voor aanranding wordt gesteld op vijftien jaar detentie.

166 CPA Memorandum 3. `Criminal procedures', 18 juni 2003.
167 Zie ook subparagrafen 3.3.2. en 3.3.10.
168 Met levenslang wordt gedoeld op het resterende, natuurlijke leven van betrokkene. 35

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Vernieling van publieke eigendommen
De maximum gevangenisstraf voor vernieling van publieke eigendommen wordt gesteld op levenslang. Personen die op basis van artikel 353 inzake vernieling van publieke eigendommen zijn veroordeeld, komen niet in aanmerking voor vervroegde invrijheidstelling.
Nationaliteitswetgeving
De IGC heeft in het najaar van 2003 een commissie in het leven geroepen die een nieuwe Iraakse nationaliteitswet moet ontwerpen.169 De nieuwe wet dient Nationaliteitswet Nr. 43 van 1963, laatstelijk gewijzigd bij wet nr. 131 van 7 december 1972 en aangevuld met diverse RCC-decreten, te vervangen. Deze wet dient aan internationale standaarden te voldoen en heeft mede tot doel repressieve nationaliteitswetgeving van het bewind van Saddam Hoessein - zoals uitgevaardigd in diverse RCC-decreten ­ ongeldig te verklaren. De commissie heeft januari jl. een conceptversie van de nieuwe wet voorgelegd aan de IGC en CPA. De nieuwe wet kan echter niet worden geratificeerd en geimplementeerd voordat overdracht van de soevereiniteit heeft plaatsgevonden en er een wetgevend orgaan is opgericht.170
Enkele aspecten van de nieuwe nationaliteitswet zijn opgenomen in artikel 11 van de interim-grondwet:

- De Iraakse nationaliteit kan enkel worden ontnomen indien een tot Iraaks staatsburger genaturaliseerde persoon in de naturalisatieprocedure onjuiste gegevens heeft verstrekt of valsheid in geschrifte heeft gepleegd.
- Dubbel staatsburgerschap is toegestaan. Dit was voorheen verboden ofschoon het in de praktijk veel voorkwam.171 Voorts is vastgelegd dat Irakezen van wie eerder de Iraakse nationaliteit was ontnomen, omdat de betrokkene een andere nationaliteit had verkregen, als Iraakse staatburgers zullen worden beschouwd
169 Deze commissie staat onder voorzitterschap van Naseer Al-Chaderchi (National Democratic Party). Verder maken Nirchirwan Mustafa (namens Jalal Talabani/PUK), Younadem Kanna (ADM) en Al'aa al-Jawadi (namens Mohammed Al-Uloum) er deel van uit.
170 In de interim-grondwet van 8 maart 2004 is in artikel 11 opgenomen dat het nieuwe parlement wetgeving inzake nationaliteit en naturalisatie moet goedkeuren. Na ratificatie van de wet kan de procedurele gang van zaken nader worden uitgewerkt. Deze taak is toebedeeld aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hoe e.e.a. in de praktijk zal worden vormgegeven, is nog niet bekend.

171 Voor de volledigheid dient hier dat Irakezen slechts met grote moeite het staatsburgerschap van andere Arabische landen kunnen verwerven. Men dient daartoe de Iraakse nationaliteit op te geven. De nationaliteitswetgeving van de meeste Arabische landen staan een dubbele Arabische nationaliteit niet toe.
36

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

("Any Iraqi whose citizenship was withdrawn because he acquired another citizenship shall be deemed an Iraqi").

- Iedere Irakees wiens Iraakse nationaliteit op grond van politieke, religieuze, raciale of sectarische redenen is ontnomen, kan aanspraak maken op teruggave van zijn/haar Iraakse nationaliteit ("has the right to reclaim his Iraqi citizenship").

- Decreet 666 van de RCC is ongeldig verklaard. Personen, die op basis van dit decreet de Iraakse nationaliteit zijn kwijtgeraakt, worden als Iraaks staatsburger beschouwd ("anyone whose citizenship was withdrawn on the basis of this decree shall be deemed an Iraqi").172 Gerechtelijke procedures dienen te worden opgesteld om eventuele geschillen inzake toekenning van de Iraakse nationaliteit te onderzoeken. De nieuwe nationaliteitswet maakt het mogelijk voor bepaalde groeperingen, zoals Fayli-Koerden, opnieuw te beschikken over het Iraaks staatsburgerschap. De nieuwe nationaliteitswet maakt geen specifieke melding over mogelijke toekenning van Iraaks staatsburgerschap aan Palestijnen. Tribunaal
Op 10 december jl. is door de IGC een speciaal tribunaal opgericht voor de vervolging en berechting van onder meer personen die zich onder het bewind van Saddam Hoessein schuldig hebben gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid, genocide en oorlogsmisdaden, gepleegd tussen 17 juli 1968 en 1 mei 2003. Het statuut van het speciale tribunaal, de procedureregels van het speciale tribunaal, het Iraakse strafrecht en de internationale rechtspraak zullen van toepassing zijn. Voor de totstandkoming van het tribunaal is een onderzoekscommissie opgericht. Een van de onderzoeksrechters die hiervan deel uitmaakte werd in november ontvoerd en doodgeschoten.173 In november en december jl. zijn meerdere rechters vermoord die op een of andere wijze betrokken waren bij de totstandkoming van dit tribunaal.174 Voor zover bekend is dit tijdens de verslagperiode niet opnieuw voorgekomen.
Tijdens de verslagperiode is verder gewerkt aan de voorbereiding van rechtszaken, de selectie van rechters en het totstandbrengen van rechtbanken.175 Uit de pers werd vernomen dat in april een directeur, zeven rechters en zeven openbare
172 Decreet 666 van 7 mei 1980 had betrekking op de ontneming van het Iraaks staatsburgerschap aan een ieder die in de ogen van het toenmalige regime niet loyaal was aan de staat. Veel Fayli-Koerden zijn hiervan het slachtoffer geworden. Echter ook andere Irakezen, waaronder etnische Perzen en politiek actieve sjiieten, zijn tengevolge van dit decreet hun staatsburgerschap kwijtgeraakt.
173 IRIN, `Bringing the former regime to justice', 4 november 2003.
174 ABC Online, `Top Iraqi judge murdered', 24 december 2003. AFP, Reuters, `Iraakse rechter in Mosul doodgeschoten', 24 december 2003.
175 Iraq Today, 15 maart 2004. ANP, 16 februari 2004. 37

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

aanklagers benoemd zijn.176 Het is nog niet bekend wanneer het tribunaal operationeel zal zijn.
Na de arrestatie van Saddam Hoessein op 13 december jl. groeide internationaal de discussie op welke wijze de voormalig president dient te worden berecht. Dara Nureddin, lid van de IGC en betrokken bij de totstandkoming van het tribunaal, liet in de pers weten dat Saddam Hoessein zal worden gedaagd voor het tribunaal zodra het benodigde bewijs tegen hem is verzameld.177 The Official Gazette of Iraq
Nieuwe wetgeving zal worden gepubliceerd in de staatscourant `The Official Gazette of Iraq'. Wetgeving zal in werking treden na publicatie. Amnesty International heeft in juli jl. kritiek geuit op de inhoudelijke verschillen tussen de Engelstalige en Arabischtalige teksten zoals gepubliceerd door de CPA.178 Tijdelijke grondwet / Transitional Adminstrative Law179 De tijdelijke grondwet biedt een waarborg voor een aantal fundamentele vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst en overtuiging. De islam is de officiële nationale godsdienst en geldt als een bron voor de Iraakse wetgeving. Gedurende de overgangsperiode zal wetgeving, zo luidt de TAL, niet in strijd zijn met de principes van de islam, democratische grondslagen, noch met `universele beginselen van de mensenrechten'.
Personen- en familierecht
Het huidige civiele personen- en familierecht in Irak, de `Personal Status Law', is van kracht sinds de jaren vijftig. Volgens dit op seculiere gronden gebaseerde recht zijn man en vrouw gelijk. De IGC had in december jl. resolutie 137 aangenomen, waarmee het civiele personen- en familierecht diende te worden vervangen door de sharia, islamitische wetgeving.180 De resolutie is echter eind februari weer ingetrokken.181

176 BBC News, `Tribunal set up for Saddam trial', 20 april 2004.
177 AFP, `Iraq's war crimes court to try Saddam first', 14 december 2003.
178 Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003, p. 4.

179 Zie 2.1.3.

180 De resolutie diende nog te worden goedgekeurd door ambassadeur Bremer alvorens in werking te kunnen treden. Bremer had echter aangegeven niet akkoord te gaan met de resolutie.

181 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 8, 5 maart 2004. 38

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

3.2 Toezicht
Na de militaire interventie door de coalitie zijn door de VN waarnemers naar Irak gestuurd om toezicht te houden op de naleving van de mensenrechten. In het bijzonder dienden waarnemers erop toe te zien dat de burger-, sociaal- economische en politieke rechten in het democratiseringsproces geëerbiedigd werden. Daarbij werd ook gelet op een eerlijke voedselverdeling.182 De activiteiten van de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN (SRSG) Vieira De Mello (tot daarvoor Hoge Commissaris voor de Mensenrechten) zouden ­ onder meer ­ de bescherming van de mensenrechten betreffen. Op 30 juni en 1 juli 2003 heeft onder leiding van SRSG Vieira De Mello de eerste mensenrechtenconferentie in Bagdad plaatsgehad.183 Zijn overlijden in augustus 2003 tengevolge van een aanslag184 en de terugtrekking van het internationale VN-personeel uit Bagdad vanwege de veiligheidssituatie hebben de activiteiten van de VN inzake mensenrechten in Irak ernstig bemoeilijkt.185 Voor mensenrechtenorganisaties als Amnesty International186 (AI) en Human Rights Watch (HRW) was het sinds de militaire interventie mogelijk Irak binnen te reizen. Van beide organisaties zijn inmiddels verschillende rapporten inzake de mensenrechtensituatie verschenen. Van het `International Committee of the Red Cross' (ICRC) werd in mei een rapport bekend waarin gesteld werd dat coalitiemilitairen zich schuldig hadden gemaakt aan `serious violations of International Humanitarian Law' bij de behandeling van Iraakse gedetineerden in de Abu-Gharib-gevangenis. In dezelfde maand werden foto's in de pers gepubliceerd waarop mishandelingen door Amerikaanse coalitiemilitairen van Iraakse gevangenen werden afgebeeld. Enkele Amerikaanse coalitiemilitairen dienden zich vervolgens te verantwoorden tegenover een militair tribunaal. Op 19 mei is de eerste militair veroordeeld tot een jaar detentie. 187 In Europees verband is het belang van de vorming van een volledig representatieve Iraakse regering middels democratische verkiezingen onderstreept.188

182 ANP, `VN sturen waarnemers mensenrechten naar Irak', 5 mei 2003. Reuters, `UN sends first human rights officers to Iraq', 9 mei 2003.
183 United Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 24 of Security Council resolution 1483' (2003), S/2003/715, 17 juli 2003, p.8-10 en 20.
184 Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
185 De Secretaris-Generaal van de VN heeft in december jl. Ross Mountain benoemd tot waarnemend SRSG voor Irak.
186 AI was sinds 23 april 2003 aanwezig in Irak. (Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003, p.1, Amnesty International, `On whose behalf? Human rights and the economic reconstruction process in Iraq', MDE 14/128/2003, 20 juni 2003, p.15.)

187 Zie verder 3.3.7.

188 Council of the European Union, 13575/03, 14 oktober 2003. 39

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Het Iraakse ministerie van Mensenrechten dient de mensenrechtenschendingen gepleegd door het voormalige bewind te onderzoeken. Tijdens de verslagperiode was het ministerie feitelijk nog in oprichting. Op regionaal niveau is een aantal centra gericht op activiteiten met betrekking tot mensenrechten en democratie geopend door CPA en de Amerikaanse autoriteiten.189 Voorts zijn op lokaal niveau diverse kleine, Iraakse mensenrechtenorganisaties actief.190 3.3 Naleving en schendingen
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
Sinds de val van Saddam Hoessein is voor het eerst sinds ruim dertig jaar sprake van vrijheid van meningsuiting in geheel Irak. Onder de CPA is het de bevolking toegestaan vrij te demonstreren en is er persvrijheid. Demonstraties tegen de vertegenwoordigers van de bezettende coalitie getuigen hiervan.191 In Irak kan worden gebeld met satelliettelefoons. Door de coalitie zijn in de grote steden de netwerken voor vaste telefonie hersteld. Er is inmiddels ook mobiele telefonie in delen van Irak mogelijk.192 In Noord-Irak werd reeds vóór de militaire interventie gebruik gemaakt van mobiele telefoons. In het algemeen ambtsbericht Noord-Irak van oktober 2002 werd vermeld dat intellectuelen die een onafhankelijke positie ten opzichte van de leidende Koerdische partijen innamen en kritiek uitoefenden op de Koerdische overheid, te maken konden krijgen met vervolging.193 Sinds het militair ingrijpen is ook in de KRG-gebieden sprake van enige verbetering wat vrijheid van meningsuiting betreft.194 Er was tijdens de verslagperiode geen specifieke informatie te achterhalen over de positie van intellectuelen in de KRG-gebieden. Dit geldt eveneens voor intellectuelen elders in Irak. Er zijn uit de verslagperiode geen berichten bekend over openbare negatieve uitspraken over de IGC, CPA, KDP, PUK, provinciale of lokale raad die tot strafrechterlijke vervolging hebben geleid, danwel specifieke maatregelen van de kant van de autoriteiten tot gevolg hebben gehad.
In het algemeen ambtsbericht Noord-Irak van oktober 2002 werd vermeld dat het aanhangers van de KDP en PUK in de praktijk niet is toegestaan daadwerkelijk
189 CPA Public Affairs Office, 20 februari 2004.
190 Zie ook 3.3.2.

191 Zie bijvoorbeeld ook: ICG Middle East Briefing, `Baghdad: Race against the clock', Baghdad, Washington, Brussels, 11 juni 2003, p.1.
192 Iraq Today, 23 februari 2004.
193 Zie ook het algemeen ambtsbericht Noord-Irak, mei 2003.
194 Verder in deze paragraaf wordt nader ingegaan op persvrijheid in de KRG-gebieden. 40

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

politiek te bedrijven in het gebied van de andere partij.195 Er zijn uit de verslagperiode geen berichten bekend die erop duiden dat in de verslagperiode aanhangers van de KDP danwel de PUK, die zich politiek zeer actief opstellen in het gebied van de andere Koerdische partij, risico liepen in de negatieve belangstelling te staan van de plaatselijke autoriteiten. Wel is bekend dat in principe leden van beide partijen op elkaars grondgebied politieke activiteiten ondernemen. Beide partijen hebben kantoren in het hele KRG-gebied. Persvrijheid
Na jarenlang zware censuur en overheidspropaganda te hebben ondervonden, kent Irak nu persvrijheid. Persvrijheid is volledig mits niet wordt opgeroepen tot haat of geweld. Verordening 14, hoofdstuk 2196 maakt het de CPA mogelijk op te treden tegen dergelijke oproepen.
Indien het verbod op oproepen tot geweld wordt overschreden kan zonder voorafgaande verwittiging tot sluiting van de redactie, intrekking van de licentie, inbeslagname van de goederen en zelfs arrestatie en veroordeling (maximaal 1 jaar) van de redactieleden worden overgegaan.
De redactie kan, in het geval van sluiting en dergelijke, bij de CPA bezwaar aantekenen.
Ook in de verslagperiode is door een blad openlijk opgeroepen tot geweld en onverdraagzaamheid jegens bepaalde groepen, in het bijzonder de CPA of de coalitietroepen.197 In maart jl. legde de IGC het weekblad Al-Hawza198 een verschijningsverbod voor de duur van twee maanden op, zo werd uit de pers vernomen. De krant zou opgeroepen hebben tot geweld tegen de coalitie.199 200 In het algemeen ambtsbericht Noord-Irak van oktober 2002 werd vermeld dat journalisten die een onafhankelijke positie ten opzichte van de leidende Koerdische partijen innamen en kritiek uitoefenden op de Koerdische overheid, te
195 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
196 CPA verordening 14, hoofdstuk 2, `Prohibited Media Activity', van 10 juni 2003
197 Zo heeft het weekblad Al-Sa'a (`Het Uur') op 28 juni jl. een artikel gepubliceerd van de invloedrijke soennitische geestelijke Ahmed Al-Kubeisi waarin deze de 'martelaren' in zijn woonplaats Fallujah alsmede Ramadi uitvoerig prees voor hun aanslagen op coalitietroepen.Het weekblad 'Sada al-Sadr' (`De echo van al-Sadr'), het orgaan van Muqtada Al-Sadr, heeft medio juli lijsten gepubliceerd van Baathleden die door de redactie werden aangemerkt als 'vijanden van het volk die hun gerechtvaardigde straf niet mogen ontlopen'. In totaal zijn bijna vierhonderd personen met naam en toenaam genoemd.
198 Deze krant is een uitgave van aanhangers van de sjiitische geestelijk leider Muqtada Al-Sadr (zie subparagraaf 3.3.3.).

199 ANP, `Massaal protest tegen sluiting Iraakse krant', 29 maart 2004.
200 De demonstraties, die mede uit onvrede over de arrestatie van een medewerker van Al-Sadr ontstonden, mondden uit in gewelddadigheden in diverse steden in Irak. Zie 2.3 en 3.3.3. 41

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

maken konden krijgen met vervolging.201 Sinds het militair ingrijpen is ook in de KRG-gebieden sprake van enige verbetering wat persvrijheid betreft. In het gebied onder de KRG/KDP is waargenomen dat nog altijd enige terughoudendheid in acht wordt genomen wat kritische berichtgeving over het centrale leiderschap van de KDP betreft. Uit de pers werd voorts vernomen dat in de KRG-gebieden sprake is van persvrijheid, maar dat deze aan beperkingen onderhevig is.202 203 Er was tijdens de verslagperiode geen nadere informatie te achterhalen over de positie van journalisten in de KRG-gebieden. Dit geldt eveneens voor journalisten elders in Irak.
Na de militaire interventie hebben vele partijen en sociale bewegingen hun eigen televisie- en radiozenders opgericht. Ook op lokaal niveau bestaan inmiddels verschillende onafhankelijke televisie- en radiozenders.204 De Iraakse staatstelevisie hervatte haar activiteiten medio mei 2003.205 Het Iraqi Media Network is een nationale Iraakse zender, waar vele lokale en regionale zenders onder vallen, gesteund door de VS.206 Schotelantennes zijn op grote schaal verkrijgbaar waardoor buitenlandse televisie- en radiozenders ontvangen kunnen worden. Ook zijn er in Bagdad en andere Iraakse steden veel meer internetcafé's en telefoniewinkels dan voorheen.207
Sinds de val van Saddam Hoessein hebben in geheel Irak tenminste tweehonderd dag- en weekbladen het licht gezien. In Bagdad circuleren thans circa zestig publicaties. Vrijwel elke politieke beweging brengt haar eigen publicaties uit en ook talloze sociaal-maatschappelijke groeperingen zijn hiertoe overgegaan.208 Verschillende bladen die eerder buiten Irak werden uitgegeven hebben hun kantoren naar Bagdad verplaatst. Diverse Koerdische kranten uit Noord-Irak opereren inmiddels (mede) vanuit Bagdad en verschijnen in de rest van Irak.209 Sport- en sensatiebladen vinden ook gretig aftrek. De commerciële levensvatbaarheid van veel media is echter onzeker. De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch en organisaties belast met toezicht op persvrijheid hebben hun zorgen geuit over de veiligheidssituatie voor
201 Zie ook het algemeen ambtsbericht Noord-Irak, mei 2003.
202 IRIN, 3 maart 2004.

203 Zie ook algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002, subparagraaf 3.4.5.
204 AP, Bassem Mroue, `Vrije media overspoelen Irak', 21 mei 2003. FBIS report, `Update of clandestine Iraqi radios 19-20 May', 21 mei 2003. Hiwa Osman, `Ethnic tension divides Kirkuk', BBC News, 26 mei 2003.

205 Mena, `Iraqi tv resumes transmission', 14 mei 2003.
206 Dean Yates, `Battle for hearts of Iraqi TV viewers heats up', Reuters, 3 november 2003.
207 Matthew Price, `Bagdad media explosion', BBC News, 12 augustus 2003
208 ANP/AFP, `Nieuwsgierig Bagdad krijgt langzaamaan opnieuw media', 7 mei 2003.
209 Mideast Mirror, `Iraq's flourishing media', 9 juni 2003. Judy Pointon, `New day dawns for Iraq's press', BBC News, 25 juni 2003. 42

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

journalisten in Irak. Verschillende Iraakse en buitenlandse journalisten zijn tijdens de verslagperiode om het leven gekomen.210 De Internationale Federatie van Journalisten heeft de Amerikaanse autoriteiten ervan beschuldigd de persvrijheid in Irak te beperken. De kritiek betrof de detentie van enkele Zuid-Koreaanse journalisten, die werden vastgehouden op basis van niet nader bekend gemaakte `interne richtlijnen'. Voorts bekrititseerde de Federatie het feit dat sinds maart buitenlandse journalisten niet meer vrij Irak in mogen reizen, maar zich moeten laten registreren en een perskaart moeten verkrijgen bij de Amerikaanse autoriteiten.211 3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
CPA heeft geen wetgeving uitgevaardigd inzake de oprichting van politieke partijen. Wel is door de CPA bepaald dat de Baathpartij (met inbegrip van Hizb Al-Awda) en bewegingen die pleiten voor geweld tegen de coalitie of de IGC verboden zijn. Ook `Ansar Al-Islam', `Jaish Al-Mohammed' en andere islamitisch-extremistische groeperingen vallen onder het verbod. Vrijheid van vergadering, bijeenkomst, demonstratie en openbare meningsuiting wordt door de CPA gegarandeerd door uitvaardiging van besluit 19, mits aan een aantal administratieve en logistieke voorwaarden is voldaan. Alle bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht van 1969 die toezien op het verbod op vergadering, bijeenkomst, demonstraties en openbare meningsuiting (deel 2, hoofdstuk 2, artikelen 220 t/m 222) zijn met besluit 19 van 9 juli 2003 komen te vervallen.
Schriftelijke toestemming is echter vereist indien de vergadering, bijeenkomst of demonstratie zal plaatsvinden op doorgaande verkeerswegen, verkeersknooppunten, tijdens het spitsuur of in een publieke ruimte. Bijeenkomsten mogen maximaal vier uur duren. Instellingen of faciliteiten van de CPA of coalitie mogen op maximaal vijfhonderd meter worden benaderd. Demonstraties hebben met regelmaat plaatsgevonden, vaak betrof het protesten gericht tegen maatregelen genomen door de CPA en / of IGC.212 Onvrede over de werkloosheid en / of ongunstige levensomstandigheden was eveneens regelmatig een bron voor openlijk protest.213 Ook is er gedemonstreerd uit onvrede over
210 AP, `Violence across Iraq leaves 20 dead', 27 maart 2004. Reuters, `US soldiers killed two Arabiya journalists ­ amry', 29 maart 2004. Reporters without borders, 28 januari 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, no 54, 22 maart 2004. IRIN, `Concern over safety for journalists following editor's death', 29 oktober 2003. Human Rights Watch News, `Iraq: US military responses imperil jounalists', 24 september 2003.
211 International Federation of Journalists, IFJ accuses US authorities of attempting to "control and intimdate" the media in Iraq, 15 maart 2004.
212 Zo hebben na ondertekening van de tijdelijke grondwet duizenden gedemonstreerd tegen de TAL. (ANP, 12 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, vol7, no 10, 19 maart 2004.)
213 AFP, 9 februari 2004. IRIN, 19 maart 2004. 43

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

bepaalde arrestaties en detenties. In januari jl. is in Bagdad en Basra op grote schaal, in navolging van het standpunt van Al-Sistani214, gedemonstreerd voor directe verkiezingen in het kader van de machtsoverdracht.215 In Sulaymaniyya hebben naar verluidt duizenden gedemonstreerd voor een onafhankelijke Koerdische staat half februari jl.216 Begin april protesteerden aanhangers van de sjiitische geestelijke Muqtada Al-Sadr onder meer in Bagdad en Najaf tegen de sluiting van een sjiitisch weekblad en de arrestatie van een naaste medewerker van Al-Sadr. De demonstraties gingen gepaard met geweld met doden tot gevolg.217 218 Ten behoeve van het democratiseringsproces zijn in enkele steden `town hall meetings' georganiseerd. Met deze fora werd gepoogd burgers te betrekken bij de politieke wederopbouw.219
Politieke partijen220
Het democratische proces bevond zich net als in de vorige verslagperiode nog altijd in een pril stadium.221 Vooralsnog beschikten weinig partijen tijdens de verslagperiode over een substantieel draagvlak onder de Iraakse bevolking. Sommige sjiitische en Koerdische partijen kunnen wel rekenen op een serieuze achterban. Teruggekeerde politici afkomstig uit de Iraakse diaspora genieten over het algemeen beperkte aanhang en bekendheid in Irak zelf. De vele kleine politieke groeperingen worden veelal geleid door een klein aantal, vaak onbekende en politiek onervaren personen.
In de KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden zijn thans tegen de vijftig politieke partijen actief. Slechts een aantal222 van hen beschikt over wezenlijke aanhang en/of invloed, onder meer doordat zij ministers aanleveren voor de KRG/KDP- en KRG/PUK-regeringen. De overige bewegingen lijken marginaal van aard en zijn soms niet meer dan splinterbewegingen van een grotere partij.
214 Zie subparagraaf 3.3.3.

215 Anthony Shadid, `Shiites march for elections in Iraq', 20 januari 2004. ANP, 15 januari 2004. Matthew Rosenberg, `Thousands of shiites protest to back cleric's demands for direct elections', AP, 16 januari 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 3, 23 januari 2004. The Economist, 24 januari 2004.

216 IWPR Iraqi Crisis Report, no 48, 17 februari 2004.
217 Volkskrant, 5 april 2004. Jordan Times, 5 april 2004.
218 Zie ook paragraaf 2.3.

219 David Shelby, `Baghdad town hall meeting draws hundreds of participants', 29 januari 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 3, 23 januari 2004.
220 Zie bijlage 4 voor een beschrijving van een aantal politieke partijen.
221 Abd Alrahman Aljuburi, `Citizens ambaste new town councils', Iraq Today, 27 oktober 2003.
222 Dit zijn met name de KDP, PUK, Assyrian Democratic Movement, Beit Nahreen, Islamic Movement of Iraqi Kurdistan, Iraqi Turkmen Front, Kurdistan Islamic Union, Kurdistan Communist Party en Iraqi Toilers Party.
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Politieke bewegingen die zich bij de KRG/KDP- en KRG/PUK-autoriteiten willen laten registreren, dienen het streven naar Koerdische autonomie te onderschrijven.223 Indien men als beweging het streven naar Koerdische autonomie niet wenst te ondersteunen, kan in principe geen registratie plaatsvinden.224
In de IGC nemen vertegenwoordigers zitting van de Iraqi National Accord (INA), Iraqi National Congress (INC), Patriotic Union of Koerdistan (PUK), Koerdistan Democratic Party (KDP), Supreme Council for the Islamic Revolution in Iraq (SCIRI), Al-Da'wa / Islamic Call Party, Da'wa Party, Assyrian Democratic Movement (ADM), Independent Democratic Movement, Iraqi Communist Party (ICP), Hizbollah, Kurdistan Islamic Union (KIU), National Democratic Party en Iraqi Islamic Party.225 Naast deze partijen neemt een aantal onafhankelijke politici deel aan de IGC, onder wie Ghazi Mashal Ajil Al-Yawer en Sondul Chapouk. Maatschappelijke organisaties
Naast politieke partijen zijn ook talloze maatschappelijke organisaties opgericht.226 Bijvoorbeeld `The Society of Iraqi political prisoners' behartigt de belangen van voormalige politieke gevangenen. De organisatie verzamelt en verschaft informatie over misdrijven en mensenrechtenschendingen van het voormalige bewind. Voorts poogt deze de identiteit te achterhalen van de vele politieke gevangenen die zijn omgekomen of vermist zijn geraakt tijdens het regime van Saddam Hoessein. Ook wil de organisatie duidelijkheid verkrijgen over massagraven. Een vergelijkbare organisatie is de `Human Committee for Prisoners and Disappeared Persons', geleid door de sjiitische geestelijke Immedine Al- Awaddi. In het noorden van Irak is sinds 1991 de `Society of political prisoners in Iraqi Kurdistan' actief. Deze beoogt de belangen van Koerdische ex-gedetineerden en hun familieleden te behartigen. Andere organisaties zijn onder meer: `Iraqi Memory Foundation', `Baghdad Centre for Human Rights', `Democracy and Human Rights Centre', `Organisation of Human Rights in Iraq' en diverse vrouwenorganisaties als `The Independent Women Organisation', `Women Association under the Constitutional Monarchy', `Democratic Iraqi Women Society' en `Kurdistan Women Federation'.

223 Om deze reden hebben Koerdische communisten van het ICP in 1993 besloten tot de oprichting van de KCP (Kurdistan Communist Party).
224 Voor zover bekend is het `Iraqi Turkmen Front' als enige vooraanstaande politieke beweging niet geregisteerd bij de Koerdische partijen. Desalniettemin wordt de partij gedoogd en heeft zij een vestiging in Erbil.

225 Zie bijlagen 1 en 3. Zie verder de algemene ambtsberichten Noord-Irak, oktober 2002 en Centraal-Irak, november 2002 en de actualisering van beide ambtsberichten van mei 2003.
226 IRIN, `Focus on emergence of civil society groups', 17 november 2003. 45

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

3.3.3 Vrijheid van godsdienst en overtuiging
Sinds de val van Saddam Hoessein zijn er verbeteringen waargenomen inzake het bedrijven van politiek op religieuze gronden. Dit was onder Saddam Hoessein niet toegestaan.227 De TAL garandeert vrijheid van godsdienst. Voor zover bekend is er geen sprake van structurele vervolging louter op basis van het feit dat men behoort tot een bepaalde, bredere religieuze groepering zoals de islam ­ dan wel soennitisch of sjiitisch - of het christendom. Wel is plaatselijk sprake geweest van een gespannen situatie. Er hebben zich incidenteel spanningen voorgedaan tussen christenen en sjiieten in het zuiden. Bijvoorbeeld de eerder vermelde christelijke verkopers van alcohol zijn het slachtoffer geweest van gewelddadigheden. Voorts is vernomen dat de Mandeeërs (elders in deze paragraaf beschreven), een kleinere religieuze minderheid, zich in toenemende mate gediscrimineerd voelen in het zuiden van Irak. Volgens verschillende bronnen zou door `buitenstaanders' getracht worden onrust te veroorzaken tussen religieuze groeperingen, zoals met de aanslagen in Kerbala en Bagdad in maart jl.228 Voorts is bekend dat sjiitische en soennitische leiders toenadering hebben gezocht na deze aanslagen en volgelingen hebben opgeroepen niet te vervallen in onderlinge strijd.229 Sjiieten
Sinds de val van Saddam Hoessein is de positie van sjiieten sterk verbeterd. Veel sjiitische geestelijken zijn uit het buitenland teruggekeerd naar Irak. Met het wegvallen van het regime van Saddam Hoessein is de onderdrukking van het sjiitische leiderschap beëindigd.230 Sjiitische symbolen zijn in het Iraakse straatbeeld terug te vinden.231 Zo is in Bagdad de wijk Saddam City onofficieel herdoopt in Sadr City232, ter nagedachtenis aan de door Saddam Hoessein vermoorde ayatollah Mohammed Sadiq Al-Sadr.233 In maart jl. vierden sjiieten in
227 Wel kon men onder het voormalige bewind de eigen religie belijden, zolang hierbij het staatsbelang niet in het geding kwam. Zie verder algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.

228 Economist, `Will the bloodstained Shias resist the ruge to hit back?', 6 maart 2004. Hamza Hendawi. `Sunni clerics join Shites in show of unity after horrific attack', AP, 4 maart 2004.
229 Suleiman Al-Khalidi, `Tribal ties ease fears of Iraqi sectarian strife', 4 maart 2004. Suleiman Al-Khalidi, `Shi'ites, Sunnis gather in Bagdad to reject revenge', Reuters, 3 maart 2004. Hamza Hendawi, `Sunni clerics join Shiites in show of unity after horrific attack', Ap, 4 maart 2004.

230 Zie algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
231 Reuters, Christine Hauser, `Freedom exposes internal divisions for Iraqi shias', 21 april 2003.
232 De officiële naam is Madinat Al-Thawra.
233 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de positie van sjiieten: ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003. 46

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

vrijheid Ashura234. Sjiieten zijn voorts ruim vertegenwoordigd in de IGC235 en het kabinet236. Net als andere groeperingen en partijen hebben ook sjiitische kringen inmiddels hun eigen kranten en bladen opgericht.237 Een aantal sjiitische groeperingen beschikt over een eigen militie zoals de aan het SCIRI verbonden Badr-organisatie.
Sjiitische geestelijken en politici hebben voor veel Irakezen het sociaal-politieke vacuüm weten te vullen dat ontstaan is na de val van het Baathregime. Ook radicale sjiieten hebben zich in deze maatschappelijke leemte weten te manifesteren. Een prominent voorbeeld is de jonge geestelijke Muqtada Al-Sadr. Vanuit zijn beweging is opgeroepen tot verzet tegen de coalitie. Iraakse sjiieten vormen geenszins een homogene gemeenschap en zijn politiek en religieus verdeeld.238 Enkele invloedrijke sjiitische actoren zijn groot-ayatollah Al- Sistani, de beweging van Muqtada Al-Sadr en partijen als SCIRI en Al-Da'wa. De ondertekening van de grondwet liet evenwel in zekere mate een gemeenschappelijk sjiitisch standpunt zien; vijf sjiitische leden van de IGC weigerden in eerste instantie akkoord te gaan met de tijdelijke grondwet.239 Er zijn verschillende moordaanslagen op sjiitische geestelijken gepleegd.240 In 2003 deden zich enkele rellen en schermutselingen voor tussen sjiieten onderling.241 In de verslagperiode is geen melding gemaakt van spanningen binnen sjiitische kring.
Enerzijds is door de Amerikaanse autoriteiten intensief contact onderhouden met sjiitische bewegingen en politici, anderzijds bestond er bij de VS wantrouwen over sjiitische milities, sjiitisch extremisme en eventuele banden tussen sjiitische
234 Tijdens Ashura wordt de marteldood van de sjiitisiche geestelijke Hoessein herdacht.
235 Ahmed Chalabi, Abdel Aziz Al-Hakim, Ibrahim Al-Jafaari, Iyad Allawi, Ahmed Al-Barak, wijlen Akila Al-Hashimi, Raja Habib Al-Khuzaai, Hamid Majid Moussa, Mohammed Bahr Al-Ouloum, Abdel Zahra Othman Mohammed en Wael Abdul Latif zijn sjiieten. SCIRI en Al-Da'wa zijn sjiitische partijen.
236 Twaalf ministers zijn van sjiitische afkomst.
237 Judy Pointon, `New day dawns for Iraq's press', BBC News, 25 juni 2003.
238 De diversiteit onder sjiieten uit zich in de verschillende religieuze scholen, stamlijnen, etnische achtergronden, politieke voorkeuren en sociale strata. Zie voor een algemene beschrijving van sjiieten in Irak ook de voorgaande algemene ambtsberichten Centraal-Irak.
239 Zie verder paragraaf 2.2.

240 In 2003 werd ayatollah Al-Khoei vermoord en kwam ayatollah Al-Hakim om tengevolge van een aanslag. Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
241 Aanhangers van Al-Sistani en Muqtada Al-Sadr zijn slaags geraakt in oktober 2003 in Kerbala. Michael Gregroy, `Iraq shi'ites clash after radical calls for new government', Reuters, 14 oktober 2003. Michael Gregory, `fiery shi'ite cleric latest threat to Americans in Iraq', Reuters, 15 oktober 2003. Zie ook paragraaf 2.3. 47

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

groeperingen en Iran.242 Voorts zouden pogingen zijn gedaan milities als de Badr- organisatie te ontwapenen. Er bestond bij de Amerikaanse autoriteiten grote vrees voor terroristische krachten onder sjiitische bewegingen. Naar verluidt zijn conservatieve normen en waarden in door sjiieten gedomineerde gebieden van grotere invloed dan voorheen. In het zuiden van Irak is vanuit sjiitische kring gepleit voor strengere kledingvoorschriften voor vrouwen en een scheiding der seksen in openbare ruimtes. Ook zijn enkele berichten bekend, voorafgaand en tijdens de verslagperiode, van geweldpleging door sjiieten jegens christelijke verkopers van alcohol in het zuiden van Irak. Hierbij zouden ook doden zijn gevallen.243 Ook is soms melding gemaakt van geweldpleging tegen (klanten van) videotheken en muziekcassettewinkels.244 Al-Sayyid Al-Sistani
De belangrijkste sjiitische geestelijke in Irak, ayatollah Al-Sayyid Al-Sistani uit Najaf nam in eerste instantie een voorzichtig kritische houding in ten aanzien van de IGC en de Amerikaanse aanwezigheid. Naar zijn mening dient de geestelijkheid zich afzijdig te houden van politiek.245 Toch trad hij gaandeweg meer in de openbaarheid met zijn kritiek op het proces van de politieke wederopbouw van Irak. Volgens hem was de IGC te weinig democratisch van karakter, aangezien deze niet was verkozen door de Iraakse bevolking. Later vond Al-Sistani de invloed van de Iraakse bevolking te gering in het medio november jl. gepresenteerde stappenplan. Zijn kritiek ­ overigens nimmer direct overgebracht, daar Al-Sistani direct contact met de CPA weigert - leidde uiteindelijk tot een nieuw plan voor de machtsoverdracht, volgens welke uiterlijk januari 2005 directe verkiezingen dienen te worden gehouden. Voorts liep de ondertekening van de tijdelijke grondwet246 enige vertraging op mede tengevolge van Al-Sistani's bezwaren op enkele punten.247 248 Nadat de TAL ondertekend was, kwam de geestelijke wederom met kritiek op de tijdelijke grondwet.249
242 Michael Gregrory, `Iraqi shiite protesters march on US HQ', Reuters 8 oktober 2003.
243 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004. Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE/14/143/2003, juli 2003, p. 6. Christopher de Bellaigue, `The shiites under occupation', The New York Review, 17 juli 2003, p. 26. ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003, p. 2. Andrew Marshall, `Iraqi cinemas reopen in Basra, but strictly no sex', Reuters, 28 mei 2003. Andrew Marshall, `Iraqi clerics impose new morals on once wild Basra', Reuters, 27 mei 2003.

244 AP, `Killing of video store owner underlines concerns over religious vigilantes', 2 maart 2004. ANP, `Twee explosies in As-Samawah', 17 februari 2004.
245 Roger Hardy, `Splits worsened by cleric's murder', BBC News, 2 september 2003. Christopher de Bellaigue, `The shiites under occupation', The New York Review, 17 juli 2003, p. 26.

246 Zie subparagraaf 2.1.3.

247 Naast Al-Sistani hadden vijf IGC-leden gelijke bezwaren bij de interim grondwet. Zie verder paragraaf 2.2.
48

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Begin februari circuleerden tegenstrijdige berichten in de media over een aanslag op Al-Sistani. Al-Sistani's achterban ontkende echter dat er sprake was geweest van een aanslag.250 Medio mei zou er zijn geschoten op het huis van Al-Sistani in Najaf.
Muqtada Al-Sadr
Muqtada Al-Sadr, de jongste zoon van de in bepaalde sjiitische kringen zeer gerespecteerde, in 1999 vermoorde ayatollah Mohammed Sadiq Al-Sadr251, heeft inmiddels zijn plaats opgeëist als invloedrijke sjiitische geestelijke in Irak.252 Muqtada Al-Sadr heeft zich opgeworpen als pleitbezorger voor religieus- conservatieve sjiieten door een fel anti-westerse houding. Volgens Al-Sadr dienen westerse aspecten als satellietschotels, alcohol en het ongesluierd verschijnen van vrouwen in openbare ruimtes in Irak te worden uitgebannen. Voor Irak bepleit hij een staatsbestel naar conservatief islamitisch model. De geestelijk leider heeft zich in zijn gebeden uitgesproken tegen de IGC en opgeroepen tot verzet tegen de Amerikaanse aanwezigheid.253 De beweging van Muqtada Al-Sadr kent vooral aanhang onder jongeren alsmede armere delen van de bevolking.254 In het bijzonder in Najaf en Bagdad zouden zich veel volgelingen van Muqtada Al-Sadr bevinden. Er is echter vanuit de Iraakse bevolking ook protest geuit tegen de sjiitische geestelijke onder meer in de vorm van demonstraties.255 Uit de pers werd vernomen dat volgelingen van Al-Sadr in januari/februari jl. zouden hebben geprotesteerd in Nassiriya uit onvrede over de provinciale raad aldaar. Hierbij zouden enkele duizenden betogers het kantoor van de gouverneur hebben bestormd.256 In april protesteerden aanhangers van Al-Sadr in verschillende steden in Irak, waaronder Najaf, Bagdad en Al-Kut. Met de demonstraties werd geprotesteerd tegen de sluiting van een sjiistisch weekblad en de arrestatie van een naaste medewerker van Al-Sadr.257 De sjiitische geestelijk


248 Hamza Hendawi, `Shiite members of Iraq's governing council refuse to sign interim constitution', 5 maart 2004.
249 Bassem Mroue, `Top shiite cleric in Iraq warns new constitution could lead to the country's partition', 23 maart 2004.

250 Hamza Hendawi, `Confusion over attempt on cleric's life hightlights his role', 7 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Leaders, groups deny any attack on Al-Sistani', vol 7, no 5, 12 februari 2004.

251 Zie ook algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002 en april 2001.
252 Zie voor meer informatie over Muqtada Al-Sadr bijvoorbeeld de beschrijving in ICG, `Iraq's transition: on a knife edge', 27 april 2004.
253 ANP, `Leider Iraakse sjiieten verwerpt regeringsraad', 18 juli 2003. RFE/RL Iraq Report, `Al-Sadr denounces Iraq's governing council', vol. 6, no.32, 27 juli 2003.
254 IWPR Iraqi Crisis Report, no.30, 3 oktober 2003.
255 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 16, 7 mei 2004.
256 Joshua Hammer, `A free for all', Newsweek, 1 maart 2004.
257 Zie ook subparagraaf 3.3.2. en paragraaf 2.3. 49

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

leider zou verder hebben opgeroepen `de vijanden te terroriseren'.258 De demonstraties ontketenden een golf van protest gericht tegen de aanwezigheid van de coalitie in Irak. In sommige plaatsen werden gebouwen van overheidsinstellingen, CPA-kantoren en politiebureaus tijdelijk bezet. Hoewel het in sommige gevallen er vreedzaam aan toeging is het in een aantal gevallen tot gewelddadigheden gekomen waarbij doden zijn gevallen.259 Het geweld tussen aanhangers van Al-Sadr en coalitiemilitairen hield in verschillende steden in april en mei aan.260 Medio mei heeft Al-Sadr aangegeven eventueel bereid te zijn te onderhandelen over voorwaarden voor een wapenstilstand en voor zijn eventuele berechting.
Tegen Muqtada Al-Sadr is in 2003 reeds een arrestatiebevel uitgevaardigd wegens vermeende betrokkenheid bij de moord op de sjitiische geestelijke Al-Khoei.261 Uit protest tegen de coalitiemacht maakte de geestelijk leider kenbaar een schaduwregering uit te willen roepen262 en richtte hij zijn eigen militie, het `Al- Mahdi-leger'263, op.264 265 De VS wil deze militie ontmantelen. De militie zou uit duizenden, mogelijk tienduizend, leden bestaan. Uit de pers werd vernomen dat de militie van Al-Sadr ook over eigen rechtbanken zou beschikken, waar de sharia zou worden toegepast. Hier zouden vooral zaken worden behandeld gerelateerd aan familiewetgeving en eigendomskwesties. Ook zou de militie over eigen gevangenissen beschikken. Gevangenen zouden hier mishandeld zijn.266 Het is niet bekend waar precies noch op welke schaal deze rechtbanken en gevangenissen voorkomen.
Formeel is de in Qom, Iran gevestigde ayatollah Al-Ha'iri ­ en niet de zoon, Muqtada Al-Sadr - de leider van de volgelingen van ayatollah Mohammed Sadiq
258 Volkskrant, 5 april 2004. Zie ook: Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, DAM/GO-208/04, april 2004.
259 Zie ook paragraaf 2.3.

260 Zie ook 2.3. en bijlage 7.

261 Zie ook algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004 en Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, DAM/GO-208/04, april 2004.

262 RFE/RL Iraq Report, `Iraqi cleric al-Sadr establishes Islamic `shadow' government', vol. 6, no. 42, 16 oktober 2003.

263 Zie ook `milities' onder 2.3.

264 Akhbar Al-Yawm, `Al-Sadr's deputy cited on `shadow government', `Al-Mahdi's army'', 25 oktober 2003. RFE/RL Iraq Report, Al-Sadr calls for islamic state, shi'ite army', vol. 6, no.32, 24 juli 2003. RFE/RL Iraq Report, `Al-Sadr says he is an enemy of US occupation', vol. 6, no. 33, 1 augustus 2003.

265 In 2003 zijn leden van de militie van Al-Sadr gearresteerd door de Amerikaanse coalitietroepen. Zie verder algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
266 Time Magazine, `The religious militia muscles in', 1 maart 2004. IRIN, `Shariat law proves contentious issue as country moves to self-rule', 1 maart 2004. 50

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

al-Sadr, de Sadriyun. Hij is een Iraakse conservatieve geestelijke die de Velayat-i- Faqih-leer van ayatollah Khomeiny aanhangt. Volgens deze stroming dient de hoogste geestelijke leider van een land ook de politiek leider te zijn. Soennieten267
Er zijn geen berichten die duiden op systematische discriminatie of achterstelling van soennieten danwel soennitische Arabieren in het bijzonder. Het kan niet worden uitgesloten dat op individueel niveau soennitische Arabieren incidenteel negatieve bejegening hebben ondervonden.268 Gewelddadigheden zijn enkele malen voorgekomen bij spanningen tussen Koerden, Arabieren en Turkmenen, zoals begin januari 2004 te Kirkuk. 269
Er is wel melding gemaakt van een aantal ernstige incidenten. Er hebben zich wraakmoorden voorgedaan op soennitische extremisten na de moord op Mohammed Baqir Al-Hakim. Hier zouden sjiitische milities verantwoordelijk voor zijn die fundamentalistische soennieten van betrokkenheid bij de moord verdachten.270 Enkele soennitische geestelijken zijn tijdens de verslagperiode omgebracht. Niet bekend is met welk motief deze moorden zijn gepleegd.271 Naar verluidt zouden sjiieten ­ al dan niet sjiitische milities ­ soennieten van hun bezittingen in het zuiden hebben verdreven.272 Bekend is dat in elk geval in Al- Muthanna, maar ook elders, soennitische moskeeën zijn overgenomen door sjiieten. De televisiezender Al-Arabiyah zou hebben gemeld dat vier moskeeën in Bagdad op 10-11 maart jl. waren aangevallen. Dit bericht is niet bevestigd door andere bronnen.273
De soennitische gemeenschap in Irak is, net als de sjiitische, heterogeen. Zo is er sprake van etnische verschillen onder soennieten, zoals het onderscheid tussen soennitische Arabieren en Koerden. Soennitische Arabieren hangen verschillende politieke stromingen aan.274 Verder bestaan er verscheidene religieuze stromingen van het liberale soefisme en hanafisme tot het radicalere salafisme en wahabisme.
267 In de verslagperiode was weinig relevante informatie over de positie van soennieten in het algemeen voorhanden.

268 Een bericht in de pers meldde bijvoorbeeld negatieve, geweldloze, bejegening van Arabieren door Koerdische functionarissen bij een controlepost in de buurt van Erbil. (Iraq Today, `In Irbil the Arabs are the victims', 8 maart 2004.)
269 Zie ook 2.3 en 3.4.1.

270 ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003, p. 13.
271 RFE/RL Iraq Report, `Sunni Shaykh assassinated in Baghdad', vol 7, no 7, 27 februari 2004. Reuters, `Killing of sunni cleric fuels tensions in Iraq', 8 maart 2004.
272 David Rieff, `The Shiite surge', The New York Times, 1 februari 2004.
273 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 10, 19 maart 2004.
274 Bijvoorbeeld internationaal islamitisch (Moslimbroeders / `Muslim Brotherhood'), nationalistisch, seculier, communistisch of monarchistisch. 51

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Soennitische Arabieren hebben zitting in de tijdelijke regeringsraad en het tijdelijke kabinet. Ook nemen soennieten deel aan de besturen op regionaal niveau. De coalitie-autoriteiten hebben getracht soennieten te betrekken in het politieke wederopbouwproces. Gevreesd werd dat soennieten zich uitgesloten zouden voelen van de politieke wederopbouw. Ook hoopte men zo geweld vanuit de soennitische gemeenschap te doen verminderen.
Sinds de val van Saddam Hoessein waren soennitische Arabieren in beperkte mate georganiseerd in politieke partijen of groeperingen. Inmiddels zijn in soennitische kring, waaronder soennitisch-Arabische, verschillende stappen ondernomen om zich te organiseren. Men poogt hiermee de betrokkenheid van soennieten bij het politieke proces in Irak te vergroten. Gevreesd werd voor een `tweederangs rol' in het toekomstige Irak gezien de getalsmatige dominantie van sjiieten en Koerden.275 De politieke rol van deze soennitische organisaties lijkt nog beperkt. Ahl Al-Sunnah wa Al-Jammah
In december 2003 is de `Ahl Al-Sunnah wa Al-Jammah', een soennitische raad die ook wel `Sunni Shura' genoemd wordt, opgericht. Deze beoogt de belangen van soennieten te behartigen in het politieke wederopbouwproces. Aan deze raad nemen soennitische Arabieren, Koerden, Turkmenen deel.276 De raad kent een sterk religieus karakter. Men keert zich tegen de aanwezigheid van coalitietroepen, maar stelt geweld te verwerpen. In de raad nemen vertegenwoordigers zitting van onder meer de `Iraqi Islamic Party', `Kurdish Islamic Party' en de Moslimbroeders (`Muslim Brotherhood'). De raad wordt geleid door een comité van dertien geestelijken, onder wie Mohammed Ahmed Al-Rashid, Abdel Kadir Alani en Sheik Jamal Al-Daban. De Iraakse politie en Amerikaanse coalitiemilitairen hebben begin januari jl. arrestaties uitgevoerd onder leden van de soennitische raad. De raad werd ervan verdacht betrokken te zijn bij gewelddadige verzetsactiviteiten tegen de coalititie.277
Tijdens de verslagperiode is vanuit soennitische kring, waaronder de `Ahl Al- Sunnah wa Al-Jammah' kritiek geuit tegen het standpunt van Al-Sistani inzake verkiezingen. Onder andere de soennitische raad was van mening dat de tijd nog niet rijp was voor directe verkiezingen.278

275 Ook bestaat er onvrede tengevolge van werkloosheid onder soennieten. Als gevolg van het beleid van de-Baathisering en de ontmanteling van de voormalige Iraakse strijdkrachten zijn veel soennitische Arabieren werkloos geraakt.
276 Jordan Times, 29 december 2003. Iraq Today, 29 december 2003. Alan Sipress, `Feeling besieged', Washington Post, 6 januari 2004. Middle East International, 9 januari 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, `Sunnis seek new political role', 19 februari 2004.
277 Iraq Today, '12 januari 2004. Washington Post, 6 januari 2004. Zie ook subparagraaf 3.3.6.
278 Reuters, 9 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no4, 30 januari 2004. 52

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Hayat Al-Ulama Al-Muslimin
Een andere organisatie in soennitische kring is de `Hayat Al-Ulama Al-Muslimin' of `Muslim Scholar's Board', waarin verschillende soennitische geestelijken zetelen. Uit de pers werd vernomen dat deze organisatie de IGC niet legitiem acht en verzet tegen de coalitietroepen toestaat.279 De Muslim Scholar's Board heeft zich ook zeer kritisch uitgelaten over de tijdelijke grondwet. De organisatie was van mening dat de opstellers van de TAL ­ de IGC ­ geen representatieve weergave vormen van de Iraakse samenleving.280
Moslimbroeders
De internationale islamitische organisatie van de `Moslimbroeders' hebben onder leiding van Mohammed Ahmed al-Rashid een Iraakse vertegenwoordiging opgezet. De 'Iraqi Islamic Party' van IGC-lid Mohsen Abdul Hamid is, evenals de 'Kurdistan Islamic Union/Jegortou' van Salaheddin Bahaaeddine, aan de `Moslimbroeders' verbonden.
Van de `Moslimbroeders' kan in algemene zin een gematigd-fundamentalistische, anti-westerse, koers worden verwacht.
Seculier
Irak kent een aantal prominente Arabisch-soennitische seculiere politici zoals IGC-lid Adnan Pachachi281.
Er zijn diverse politieke bewegingen actief die wat ledental betreft gedomineerd worden door seculiere Arabische soennieten. Hier kan gedacht worden aan het 'Iraqi National Accord', de 'Iraqi National Coalition', de 'Iraqi Independent Organization' en de 'Iraqi National Party'. Het INC van Ahmed Chalabi (zelf sjiitisch) kent ook veel Arabisch soennitische leden. Voorts is binnen de Iraqi Communist Party (ICP) en de marxistische Iraqi Workers Communist Party (IWCP) ook een aanzienlijke deel Arabisch-soennitisch. Voorts hebben meer seculier ingestelde soennieten zich in de `Movement for Democracy and Representation' verenigd.282
Christenen
De situatie voor christenen in Irak is verbeterd. Christenen hebben sinds de val van Saddam Hoessein de vrijheid om namens hun religieuze gemeenschap een politieke rol te spelen in Irak.

279 IWPR Iraqi Crisis Report, `Sunnis seek new political role', 19 februari 2004.
280 Xinhua, `Iraqi sunni group says upcoming temporary constitution illegitimate', 25 februari 2004.

281 Pachachi is van geboorte soennitisch, maar recentelijk bekeerd tot het sjiisme in verband met een erfrechtkwestie.

282 Vertegenwoordigers van kleinere partijen als de `Iraqi National Party', `Iraqi Idependent Organization' en `Homeland Party' nemen hieraan deel, alsmede enkele stammenleiders en officieren uit het voormalige Iraakse leger. 53

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat het aantal christenen in Irak geschat wordt op circa 800.000 personen. Met Younadem Kanna van het ADM283 zijn christenen politiek vertegenwoordigd in de IGC. Op lokaal niveau, in het bijzonder in het gebied rond Mosul, zetelen christelijke burgemeesters.284 In de gemeenteraden te Mosul en te Kirkuk is een aantal raadsleden van christelijke komaf. Andere christelijke partijen zijn de Assyrische `Beit Nahreen', `Assyrian Patriotic Organization' en `Khaldean Democratic Movement'. Christelijke organisaties hebben net als andere groeperingen in Irak eigen media. Ook is bekend dat christelijke groeperingen hun eigen milities hebben gevormd om de gemeenschap te beschermen vanwege toegenomen criminaliteit en de veiligheidssituatie.285 In tegenstelling tot voor de val van Saddam Hoessein is de toegang voor bijbelgenootschappen en andere christelijke organisaties uit het buitenland in geheel Irak verbeterd.286
In oktober 2003 vond toenadering plaats tussen leiders van de Chaldeeuwse, Assyrische en Syrisch-orthodoxe gemeenschappen Zij beogen een eenduidig politieke stem te laten horen.287 Ook wensen zij dat hun gemeenschappelijke taal, het Sureth, als een van de officiële talen van Irak wordt erkend. Voorts zou een aantal christelijke groeperingen zich hebben verenigd in een federatie, genaamd `Democratic Brotherhood Union'.288 Uit de media werd vernomen dat evangelische kerken in Irak in aantal zijn gestegen sinds de val van Saddam Hoessein.289
In het zuiden en in Bagdad is sprake geweest van enige spanningen tussen christenen en sjiieten. Toenemende islamisering zou hieraan ten grondslag liggen. Naar eigen zeggen wordt er door veel Iraakse christenen gevreesd voor islamisering van Irak. Niet bekend is in hoeverre hiervoor concrete dreiging bestaat. Er werd uit de pers vernomen dat in een aantal moskeeën opruiende taal
283 Zie subparagraaf 3.3.2.

284 Deze burgemeesters zijn in overleg door de diverse Asyrische, Chaldeeuwse en Syrisch- orthodoxe kerken verkozen. Hier hebben geen gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden.
285 Henk Müller, `Christenen in Irak dromen van een eigen staat', Volkskrant, 6 oktober 2003. The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus, Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p. 22.
286 ANP, ` Eerste kinderbijbel voor Koerden in Irak', 30 juli 2003.
287 Zo wensen zij in de te ontwerpen grondwet vastgelegd zien dat christenen, met Arabieren, Koerden en Turkmenen, volwaardig deel uitmaken van de natie door representatieve en ruimere vertegenwoordiging. Het percentage christenen zou naar eigen zeggen niet op vier (zoals algemeen aanvaard) , maar rond de acht procent liggen. De gemeenschap wenst een ruimere vertegenwoordiging in het bestuur terug te zien.
288 RFE/RL Iraq Report, `Christian sects unite to form representative federation', vol. 6, no. 27., 21 juni 2003.

289 ANP, 1 maart 2004.
54

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

jegens christenen werd gebezigd.290 Sjiieten zouden christenen islamitische leefregels willen opleggen, zoals het dragen van de hoofdsluier voor vrouwen.291 Er zijn gevallen bekend van christelijke slijters in Bagdad, Basra en Amara die gewelddadig bejegend werden, omdat zij alcohol verkochten. Ook is diverse keren bericht dat slijterijen in brand zijn gestoken. In Basra zou inmiddels ­ in tegenstelling tot de periode onder Saddam Hoessein - niet meer openlijk alcohol te verkrijgen zijn. In enkele gevallen zijn bij dergelijke geweldplegingen doden gevallen.292 In januari jl. is van christelijke zijde vernomen dat christenen in het zuiden in toenemende mate met geweld werden geconfronteerd, bijvoorbeeld in de vorm van gewelddadigheden jegens drankverkopers. In mei werd uit christelijke kring wederom vernomen dat christenen het slachtoffer zijn geweest van geweld, waarbij in een twintigtal gevallen met dodelijke afloop. In hoeverre religieuze motieven hierbij een rol hebben gespeeld is niet bekend. Tussen christelijke en islamitische geestelijk leiders is daarentegen vreedzaam contact geweest.293 In het noorden was de situatie voor christenen tijdens en voorafgaand aan de verslagperiode stabieler.294 Zoals eerder aangegeven zijn christenen in het noorden in een aantal plaatsen vertegenwoordigd in de gemeenteraden. Op basis van een besluit van de IGC van begin november 2003 mogen christenen die Sureth spreken in geheel Irak basisonderwijs in de eigen taal genieten. Ook de TAL voorziet hierin.295 ADM is voornemens in 2004-2005 enkele Assyrische lagere scholen in de regio rond Mosul te openen. In KRG/KDP-gebied wordt op ruim veertig scholen in het Sureth onderwezen.
Van christelijke zijde is vernomen dat zich problemen hebben voorgedaan met betrekking tot grond- en eigendomsrechten. Veel christenen hebben door de arabiseringspolitiek van Saddam Hoessein bezittingen verloren. Thans wil men de eigendomsrechten opnieuw doen gelden.

290 World News Connection, Milan Il Giornale, `Baghdad Bishop wants more international cooperation to counter fundamentalists.', 27 september 2003. Caroline Hawley, `Iraqis fear rise of clerics', BBC News, 9 juni 2003.
291 Fiona O'Brien `Christians feel vulnerable in post-Saddam Iraq', Reuters, 21 september 2003.
292 Iraq Today, 12 januari 2004. Mathhew Rosenberg, `Iraq Liquor Store Murders Raise Concerns', AP, 19 januari 2004. Céline Agniel, `Les vendeurs alcool regrettent l'époque de Saddam Hussein', 5 maart 2004. AFP, IRIN, `Basra's Christians look to the future with hope ­ and a little fear', 17 juni 2003. ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003, p. 17.

293 Hassan Hafidh, `Christians still find tolerance in Iraq ­ archbishop', Reuters, 9 september 2003.

294 Nederlands Dagblad, `Irakese kerken alleen nog overdag bijeenkomsten', 16 mei 2003.
295 De tijdelijke grondwet staat minderheden toe taalonderwijs in de `moedertaal' te volgen. Zie verder subparagraaf 2.1.1.

---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Uit Assyrische kring is gemeld dat Koerden in de nasleep van de militaire interventie landerijen van christenen hebben onteigend. De IGC heeft kenbaar gemaakt dat personen die eigendommen en grond onder dwang zijn kwijt geraakt, recht hebben op teruggave danwel compensatie. Het was tijdens de verslagperiode niet duidelijk op welke manier teruggave en / of compensatie zouden worden gerealiseerd. Tijdens de verslagperiode werd nog gewerkt aan de implementatie van regelgeving voor de behandeling van eigendomsclaims. Men beschikte nog niet over voldoende capaciteit om met de behandeling te beginnen.296
Veel christenen, die onder Saddam Hoessein gedwongen waren naar Bagdad te trekken na de Anfal-campagne, zijn teruggekeerd naar hun oorspronkelijke woonplaatsen in het noorden van Irak, in de buurt van Mosul.297 Sommige christenen zouden mede uit angst voor islamitisch extremisme vanuit Bagdad en Basra naar het noorden zijn getrokken.
Joden
De joodse gemeenschap in Irak is zeer klein van omvang. Enkele joden zijn onder begeleiding van de Israëlische organisatie Jewish Agency naar Israël vertrokken. Er leek tijdens de verslagperiode in Irak sprake van wantrouwen jegens zionistische joden. In de Iraakse pers verschenen in 2003 berichten waarin vermeld werd dat joden op grote schaal grond en bezittingen zouden opkopen. Mandeeërs
In Irak wonen circa 50.000 ­ 60.000 Mandeeërs, waarvan het merendeel woonachtig is in Bagdad, Amara, Basra, Nassiriya en Zubair. Mandeeërs hebben inmiddels merendeels het Arabisch als moedertaal en in mindere mate de Mandeese taal. Onder het voormalige regime genoten de Mandeeërs een bevoorrechte positie, daar Saddam Hoessein zich min of meer had opgeworpen als beschermheer van de Mandeese gemeenschap. Naar eigen zeggen is de positie van Mandeeërs in het zuiden van Irak sinds de val van het regime van Saddam Hoessein verslechterd. Er zou sprake zijn van toenemende discriminatie (ontslag uit overheidsdienst, verwijdering van scholen, beschadigen van Mandeese heiligdommen, dwang voor meisjes en vrouwen om zich te sluieren, gedwongen besnijdenis van pasgeboren jongens, gedwongen bekering). Ook zijn Mandeeërs slachtoffer geworden van ontvoeringen en geweldsmisdrijven.298 Aangenomen wordt dat ontvoeringen niet zozeer om etnische of religieuze redenen plaatsvinden; vanwege hun doorgaans vermogende sociaal-economische positie zijn Mandeeërs een aantrekkelijke doelwit voor ontvoeringen en het eisen van losgeld. De `Sabaean Mandaean Association of Australia' (SMAA) stelt dat in
296 Zie ook subparagraaf 3.4.1.

297 Zie de algemeen ambtsberichten Noord-Irak, laatstelijk oktober 2002.
298 IWPR Iraqi Crisis Report, no 45, 22 januari 2004. 56

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Fallujah vijfendertig Mandeese families gedwongen zouden zijn zich te bekeren tot de islam. Volgens de SMAA zou sprake zijn van diverse gewelddadige incidenten jegens Mandeeërs.299
In Bagdad is de situatie voor Mandeeërs aanzienlijk beter dan in het zuiden. Er is hier geen sprake van openlijke discriminatie. Diverse Mandeeërs zijn reeds vanuit het zuiden naar Bagdad ­ waar ruim de helft van de Mandeese gemeenschap woonachtig is - verhuisd.
Yezidi's
Er is geen politieke beweging die specifiek de belangen van yezidi's vertegenwoordigt. Als religieuze gemeenschap lijkt men zich afzijdig van de politiek te willen houden. Op lokaal niveau zijn wel yezidi's actief in de politiek.300 Naar eigen zeggen is de situatie in Irak voor yezidi's sinds de val van Saddam Hoessein verbeterd. Men kan nu de yezidische heiligdommen ongehinderd bezoeken. Onder Saddam Hoessein was het passeren van diverse controleposten - in het bijzonder tussen het voormalige Centraal-Irak en het de facto autonome Noord-Irak - vaak moeilijk. 3.3.4 Bewegingsvrijheid
Besluit 26 van de CPA (`Creation of the Department of Border Enforcement') van 24 augustus 2003 betreft de oprichting van een departement voor grenscontrole. Het volgende is bekend.
Het 'Department of Border Enforcement' zal toezicht houden op personen- en goederenverkeer van en naar Irak en alle aanverwante werkzaamheden en is verantwoordelijk voor de afgifte en verlenging van Iraakse paspoorten, reisdocumenten en andere documenten.301
Het ministerie van Buitenlandse Zaken blijft belast met de afgifte van diplomatieke en dienstpaspoorten.

Het 'Bureau for Border Inspections' is belast met de heffing van invoerrechten en accijns. De 'Immigration Inspections Division', een afdeling van dit bureau, zal toezicht gaan houden op de in- en uitstroom van Irakezen en vreemdelingen alsmede de afgifte van visa. Het verifiëren van de identiteit en/of Iraakse nationaliteit van vermeende Irakezen alsmede onderzoek naar (en inbeslagname van valse) Iraakse documenten, hoort ook tot haar taakstelling. De grenscontrole is formeel in handen van de coalitietroepen. Een dienst voor grensbewaking / douane is in ontwikkeling.302 Het personeel van grensbewaking /
299 Assist News Service, `Iraq. The persecution of Mandaeans', 31 januari 2004.
300 In de provincie Nineveh hebben in verschillende plaatsen yezidi's zitting in de lokale raden.
301 Zie verder in deze subparagraaf onder `Documenten/Afgifte'.
302 Zie paragraaf 2.3.
57

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

douane dient op termijn uitgebreid te worden naar 9.000 personen voor de grenspolitie en 17.000 voor het `Department of Border Enforcement'. Hoewel aan grensbewaking gewerkt werd door coalitietroepen en de huidige Iraakse autoriteiten bleken veel grenzen zeer poreus. In het zuiden werd grenspolitie getraind om grensovergangen bij Safwan, Shalamancha en Shomariya te bemensen.
In gebieden onder de KRG/KDP en KRG/PUK is de grenscontrole in handen van de Koerdische autoriteiten.
Binnenlands personenverkeer
Burgers mogen zich vrij bewegen. Het personenverkeer tussen het Koerdische noorden en het gebied dat voorheen onder de controle van Bagdad stond is na de militaire interventie op gang gekomen.
Medio april werd bekend dat de Amerikaanse coalitiemilitairen delen van de hoofdwegen 1 en 8 in de provincies Wasit, Diyala en Babil hadden afgesloten voor burgerverkeer voor onbepaalde tijd `in verband met werkzaamheden'. Op deze wegen, die na enige tijd weer zijn opengesteld, zijn herhaaldelijk aanvallen en beschietingen voorgekomen, waardoor de wegen beschadigd zijn. Een verklaring van de CPA waarschuwde ervoor dat burgers die toch gebruik maken van deze wegen kans liepen te worden beschouwd als vijandelijke troepen en te worden beschoten.303
Er zijn veel controleposten in geheel Irak op zowel vaste als wisselende lokaties. Elke stad heeft diverse controleposten bij de toegangswegen. Over het algemeen zijn lokale politiefunctionarissen belast met de controles. Op de grens tussen voormalig Centraal-Irak en de KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden zijn afgelopen zomer wederom controleposten ingesteld. Hier wordt intensieve controle uitgeoefend, die na de aanslagen in Erbil zijn verscherpt. De posten op deze scheidslijn worden, net als overige controleposten in KRG/KDP- en KRG/PUK- gebieden, bemand door peshmerga's.304 In Mosul en Kirkuk zijn soms peshmerga's werkzaam bij controleposten onder het gezag van lokale autoriteiten en in samenwerking met de Iraakse politie. In Najaf, Kerbala en Bagdad zijn er controleposten ten behoeve van veiligheidscontroles, bemand door militieleden van SCIRI (Badr-organisatie) of Muqtada Al-Sadr. Deze bevoegdheden hebben zij zichzelf toebedeeld.
Slechts incidenteel is er sprake van Amerikaanse of Britse presentie bij reguliere controleposten. Soldaten van de coalitietroepen zijn wel belast met de bewaking
303 CPA Public Affairs Office, `Public notice of road closure', 17 april 2004. Iraq Today, `Two Baghdad supply highways closed', 17 april 2004. Oxford Analytica, 19 april 2004.
304 Andrew Gray, `Iraqis rediscover Kurdish north after decade away', Reuters, 15 oktober 2003. 58

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

van controleposten bij lokaties waar functionarissen van de coalitie werkzaam zijn en / of verblijven. Het betreft hier kantoren van de CPA of het lokale bestuur, verbindingskantoren van de CPA, militaire kampen, luchthavens en grote hotels. De reisrestricties die soms van kracht waren onder het bewind van Saddam Hoessein zijn opgeheven. Voorafgaand aan de militaire interventie was het Irakezen slechts toegestaan zich in een andere gemeente te vestigen met toestemming van de plaatselijke veiligheidsautoriteiten. Deze restricties zijn niet langer van kracht.
Vanuit Bagdad International Airport wordt door de VN en Air Serv ook op Erbil en Basra gevlogen. Het betreft hier geen commerciële vluchten. Ook de VN voert incidenteel binnenlandse vluchten uit.
Buitenlands personenverkeer
Irak telt drie internationale luchthavens, namelijk Bagdad, Basra en Erbil. In Sulaymania wordt gewerkt aan een vierde internationale luchthaven. Het is niet bekend wanneer deze gereed is. Vanuit Baghdad International Airport is, naast militaire vluchten, sprake van humanitaire transporten en vliegverkeer voor medewerkers van internationale organisaties. In zeer beperkte mate vinden commerciële vluchten plaats op Bagdad. De toegang tot het vliegveld wordt streng gecontroleerd door onder meer coalitiemilitairen.
Op de luchthavens bij Erbil en Basra is sprake van internationale vluchten voor militaire en humanitaire doeleinden.305 Buiten de luchthaven bij Erbil vinden, voor zover bekend, in de KRG-gebieden geen internationale vluchten plaats. Reisrestricties voor academici en studenten, van kracht onder het oude regime, zijn komen te vervallen.
Jordanië
Vanuit Amman vliegen Royal Jordanian en Air Serv (gefinancieerd door USAID) op Bagdad. Royal Jordanian voert een aantal keer per week commerciële vluchten uit vanuit Amman op Bagdad.308 309 Behalve Royal Jordanian zijn er geen andere
305 Uit een bericht in de pers werd vernomen dat ook sprake zou zijn van commerciële vluchten. Dit bericht is niet bevestigd. (Reuters, `First commercial flight brings joy to Iraqi Kurds', 7 december 2003.) Volgens een onbevestigd bericht in de pers zou Iraqi Airways hebben aangegeven op termijn commerciële vluchten op Erbil te willen starten (Iraq Press Online. `Iraqi Airways to start scheduled flights from Arbil airport', 24 januari 2004)
306 Toestellen van Royal Wings worden gecharterd door de Amerikaanse autoriteiten.
307 Royal Wings heeft, na circa twee maanden de vluchten te hebben gestaakt, deze weer hervat. (AFP, `Reprise des vols de Royal Wings après 50 jours d'interruption', 12 januari 2004. AP, `Jordanian airline resumes flights to Baghdad on demand', 13 januari 2004.)
308 De CPA heeft in 2003 luchtvaartmaatschappijen uitgenodigd om vanuit Irak commerciële vluchten aan te bieden. Vanuit verschillende luchtvaartmaatschappijen is interesse getoond 59

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

commerciële maatschappijen die op Irak vliegen. De vluchten van Air Serv zijn bedoeld voor medewerkers van internationale organisaties, diplomaten en NGO's. Irakezen hebben geen visum nodig voor Jordanië.
Irakezen die Jordanië inreizen op het tijdelijk reisformulier310, afgegeven door de CPA, mogen maximaal vijftien dagen in Jordanië verblijven. Dit verblijf kan niet worden verlengd.
De Jordaanse autoriteiten hanteren in de praktijk een strikt toelatingsbeleid. De Jordaanse autoriteiten behouden zich het recht voor personen de toegang te weigeren.
Syrië
Voor het personenverkeer tussen Irak en Syrië wordt gebruik gemaakt van de drie officiële grensovergangen tussen Syrië en Irak, namelijk Tenf ­ Al Walid (meest zuidelijke grensovergang op de weg tussen Damascus en Bagdad), Abu Kamal ­ Al-Qa'im (bij de Eufraat op de weg tussen Deir al-Zor en Bagdad) en Al- Ya'urubiya - Al-Sa'ida (meest noordelijke grensovergang op de weg tussen Mosul en Al-Qamishleh). Begin april jl. is de grens bij Tenf ­ Al Walid tijdelijk gesloten geweest voor personenverkeer.
Daarnaast bestaat er nog een onofficiële grensovergang tussen Syrië en het KRG- gebied bij Fish Khabour/ Al-Qamishleh. Aan Iraakse zijde vindt bij deze laatste overgang controle plaats door KRG/KDP-autoriteiten. Deze grensovergang wordt overwegend gebruikt door personen die naar KRG/KDP- en KRG/PUK-gebied reizen. Via KDP- of PUK-vertegenwoordiging danwel vertegenwoordigingen van andere Iraakse politieke bewegingen in Damascus dient hiervoor toestemming te worden aangevraagd bij de Syrische inlichtingendienst. Voor de overtocht wordt gebruik gemaakt van een pont.
Irakezen die via de officiële grensovergangen naar Syrië willen reizen, dienen over een visum te beschikken van de Syrische diplomatieke vertegenwoordiging in Bagdad.
In november jl. is aangekondigd dat de wekelijkse treinverbinding tussen Irak (Mosul) en Syrië (Aleppo) weer in gebruik zou worden genomen.

De CPA heeft in oktober 2003 een verordening uitgevaardigd waarmee de coalitie bevoegd is alle mannen tussen de achttien en veertig jaar tegen te houden bij de grens met Syrië.

voor commerciële vluchten op Bagdad. Gezien de veiligheidssituatie zijn dergelijke vluchten niet op gang gekomen.

309 Ook zijn de kosten voor deze vluchten zeer hoog vanwege hoge verzekeringspremies. Royal Wings, een dochtermaatschappij van Royal Jordanian, vliegt sinds enige maanden niet meer op Bagdad.

310 Zie verder onder `Documenten' en bijlage 6. 60

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Turkije
Via de grensovergang bij Habur (Turkse zijde)/ Ibrahim Khalil (Iraakse zijde), bemand door de KDP, vindt personen- en goederenverkeer plaats alsmede verkeer van humanitaire konvooien en konvooien van de coalitie. De grens is 24 uur per dag open. Tijdens de verslagperiode was sprake van een toename in het grensverkeer.
De controle aan Turkse zijde (Habur) is grondig. Men maakt gebruik van computers. Illegale oversteek wordt bemoeilijkt door controleposten van grensbewaking, politie, douane en inlichtingendienst. Aan KRG/KDP- zijde worden de persoonsgegevens eveneens geautomatiseerd verwerkt. De paspoorten worden daar niet gestempeld. Reizigers krijgen een formulier met daarop het nummer van het inreisvisum. Irakezen die naar Turkije willen reizen, dienen daartoe een Turks visum aan te schaffen. Dit visum kan worden aangevraagd bij de Turkse ambassade te Bagdad. Inwoners van de KRG-gebieden kunnen een dergelijk visum ook aanvragen bij de KRG/KDP- autoriteiten of het Iraqi Turkmen Front (ITF) te Erbil. Visa worden in deze gevallen aan de grens afgegeven op basis van eerdere goedkeuring. Irakezen die niet beschikken over een Iraaks paspoort of zo mogelijk een paspoort van een andere nationaliteit en reizen op een ander reisdocument, dienen voor hun inreis naar Irak vanuit Turkije toestemming te vragen bij het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Iran
Er zijn grensovergangen tussen Khanaqin (Irak) en Qasr-e- Shirin (Iran) bij de plaatsjes Mundhiriyya (Irak) en Khusravi (Iran), tussen Badra (Irak) en Mehran (Iran) bij de plaats Zurbatia, en tussen Basra en Khoramshahr (Iran) bij de plaats Shalamsha (Iran)./ In KRG/KDP-gebied is er een grenspost bij Haj Umran. Daarnaast zijn er enkele grensovergangen in het KRG/PUK-gebied. Na de aanslagen in Kazimiya en Karbala tijdens het Ashura-festival op 2 maart 2004, kondigde de CPA aan dat de (legale) grensovergangen tussen Iran en Irak beperkt worden tot de drie eerst genoemde. De overige grensovergangen worden gesloten tot er meer capaciteit voor grensbewaking is gecreëerd. Daarnaast beoogt men het aantal buitenlanders dat Irak via landsgrenzen wil betreden te beperken door het instellen van een limiet. Verder werden inreizende Iraniërs ­ veelal pelgrims - gebonden aan strengere regels ­ men dient bijvoorbeeld in 61

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

georganiseerde konvooien te reizen en mag voor de maximale duur van een week blijven - zo werd uit de pers vernomen.311
Er vindt veel (illegaal) personenverkeer tussen Iran en Irak plaats. Reguliere grensovergangen worden daarbij grotendeels vermeden. In verschillende berichten is gesteld dat Iraanse infiltranten, vermomd als pelgrims, de grens zouden zijn overgestoken. Dit zou vooral in het zuiden van het land plaatsvinden312 In KRG/KDP-gebied is er een grensovergang bij Sidekan. Niet duidelijk is of de Iraanse autoriteiten deze plek ook als officiële grensplaats beschouwen. In het gebied onder de KRG/PUK zijn twee grensovergangen, bij Laladar (Penjawin) en Khurmal (Halabja). Ook hier is niet duidelijk of de Iraanse autoriteiten deze plek als officiële grensplaats beschouwen.
Irakezen die Iran willen inreizen, kunnen een visum aanvragen bij de Iraanse ambassade te Bagdad. Iraakse vluchtelingen die willen terugkeren hebben een laissez-passer van de Iraanse autoriteiten nodig. Dit wordt afgegeven door de BAFIA (Bureau of Aliens and Foreign Immigrants Affairs). UNHCR geeft, in het geval van vrijwillige terugkeer, een `voluntary repatration form' uit, hetgeen aangeeft dat men recht heeft op UNHCR-hulp in Irak. Inwoners van de KRG- gebieden die gebruik willen maken van de Iraaks-Iraanse grensovergangen in KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden dienen hiervoor toestemming aan te vragen bij de Iraanse inlichtingendienst. Dit kan via bemiddeling van de KDP- of PUK-veiligheidsdiensten. Saoedi-Arabië
Er is geen legaal personenverkeer mogelijk tussen Saoedi-Arabië en Irak daar de grens bij Arar gesloten is. Aangezien Iraakse paspoorten tot dusver niet in Saoedi- Arabië worden erkend is er geen in- en uitreis van Irakezen mogelijk. Wel is aan Iraakse pelgrims, op bedevaart naar Mekka, speciaal toegang verleend.313
Koeweit
Er vindt op uiterst kleine schaal personenverkeer plaats tussen Koeweit en Irak bij Safwan, de enige grensovergang. De in- en uitreismogelijkheden voor Irakezen
311 AFP-MAIL, `Iran Iraq Pelgrims', 24 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, vol. 8, no. 57, 26 maart 2004. AP, `Iraqi official decries coalition crackdown on Iraq's borders', 13 maart 2004. AFP,-MAIL, `Iraq Iran border, Bremer', 29 maart 2004. US Info Department of State, 26 maart 2004. AFP, `Iraq Iran border', 14 maart 2004. Fiona O'Brien, `US announces tighter border controls for Iraq', 13 maart 2004. AFP, `Iraqi governing council chief in Iran for talks on border control', 13 maart 2004.
312 RFE/RL Iraq Report, `Iranian agents entering Iraq disguised as pilgrims', vol. 6, no. 41, 3 oktober 2003.

313 DFID Iraq Update, 26 januari 2004. 62

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

zijn zeer beperkt. Er kan alleen naar Koeweit worden gereisd op uitnodiging, bijvoorbeeld voor politiek overleg of voor handelsdoeleinden. Men acht het uitgesloten dat Irakezen met louter een reisdocument via deze grens naar Koeweit kunnen reizen.
Verenigde Arabische Emiraten
Drie keer per week is een vaardienst actief tussen Umm Qasr en Dubai.314 Documenten
Paspoorten
Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat na 9 april 2003 ­ de val van het regime van Saddam Hoessein - Iraakse ambassades zijn doorgegaan met het afgeven van paspoorten aan Iraakse staatsburgers. Met ingang van 14 mei 2003 hebben zij dit gestaakt daar de nieuwe autoriteiten in Bagdad de Iraakse ambassades en consulaten in het buitenland gelastten hun werkzaamheden stop te zetten. Nog altijd worden noch in Irak noch op Iraakse vertegenwoordigingen buiten het land nieuwe Iraakse paspoorten dan wel Iraakse reisdocumenten afgegeven. Het nieuwe Iraakse paspoort is nog in ontwikkeling. Het is niet bekend wanneer dit gereed zal zijn.
De CPA heeft de regelgeving inzake reisdocumenten aangepast met het uitvaardigen van verordening 16 van 27 juni 2003 inzake `temporary control of Iraqi borders, ports and airports'.

- De CPA heeft in juli 2003 de paspoorten van de N-serie, zoals afgegeven tussen 1996 en 2002 geldig verklaard.315

- In aanvulling hierop is besloten de reeds uit de roulatie genomen M-serie ­ geldig tot 16 maart 2002 - eveneens weer geldig te verklaren.
- Iraakse burgers kunnen deze paspoorten van de M- en N-serie laten verlengen in Irak of bij vertegenwoordigingen in het buitenland. Indien het paspoort reeds verlopen was volgt verlenging met twee jaar. Indien het paspoort nog geldig was, volgt verlenging met vier jaar.

- Alle Iraakse paspoorten die in de afgelopen vier jaar zijn verlopen, waren geldig voor één inreis naar Irak tot 31 december 2003.
- Alle Iraakse paspoorten die na 19 maart 2003 zijn afgegeven en geen stempel van de CPA bevatten zijn ongeldig verklaard.

- Vooraanstaande leden van de Baathpartij, personen tegen wie een strafrechtelijk onderzoek loopt, mogelijke terroristen en personen met kennis van het wapenprogramma van het bewind van Saddam Hoessein mogen Irak niet verlaten zonder toestemming van de CPA.

314 CPA South ` Foreign Investment in Southern Iraq', 12 maart 2004.
315 De serie was door de autoriteiten onder Saddam Hoesseins bewind ongeldig verklaard met ingang van 1 maart 2003.
63

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


- Personen met de Iraakse nationaliteit, personen die in Irak geboren zijn, personen die werkzaam zijn voor de coalitie, de VN of aanverwante instellingen, kunnen Irak zonder vooraf verkregen toestemming inreizen. Anderen die toestemming nodig hebben dienen deze te verkrijgen bij Iraakse diplomatieke vertegenwoordigingen.
CPA verklaarde in augustus jl. dat het Irakezen is toegestaan het land uit te reizen zonder paspoort.316
De paspoorten met H-serienummers zijn acht jaar geldig en hoeven niet te worden verlengd.317
Tijdelijk reisformulier
In oktober 2003 werden nieuwe tijdelijke CPA-reisformulieren318 afgegeven waarmee Irakezen kunnen uitreizen. Dit formulier heeft een geldigheidsduur van zes maanden en kan slechts gebruikt worden voor één uitreis en één inreis. Nadien is dit document niet meer geldig.319 Enkele Iraakse vertegenwoordigingen in het buitenland hebben deze tijdelijke reisformulieren afgegeven ten behoeve van terugkeer naar Irak.
Dit reisdocument wordt verschaft indien de aanvrager zijn Iraakse nationaliteit kan aantonen, bijvoorbeeld door overlegging van een geboortebewijs, identiteitskaart of nationaliteitsakte. Ontbreken dergelijke documenten dan is afgifte niet mogelijk.
Het CPA-reisdocument wordt in het Midden-Oosten slechts door Egypte, Jordanië en Syrië geaccepteerd. Koeweit, Saoedi-Arabië en Iran erkennen dit reisdocument niet. In Egypte en Jordanië wordt Irakezen, na vertoon van dit reisdocument, een verblijf van maximaal vijftien dagen toegestaan, in Syrië dertig dagen. In Jordanië wordt dit reisdocument echter niet als een geldig identiteitsdocument gezien. Het VK en de VS accepteren, in tegenstelling tot de Schengenlanden, dit reisdocument ook.
Illegale en valse documenten
Tijdens de verslagperiode bleek dat alle Iraakse documenten op eenvoudige wijze illegaal verkrijgbaar zijn. Het betreft hier na 9 april 2003 uit Iraakse overheidsinstellingen gestolen, authentieke documenten, die aan alle vormvereisten, met uitzondering van de wijze van afgifte, voldoen. In Irak was tijdens de verslagperiode sprake van grootschalige handel in dergelijke
316 Bureau of International Information Programs, `CPA prepares to issue interim travel documents to Iraqis', 19 augustus 2003.
317 Dit type paspoort is onder Saddam Hoessein in maart 2002 ingevoerd.
318 Zie voor een voorbeeld bijlage 5.
319 Wisam Al-Qaisi, `Iraqis get travel documents for first time since war', Reuters, 21 oktober 2003.
64

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

documenten.320 Handelaren zijn veelal ook in het bezit van de officiële stempels en zegels. Verder komt het voor dat door corruptie binnen Iraakse overheidsinstellingen documenten onrechtmatig afgegeven worden. Afgifte
Het 'Bureau of Nationality and Civil Affairs' is onderdeel van het 'Department of Border Enforcement' . Dit kantoor is verantwoordelijk voor de afgifte en verlenging van Iraakse paspoorten, reisdocumenten, identiteitskaarten of nationaliteitsakten, evenals de registratie van geboorten en sterfgevallen. Identiteitsdocumenten, nationaliteitsakten, geboortebewijzen en dergelijke documenten worden door de meeste dependances van het 'Bureau of Nationality and Civil Affairs' in Irak weer afgegeven. Het ministerie van Binnenlandse Zaken, en de daaronder opererende departementen en instellingen functioneren vooralsnog in beperkte mate.
De afgifte van nieuwe Iraakse identiteitsdocumenten aan personen die in het verleden onder dwang hun Iraakse nationaliteit hebben verloren valt ook onder de verantwoordelijkheid van dit bureau.321 Regelgeving op dit gebied is nog in ontwikkeling. Het is niet bekend wanneer dit proces is afgerond. In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat personen, van wie eerder de Iraakse nationaliteit is ontnomen, deze kunnen terugkrijgen. Er zijn nog geen gevallen bekend van verlening van Iraakse identiteitsdocumenten en / of Iraakse nationaliteit aan personen die eerder de Iraakse nationaliteit waren kwijtgeraakt. 3.3.5 Rechtsgang
Op het gebied van rechtsgang is een aantal hervormingen doorgevoerd. De effectiviteit is aan beperkingen onderhevig geweest, als gevolg van capaciteitsproblemen en de algehele instabiele situatie322 in Irak. Het rechtssysteem heeft, net als andere instellingen in de nog prille Iraakse staatsinrichting, te kampen met corruptie, hetgeen de effectiviteit ernstig belemmert.323 Desalniettemin kunnen de volgende ontwikkelingen genoemd worden.
Onder de CPA is zeer beperkt strafwetgeving uitgevaardigd.324
320 Ter illustratie: de Iraakse vertegenwoordiging in Amman nam tijdens de verslagperiode dagelijks circa twintig tot vijfentwintig documenten vanwege valsheid in beslag.
321 Zo is onder het bewind van Saddam Hoessein Fayli-Koerden, etnische Perzen en sjiieten, die in de jaren tachtig vanuit Irak naar Iran zijn gedeporteerd, en van politieke opposanten de Iraakse nationaliteit ontnomen.
322 Gewelddadige intimidatie van rechters heeft zich voorgedaan. Zie verder in deze subparagraaf.

323 Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003. Reuters, `Iraqi police system "broken"', 22 mei 2003.
324 Zie subparagraaf 3.1.2. 65

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

In maart jl. zouden circa honderd rechtbanken in Irak in werking zijn. Uit diverse berichten in de media kan worden opgemaakt dat thans honderden rechters in Irak werkzaam zijn.325
Sinds begin oktober 2003 is de `Iraqi Council of Judges' wederom werkzaam, nadat Saddam Hoessein deze raad had ontbonden in 1979.326 De raad opereert onafhankelijk van het ministerie van Justitie en dient toezicht te houden op de onafhankelijkheid, kwaliteit en integriteit van het gerechtelijke apparaat.327 De raad staat onder leiding van de voorzitter van de Hoge Raad en bestaat uit acht personen. Tegen beslissingen van de raad staat bezwaar open. De uitspraak op bezwaar is echter onherroepelijk en bindend.
AI heeft zich in verschillende rapporten kritisch uitgelaten over het feit dat veel verdachten tijdens de verslagperiode geen toegang hadden tot een advocaat. Het kwam voor dat vonnissen werden uitgesproken zonder dat de verdachte juridische bijstand had ontvangen. Bovendien was er een tekort aan rechters waardoor het voorarrest soms weken in beslag nam.328
Rechters
De CPA heeft aangegeven actief te streven naar een spoedige benoeming van rechters. Veel rechters hebben echter kaderfuncties binnen de Baathpartij bekleed tijdens het bewind van Saddam Hoessein, hetgeen een soepele doorstroom naar het nieuwe juridische apparaat bemoeilijkt.329 Er is echter door de coalitie aangegeven dat gewerkt wordt met rechters die werkzaam waren onder het bewind van Saddam Hoessein, aangezien het opleiden van nieuwe rechters teveel tijd in beslag neemt. Op basis van onderzoek naar het arbeidsverleden van de rechters dient
325 Bassem Mroue, `One fifth of Iraqi judges have been removed from their jobs', 22 maart 2004, AP. Oxford Analytica, 17 maart 2004. US Info Department of State, `The New Iraq: Progress and Accomplishments', 30 maart 2004.
326 RFE/RL Iraq Report, `Council of judges reestablished', vol. 6, no. 42, 9 oktober 2003.
327 De taken van de Council of Judges zijn: "To provide administrative oversight of all the judges and all public prosecutors, excluding, however, the members of the Supreme Court. To investigate allegations of professional misconduct and incompetence involving members of the judiciary or public prosecutors, and, when appropriate, to take appropriate disciplinary or administrative measures against members of the judiciary or public prosecutors, including but not limited to, removing a judge or prosecutor from office, including the members of the supreme court. To nominate capable persons as required to fill judicial or public prosecutors vacancies, and to recommend their appointment. To promote, advance, upgrade, and transfer judges and prosecutors. To assign or reassign judges and prosecutors to hold specific judicial and prosecutorial posts as provided for in the law of Judicial Organisation (Law 160 - 1979) and the Law of Public Prosecution (Law 159 - 1979)."
328 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004. Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003, p.9-10.

329 Zie ook subparagraaf 3.4.7. over de-Baathisering onder rechters.
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

bepaald te worden of een benoeming van de rechter in kwestie wenselijk is.330 Voorts werd door de Iraakse autoriteiten, met hulp van het VK, gewerkt aan de training van Iraakse rechters, advocaten en openbare aanklagers die zich bezighouden met wetgeving inzake mensenrechten.331 Rechters bleken doelwit van aanslagen. Uit de pers werd vernomen dat in maart jl. een rechter is vermoord in Hilla.332 In 2003 zijn verschillende rechters, betrokken bij de totstandkoming van het Iraqi Special Tribunal, om het leven gebracht.333 3.3.6 Arrestaties en detenties
Arrestaties en detenties door de coalitie-autoriteiten hadden vooral betrekking op voormalige (hooggeplaatste) functionarissen werkzaam onder Saddam Hoessein in het leger of bij de overheid. Verdenking van betrokkenheid bij schending van mensenrechten, genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden stond hierbij centraal.334 Voorts werden personen gearresteerd op verdenking van aanslagen of andere terroristische activiteiten en van het onderhouden van banden met terroristische organisaties of milities die de coalitie vijandelijk gezind zijn, zoals `Fedayeen Saddam', `Ansar Al-Islam', de militie verbonden aan Muqtada Al-Sadr en andere soortgelijke groeperingen. Ook zijn arrestaties uitgevoerd in een soennitische moskee te Bagdad, waar zich leden van de `Ahl Al-Sunnah wa Al- Jammah'335, de soennitische raad, bevonden op verdenking van betrokkenheid bij gewelddadig verzet tegen de coalitie.336 Een aantal arrestaties - waaronder die van
330 Andrew Marshall, `Prisons and courts in Iraq's Basra back by June 1', Reuters, 23 mei 2003.
331 Voor deze training komen alleen personen aanmerking die niet gelieerd zijn geweest aan het regime van Saddam Hoessein. IRIN, `Judiciary receives boost from UK training funds', 18 februari 2004. IRIN, `Judges complete first human rightsb law course', 10 maart 2004. Steve Negus, `Battling for Iraq's future', Middle East International, 9 januari 2004.
332 Bassem Mroue, `One fifth of Iraqi judges have been removed from their jobs', AP, 22 maart 2004.

333 Zie subparagraaf 3.1.2. voor het tribunaal. Zie ook algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
334 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 3, 23 januari 2004. Bureau of international information programs, US Department of State, 26 januari 2004, Reuters, US apprehends no.48 on Iraq most wanted list', 9 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Baath party official in coalition custody', vol 7, no 5, 12 februari 2004. AP, 16 februari 2004. AFP, `Manifestation à l'université de Bagdad contre la détention de scientitfiques', 23 februari 2004. Paul Garwood, `US soldiers arrest seven Iraqis wanted for attacks', 3 maart 2004. Matt Moore, `As shiites bury their dead, Iraqi police, US soldiers arrest Iraqi extremist', 4 maart 2004. Tarek Al- Issawi, Jim Krane, '15 people held in connection to suicide attacks on shiite muslim pilgrims', Ap, 3 maart 2004 MENA, "Peshmerga police arrest five people distributing anti- US, Israel leaflets', 9 maart 2004. AP, 9 maart 2004. Reuters, `Top Ansar Al-Islam member arrested in Iraq', 10 maart 2004.
335 Zie ook subparagraaf 3.3.3.
336 Alan Sipress, `Feeling besieged, Iraq's Sunnis unite', 6 januari 2004. Abd Al-Rahman Al- Juburi, `Sunni insists Shura is undeterred by raid', 12 januari 2004, Iraq Today. 67

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Saddam Hoessein zelf 337 - vond plaats in en rond Tikrit, de geboorteplaats van Saddam Hoessein, waar zich nog een aantal aanhangers van de verdreven president zou bevinden. Volgens berichten uit de pers van januari jl. zouden de coalitietroepen circa circa 10.000 personen338 gevangenen hebben gezet. Het merendeel van deze gevangenen zou van Iraakse afkomst zijn. Enkele honderden zouden afkomstig zijn uit andere landen.339 Ook werden criminelen gearresteerd door zowel coalitiemilitairen als Iraaks politiepersoneel. Tijdens de verslagperiode zijn honderden gevangenen vrijgelaten.340 Tijdens de verslagperiode werden foto's gepubliceerd waarop mishandelingen door Amerikaanse coalitiemilitairen van Iraakse gedetineerden in de Abu Gharib- gevangenis Iraakse vertoond werden. Enkele militairen zijn in verband gebracht met de mishandelingen en zijn voor een krijgsraad gedaagd. Een militair is reeds veroordeeld.341 Amnesty International heeft diverse keren zeer kritisch en bezorgd, gerapporteerd over de manier waarop gevangenen in Irak behandeld worden door de coalitie-autoriteiten.342 343 Zo meldde AI dat in een detentiecentrum te Basra
337 Op 13 december 2003 werd Saddam Hoessein door Amerikaanse coalitiemilitairen gearresteerd in de buurt van Tikrit.
338 Dit aantal is niet exact bekend. Cijfers uit verschillende berichtgeving variëren van 8.000 tot 18.000. Volgens de CPA zou het aantal rond de 12.000 liggen. (IraqToday, 1 maart 2004. Jim Krane, `US-led administration in Iraq releasing 500 prisoners in conciliatory gesture', AP, 7 januari 2004. DPA, `Bremer says hundreds of Iraqi prisoners to be released', 7 januari 2004. ANP, `Amerikanen laten honderden Irakezen vrij, 23 maart 2004. AP, 23 maart 2004.)
339 RFE/RL Iraq Report, `Fifteen terrorism suspects held in Iraq', vol 7, no 9, 13 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, `Top Ansar Al-Islam leader arrested in Kirkuk', vol 7, no 9, 13 maart 2004. Reuters, US captures 7 with possible Al-Qaeda ties in Iraq', 18 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `US forces seal former president's village in Iraq', vol. 6, no. 46, 7 november 2003. `Tientallen shi'ieten opgepakt in Karbala, Volkskrant 22 oktober 2003. Ian Simpson, `US troops arrest suspected Iraqi guerillas in raid', Reuters, 11 oktober 2003. Brian Williams, `Tikrit triggerman slip the net in huge US raid', 29 september 2003. `British forces storm a hideout of the deposed regime's cronies', Al-Ittihad, 27 september 2003. Reuters, `US troops raid homes of Iraq rebel financiers', 25 september 2003. WNC, KurdSat, `Iraqi police arrest members of `death squad' said linked to Al-Qaida', 24 september 2003. ANP, `Amerikanen zetten 4000 `verzetsstrijders' vast in Irak', 16 september 2003. ANP, `Veiligheidsgevangenen vooral leden Moedjahedien Khalq', 18 september 2003. RFE/RL Iraq Report, `US acknowledges holding US, UK citizens in Iraqi prison', vol. 6 No. 39, 21 september 2003.
340 AFP/DPA, `New release of prisoners from Abu Ghurayb', 21 mei 2004. DPA, `Iraqi parties to reject latest intervention by Al-Sistani', 24 maart 2004. Hawlati, 10 maart 2004. Aljazeera.net, `US to release hundreds of Iraqis', 7 januari 2004. DPA, `Bremer says hundreds of Iraqis to be released', 7 januari 2004. Jim Krane, `US-led administration in Iraq releasing 500 prisoners in conciliatory gesture', AP, 7 januari 2004. RFE/RL Iraq Report, `US forces release 300 Iraqi prisoners', vol 7, no 4, 30 januari 2004. Bureau of international information programs, US Department of State, 4 februari 2004.
341 Zie verder onder 3.3.7.

342 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004. Amnesty International, `Incommunicado detention / fear of torture', MDE/14/004/2004, 4 maart 2004.
68

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

personen worden vastgehouden die zonder enige aanklacht waren gearresteerd en gedetineerd zonder enige vorm van proces.344 Ook uit de pers werd vernomen dat voor de autoriteiten verdachte personen, zonder dat zij in staat van beschuldiging waren gesteld, werden vastgehouden.345 AI stelde voorts dat willekeurig mensen zijn gearresteerd door de coalitie-autoriteiten, dat deze voor onbepaalde tijd werden vastgehouden en dat gedetineerden geen toegang hadden tot een advocaat. AI heeft aandacht gevraagd voor een viertal gedetineerden die vastgehouden worden zonder dat zij contact met de buitenwereld mogen hebben.346 Ook stelde AI dat gevangenen mishandeld werden tijdens verhoren.347 Uit mediaberichten kwam naar voren dat volgens mensenrechtenorganisaties een aantal gedetineerden vastgehouden is op grond van onjuiste informatie.348 Uit de pers is op te maken dat door familieleden van gedetineerden geklaagd is over gebrekkige toegang tot en contact met hun gearresteerde verwanten.349 Ook ICRC heeft zich hierover met zorg uitgelaten.350
Voordat de foto's van mishandelingen bekend werden, was reeds uit berichten in de media vernomen dat zes Amerikaanse militairen waren beschuldigd van onder meer mishandeling en geweldpleging jegens gedetineerden in de voormalige Abu Gharib-gevangenis.351 Volgens een bericht uit de pers van februari jl. zouden coalitiemilitairen van het VK betrokken zijn geweest bij geweld jegens gedetineerden in de Bucca-gevangenis nabij Umm Qasr.352


343 De mensenrechtenorganisatie had zich in juli 2003 reeds kritisch uitgelaten over de omstandigheden in detentiecentra onder het gezag van de CPA. (Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003, p. 11-13. )
344 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004.

345 IWPR Iraqi Crisis Report, no 50, 1 maart 2004. Iraq Today, `For detainees, tribulation and no trial despite reforms', 15 maart 2004.
346 Amnesty International, `Incommunicado detention / fear of torture', MDE/14/004/2004, 4 maart 2004.

347 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004.

348 IRIN, Right groups welcome releases of detainees', 12 januari 2004.
349 AP, 23 maart 2004. Iraq Today, 1 maart 2004. IRIN, `Families of detainees want greater access', 3 november 2003.

350 ICRC, `Report of the International Committee of the Red Cross (ICRC) on the treatment by the coalition forces of prisoners of war and other protected persons by the Geneva conventions in Iraq during arrest, internment and interrogation', februari 2004.
351 AP, Reports of alleged abuse of detainees by US soldiers came from within the military', 21 maart 2004. AP, `US military frees 272 detainees but controversy persists', 23 maart 2004.
352 Andrew Johnson, Robert Fisk, `Did British soldiers lose all control and decency at the notorious Camp Bucca?', 15 februari 2004. Foto's van mishandelingen door militairen van het VK die in mei in de publiciteit kwamen, bleken later geënsceneerd te zijn. (NRC Handelsblad, 15 mei 2004. BBC News, `Editor sacked over `hoax' photos', 14 mei 2004.) 69

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Detentiecentra en gevangenissen
Met de uitvaardiging van verordening 10 door de CPA is het beheer over detentie- en gevangenisfaciliteiten overgedragen aan het ministerie van Justitie.353 Voorts is regelgeving vastgelegd inzake het waarborgen van goede ­ volgens internationale normen opgestelde ­ leefomstandigheden in detentiecentra en gevangenissen. Hierbij wordt aandacht geschonken aan onder meer scheiding der seksen, scheiding tussen verdachten en veroordeelden, tussen minder- en meerderjarigen. Verder wordt voorgeschreven dat gevangenen in afzonderlijke cellen worden gedetineerd. Ook voorziet de regelgeving in waarborgen inzake voedsel- en drinkvoorzieningen, sport-, recreatie- en onderwijsfaciliteiten, medische voorzieningen, arbeidsomstandigheden, bezoekrecht, beklagrecht en geloofsbelijdenis. Ook bevat het besluit bepalingen inzake disciplinaire instructies, waaronder een verbod op alle vormen van mishandeling, en de eisen waaraan gevangenispersoneel dient te voldoen.
ICRC heeft zich op verzoek van de CPA sinds juli 2003 beziggehouden met de registratie van gedetineerden in Irak. Eind december jl. hebben de `Iraqi Assistance Centers' enkele taken van ICRC met betrekking tot gedetineerden, zoals informatieverstrekking aan familieleden van gedetineerden, overgenomen.354 3.3.7 Mishandeling en foltering
Tijdens de verslagperiode was op grote schaal sprake van ernstige gewelddadigheden. Coalitiemilitairen, Iraakse veiligheidsorganisaties (zoals de politie) `non-state actors' als milities en andere vergelijkbare organisaties en groeperingen als ook gewapende individuen hebben geweldplegingen begaan, waarbij ook mishandelingen zijn gepleegd.355 Uit een bericht in de pers werd vernomen dat in een aantal gevallen Iraaks politiepersoneel zich schuldig zou hebben gemaakt aan mishandeling van verdachten.357
Eind april, begin mei kwamen foto's van mishandelingen door Amerikaanse coalitiemilitairen van Iraakse gedetineerden aan het licht.358 De Amerikaanse generaal Taguba, die al eerder een onderzoek had ingesteld naar de
353 Onder het regime van Saddam Hoessein lag het beheer bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Werkgelegenheid en Sociale Zaken.
354 Iraq Today, 29 december 2003.
355 Als voorbeeld van dergelijk geweld door `non-state actors' dient hier de zeer ernstige mishandelingen met de dood tot gevolg van vier Amerikaanse burgers in Fallujah eind maart jl. (WashingtonPost, 31 maart 2004) . Zie ook bijlage 7.
356 Iraq Today, `Police, religious militia come to blows', 22 maart 2004.
357 Iraqi Crisis Report, `Police admit torture', 4 mei 2004.
358 CBSNews.com, `Abuse of Iraqi POWs by GI's probed', 29 april 2004. Christian Davenport, `New prison images emerge', Washington Post, 6 mei 2004. Ook kwamen foto's van mishandelingen door militairen van het VK in de publiciteit. In mei bleek dat deze foto's geënsceneerd waren. (NRC Handelsblad, 15 mei 2004) 70

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

mishandelingen van gevangenen, stelde dat tussen oktober en december 2003 meerdere gevallen van mishandeling waren voorgevallen.359 Een rapport van het `International Committee of the Red Cross' (ICRC) van februari, in mei publiek gemaakt, meldt `serious violations of International Humanitarian Law' door coalitiemilitairen. Deze schendingen betroffen onder meer mishandelingen tijdens ondervragingen. Ook stelde ICRC dat gevangenen de kans liepen `slachtoffer te worden van buitenproportioneel en excessief gebruik van geweld door de gevangenisautoriteiten'.360 In de loop van mei verschenen in de pers meer foto's waarop mishandelingen van gevangenen in de Abu Gharib-gevangenis te zien waren.361 Voorts werd in de pers een aantal verklaringen van Iraakse gevangenen gepubliceerd waarin zij stelden mishandeld te zijn door Amerikaanse coalitiemilitairen.362
Verschillende keren rapporteerde Amnesty International dat gedetineerden gesteld hebben gemarteld en mishandeld te zijn door coalitiemilitairen van de VS en het VK tijdens verhoren. De mensenrechtenorganisatie meldt dat één gedetineerde te Basra, in hechtenis bij de Britse autoriteiten, is gestorven tengevolge van marteling.363
De Britse autoriteiten lieten weten onderzoeken te hebben ingesteld naar mogelijke gevallen van mishandeling van Iraakse gevangenen door Britse militairen.364
3.3.8 Verdwijningen
Ontvoeringen kwamen tijdens de verslagperiode voor. Veelal betrof het hier ontvoeringen in ruil voor losgeld door criminelen en / of bendes.365 In april werden
359 Article 15-6 Investigation of the 800th military police brigade (rapport opgesteld door generaal A.M. Taguba.) Zie bijvoorbeeld http://ww.npr.org/iraq/2004/prison_abuse_report.pdf). RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 16, 7 mei 2004.

360 Het rapport van ICRC beslaat de periode maart ­ november 2003. ICRC, `Report of the International Committee of the Red Cross (ICRC) on the treatment by the coalition forces of prisoners of war and other protected persons by the Geneva conventions in Iraq during arrest, internment and interrogation', februari 2004.
361 BBC News, `New accounts of prisoner abuses', 21 mei 2004.
362 Er werd gesproken van seksueel misbruik, openlijke vernederingen, geweldplegingen tijdens ondervragingen en gedurende de detentie. Scott Higham and Joe Stephens, `New details on scale of Iraq prison abuse', Washington Post, 21 mei 2004. CBSNews, `Troop abuse piling up', 26 mei 2004. MSNBC, `New photos show Abu Ghraib tactics', 26 mei 2004. Gert van Langendonck, `Maak mij maar dood', NRC Handelsblad, 22 / 23 mei 2004. BBC News, `New accounts of prisoner abuses', 21 mei 2004
363 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004. Amnesty International, `USA pattern of brutality and cruelty ­ war crimes at Abu Ghraib', 7 mei 2004. Reliefweb/Amnesty International, `Amnesty International reveals a pattern of torture and ill-treatment', 19 mei 2004.
364 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 18, 2 mei 2004. 71

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

enige tientallen buitenlanders ontvoerd.366 Met de gijzelingen beoogden de daders de terugtrekking van coalitietroepen te bespoedigen.367 Sommige gegijzelden zijn kort na de gijzelneming vrijgelaten. Van een enkeling is bekend dat deze om het leven is gebracht door gijzelnemers. Het is niet bekend wie achter de ontvoeringen schuilen.
Amnesty International meldde in 2003 dat veel Irakezen die gearresteerd en gedetineerd zijn niet meer te lokaliseren zijn door hun familie. Het zou hier mogelijk ook gaan om krijgsgevangenen. De CPA heeft hiertegenover gesteld dat Amerikaanse functionarissen problemen hebben ondervonden bij de registratie en het achterhalen van de identiteit van gedetineerden. De systematiek van namen - die verschilt van de westerse manier - zou hierbij een rol spelen. Er is geen nieuwe informatie hieromtrent bekend.
3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden Tijdens de verslagperiode was op grote schaal sprake van ernstige gewelddadigheden. Zowel politieke motieven als `reguliere' criminaliteit lagen hieraan ten grondslag. Tengevolge van aanslagen, vuurgevechten en ongeregeldheden is een groot aantal doden gevallen onder zowel Irakezen als buitenlanders.368 Irakezen die samenwerken met de coalitie, zoals Iraakse politiefunctionarissen369, politieke figuren, overheidsfunctionarissen, rechters, en vooraanstaande religieuze leiders, zijn in een aantal gevallen het dodelijk slachtoffer geweest. Ook zijn bij aanslagen doden gevallen onder buitenlanders die verondersteld worden verbonden te zijn aan de coalitie zoals werknemers van internationale organisaties en buitenlandse bedrijven alsmede diplomaten. Onder de slachtoffers bevonden zich ook burgers. Tijdens de verslagperiode is gebleken dat een aanzienlijk aantal burgers, waaronder onschuldige omstanders, het slachtoffer is geworden van geweld. Exacte cijfers zijn niet bekend. Schattingen over het aantal burgerslachtoffers tijdens de operatie in Fallujah liepen echter tot in de vele honderden.370
Voorts wordt het aantal dodelijke slachtoffers onder coalitiemilitairen geschat op circa zevenhonderd sinds 1 mei 2003.371


365 Iraq Today, 22 maart 2004. Oxford Analytica, 17 maart 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, no 43, 9 januari 2004.
366 AP, `Foreign civilians taken hostage in week of fighting', 13 april 2004.
367 ANP, `Iraakse groepen gijzelen buitenlandse burgers', 8 april 2004.
368 Zie verder paragraaf 2.3.
369 De Iraakse minister van Binnenlandse Zaken stelde in februari jl. dat meer dan zeshonderd politiefunctionarissen waren vermoord sinds de val van Saddam Hoessein. (IRIN, `Risks for police officers increasing', 6 februari 2004)
370 Zie ook 2.3 en bijlage 7,
371 Reuters, `Table of military deaths', 27 mei 2004. http://lunaville.org/warcasualties/Summary.aspx (stand: 27 mei 2004) 72

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Het kwam voor dat bij arrestaties door Iraakse politie en / of militairen van coalitietroepen dodelijke slachtoffers zijn gevallen onder arrestanten en / of omstanders en politie en / of militairen.372 Er zou een aantal doden zijn gevallen onder Iraakse gevangenen die onder toezicht stonden van de Amerikaanse coalitiemilitairen. Uit de pers werd vernomen dat de Amerikaanse autoriteiten hiernaar onderzoeken hebben ingesteld.373 3.3.10 Doodstraf
De doodstraf is door de CPA opgeschort. Daar waar de doodstraf de enige straf is die kan worden uitgedeeld, zal deze worden vervangen door levenslange gevangenisstraf.
De KRG-autoriteiten stelden na aanvaarding van een nieuwe grondwet te zullen bezien of de doodstraf zal worden afgeschaft. Van de zijde van de KRG- autoriteiten werd vernomen dat deze de doodstraf tijdelijk hebben opgeschort naar aanleiding van het besluit van de CPA de doodstraf af te schaffen. Overigens is volgens de KDP en de PUK sinds 1998 in Noord-Irak de doodstraf niet meer voltrokken.374
3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Koerden
In het noorden van Irak voeren KRG/KDP en KRG/PUK het dagelijks bestuur in dezelfde gebieden als in de periode voorafgaand aan de militaire interventie, hetzij thans formeel onder aansturing van de CPA te Bagdad. De Koerden zijn vertegenwoordigd in de IGC.375
In de tijdelijke grondwet376 is het Koerdisch naast het Arabisch opgenomen als officiële taal.
De KDP en PUK hebben inmiddels, overeenkomstig andere politieke partijen, kantoren geopend in onder meer Bagdad. Voorts zullen de peshmerga's opgaan in
372 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 7, 27 februari 2004.AP, `US Soldier being investigated after death of Iraqi', 4 maart 2004. AP, `Three Iraqis killed in gunbattle with US troops', 4 maart 2004. ANP, `Coalitietroepen schieten drie Iraki's neer in Mosul', 5 maart 2004. `Reuters, `Three Iraqis die in firefight with British troops', 6 maart 2004. AP, "US army confirms soldiers killed four Iraqis in Kirkuk', 5 maart 2004.
373 CBSNews.com, `Troop abuse reports piling up', 26 mei 2004. MSNBC.com, `Prisoner abuse in Iraq. Key dates in the Iraqi prisoner abuse scandal', stand 27 mei 2004. MSNBC, `New photos show Abu Ghraib tactics', 26 mei 2004.
374 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
375 Naast Jalal Talabani (PUK), Massoud Barzani (KDP) en Salaheddine Bahaaeddin (KIU) bevinden zich twee Koerden in de IGC die niet aan een partij verbonden zijn, te weten Mahmoud Othman en Dara Nureddin.
376 Begin maart 2004 is de `Transitional Administrative Law' aangenomen. Zie verder voor de tijdelijke grondwet: subparagraaf 2.1.3. en 3.1.2. Zie ook www.cpa-iraq.org. 73

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

de nieuwe veiligheidsorganisaties, waaronder de dienst belast met grensbewaking.377 378
Tijdens de verslagperiode was er in Kirkuk nog altijd sprake van een gespannen situatie.379 Een aantal keren is het tot geweld gekomen tussen Koerden en Turkmenen. Vrees voor een te dominante rol van Koerden in Kirkuk heeft hierbij een rol gespeeld.
In de tijdelijke grondwet is vastgelegd dat, na vaststelling van een permanente grondwet, de status van Kirkuk nader zal worden bepaald.380 In het noorden zouden Arabische bewoners uit hun huizen zijn verdreven door Koerden die zijn teruggekeerd naar hun oorspronkelijke woonplaatsen.381 382 Uit diverse berichten in de pers is vernomen dat duizenden Koerden sinds de val van het regime van Saddam Hoessein zijn teruggekeerd naar Kirkuk. Dit zou de spanningen in de stad mede hebben vergroot.383 Vernomen is dat in de verslagperiode de KRG-autoriteiten Koerdische ontheemden hebben aangemoedigd terug te keren naar hun voormalige woonplaatsen. Op deze wijze zouden de KRG-autoriteiten hun aanspraak op bijvoorbeeld Kirkuk en andere plaatsen trachten te bevorderen.
Uit de pers werd vernomen dat Koerden eind februari jl. materiële schade zouden hebben aangericht aan het hoofdkantoor van het Iraqi Turkmen Front in Kirkuk. Een functionaris van de PUK verklaarde in de pers dat geen politieke partij betrokken was bij dit incident en veroordeelde het voorval.384 Koerden, Turkmenen en Arabieren zouden begin maart slaags zijn geraakt in Kirkuk. Een demonstratie ter gelegenheid van de ondertekening van de tijdelijke grondwet mondde uit in een gewelddadig treffen waarbij enkele doden vielen, zo werd uit de pers vernomen.385

377 Brian Williams, `New Iraqi force takes control of some border posts', Reuters, 27 september 2003.

378 Zie paragraaf 2.3.

379 Zie algemeen ambtsbericht Irak, januari 2004.
380 Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, artikel 58.
381 BBC News, `Arabs displaced by Iraqi Kurds', 20 februari 2004. IRIN, 19 februari 2004.
382 Zie ook paragraaf 4.2 voor informatie over IDP's. Zie subparagraaf 3.3.3. voor meer informatie over soennitische Arabieren onder `soennieten'.
383 AP, `Kurds return, Arabs flee, as a mass migration redraws map of northern Iraq', 16 februari 2004. Parool, `Verdreven Koerden mogen Kirkoek niet in', 11 februari 2004. Iraq Today, `As returnees resettle in Kirkuk, humanitarian issues 19 januari 2004. AP, `Struggle for control of oil-rich Kirkuk offers major test', 14 januari 2004. Mariam Fam, `Iraq's Kurds return to ruined Kirkuk', AP, 9 december 2003.
384 RFE/RL Iraq Report, `Kurds reportedly vandalize Turkoman headquarters', vol. 7, no. 8, 5 maart 2004. Adnan Hadi, `Ethnic tensions rising in Iraqi city of Kirkuk', Reuters, 1 maart 2004.

385 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 9, 13 maart 2004. 74

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Later in maart deden zich in de provinciale raad van Kirkuk spanningen voor. De Arabische en Turkmeense raadsleden zouden uit de raad zijn gestapt uit onvrede over de naar hun mening te grote invloed van Koerden en haperende voortgang in het oplossen van eigendomskwesties. Ook werd in de pers het gebrek aan veiligheid gemeld als reden voor de Turkmeense afvaardiging om zich terug te trekken uit de raad.386 Volgens een bericht in de pers zou de politieke crisis te maken hebben met de moord op een Arabisch raadslid, eerder in maart.387 In april kwam de raad weer bijeen.388
Begin februari jl. kwamen bij twee zelfmoordaanslagen op de kantoren van de KDP en de PUK in Erbil meer dan honderd mensen om, waaronder veel partijleden.
De CPA heeft de regeling `Iraqi Property Reconciliation Facility' opgezet. Hiermee dienen teruggave en compensatie met betrekking tot onteigende eigendommen te worden geregeld.389 Medio januari jl. trad de `Iraq Property Claims Commision Law' in werking.390 Tijdens de verslagperiode werd nog gewerkt aan de implementatie van regelgeving voor de behandeling van eigendomsclaims. Men beschikte nog niet over voldoende capaciteit om met de behandeling te beginnen.391 In mei werd bekend dat inmiddels twaalf kantoren van de `Iraqi Property Claims Commission' waren opgericht.392 Ook de KDP heeft in 2003 aangegeven dat samen met de Amerikaanse autoriteiten gewerkt zou worden aan een oplossing voor de problemen rond onteigend bezit.393 De `Kurdistan People's Congress' (PKK/KONGRA-GEL) ­ voorheen PKK/KADEK - is nader beschreven in paragraaf 2.3. 3.4.2 Fayli-Koerden en Irakezen van Iraanse afkomst394 De nieuwe concept-nationaliteitswet395 bevat voorwaarden om de nationaliteitsrechten van Fayli-Koerden te laten herleven. Ook is in de TAL een
386 Jordan Times,29 maart 2004.
387 Reuters, `Ethnic tensions divide city council in Iraq's Kirkuk', 27 maart 2004.
388 UNAMI, Kurdistan Nuwe, 27 april 2004.
389 The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus, Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p. 18.
390 ICG Middle East Report no 26, `Iraq's Kurds: Towards an historic compromise?', 8 april 2004.

391 Zie ook subparagraaf 3.4.1.
392 DFID `Iraq Update', 13 mei 2004.
393 Al-Sharq Al-Awsat, `Kurdish US officials reach `understanding' on displaced Kurds issue', 13 mei 2003.

394 Zie ook het algemeen ambtsbericht Fayli-Koerden en Irakezen van Iraanse afkomst, 3 oktober 2001.
75

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

aantal aspecten van deze conceptversie opgenomen. Welke procedures Fayli- Koerden dienen te doorlopen om daadwerkelijk over de Iraakse nationaliteit te kunnen beschikken, was tijdens de verslagperiode nog niet bekend.396 De decreten van de Revolutionaire Commandoraad397 (onder meer decreet 666 van 1980), die de ontneming van het Iraakse staatsburgerschap betroffen, zijn komen te vervallen.398
Terugkeer van Fayli-Koerden vanuit Iran zou sinds de val van het voormalige regime hebben plaatsgevonden. Precieze aantallen zijn niet bekend. 3.4.3 Moeras-Arabieren
Onder het `Marshland Restoration Programme' werd door het ministerie van Watervoorziening en het ministerie van Milieu, in samenwerking met onder meer het `US Agency for International Development' (USAID) tijdens de verslagperiode verder gewerkt aan herstel van de moerasgebieden in het zuiden van Irak.399 Inmiddels zouden, zo werd uit de pers vernomen, circa 110.000 Irakezen zijn teruggekeerd naar de moerasgebieden bij Basra.400 In januari zouden circa 8.000 mensen in de moerasgebieden de wijk hebben moeten nemen in verband met overstromingen.401 3.4.4 Turkmenen
Iraakse Turkmenen kunnen in geheel Irak hun politieke stem laten horen. De Turkmeense gemeenschap is in de IGC vertegenwoordigd door Sonkul Chapouk, een van de drie vrouwelijke raadsleden.402 In provincie- en districtsraden van Nineveh en Kirkuk nemen Turkmenen zitting. In Tell Afar, Altun Kopri en Tuz Khormatu zetelen Turkmeense burgemeesters. Voorts zijn in Turkmeense kring diverse nieuwe organisaties en mediakanalen opgericht.


395 Zie subparagraaf 3.1.2.
396 Regelgeving zal naar verwachting na de geplande soevereiniteitsoverdracht op 30 juni a.s. nader worden bepaald.
397 De Revolutionaire Commandoraad (RCC) had als hoogste staatsorgaan onder het bewind van Saddam Hoessein de wetgevende en uitvoerende macht in handen. Zie verder algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
398 Overigens zijn alle decreten van de RCC onder de CPA komen te vervallen.
399 Reliefweb, 18 maart 2004. USAID, `The new Iraq': progress and accomplishments', 27 januari 2004. DFID Iraq Update, no. 69, 12 januari 2004. Ali B. Al-Shouk, `Wetland restoration to begin', Iraq Today, 1 maart 2004. International Information Programs, US Department of State, 23 maart 2004.
400 Rosie Garthwaite, `Driven near extinction, Iraq's Marsh Arabs return', Reuters, 2 oktober 2003.

401 IRIN, `Flooding leaves thousands homeless', 12 januari 2004.
402 Zij is overigens niet verbonden aan een van de Turkmeense politieke partijen. 76

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

De Turkmeense gemeenschap in Irak is verdeeld. Er zijn tenminste vijf Turkmeense politieke organisaties bekend, met het Iraqi Turkmen Front (ITF) als grootste partij. De verhoudingen met andere, kleinere Turkmeense organisaties zouden niet goed zijn. In september 2003 werd Faruk Abdullah Abd Al-Rahman verkozen als nieuwe leider van het ITF.403 Het ITF heeft onder meer kantoren in Erbil en Kirkuk.
Vanuit Turkmeense kring is verschillende keren protest geuit uit onvrede over hun maatschappelijke positie. Eind februari 2004 is door een aantal Turkmenen gedemonstreerd bij het CPA-hoofdkantoor in Bagdad, voor erkenning van de Turkmeense nationaliteit in Irak. In Kirkuk, zo werd uit de pers vernomen, heeft een aantal Turkmeense ondernemers op 28 februari gestaakt. De staking zou te maken hebben met de vrees onder Turkmenen voor een dominante rol van de Koerden in Kirkuk.404 De `Islamic Movement for the Turkomans of Iraq' heeft eveneens onvrede geuit over het feit dat Turkmenen niet als derde nationaliteit erkend worden door de IGC.405
In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat Irakezen het recht hebben op overheidsscholen onderwijs te volgen in hun moedertaal. Het ITF is voornemens Turkmeense scholen op te richten. In 2003 hebben zich incidenteel spanningen voorgedaan tussen Turkmenen, Arabieren, Koerden en Assyrische christenen. Verder bestaat er onvrede onder Turkmenen over `koerdisering' van Kirkuk.406 407
Tijdens de verslagperiode was er in Kirkuk opnieuw sprake van een gespannen situatie. Een aantal keren is het tot geweld gekomen tussen Turkmenen en
403 RFE/RL Iraq Report, `Iraqi Turkmen front elects new leader', vol. 6, no.39., 21 september 2003.

404 Steve Negus, `Political breaktrough', Middle East International, 5 maart 2004.
405 RFE/RL Iraq Report, `Iraqi Turkoman leader opposes draft constitution', vol. 7., no 7, 27 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Iraqi Turkoman Front leader calls for recognition of Turkomans', vol. 7, no. 8, 5 maart 2004
406 Veel Koerden zouden naar de stad zijn getrokken. Een onevenredig groot aantal Koerden zou inmiddels Kirkuk bevolken en zitting nemen in onder meer overheidsfuncties.(The Economist, `No Kurdish imperialism for us', 30 augustus 2003. Giles Trendle, `A hotbed of ethnic tension', The Middle East, december 2003, p.13-15.)
407 Eind augustus 2003 zouden zich drie dagen lang schermutselingen hebben voorgedaan tussen Koerden en Turkmenen in het noorden van Irak. Onvrede onder Turkmenen naar aanleiding van de schending van een sjiitisch heiligdom zou aan de onlusten ten grondslag liggen, zo werd uit de pers vernomen. Hierbij zou een tiental doden zijn gevallen. Economist Intelligence Unit, Country Report Iraq, september 2003, p.18. Neue Zürcher Zeitung, `Kurdisch-turkmenischer Streit in Kirkuk', 25 augustus 2003. Volkskrant, `Twaalf doden bij etnisch geweld in Kirkuk', 25 augustus 2003. Andrew Gray, `Three British troops among 12 killed in Iraq', 24 augustus, BruneiDirect.com (http://www.brudirect.com/DailyInfo/News/Archive/Aug03/240803/wn03.htm) .
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Arabieren enerzijds en Koerden anderzijds. Vrees voor een te dominante rol van Koerden in Kirkuk heeft hierbij een rol gespeeld.408 Uit een bericht in de pers werd vernomen dat twee leden van het ITF op 31 januari jl. zouden zijn neergeschoten in Tuz Khormatu. Niet bekend is wie achter de schietpartij schuilde.409
Circa 1750 sjiitische Turkmenen zijn vanuit het zuiden van Irak teruggekeerd naar de provincie Kirkuk. Het betreft hier personen die onder het regime van Saddam Hoessein gedwongen werden naar het zuiden te verhuizen.410 3.4.5 Dienstplichtigen / militairen
De dienstplicht is door de CPA afgeschaft. Indiensttreding is vrijwillig. Thans is in Irak sprake van een beroepsleger. De minimum leeftijd voor toetreding is achttien jaar. Er zijn geen voornemens geuit tot invoering van de diensplicht. Men mag na toetreding niet politiek actief zijn en men dient zich te onthouden van politieke uitlatingen. In vrijwel alle Iraakse steden zijn rekruteringsbureau's waar men zich kan melden voor opname in het nieuwe Iraakse leger. Met uitzondering van leden die een hoge rang bekleedden in de voormalige Baathpartij411, voormalige medewerkers van de veiligheids- en inlichtingendiensten en criminelen kan iedereen toetreden. De belangstelling is groot, mede vanwege de hoge werkloosheid.
Politieke partijen kunnen personen voordragen voor opname in het nieuwe Iraakse leger. Zo zijn reeds tientallen peshmerga's en leden van de Badr-organisatie tot het nieuwe leger toegetreden.
Het is niet bekend of militairen die tijdens de inval van de coalitiemilitairen in de lente van 2003 gedeserteerd zijn, nadien vanwege desertie in de negatieve belangstelling van derden hebben gestaan. 3.4.6 Vrouwen
In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat vijfentwintig procent van het totale aantal zetels in het toekomstig parlement ingenomen dient te worden door vrouwen. Enkele mensenrechtenorganisaties, waaronder Human Rights Watch, vonden dat de tijdelijke grondwet te weinig waarborgen biedt voor de rechten van vrouwen.412

408 Zie voor een beschrijving van incidenten 2.3. en 3.4.1.
409 Scott Taylor,'Northern Iraq inches towards civil war', Aljazeera.net, 8 februari 2004.
410 AFP, `Thousands of Shiite Turkmen return to Iraq's Kirkuk', 24 januari 2004.
411 Zie ook subparagraaf 3.4.7.
412 De TAL zou onvoldoende bescherming bieden aan vrouwen inzake onder meer het huwelijksrecht en erfrecht. (HRW, `Iraq Interim constitution shortchanges women', 5 maart 78

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Resolutie 137, waarmee het civiele personen- en familierecht413 diende te worden vervangen door islamitische wetgeving is in tweede instantie door de IGC weer ingetrokken.414
De door CPA-regelgeving gegarandeerde vrijheid van vereniging en vergadering415 heeft geleid tot de oprichting van diverse vrouwenorganisaties, zoals `The Independent Women Organisation', `Women Association under the Constitutional Monarchy', `Democratic Iraqi Women Society' en `Kurdistan Women Federation'. Inmiddels bestaan er reeds bijna vijftig vrouwenorganisaties in Bagdad alleen. In het midden en zuiden van Irak zouden vrouwen in mindere mate georganiseerd zijn vergeleken met elders. Voorts zijn diverse initiatieven ontplooid om de positie van vrouwen in Irak te bevorderen.416 Zo zijn er in verschillende steden `women centres' opgericht waar cursussen (in leesvaardigheid, gezondheid, voedingsleer, computercursussen etc.) worden gegeven en informatiebijeenkomsten worden gehouden.417 Vrouwen nemen deel aan het arbeidsproces. Het aandeel van vrouwen in het arbeidsproces is niet met zekerheid vast te stellen. Momenteel beschikbare schattingen liggen tussen de zestien en negentien procent.418 Deze informatie kan bij gebrek aan onderzoeksmogelijkheden niet worden bevestigd. Voorts heeft mevrouw Nisrin Barwari, de minister van Openbare Werken gesteld dat vrouwen werkzaam zijn in uiteenlopende sectoren en ook op hogere functies.419 Er is echter sprake van ondervertegenwoordiging van vrouwen in het politieke bestel op

2004. IRIN, `Rights groups say new constitution falls short on women's rights', 9 maart 2004.)

413 Het huidige civiele personen- en familierecht in Irak, de `Personal Status Law', is van kracht sinds de jaren vijftig. Volgens dit recht zijn man en vrouw gelijk.
414 De resolutie diende nog te worden goedgekeurd door ambassadeur Bremer alvorens in werking te kunnen treden. Bremer had echter aangegeven niet akkoord te gaan met de resolutie. Zie ook 3.1.2..

415 Zie ook subparagraaf 3.3.2.
416 IRIN, `Widows start new enterprise', 31 maart 2004. IRIN, `NGO works to boost women's literacy in north', 8 maart 2004. AFP, `US to give 10 million dollars to boost women's rights in Iraq', 8 maart 2004. Lorne Cook, `Historic day for women in Iraq as rights inscribed in law', AFP, 8 maart 2004. Bureau of International Information Programs, 27 februari 2004.
417 Bureau of International Information Programs, `Iraqi groups build democrcay at grassroots level', 20 januari 2004.

418 Bureau of International Information Programs, `Iraqi women raise their political voics, says minister Berwari', 11 maart 2004. Bureau of International Information Programs, 27 februari 2004.

419 Nisrin Berwari stelde in een toespraak dat meer dan zestig procent van de tandartsen, farmaceuten en onderwijzers, meer dan dertig procent van de artsen, universitair docenten en technische docenten bestaat uit vrouwen. Bij de overheid zou meer dan dertig procent van de directeursfuncties vervuld zijn door vrouwen. (Bureau of International Information Programs, `Iraqi women raise their political voics, says minister Berwari', 11 maart 2004.) 79

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

nationaal niveau.420 Op lokaal en regionaal niveau zouden meer vrouwen zitting nemen in de raden.421 Strenge leefregels, danwel conservatieve normen en waarden hebben de deelname van vrouwen aan politieke activiteiten mede beïnvloed. In de praktijk is gebleken dat vrouwen die zitting hebben in raden niet altijd volledige bewegingsvrijheid genieten. Het is voorgekomen dat een verkozen vrouw alleen vergezeld van haar echtgenoot andere mannelijke gesprekspartners mocht spreken. Vanwege beperkingen aan onderzoeksmogelijkheden is thans niet meer bekend.
Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre de situatie voor vrouwen veranderd is sinds de val van Saddam Hoessein. Conservatieve normen en waarden zijn in door sjiieten gedomineerde gebieden van grotere invloed dan voorheen. In het zuiden van Irak is vanuit sjiitische kring gepleit voor strengere kledingvoorschriften voor vrouwen en een scheiding der seksen in openbare ruimtes.422 Dit zou niet het geval zijn in plaatsen als Bagdad, Mosul, Kirkuk, Sulaymaniyya, Dohuk en Erbil.
In Basra zouden inmiddels in het straatbeeld minder vrouwen dan voorheen te zien zijn, zo werd uit de pers vernomen.423
Geweld
Er zijn verschillende berichten verschenen over toegenomen geweld jegens vrouwen sinds de militaire interventie.424 De gebrekkige veiligheidssituatie en het beperkt functionerende politie-apparaat lagen mede hieraan ten grondslag. Volgens een rapport van Human Rights Watch uit 2003 kwamen na de militaire interventie ontvoering en verkrachting van vrouwen in Irak op grotere schaal voor dan voorheen. Het sociale stigma dat in Irak op seksueel geweld ligt, weerhoudt veel vrouwen ervan aangifte te doen.425 Ook zouden veel vrouwen het slachtoffer zijn van ontvoeringen.426 In maart werd gemeld dat vrouwenorganisaties vaak te
420 Er zetelt slechts een vrouw in het huidige kabinet. In de IGC nemen drie vrouwen zitting.
421 In de stadsraad van Bagdad zijn zes leden van de zesendertig vrouw (The Guardian, `Doubts hold back rising star of Iraqi politics', 10 februari 2004. Bureau of International Information Programs, 27 februari 2004.

422 AP, AP, `Killing of video store owner underlines concerns over religious vigilantes in Iraq's second-largest city', 2 maart 2004. IRIN, `Interview with Amnesty International Head', 19 juni 2003. Zie ook subparagraaf 3.3.3. `Sjiieten'.
423 Scheherezade Faramarzi, `Southern city of Basra gives hints of what a Shia state in Iraq could look like', AP, 24 maart 2004.

424 Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004.

425 Human Rights Watch, `Climate of fear. Sexual violence and abduction of women and girls in Baghdad', juli 2003.

426 UNHCR, `Update to the international protection response to asylumseekers from Iraq', 1 maart 2004. AP, `Killing of video store owner underlines concerns over religious vigilantes in Iraq's second-largest city', 2 maart 2004. 80

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

maken hadden met bedreigingen. Medewerkers van organisaties zouden uit angst thuis zijn gebleven voor repressailles.427
Van mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch en Amnesty International en uit de media werd vernomen dat tengevolge van de veiligheidssituatie veel vrouwen en meisjes hun huis niet durfden te verlaten. Ook was volgens Human Rights Watch het schoolbezoek van meisjes drastisch verminderd.428 De `Organization for the Freedom of Women in Iraq', gelieerd aan de `Communist Workers' Party' stelde in augustus 2003 dat circa vierhonderd vrouwen in Irak zouden zijn verkracht, ontvoerd en in een aantal gevallen vermoord sinds april 2003.429 Nadere informatie is niet voorhanden.
Volgens een NGO actief in het noorden van Irak zou huiselijk geweld zijn toegenomen als gevolg van de grote werkloosheid en algehele frustratie onder de bevolking over de situatie in Irak.
Er zijn verschillende berichten die erop duiden dat moorden vanwege eerwraak in verschillende delen van Irak voorkomen. Cijfers zijn niet bekend.430 431 In de KRG-gebieden hebben de autoriteiten in 2002 wetgeving inzake moorden vanwege eerwraak aangepast. De KRG/PUK heeft een wetsaanpassing gemaakt volgens welke daders van eerwraak niet langer immuun zijn. In het gebied onder de KRG/KDP is in 2002 een wijziging op de wet aangenomen houdende dat eerwraak in dat gebied niet is toegestaan.432 Het is niet bekend of elders in Irak maatregelen zijn genomen tegen eerwraak. Evenmin is bekend of in Irak buiten de KRG-gebieden wetgeving inzake eerwraak, van kracht onder Saddam Hoessein,
427 IRIN, `Women's groups under threat in the new Iraq', 24 maart 2004. Amnesty International, Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004.
428 Hier verwees HRW naar een onderzoek van mei 2003 van de NGO `Save the Children', (Human Rights Watch, `Climate of fear. Sexual violence and abduction of women and girls in Baghdad', juli 2003). In september 2003 werd in de pers van deze ontwikkeling eveneens melding gemaakt (Sue Pleming, `Iraqi women no better off, UN official says', Reuters, 23 september 2003. Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE/14/143/2003, juli 2003, p. 4. IRIN, `Women afraid to seek healthcare in south', 5 april 2004. Renate van der Zee, `Iraakse vrouwen in het nauw', Opzij, mei 2004
429 World News Connection, Remy Ourdan, `Iraqi women main victims of post-Saddam political chaos', Paris Le Monde (internetversie), 17 september 2003. Reliefweb, AFP, 24 augustus 2003. Zie ook: Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE/14/143/2003, juli 2003, p. 4.

430 Zie algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
431 IRIN, `Focus on honour killings', 17 februari 2004. United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 8/2003, 15 december 2003. IRIN, `Focus on increasing domestic violence', 14 oktober 2003. The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus, Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003, p. 23.
432 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002. 81

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

nog geldig is. Volgens deze wetgeving werden mannen die zich schuldig hadden gemaakt aan moorden vanwege eerwraak niet strafrechterlijk vervolgd. Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre vrouwen zich aan de dreiging van eerwraak kunnen onttrekken door zich elders in Irak te vestigen. Noch is bekend in hoeverre de huidige veiligheidsorganisaties in Irak bescherming kunnen bieden aan vrouwen die blootstaan aan (seksueel) geweld door derden of eerwraak. Uit de pers werd vernomen dat er plannen bestaan voor de opening van een opvangtehuis voor vrouwen die het slachtoffer zijn van (huiselijk) geweld in de Groene Zone, het gebied in Bagdad waar de CPA kantoor houdt.433 Voorts is bekend dat in Erbil en Sulaymaniyya op kleine schaal opvang bestaat voor vrouwen die zich willen onttrekken aan geweld.434 3.4.7 Baathpartij
De-Baathisering
Paul Bremer voerde bij zijn aantreden in Irak een nationaal beleid van de- Baathisering in.435
Functionarissen die behoren tot de hoogste vier rangen van de Baathpartij 436 zijn van hun functie ontheven. Het is hen niet toegestaan weer een overheidsfunctie437 te bekleden en ze dienen een veiligheidsonderzoek te ondergaan. Indien men een bedreiging vormt voor de coalitiemacht volgt arrestatie. Alle personen die functies hebben bekleed in de bovenste lagen van de overheid (met inbegrip van ziekenhuizen, scholen en universiteiten) dienen te worden ondervraagd naar hun partijverleden. Indien men in dergelijke functies Baathlid was, dient ontslag te volgen. In aanvullende verordeningen is vastgesteld dat deze personen niet in aanmerking komen voor pensioen of andere betalingen van de overheid. Hierbij geldt dat degene die tijdens het Baathbewind de militaire rang van kolonel of hoger (of equivalenten daarvan) vervulde, tenminste beschouwd wordt als divisielid. Betrokkenen worden in beginsel uit overheidsdienst ontslagen. Wel is het mogelijk om bij de CPA hiertegen bezwaar te maken. De CPA heeft voorts alle militaire en civiele rangen verleend onder het regime van Saddam Hoessein ingetrokken.

433 Dit zou het enige opvangtehuis in Bagdad zijn. IRIN, `Women's shelter to open in protected Baghdad location', 21 april 2004.
434 Norwegian Immigration Appeals Board / Utlendingsnemnda, `Report from a fact-finding mission to northern Iraq, Syria and Jordan, 27 augustus ­ 11 september 2003', gepubliceerd in november 2003. Zie www.une.no.
435 Order 1. De-Baathification of Iraqi society, 15 mei 2003. Zie verder subparagraaf 3.4.8.
436 Hiermee doelt de CPA op de rangen van divisielid, sectielid, afdelingslid en landelijk lid. Zie ook: actualisering algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, 28 februari 2003.
437 In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat personen die tot de vier hoogste rangen van de Baathpartij hebben behoord, niet verkozen kunnen worden voor het toekomstige parlement. 82

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Thans zijn specifieke functionarissen belast met het de-Baathiseringsprogramma. Deze ambtenaren dienen binnen hun instelling de eerder genoemde categorieën Baathleden op te sporen. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van aanwezige kennis en archieven van de Baathpartij en de diverse veiligheids- en inlichtingendiensten van het bewind van Saddam Hoessein.
Een `Iraqi De-Baathification Council' is opgericht waarin een twintigtal burgers zitting heeft. Deze raad dient onderzoek te doen naar de identiteit en verblijfplaats van Baathleden die verantwoordelijk waren voor mensenrechtenschendingen en misdrijven tegen het Iraakse volk alsmede naar de aard, lokatie en status van bezittingen en financiële tegoeden van de partij. Tevens adviseert de raad de IGC en CPA op welke wijze de Baathpartij op efficiënte wijze kan worden ontmanteld, criminele Baathleden kunnen worden vervolgd en illegaal verkregen eigendommen en tegoeden teruggevorderd.
De `Higher National Debaathification Commission' heeft de verantwoordelijkheid gekregen voor de-Baathisering in het onderwijssysteem. Verwacht wordt dat in de loop der tijd de-Baathisering op andere terreinen eveneens onder de verantwoordelijkheid van deze commissie zal vallen. Binnen de rechterlijke macht was de `Judicial Review Committee' belast met het onderzoek onder Iraakse rechters en aanklagers naar eventuele betrokkenheid bij de Baathpartij.438
In de praktijk blijkt het beleid op problemen te stuiten. Persoonlijke relaties en traditionele netwerken staan effectieve uitwerking in de weg.439 Een groot aantal Irakezen, waaronder onderwijzers, zou tengevolge van de- Baathisering werkloos zijn geworden.440 De IGC liet begin oktober 2003 weten te overwegen in sommige gevallen personen, die door de-Baathisering van hun functie waren geheven, toch weer aan te stellen. Speciale commissies, aangesteld door de IGC, dienen te bestuderen op welke wijze uitzonderingen konden worden gemaakt in het beleid van de-Baathisering.441 Het beleid van de-Baathisering is tijdens de verslagperiode gedeeltelijk teruggedraaid. In april zijn enkele hoge militairen, verbonden aan het voormalige Iraakse leger, opnieuw opgenomen in het huidige leger.442 In april kondigde ambassadeur Bremer aan dat leden van de voormalige Baathpartij die sinds de invoering van de de-Baathisering werkloos
438 Ook werd onderzocht of men corrupt was, dan wel betrokken bij mensenrechtenschendingen. Een kwart van de rechters zou zijn ontslagen. (DFID Update Iraq, 8 maart 2004)
439 RFE/RL Iraq Report, `Bagdad University president dismissed for not excluding Ba'athist professors', vol 6, no. 41, 3 oktober 2003.
440 Zie ook ICG Middle East Briefing, `Baghdad: A race against the clock', 11 juni 2003, p.10.
441 RFE/RL Iraq Report, `Governing council considers reinstating Ba'athists', vol 6, no. 41, 3 oktober 2003.

442 Zie 2.3.
83

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

waren geraakt, toch weer in aanmerking konden komen voor een baan bij de overheid of het leger.443
Leden van de Baathpartij
De positie van leden van de voormalige Baathpartij danwel van functionarissen verbonden aan het regime van Saddam Hoessein is niet in algemene zin vast te stellen. In deze verslagperiode werd verschillende keren bericht dat wraakmoorden zijn gepleegd op leden van de inmiddels opgeheven Baathpartij.444 In het zuiden van Irak zou een speciale eenheid verantwoordelijk zijn voor een aantal moorden op Baathleden. Ook zouden leden van de Badr-Organisatie, de militante organisatie verbonden aan SCIRI, betrokken zijn bij wraakmoorden op Baathleden.445 Exacte aantallen van wraakmoorden zijn niet bekend. Evenmin is vast te stellen of bij dergelijke wraaknemingen structureel onderscheid wordt gemaakt naar de rang die het Baathlid bekleedde.446 De coalitie heeft ook tijdens deze verslagperiode haar zoektocht naar voormalige (hooggeplaatste) functionarissen werkzaam onder Saddam Hoessein in het leger of bij de overheid en / of vooraanstaande leden van de Baathpartij voortgezet. Voor zover bekend hebben zich tijdens de verslagperiode geen gevallen voorgedaan waarbij functionarissen van het voormalige regime problemen hebben ondervonden in het KRG-gebied vanwege hun betrokkenheid bij het regime van Saddam Hoessein.
In 2003 deden geruchten de ronde dat de Baathpartij nog intact en actief was. De partij zou zich langzamerhand opnieuw hebben georganiseerd onder de naam `Hizb Al-Awda', ofwel `Partij van de Terugkeer'. Vooral in de soennitische driehoek, de thuisbasis van Saddam Hoessein, zou de partij nog steeds over een aanhang van betekenis beschikken.

443 Jordan Times, 5 mei 2004. BBC News, 23 april 2004.
444 IWPR Iraqi Crisis Report, no. 50, 1 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, `Iraqi secret police operating in Al-Basra', vol 7, no. 4, 30 januari 2004. Amnesty International, Press release, `Iraq: Amnesty International in Basra ­ field update May 8 2003, MDE 14/110/2003, 8 mei 2003. Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE/14/143/2003, juli 2003, p. 2 en 5-6. United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 3/2003, juni 2003. Romesh Ratnesar, `Vengeance has its day', Time Magazine, 1 december 2003, p.40-2.
445 Edward Wong, `Iraqi militias resisting US pressure to disband', New York Times, 8 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Iraqi secret police operating in Al-Basra', vol 7, no. 4, 30 januari 2004.

446 Zie bijvoorbeeld United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin', 8/2003, 15 december 2003. Uit deze informatie blijkt dat zowel leden van hogere als lagere rangen het slachtoffer zijn geweest van wraakmoorden. Zoals eerder is aangegeven zijn cijfers niet bekend. 84

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat in de verslagperiode in Bagdad kopieën van een brief verschenen van het `tijdelijk leiderschap' van de Baathpartij, waarin werd opgeroepen tot opstand tegen de coalitie.

85

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

4 Migratie
4.1 Migratiestromen en ­motieven
Er zijn geen precieze cijfers bekend van de in- en uitstroom van Irakezen. Een massale uitstroom van vluchtelingen heeft zich sinds de militaire interventie niet voorgedaan.447 Zelfstandige, vrijwillige terugkeer naar Irak heeft plaatsgevonden. Sinds de militaire interventie heeft het Iraakse ministerie van Handel 120.000 families die terugkeerden geregistreerd. Deze terugkeer vindt met name plaats vanuit Iran, Syrië en Saoedi-Arabië. Voorts stelde dit Iraakse ministerie in een interview dat er vanuit Syrië en Iran ongeveer 20.000 ­ 30.000 mensen op illegale wijze zijn teruggekeerd.448
UNHCR en het Iraakse ministerie voor Emigranten449 keren zich tegen terugkeer vanwege onder meer de veiligheidssituatie en gebrekkige levensomstandigheden.450 Ook de CPA en het Amerikaanse Department of State achten grootschalige terugkeer op dit moment niet wenselijk. Ofschoon UNHCR geen voorstander is van vrijwillige terugkeer, heeft de organisatie ook gedurende deze verslagperiode vrijwillige terugkeer van Irakezen vanuit buurlanden van Irak gefaciliteerd. Hoewel UNHCR de omstandigheden met betrekking tot veiligheid, onderdak en infrastructuur in Irak niet geschikt acht voor terugkeer, meent de organisatie, mede met het oog op het recht op terugkeer, dat het beter is in deze te faciliteren dan vluchtelingen alleen terug te laten gaan. UNHCR keert zich tegen gedwongen terugkeer naar Irak in het licht van de onzekere situatie in Irak. De organisatie heeft een beroep op overheden gedaan (uitgeprocedeerde) asielzoekers vooralsnog niet terug te sturen naar Irak of naar
447 Het aantal vluchtelingen dat zich in 2003 in Turkije bij UNHCR meldde liet bijvoorbeeld een daling zien ten opzicht van het aantal in 2002.
448 IRIN, `Interview with spokesmen for Ministry of Migration and Displacement, 1 april 2004,
449 In het Arabisch luidt het ministerie is `Wizara al-Muhadjarien wal-Muhadjirien', ofwel `ministerie van gedwongen emigranten en vrijwillige emigranten'. In Engelstalige publicaties wordt gesproken van `Ministry of Displacement and Migration'.
450 UNHCR, `Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1 maart 2004. Reliefweb, 11 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no. 10, 19 maart 2004. 86

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

landen in de regio, maar een vorm van tijdelijke bescherming te verlenen. 451 Maart jl. heeft UNHCR dit standpunt opnieuw bevestigd.452 Syrië
Er vindt geen grootschalige terugkeer van in Syrië verblijvende Irakezen plaats. Incidentele terugkeer vindt plaats. IOM heeft incidenteel vrijwillige terugkeer gefaciliteerd naar Irak vanuit andere landen dan buurlanden van Irak. Turkije
Er was tijdens de verslagperiode geen nadere informatie beschikbaar over eventuele gedwongen terugkeer van illegale Irakezen vanuit Turkije.453 In Turkije bevinden zich geen vluchtelingenkampen voor Irakezen. Het programma voor vrijwillige terugkeer van IOM via Turkije is vorig jaar stopgezet.
Jordanië
De terugkeer van illegaal454 in Jordanië verblijvende Irakezen wordt door de Jordaanse autoriteiten aangemoedigd. Een voorbeeld daarvan is het feit dat er, in samenwerking met de Iraakse ambassade in Amman, is afgekondigd dat alle illegaal in Jordanië verblijvende Irakezen bij terugkeer naar Irak worden vrijgesteld van de boete op onrechtmatig verblijf. Naar schatting hebben enkele tienduizenden Irakezen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Sinds oktober 2003 zijn naar schatting enkele duizenden illegaal in Jordanië verblijvende Irakezen onder dwang naar Irak teruggezonden.
Op dit moment zijn er bij UNHCR-Jordanië 8.000 Irakezen geregistreerd. In 2003 heeft UNHCR circa 950 Iraakse asielzoekers als vluchteling erkend. De hervestiging van erkende Iraakse vluchtelingen verloopt moeizaam. De
451 UNHCR Briefing Notes: UNHCR requests extension of moratorium on forcible return, 4 juli 2003. Reuters, 9 juli 2003. UNHCR News Stories, `Iraq still volatile, so Iraqis abroad need continued protection, says UNHCR', 14 november 2003. UNHCR Briefing Notes, `Iraqi asylum seekers: UNHCR urges continued temporary protection until further notice', 14 november 2003.

452 UNHCR, `Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1 maart 2004.

453 In de vorige verslagperiode was bekend dat de Turkse autoriteiten regelmatig Irakezen het land uit zetten die niet geregistreerd staan als asielzoeker en illegaal in Turkije verblijven. Volgens UNHCR in Ankara deden zich tijdens de vorige verslagperiode drie van dergelijke gevallen voor.

454 Het betreft Irakezen die geen procedure bij UNHCR hebben lopen noch een aanvraag tot verblijf bij de Jordaanse autoriteiten hebben ingediend. 87

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

traditionele hervestigingslanden455 nemen niet langer Irakezen op. Sinds 2004 is het aantal Irakezen dat bij UNHCR-Jordanië asiel aanvraagt dalende.

Ook heeft IOM een terugkeerprogramma naar Irak via Jordanië voor Iraakse ex- asielzoekers in westerse landen.456 In april was dit programma tijdelijk stopgezet in verband met de onzekere veiligheidssituatie in Fallujah, maar dit is in mei weer hervat.457
Veel van de vluchtelingen die in het vluchtelingenkamp Ruweishid verbleven zijn inmiddels naar huis teruggekeerd of hervestigd in een ander land. De Jordaanse overheid heeft UNHCR toegezegd het kamp open te houden tot alle vluchtelingen zijn gerepatrieerd. Er zouden zich nog circa 1.077 personen in het kamp bevinden.458
Iran
Vanuit Iran heeft zelfstandige, spontane terugkeer plaatsgevonden. Inmiddels zijn naar schatting circa 70.000 Irakezen teruggekeerd. Medio augustus 2003 gaf de CPA toestemming voor door UNHCR gecontroleerde terugkeer vanuit Iran. De vluchtelingenorganisatie heeft in april en mei de activiteiten af en aan stopgezet vanwege de veiligheidssituatie in Irak. 459
Er is geen sprake van gedwongen terugkeer vanuit Iran Van de geschatte 130.000 Irakese vluchtelingen die eind 2003 nog in Iran verbleven, zullen naar verwachting ongeveer 70.000 gedurende 2004 willen repatriëren.
De Iraakse autoriteiten hebben aan UNHCR laten weten dat alle in Iran verblijvende Irakezen kunnen terugkeren. Het door UNHCR uitgegeven formulier voor vrijwillige terugkeer geldt, voor hen die niet in het bezit zijn van Iraakse documenten, als een voorlopig identiteitsdocument. De vluchtelingenorganisatie was voorts bezig de mogelijkheden te onderzoeken om `vluchtelingcertificaten' te kunnen afgeven aan Irakezen die in Iran zijn verbleven en op eigen gelegenheid zijn teruggekeerd.

455 Door UNHCR erkende vluchtelingen kunnen in aanmerking komen voor hervestiging in bepaalde landen, waaronder de VS, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Zweden, Noorwegen, Nederland (beperkt programma), Chili en Argentinië.
456 Zie verder in deze paragraaf onder `Europa'.
457 Zie 2.3 en bijlage 7.

458 UNHCR World News, `UN refugee agency has no immediate solution to refugees who fled to Iraq', 18 februari 2004

459 IRIN, `Returns from Iran temporarily suspended', 8 april 2004. DFID, Iraq Update, 13 mei 2004. Reliefweb/UNHCR, 18 mei 2004.
460 IRIN, `Returns from Iran temporarily suspended', 8 april 2004. DFID, Iraq Update, 13 mei 2004.

---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Saoedi-Arabië
Het kantoor van UNHCR in Saoedi-Arabië is begonnen met het faciliteren van vrijwillige terugkeer van Iraakse vluchtelingen die sinds de Golfoorlog van 1990- 1991 in het vluchtelingenkamp Rafha verblijven.461 Het kamp biedt thans nog onderdak aan 483 personen. Volgens UNHCR zouden er tot nu toe 4.864 Irakezen met hun hulp vanuit het kamp zijn teruggekeerd.462 Verenigde Arabische Emiraten
Circa 200 Iraakse personen zouden in 2003 door UNHCR zijn gerepatrieerd uit de Verenigde Arabische Emiraten. Over de huidige verslagperiode is geen nadere informatie beschikbaar.
Europa
Vanuit Europa vindt op bescheiden schaal terugkeer plaats op vrijwillige basis, zowel gefaciliteerd via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) als zelfstandig463. Via het programma voor vrijwillige terugkeer van IOM zijn de laatste maanden vanuit Europese landen, waaronder Nederland, honderden asielzoekers naar Irak teruggekeerd. Het programma was in april tijdelijk stopgezet in verband met de onzekere veiligheidssituatie in Fallujah, maar is in mei weer hervat.464 Vanuit Nederland zijn sinds juni 2003 ongeveer 125 Irakezen teruggekeerd via Jordanië met assistentie van IOM. Ten behoeve van de terugkeer van Iraakse voormalige asielzoekers via Jordanië is op 22 oktober jl. een MoU tussen Jordanië en Nederland ondertekend. 4.2 Opvang van binnenlands ontheemden
Cijfers over de precieze aantallen `internally displaced persons' (IDP's) zijn niet beschikbaar. Schattingen lopen uiteen van in totaal tussen de 700.000 en 1.000.000 binnenlands ontheemden in geheel Irak. Het overgrote deel hiervan zou zich in het
461 AFP, `Hundreds more Iraqi refugees return home after 12 years at Saudi camp', 18 november 2003.

462 RFE/RL Iraq Report, `Iraqi refugees leave Saudi Arabia, Iran', vol. 6, no.51, 11 december 2003. AFP, `About 500 Iraqi refugees return from Saudi Arabia, Iran', 16 december 2003. AFP, `Hundreds of Iraqis return home after years as refugees in Saudi Arabia', 9 december 2003.UNHCR Briefing Notes, `UN assessment team visited Basra Sunday, 9 maart 2004
463 Uit de pers werd bijvoorbeeld vernomen dat ook uit Nederland Iraakse Koerden zelfstandig terugkeren. NRC Handelsblad, `Edammer kaas in Iraaks Koerdistan', 22 april 2004.
464 Zie 2.3 en bijlage 7.

465 Deze cijfers zijn gebaseerd op cijfers die beschikbaar waren voor het militair ingijpen. www.db.idpproject.org, 23 februari 2004
466 The Danish Immigration Service, `Joint British-Danish Fact Finding Mission to Damascus, Amman and Geneva on Conditions in Iraq', augustus 2003. 89

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

noorden van Irak bevinden. Een beperkte groep (schattingen lopen uiteen van 40.000 tot 100.000 IDP's)467 bevindt zich in het midden en zuiden van Irak.. Sinds het militair ingrijpen is er sprake van een aantal nieuwe IDP's.468 Dit betreft met name Arabieren die ten tijde van het regime van Saddam Hoessein gedwongen werden naar Koerdische regio's in het noorden te verhuizen. Na de val van Saddam Hoessein is het voorgekomen dat teruggekeerde Koerden hun oorspronkelijke woningen hebben teruggeëist van Arabische bewoners.469 470 Daarnaast zouden circa 100.000 bewoners van Fallujah naar aanleiding van het geweld de stad tijdelijk zijn ontvlucht, onder meer naar Bagdad. NGO's hebben de ontheemden hulp geboden.471 Inmiddels zou de terugkeer naar Fallujah op gang zijn gekomen.472 Ook zouden duizenden bewoners Kufa tijdelijk hebben verlaten vanwege het geweld. Eveneens zouden inwoners van Najaf hun woonplaats tijdelijk hebben verlaten naar aanleiding van gevechten tussen aanhangers van Al- Sadr en coalitiemilitairen.
4.3 Activiteiten van internationale organisaties Tijdens de verslagperiode was de VN bezig met voorbereidende activiteiten met het oog op eventuele terugkeer. Echter in het licht van de verslechterende veiligheidssituatie maakte SGVN Annan medio april bekend niet te verwachten op korte termijn een omvangrijk team naar Irak te sturen.473 Veel organisaties hebben hun internationale medewerkers (tijdelijk) teruggetrokken of proberen hun zichtbaarheid te verkleinen, waardoor men het risico van aanslagen hoopt te beperken. Daarnaast zijn er berichten in de media die aangeven dat diverse internationale NGOs een volledig vertrek overwegen, of in een aantal gevallen reeds vertrokken zijn, in verband met de voortdurende gewelddadigheden en de recente gijzelingen.474 De lopende projecten van VN- organisaties en internationale NGO's worden zoveel mogelijk voortgezet met behulp van lokaal personeel. Daarnaast zijn er ook veel lokale NGO's actief in Irak, soms in samenwerking met nog aanwezige internationale NGO's.475
467 Zo spreekt IOM over 40.000 geregistreerde IDP's in het midden en zuiden van het land. (IRIN, `Interview with co-director of Brookings Institute', 20 mei 2004)
468 IRIN, `Interview with co-director of Brookings Institute', 20 mei 2004.
469 IDP Global Data Base; www.db.idpproject.org, 23 februari 2004
470 Zie ook 3.4.1.

471 IRIN, `Focus on families fleeing Fallujah', 26 april 2004.
472 DFID, `Iraq Update', 13 mei 2004. IWPR Iraqi Crisis Report, no 62, 5 mei 2004.
473 Reliefweb, UN News Service, 13 april. Zie ook paragraaf 2.3.
474 IRIN News, `International NGO's discuss exit strategies', 1 april 2004. IRIN, `NGO suspends work following kidnappings', 12 april 2004.
475 IRIN, `New local NGO's set te play greater role', 25 maart 2004 90

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

4.4 Beleid andere Europese landen
In de meeste landen in Europa worden Iraakse asielaanvragen inmiddels weer in behandeling genomen nadat een besluitmoratorium was ingesteld naar aanleiding van het militair ingrijpen. Vanuit een aantal landen in Europa vindt vrijwillige terugkeer naar Irak plaats gefaciliteerd door IOM. Er heeft tot op heden geen gedwongen terugkeer vanuit Europese landen plaatsgevonden. Verenigd Koninkrijk
Er is geen cijfermatige informatie bekend over het aantal asielaanvragen in het VK over 2004. Het VK heeft na een beslissingsstop van enkele maanden sinds juni 2003 weer Iraakse asielaanvragen in behandeling genomen. Het VK behandelt alle asielverzoeken op individuele basis en maakt geen onderscheid tussen bepaalde categorieën asielaanvragen. Het VK biedt een programma voor vrijwillige terugkeer, gefaciliteerd door IOM. In april zou worden begonnen met vrijwillige en gedwongen terugkeer naar Irak. Hiervoor zouden directe vluchten naar `veilige gebieden' in Irak (overwegend het noorden van Irak) worden ingezet.476 Medio april werd onder meer uit de pers vernomen dat nog niet met de voorgenomen terugkeer was begonnnen. De Britse autoriteiten zouden de terugkeer mogelijk uitstellen naar aanleiding van de recentelijk verslechterde veiligheidssituatie, in het bijzonder de gewelddadigheden die in april in diverse steden plaatshadden.477 Tussen november 2003 en april 2004 zouden vanuit het VK meer dan tweehonderd Irakezen zijn teruggekeerd.
België
In de maanden januari ­ april 2004 ontving België in totaal 48 Iraakse asielaanvragen. Iraakse asielverzoeken zijn weer in behandeling genomen. Aanvragen worden individueel getoetst. Er worden geen specifieke categorieën onderscheiden. Er vindt geen gedwongen terugkeer naar Irak plaats. Op zeer kleine schaal vindt vrijwillige terugkeer met tussenkomst van IOM via Jordanië plaats.
Denemarken
Denemarken heeft in de periode januari ­ april jl. 61 Iraakse asielverzoeken ontvangen. Asielverzoeken worden individueel getoetst. Er worden geen specifieke categorieën onderscheiden. De Deense IND is in 2004, na een opschorting van de behandeling, weer begonnen met het behandelen van asielaanvragen van Irakezen. De Deense autoriteiten hebben een terugkeerprogramma ontwikkeld om vrijwillige terugkeer te faciliteren met tussenkomst van het IOM. Medio april hadden zich in totaal 482 Irakezen
476 Persbericht United Kingdom Home Secretary, `Asylum numbers down, new drive on removals', 24 februari 2004.
477 The Observer, 18 april 2004. BBC News, `UK delays Iraqi migrants return', 18 april 2004. 91

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

aangemeld voor het vrijwillige terugkeerprogramma. 235 personen zijn vrijwillig naar Irak teruggekeerd. Van gedwongen terugkeer naar Irak is geen sprake. Duitsland
Duitsland ontving in de eerste drie maanden van dit jaar 336 Iraakse asielverzoeken. Na een beslissingsstop tussen maart en oktober 2003, neemt Duitsland weer Iraakse asielverzoeken in behandeling. Uitgeprocedeerde, afgewezen asielzoekers uit Irak worden geacht zelfstandig terug te keren. Van gedwongen terugkeer naar Irak is geen sprake.
Zwitserland
Gedurende de eerste twee maanden van 2004 ontving Zwitserland 169 Iraakse asielverzoeken. Op asielaanvragen uit Irak wordt inmiddels weer beslist. Afgewezen asielzoekers uit Irak kunnen in aanmerking komen voor financiële hulp ten behoeve van terugkeer, gefaciliteerd door IOM. Honderdtwintig personen hebben zich aangemeld voor het vrijwillige terugkeerprogramma. Vijftig personen zouden hiervan gebruik gemaakt hebben. Van gedwongen terugkeer naar Irak is geen sprake.

92

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Samenvatting
Na meer dan dertig jaar een uiterst repressief bewind te hebben gevoerd in Irak is het bewind van president Saddam Hoessein door coalitietroepen in de lente van 2003 met een militaire interventie beëindigd. Sindsdien is een tijdelijke regering verantwoordelijk voor het bestuur van Irak, met inbegrip van het gebied dat voorheen onder het gezag van de Koerdische partijen PUK en KDP stond, hoewel de politieke macht in Irak wordt uitgeoefend door de `Coalition Provisional Authority' (CPA). De bestuursmacht dient op 30 juni a.s. aan een nieuwe interimregering te worden overgedragen. De CPA zal dan worden ontbonden. Eind 2004, begin 2005 dienen verkiezingen plaats te vinden ten behoeve van een nationaal parlement. In de provincies onder het bestuur van de KRG/KDP en de KRG/PUK is er in de bestuursstructuur op operationeel niveau weinig veranderd sinds de val van Saddam Hoessein. De regeringen in respectievelijk Erbil (KRG/KDP) en Sulaymaniyya (KRG/PUK) functioneren net als voorafgaand aan de militaire interventie.
De verslagperiode werd in politiek opzicht gekenmerkt door ontwikkelingen omtrent de geplande machtsoverdracht. Het politieke wederopbouwproces werd voortgezet.
Tijdens de verslagperiode was sprake van een achteruitgang van de veiligheidssituatie in het gehele land. Wel dient hierbij opgemerkt te worden dat er per regio aanzienlijke verschillen bestonden wat het aantal incidenten, de frequentie en de ernst van het geweld betreft. Terwijl gewelddadigheden zich voorheen concentreerden in het midden van Irak was in de verslagperiode ook in bepaalde plaatsen in het noorden en zuiden sprake van aanslagen. Een nieuwe ontwikkeling was het gewelddadig verzet dat zich sinds eind maart jl. in verschillende steden deed gelden vanuit sjiitische kring, in het bijzonder van de zijde van Muqtada Al-Sadr en diens aanhangers.
Veel Irakezen die zichtbaar samenwerken met de coalitie zijn tijdens de verslagperiode doelwit geweest van gewelddadige aanslagen. Hierbij valt onder meer te denken aan Iraakse civiele CPA-medewerkers, Iraakse tolken of Irakezen die op andere wijze voor de CPA, internationale organisaties en bedrijven in Irak werken alsook Iraakse journalisten en personen die voor hen werken. Ook was het geweld gericht tegen buitenlanders (die verondersteld werden) verbonden (te zijn) aan de coalitie.
Bij verschillende aanslagen, beschietingen en andere vormen van geweld zijn ook slachtoffers gevallen onder Iraakse burgers. Tijdens de verslagperiode is gebleken dat een aanzienlijk aantal burgers, waaronder onschuldige omstanders, het slachtoffer is geworden van geweld.
Tijdens de verslagperiode deed zich voorts een reeks ontvoeringen van buitenlanders voor, waarbij de terugtrekking van coalitiemilitairen geëist werd. 93

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

De veiligheidssituatie heeft verschillende internationale organisaties en NGO's ertoe gebracht (gedeeltelijk) het internationale personeel terug te trekken. De VN en het ICRC hebben in het najaar van 2003 de internationale staf uit Bagdad teruggeroepen. Wel is in het noorden internationale VN-staf aanwezig. De CPA heeft het Wetboek van Strafrecht van 1969 en het Wetboek van Strafvordering van 1971 laten herleven als de enige wetboeken die met betrekking tot het straf- en procesrecht in Irak geldig zijn. Deze wetboeken zullen waar nodig worden aangepast volgens internationale regelgeving. Alle wetgeving die na 1968, met het aan de macht komen van de Baathpartij, door de Revolutionaire Commandoraad (RCC) van Irak is uitgevaardigd is met ingang van 9 april 2003 ongeldig verklaard. De doodstraf is door de CPA opgeschort. Sinds de val van Saddam Hoessein is voor het eerst sinds ruim dertig jaar sprake van vrijheid van meningsuiting in geheel Irak. Onder de CPA is het de bevolking toegestaan vrij te demonstreren en is er persvrijheid. Vrijheid van vergadering, bijeenkomst, demonstratie en openbare meningsuiting wordt door de CPA gegarandeerd door uitvaardiging van besluit 19, mits aan een aantal administratieve en logistieke voorwaarden is voldaan. Sinds de val van Saddam Hoessein zijn er verbeteringen waargenomen inzake het bedrijven van politiek op religieuze gronden. Voor zover bekend is er geen sprake van structurele vervolging louter op basis van het feit dat men behoort tot een bepaalde, bredere religieuze groepering zoals de islam ­ dan wel soennitisch of sjiitisch - of het christendom.
Een massale uitstroom van vluchtelingen heeft zich sinds de militaire interventie niet voorgedaan. Zelfstandige, vrijwillige terugkeer naar Irak heeft plaatsgevonden. UNHCR en het Iraakse ministerie voor voor Emigranten keren zich tegen grootschalige terugkeer. De CPA en het Amerikaanse Department of State achten evenmin grootschalige terugkeer op dit moment wenselijk. Ofschoon UNHCR geen voorstander is van vrijwillige terugkeer, heeft de organisatie ook gedurende deze verslagperiode vrijwillige terugkeer van Irakezen vanuit buurlanden van Irak gefaciliteerd. Hoewel UNHCR de omstandigheden met betrekking tot veiligheid, onderdak en infrastructuur in Irak niet geschikt acht voor terugkeer, meent de organisatie, mede met het oog op het recht op terugkeer, dat het beter is in deze te faciliteren dan vluchtelingen alleen terug te laten gaan. In de meeste landen in Europa worden Iraakse asielaanvragen inmiddels weer in behandeling genomen nadat een besluitmoratorium was ingesteld naar aanleiding van het militair ingrijpen. Vanuit een aantal landen in Europa vindt vrijwillige terugkeer naar Irak plaats gefaciliteerd door IOM. Er heeft tot op heden geen gedwongen terugkeer vanuit Europese landen plaatsgevonden. 94

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


Bijlage 1. Koerden / Talen
Door Koerden worden onder meer de volgende vier talen gesproken: Gorani, Zaza, Kurmanji en Luri.
Gorani en Zaza
Gorani en Zaza behoren tot dezelfde taalgroep. Gorani wordt primair gesproken in Turks-Koerdistan. In Irak wordt Gorani gesproken door de Shabak. De ongeveer 20.000 personen tellende Shabak-gemeenschap woont in de regio rondom Mosul. In de regio rondom Halabja wordt ook Gorani gesproken. Zaza wordt gesproken in Turks-Koerdistan, met name in de regio's Dersim en Diyarbakir.
Sprekers van beide talen kunnen elkaar goed verstaan. Gorani en Zaza-sprekers zullen echter meer moeite hebben om Kurmanji en Luri te begrijpen. Kurmanji en Luri verschillen significant van Gorani en Zaza. Kurmanji en Luri zijn aan elkaar verwant.
Kurmanji
Het Kurmanji is opgedeeld in Noord- en Zuid-Kurmanji. Noord-Kurmanji
Binnen het Noord-Kurmanji onderscheidt men het Badinani/Badini, Botani, Hakari en Bayezidi.
In de regio rondom Zakho en Sinjar spreekt men veelal het Botani. In de regio Duhok - Amadiyya - Ain Sifi - Aqra (het gebied tot de noordelijke grens van de Grote Zabrivier) spreekt men veelal Badinani/Badini. Door Iraakse yezidi's (in de buurt van Sinjar, Sheikan en Ain Sifni) wordt veelal Botani gesproken.
Zuid-Kurmanji
In het Zuid-Kurmanji onderscheidt men het Sorani, Baban en Erdelani. In de regio tussen de Grote en Kleine Zabrivier (Arbil, Rawanduz, Salahuddin, Shaqlawa, Koj Sanjak, Ranya, Makhmur) spreekt men Sorani. In de regio ten zuiden van de Kleine Zabrivier (Kirkuk, Sulaymaniyya, Chamchamal, Dokan, Kifri, Kalar) spreekt men Baban. Luri
Binnen het Luri onderscheidt men onder meer het Fayli en Kelhuri. Fayli wordt gesproken door Fayli-Koerden. Fayli wordt ook gesproken in de regio's Khanaqin en Mandali.
95

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


Bijlage 2. Samenstelling IGC
Tijdens de verslagperiode vonden enkele wijzigingen in de IGC plaats. Samir Shakir Mahmoud werd in april benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken. Mouwafaq Al-Raba'i werd in april benoemd tot Nationale Veiligheidsadviseur. Abdel Zahra Othman Mohammed (Izzedine Salim) kwam tijdens de verslagperiode om tengevolge van een aanslag. De IGC is op 1 juni 2004 ontbonden. De samenstelling was als volgt:
Iyad Allawi INA Ahmed Chalabi INC Sonkul Chapouk Onafhankelijk Nasir Al-Chaderchi National Democratic Party Adnan Pachachi Independent Democratic Movement Mohammed Bahr Al-Ouloum Onafhankelijk Massoud Barzani KDP Jalal Talabani PUK Abdel Aziz Al-Hakim SCIRI Ahmed Al-Barak Onafhankelijk Ibrahim Al-Jaafari Al-Da'wa Raja Habib Al-Khuzaai Onafhankelijk Salama Al-Khafaji478 Onafhankelijk Younadem Kanna ADM Salaheddine Bahaaeddin KIU Mahmoud Othman Onafhankelijk Hamid Majid Moussa ICP Ghazi Mashal Ajil Al-Yawer Onafhankelijk Abdel Zahra Othman Mohammed Islamic Da'wa Party (Da'wa (Izzedine Salim) (omgekomen bij een Movement) aanslag op 17 mei)
Mohsen Abdel Hamid Iraqi Islamic Party Wael Abdul Latif Onafhankelijk Dara Nureddin Onafhankelijk Abdel-Karim Mahoud Al- Hizbollah Mohammedawi

478 Salama Al-Khafaji volgde in december jl. Akila Al-Hashimi op, die in september jl. overleed ten gevolge van een aanslag.
96

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


Bijlage 3. Samenstelling kabinet
Tijdens de verslagperiode was de samenstelling van het Iraakse kabinet tot 1 juni 2004 als volgt:
Hoshyar Al-Zebari Minister van Buitenlandse Zaken Sheik Sami Izara Al-Majoun Minister van Werkgelegenheid en Sociale Zaken Ali Abdul-Amir Allawi Minister van Defensie Tot april jl. Ali Abdul-Amir Allawi Minister van Handel Samir Shakir Mahmoud Al-Soemada'i Minister van Binnenlandse Zaken Nouri Al-Badran tot 8 april 2004
Ibrahim Mohammed Bahr Al-Uloum Minister van Olie Abdul-Amir Rahima Al-Aboud Minister van Landbouw Hashim Abdul-Rahman Al-Shibli Minister van Justitie Haydar Jawad Al-Abadi Minister van Telecommunicatie Nisrin Barwari Minister van Openbare Werken Bayan Baqir Solagh Minister van Wederopbouw en Huisvesting Mofeed Mohammed Jawad Al-Jazaeri Minister van Cultuur Alladin Abdul-Shaheeb Al-Alwan Minister van Onderwijs Ayham Al-Samaraie Minister van Electriciteit Abdul-Rahman Sidiq Kareem Minister van Milieu Kamil Mubdir Al-Gailani Minister van Financiën Khudayer Abbas Minister van Gezondheidszorg Ziad Abdul-Razzaq Mohammed Aswad Minister van Hoger Onderwijs Bakhtiar Amin Waarnemend minister van Abdul-Basit Turki tot 9 april 2004 Mensenrechten Mohammed Jassem Khudair Minister voor Emigranten Mohammed Tawfik Raheem Minister van Industrie en Delfstoffen Mahdi Al-Hafidh Minister van Planning Rashad Mandam Omar Minister van Wetenschap en Technologie Behnam Zayya Polis Minister van Transport Abdul-Latif Rasheed Minister van Watervoorziening Ali Faik Al-Ghabban Minister van Jeugd en Sport 97

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

De samenstelling van het Iraakse interimkabinet, aangetreden op 1 juni 2004, luidt als volgt:
Iyad Allawi Premier Barham Saleh Vice-premier voor Nationale Veiligheid Thamir Ghadbhan Minister van Olie Hazem Shalan Al-Khuzaai Minister van Defensie Hoshyar Al-Zebari Minister van Buitenlandse Zaken Faleh Hassan Al-Naqib Minister van Binnenlandse Zaken Malik Dohan Al-Hassan Minister van Justitie Bakhtiar Amin Minister van Mensenrechten Ayham Al-Samaraie Minister van Electriciteit Adil Abdel-Mahdi Minister van Financiën Alaa Alwan Minister van Gezondheidszorg Mohammed Ali Al-Hakim Minister van Communicatie Omar Al-Farouq Salim Al-Damluji Minister van Huisvesting Nisrin Barwari Minister van Openbare Werken Rashad Mandam Omar Minister van Wetenschap en Technologie Mahdi Al-Hafidh Minister van Planning Mohammed Al-Jiburi Minister van Handel Ali Faik Al-Ghabban Minister van Jeugd en Sport Louei Hatim Sultan Al-Aris Minister van Transport Wael Abdul Latif Minister van Provinciale Zaken Nermin Othman Minister van Vrouwenzaken Bascal Essue Minister van Emigranten Abdul Latif Rashid Minister van Irrigatie Leila Abdul Latif Minister van Werkgelegenheid Sami Mudahfar Minister van Onderwijs Tahir Al-Bakaa Minister van Hoger Onderwijs Sawsan Sherif Minister van Landbouw Mofeed Mohammed Jawad Al-Jazaeri Minister van Cultuur Hajim Al-Hassani Minister van Industrie Mishkat Moumin Minister van Milieu Qassim Dawoud Minister van Staat Mahmoud Othman Minister van Staat Adnan Al-Janabi Minister van Staat 98

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


Bijlage 4. Politieke partijen
Hieronder volgt een korte beschrijving van een aantal Iraakse politieke partijen.479 Naast de hier beschreven partijen bestaat een groot aantal nieuwe, kleine partijen. Iraqi National Accord (INA)
Het INA neemt met voorop Iyad Allawi een prominente plek in het nieuwe Iraakse politieke bestel in. De partij heeft inmiddels landelijk kantoren opgericht. Het INA richt zich van oudsher op soennitische ex-militairen en voormalige inlichtingen- en veiligheidsdienstfunctionarissen.
Iraqi National Congress (INC)
Het INC wordt in de IGC vertegenwoordigd door Ahmed Chalabi. Het draagvlak voor de partij onder de Iraakse bevolking is beperkt. De partij en Chalabi genieten een slechte reputatie in Irak.
Kurdistan Islamic Union (KIU)
De KIU wordt in de IGC vertegenwoordigd door Salaheddine Bahaaeddin. De ­ naar eigen zeggen gematigd islamitische - partij stelt een seculier staatsbestel na te streven en deelt, met KDP en PUK, het standpunt over de vorming van een gedecentraliseerd, federalistisch Irak. Voorts behoort vrijheid van geloofsbelijdenis tot de basisprincipes van de partij. De partij is verbonden aan de Moslimbroeders. De KIU was oorspronkelijk actief in het gebied onder controle van de KRG/KDP in Noord-Irak. De huidige minister van Justitie in de KDP- regering te Erbil, Hadi Ali, is lid van de KIU.
Kurdistan Democratic Party (KDP)
De KDP is inmiddels ook vertegenwoordigd in onder meer Bagdad, Kirkuk en Mosul. Massoud Barzani zit namens de KDP in de IGC. De partij kan samen met de PUK rekenen op substantiële aanhang, overwegend in Noord-Irak. Net als de PUK functioneert de KDP in Noord-Irak op nagenoeg gelijke wijze als voor de militaire interventie. KDP en PUK hebben nadere stappen ondernomen om zich te verenigen in één bestuur.480 De KDP streeft naar een gedecentraliseerd, federalistisch Irak.
Patriotic Union of Kurdistan (PUK)
De PUK wordt door Jalal Talabani vertegenwoordigd in de IGC. De partij heeft eveneens in onder meer Bagdad, Kirkuk en Mosul kantoren geopend. De PUK
479 Zie voor meer informatie over politieke partijen de algemene ambtsberichten Centraal-Irak, mei 2003 en november 2002 en de algemene ambtsberichten Noord-Irak van mei 2003 en oktober 2002.

480 Al-Sharq Al-Awsat, 17 mei 2003.
---

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

functioneert in het noorden van het land op nagenoeg dezelfde wijze zoals de partij deed voorafgaand aan de militaire interventie . Net als de KDP beschikt deze partij over aanhang van betekenis, voornamelijk in het noorden. De invloed van de PUK buiten de KRG/PUK-regio is waarschijnlijk beperkt. Zoals eerder aangegeven hebben de KDP en de PUK stappen ondernomen ten behoeve van een gezamenlijk bestuur. Net als de KDP wordt door de PUK een gedecentraliseerd, federalistisch Irak nagestreefd.
Supreme Council for the Islamic Revolution in Iraq (SCIRI) Abdel Aziz Al-Hakim neemt namens SCIRI zitting in de IGC. SCIRI is net als Al- Da'wa goed georganiseerd in Irak en kan bogen op een flinke achterban. De partij hield een pragmatische koers aan wat de rol van de coalitie betreft. Enerzijds werd intensief contact onderhouden met de Amerikaanse autoriteiten, voorafgaand aan en na de militaire interventie.481 SCIRI neemt ook deel aan diverse bestuursraden op lokaal en nationaal niveau. Voorts verwierp SCIRI, in de persoon van Mohammed Baqir Al-Hakim482, gewelddadig verzet tegen de coalitie.483 Anderzijds werd kritiek geuit op eventuele langdurige aanwezigheid van Amerikaanse troepen en heeft Al-Hakim steun uitgesproken voor vreedzaam verzet tegen de Amerikaanse aanwezigheid.484 Amerikaanse troepen vertoonden eveneens een tweeslachtige houding ten aanzien van SCIRI. Naast het onderhouden van banden met de beweging hebben Amerikaanse troepen invallen gepleegd op het SCIRI-kantoor te Bagdad. Ook oefenden de Amerikanen druk uit om de Badr-organisatie485, de aan het SCIRI verbonden militie, te ontwapenen.486 Al-Da'wa487
Ook deze partij is na jarenlang vooral buiten Irak (clandestien binnen Irak) actief te zijn geweest inmiddels ruim vertegenwoordigd binnen Irak. In het midden en het zuiden van Irak heeft de partij haar kantoren geopend. De partij kent een hoge organisatiegraad en beschikt over een wezenlijke achterban in vergelijking met andere partijen. Al-Da'wa zou de eerste demonstraties tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Nassiriya hebben georganiseerd. De partij streeft een spoedig vertrek van de coalitietroepen na, maar verwerpt gewelddadig verzet tegen de coalitie. Ibrahim Al-Jafaari zit namens Al-Da'wa in de IGC. Verder is Haydar Jawad Al-Abadi van Al-Da'wa minister van Communicatie. De partij zou zich
481 SCIRI nam deel aan de oppositieconferenties die plaats hadden in de lente van 2003. Zie verder de actualisering algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, mei 2003.
482 Mohammed Baqir Al-Hakim kwam in 2003 om tengevolge van een aanslag.
483 RFE/RL Iraq Report, `SCIRI head opposes attacks on coalition troops', vol. 6, no. 30, 11 juli 2003.

484 Walid Al-Zubaydi, `Shiite leaders in Iraq call for resisting America peacefully', Al-Majallah, 20 juli 2003.

485 Zie algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
486 ICG Middle East Briefing, `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003.
487 Ook wel `Islamic Call Party'.
100

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

voorts hebben opgeworpen als beschermer van traditionele islamitische waarden door campagne te voeren tegen de verkoop van alcohol. Ook zou de partij een beperking van rechten voor vrouwen hebben bepleit.488 Harakat Al-Da'wa Al-Islamiya / Islamic Da'wa Party489 Deze partij is de belangrijkste afsplitsing van Al-Da'wa. Deze factie richt zich in sterkere mate dan de oorspronkelijke Al-Dawa op het Iraans islamitische bestuursmodel. Islamic Da'wa Party bestaat overwegend uit sjiieten uit Basra, in tegenstelling tot leden van Al-Da'wa die voornamelijk uit Najaf afkomstig zijn. Abdel Zahra Othman Mohammed (ook bekend als Izzedine Salim) vertegenwoordigde de partij in de IGC.
National Democratic Party (NDP)
De partij wordt geleid door Naseer Al-Chaderchi.
Assyrian Democratic Movement (ADM)
De partij was onder Saddam Hoessein verboden in Centraal-Irak. Het ADM was voorheen in het gebied onder controle van de KRG/KDP openlijk actief, maar heeft inmiddels ook elders in Irak kantoren geopend, overwegend in plaatsen ten noorden van Bagdad. Naar eigen zeggen geniet het ADM in het KRG-gebied inmiddels meer vrijheid dan voorheen. Namens het ADM neemt Younadem Kanna, voormalig minister in Noord-Irak, deel aan de IGC. De partij wenst een seculier bestel voor Irak, mede uit vrees voor islamisering van het land. Het ADM ziet voor zichzelf een sterke politieke rol in de regio van Mosul, waar de wortels van Assyrisch-christelijke traditie liggen.
Iraqi Islamic Party (IIP)
Deze soennitische partij is verbonden aan de internationale islamitische (soennitische) organisatie Moslimbroeders (`Muslim Brotherhood') en streeft een islamitisch staatsbestel na. Mohsen Abdel Hamid vertegenwoordigt de partij in de IGC.
Hezbollah
Deze conservatief-religieuze partij staat onder leiding van Abdel-Karim Mahoud Al-Mohammedawi, ook wel `prins van de moerassen' genoemd. Al- Mohammedawi heeft een leidende rol gespeeld in het verzet vanuit de zuidelijke moerasgebieden tegen het bewind van Saddam Hoessein. De partij zou vooral aanhang hebben onder Moeras-Arabieren in het zuiden van Irak. Abdel-Karim Mahoud Al-Mohammedawi neemt zitting in de IGC.

488 Middle East Intelligence Bulletin, vol. 5, no.6, juni 2003. Iraq Today weekly email, Salaam Al-Jabouri, `Party watch. Islamic Dawa struggles with being mainstream', 6 oktober 2003.
489 Ook wel `Da'wa Movement'.
101

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Iraqi Communist Party (ICP)
Na lange tijd in ballingschap te hebben geopereerd, onder meer vanuit Noord-Irak, is de partij teruggekeerd naar Irak. De partij heeft in verschillende plaatsen in Irak haar kantoren geopend. De partij streeft vergaande democratisering na met een centrale plaats voor seculier onderwijs. De ICP voert een pragmatische economische koers en stimuleert privebezit ten behoeve van economische groei en werkgelegenheid. De ICP is een van de weinige partijen met een democratische structuur. De partij is actief, maar heeft waarschijnlijk een beperkte aanhang vanwege haar atheïstische standpunten. Hamid Majid Moussa neemt namens de ICP deel aan de IGC.
Enkele andere partijen zijn:
Constitutional Monarchy Movement (CMM)
Hoewel deze royalistische beweging voorafgaand aan de militaire interventie in Irak actief was in de oppositie490 is de politieke betekenis in Irak van het CMM klein. Het CMM beschikt over diverse kantoren verspreid over Irak. De partij beschikt in Irak nauwelijks over aanhang. De Constitutional Monarchy Movement heeft voorts afstand gedaan van een zetel in de IGC. Royal Democratic Alliance (RDA)
De RDA streeft naar eigen zeggen het herstel van het Hashemitische Koninkrijk Irak na. De organisatie wordt geleid door Nabil Janabi, een balling die sinds de val van Saddam Hoessein is teruggekeerd naar Irak. De RDA is overwegend Arabisch-nationalistisch gezind. De aanhang zou vooral uit soennitische Arabieren bestaan.
Iraqi Workers Communist Party (IWCP)
Deze partij had tot de militaire interventie het hoofdkantoor in Sulaymaniyya, dat inmiddels verplaatst is naar Bagdad. Voorafgaand aan de militaire interventie kon de IWCP vrij activiteiten verrichten in KRG/KDP- en KRG/PUK-gebied. De partij voert een marxistische koers. De relaties met verschillende islamitische partijen zijn gespannen. Taher Hassam is Secretaris-Generaal. Kurdistan Socialist Democratic Party (KSDP)
De `Kurdistan Socialist Democratic Party' (KSDP) behoort, na de KDP en de PUK, tot de grotere partijen in de KRG-gebieden.491 De KSDP is actief in PUK- gebied en beschikt over een meerderheid in de gemeenteraden van Said Saddiw en Qalat Deza, waar de partij de burgemeester levert. In Sulaymaniyya en Raniya
490 Zie actualisering algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, mei 2003.
491 In december jl. hebben de `Kurdistan Socialist Democratic Party' (KSDP) en de `Toiler's Party' besloten gezamenlijk verder te gaan als KSDP. De KSDP voert een socialistische koers, streeft een seculier staatsbestel na en is voorstander van een federale Koerdische staat. 102

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

levert de KSDP raadsleden. In de KRG/PUK-regering zetelt Khaled Ahmed Hoessein van de KSDP.
Islamic Movement of Iraqi Kurdistan (IMIK)
Zeer plaatselijk beschikt de `Islamic Movement of Iraqi Kurdistan' (IMIK) over aanhang in het noorden van Irak, te weten in Halabja, Khormal, Tawileh, Biyara en Ahmed Awah. De IMIK voerde tot 2001 het de facto bewind over Halabja en omgeving tot de PUK daar de macht overnam. De PUK is nadien in onderhandeling getreden met de IMIK. Voor zover bekend lijken de verhoudingen tussen de PUK en de IMIK sindsdien te zijn genormaliseerd.492 Het IMIK zou een fusie met de `Iraqi Islamic Party' nastreven. Het is niet bekend of hiertoe concrete stappen zijn ondernomen.
Uit de pers kon worden opgemaakt dat in september een aantal kleine partijen aankondigde zich te verenigen in het `Unified Iraqi Front'.493


492 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
493 Het zou gaan om `Democratic Constitution Party', `Movement for Building Iraq's Future', `Free Speech Party', `Islamic Iraq Movement', Liberal Independents Movement', `Unified Nasirite Pan-Arabist Party', `Iraqi Republican Party', `New Iraq Party', `Islamic Revolution Party', `Iraqi National Bloc', `Common Destiny Party', `Independent Progressive National Movement' en `Islamic Accord Movement'. (RFE/RL Iraq Report, vol. 6, no.38, 15 september 2003)
103

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


Bijlage 5. Landkaart

104

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


Bijlage 6. Tijdelijk reisdocument

105

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004


Bijlage 7. Incidenten
In aanvulling op de beschrijving van paragraaf 2.3 dient het volgende overzicht van voorbeelden van grotere incidenten. Het overzicht is niet uitputtend. Bagdad
Medio januari jl. viel een twintigtal dodelijke slachtoffers, overwegend Irakezen, en tientallen gewonden bij een bomaanslag in Bagdad toen een vrachtauto met explosieven tot ontploffing kwam bij de hoofdingang van het CPA-kantoor.494 Op 11 februari kwamen enkele tientallen Irakezen om als gevolg van een bomaanslag in het centrum van Bagdad, nabij een rekruteringscentrum voor het Iraakse leger.495 Op 2 maart jl., tijdens de sjiitische Ashura-viering496, vielen tientallen doden in Bagdad bij de Al-Kadhimiyah-moskee tengevolge van een grootschalige explosie, veroorzaakt door verschillende raketten.497 In april en mei kwam het regelmatig tot ongeregeldheden tussen aanhangers van Muqtada Al-Sadr en coalitiemilitairen in Bagdad, in het bijzonder in de sjiitische wijk Sadr City. Hierbij zijn tientallen aanhangers van Al-Sadr omgekomen.498 Op 1 juni vond een bomaanslag bij het kantoor van de PUK in Bagdad plaats waarbij een aantal doden is gevallen.
Het midden van Irak499
In Iskanderiyah, ten zuiden van Bagdad, vielen in februari jl. meer dan vijftig doden tengevolge van een autobomaanslag bij een politiebureau.500 In Fallujah vielen in februari circa dertig doden bij een aanslag op een politiebureau. Voorts
494 AFP, `Suicide car bomb kills 20, wounds 65 at US-led coalition HQ in Bagdad', 18 januari 2004. Ali B. Al-Shouk, `Massive bomb outside CPA palace kills at least 20', Iraq Today, 19 januari 2004. Reliefweb, `Baghdad blast toll stands at 24 dead: health minister', 19 januari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Car bomb detonates outside US headquarters in Baghdad', vol. 7, no. 3, 23 januari 2004.

495 BBC News, `Car bomb kills Iraq army recruits', 11 februari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Suicide car bombs target Iraqi police, military', vol 7, no. 5, 12 februari 2004.
496 Tijdens Ashura wordt de marteldood van de sjiitisiche geestelijke Hoessein herdacht.
497 Gelijktijdig vond een aanslag in Kerbala plaats. (RFE/RL Iraq Report, `Explosions rock Karbala and Baghdad on muslim holy day', vol. 7, no. 8, 5 maart 2004. ANP, `Ruim honderd sjiieten omgekomen door aanslagen in Irak', 2 maart 2004. Jim Krane, '15 people held in connection to suicide attacks on Shiite muslim pilgrims', 3 maart 2004.)
498 Trouw, `Sjiieten in Irak komen in opstand', 5 april 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 13, 8 april 2004. Zo werd uit de pers vernomen dat op 9 mei negentien leden van de militie van Al-Sadr omkwamen bij gevechten met coalitiemilitairen (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 17, 13 mei 2004.)

499 Met het midden van Irak wordt gedoeld op de provincies Babylon/ Babil, Wasit, Salah Ad- Din, Al-Anbar, Diyala (met uitzondering van het noordelijke deel dat onder het gezag van de KRG/PUK staat). Bagdad wordt apart beschreven in deze paragraaf.
500 RFE/RL Iraq Report, `Suicide car bombs target Iraqi police, military', vol. 7, no. 5. 12 februari 2004.
106

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

zouden bij deze aanslag tientallen gevangenen zijn bevrijd.501 Op 18 februari veroorzaakte een aanslag op een Poolse militaire basis nabij Hilla een tiental dodelijke slachtoffers.502
In april deed zich gewelddadig verzet tegen de aanwezigheid van de coalitie voor in verschillende steden in Irak, waaronder enkele plaatsen in het midden van het land, zoals Al-Kut en Kufa. In enkele steden werden overheidsgebouwen enkele dagen (tijdelijk) bezet door aanhangers van Muqtada Al-Sadr. Begin april voerden Amerikaanse coalitiemilitairen een operatie uit in Fallujah om de daders van de moord op vier Amerikaanse burgers op te sporen. Hierbij is een onbekend aantal doden gevallen. In de pers werd gesproken van verschillende aantallen, die zouden oplopen tot enkele honderden.503 Verschillende keren kwam het tot een wapenstilstand. Eind april werd een voorlopig akkoord tussen de strijdende partijen bereikt. De Amerikaanse coalitiemilitairen dienden zich volgens dit akkoord te herpositioneren. Voorts werd een Iraakse troepeneenheid in Fallujah geplaatst en vond de aanstelling van de Iraakse generaal-majoor Jassim Mohammed Saleh - onder Saddam Hoessein verbonden aan de Republikeinse Garde - plaats.504 De situatie in Fallujah maakte in april en mei een fragiele indruk. Verder deden zich onder meer in Kufa in mei gewelddadigheden voor gerelateerd aan het sjiitisch verzet. In Kufa zijn bijvoorbeeld op 10-11 mei meer dan tien doden gevallen onder leden van de militie van Al-Sadr bij gevechten met coalitiemilitairen.505 Later in mei vielen wederom in Kufa tientallen doden bij meerdere gewelddadige confrontaties.506 De Amerikaanse coalitiemilitairen zouden tientallen burgers die een huwelijksfeest vierden hebben omgebracht tijdens een militaire actie. Volgens berichten in de pers stelden de Amerikaanse autoriteiten echter een schuilplaats van buitenlandse strijders te hebben aangevallen.507
Diverse keren zijn burgers ­ zowel Irakezen als buitenlanders - die voor buitenlandse, vooral westerse, bedrijven werkten zijn slachtoffer geweest van geweld.508

501 ANP, `Doden door aanslag in Fallujah', 14 februari 2004. `Mariam Fam, `Rebel assault routs Iraqi security forces in Fallujah', 15 februari 2004. Abdul Rahman Al-Juburi, `Falluja. The war continues', Iraq Today, 16 februari 2004.
502 ANP, `Doden en gewonden bij aanslag op Poolse basis in Irak', 18 februari 2004.
503 NRC Handelsblad, `Regeringsraad Irak hekelt optreden VS', 10 april 2004. Reliefweb, AFP, 13 april 2004.

504 De IGC heeft kritiek geuit op de aanstelling van deze generaal vanwege diens betrokkenheid bij het regime van Saddam Hoessein. (Press Statement Ahmad Chalabi, Sayed Mohammed Bahrululum, Adel Abdul Mahdi, Bagdad, 1 mei 2004. AP, 3 mei 2004.)
505 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 17, 13 mei 2004.
506 Volkskrant/Reuters/AP, `Tientallen doden bij strijd Kufa', 24 mei 2004. ANP, 25 mei 2004.
507 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 18, 21 mei 2004. Volkskrant, `Video brengt Amerikanen in verlegenheid', 25 mei 2004. AP, `US reportedly kills 40 Iraqis at party', 20 mei 2004.
508 Onder meer dienen hier de volgende voorbeelden. Eind januari werden twee Iraakse werknemers van CNN doodgeschoten nabij Mahmudiyah, ten zuiden van Bagdad. (`Roadside bomb kills American soldier in Baghdad', 16 februari 2004.) Ten zuiden van Bagdad werden 107

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Het noorden van Irak509
Op 1 februari jl. stierven meer dan honderd mensen bij een dubbele zelfmoordaanslag op de kantoren van de KDP en de PUK te Erbil. Hierbij vonden vele partijleden de dood, waaronder KRG/KDP-vicepremier Mohammed Mahmood Abdulrahman en de gouverneur van Erbil, Akram Mintik.510 De aanslag is opgeëist door Ansar Al-Sunnah, een soennitische militante organisatie. Er zijn verschillende berichten verschenen die duiden op een onrustige situatie in de buurt van Mosul tijdens de verslagperiode.511 Vooral in maart deden zich verschillende incidenten voor. Personen (verondersteld) verbonden (te zijn) aan de coalitie en internationale organisaties zijn slachtoffer geweest van geweld.512 Verschillende keren zijn aanslagen gepleegd, soms met dodelijke gevolgen, op politiepersoneel en -kantoren en overheidsinstellingen in Mosul.513 Eind april kwamen in Mosul vier Irakezen om toen een ziekenhuis en een hotel met raketten werden bestookt, zo werd uit de pers vernomen.514

in maart twee Amerikaanse burgers, werkzaam voor het Amerikaanse ministerie van Defensie, en een Iraakse tolk, neergeschoten bij een wegversperring. (Lee Keath, `Insurgents kill two American coalition officials, iraqi translator in attack south of Baghdad', AP, 10 maart 2004. Lee Keath, `Slaying of US coalition members raises concern', AP, 12 maart 2004.) Op 16 maart werden een Nederlandse en een Duitse burger doodgeschoten in de omgeving van Hilla. (ANP, `Nederlander omgekomen bij aanslag Bagdad', 16 maart 2004. Christopher Torchia, `Attacks on foreign civilians suggest rebel effort to undermine Iraq reconstruction', AP, 17 maart 2004.)
509 Met het noorden van Irak wordt gedoeld op de provincies Dohuk, Erbil, Sulaymaniyya, Nineveh en Kirkuk (ook wel Al-Ta'mim). Hieronder vallen mede de gebieden onder de KRG/KDP en KRG/PUK.

510 BBC News, `Iraqi Kurds count cost of attacks, 2 februari 2004, Trouw, `Noord-Irak/ Top Koerden doelwit van aanslagen', 2 februari 2004. Volkskrant, `Leiding Koerden Irak voor groot deel weggevaagd', 3 februari 2004.
511 UNHCR, Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1 maart 2004. AFP, `Deux Irakiens tués et trois blessés dans des attaques à Mossoul', 22 februari 2004.

512 Zo werden vier Amerikaanse medewerkers van een internationale humanitaire organisatie medio maart om het leven gebracht in de buurt van Mosul. (Christopher Torchia, `Attacks on foreign civilians suggest rebel effort to undermine Iraq reconstruction', AP, 17 maart 2004. IRIN, `Four aid workers killed in north', 16 maart 2004.) Ook is in dezelfde stad een tolk werkzaam voor de Amerikaanse coalitiemilitairen, doodgeschoten. (Christopher Torchia, `Attacks on foreign civilians suggest rebel effort to undermine Iraq reconstruction', AP, 17 maart 2004. Maher Al-Thanoon, `Iraqi woman translator shot dead in Mosul', 16 maart 2004.)

513 Al-Manar, `Unidentified gunmen kill Mosul police chief, formy army officer', 25 februari 2004. AP, `In Mosul, grenade goes off in government building, injuring seven', 9 maart 2004. Reuters, `Two Iraqis killed by insurgents in Mosul attack', 7 maart 2004. RFE/RL Iraq Report, `Gunmen assassinate high ranking Mosul policeman', vol 7, no 7, 27 februari 2004. Reuters, `Guerillas ambush, fire mortars at Iraqi police', 4 maart 2004. AP, `Attckers kill local council member', 8 maart 2004.
514 BBC News, `Bremer warns of `explosive' Najaf', 25 april 2004. Reuters, 25 april 2004. 108

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Twee buitenlandse werknemers werden doodgeschoten in Kirkuk op 10 mei, zo werd uit de media vernomen.516 Ook zouden in Kirkuk, volgens de pers, vier mensen zijn omgekomen bij een bomaanslag op een markt op 11 mei.517 Op 24 mei werd een Turkmeense politicus in Kirkuk doodgeschoten.519 Het zuiden van Irak520
Begin januari vielen er enkele doden bij een demonstratie in Amara. De berichten zijn niet eenduidig. Er wordt beweerd dat alleen Iraakse politie zou hebben geschoten, andere bronnen stellen dat ook coalitiemilitairen van het VK zouden hebben gevuurd. Sommige bronnen stellen dat betogers gooiden met stenen, terwijl andere melden dat betogers schoten op de politie en dreigden met handgranaten.521 Ook in Al-Kut in januari jl. sprake van onrust naar aanleiding van een demonstratie van enkele honderden Irakezen.522 Op 2 maart jl. kwam een serie bommen tot ontploffing in Kerbala tijdens de sjiitische viering Ashura, waarbij tientallen doden vielen.523 In april en mei was het in verschillende steden in het zuiden zeer onrustig tengevolge van gewelddadigheden gerelateerd aan het sjiitische verzet. In Najaf vielen bij verschillende confrontaties tussen coalitiemilitairen en aanhangers van Muqtada Al-Sadr doden onder Irakezen en
515 AFP, 26 april 2004.

516 BBC News, `Foreign workers shot dead in Iraq', 10 mei 2004.
517 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 17, 13 mei.
518 BBC News, `Foreign workers shot dead in Iraq', 10 mei 2004.
519 Reuters, 25 mei 2004.

520 Met het zuiden van Irak wordt gedoeld op de provincies Najaf, Kerbala, Al-Muthanna, Basra, Dhi Qar, Maysan en Al-Qadisiyah.

521 Volkskrant, `Zuid-Irak toneel van bloedige rellen', 12 januari 2004. AFP, `Six killed, eleven injured in clash between protesters and British and Iraqi security forces', 10 januari 2004. Nadia Abou El-Magd, `Shiite muslim riot reflects growing frustration with US-led occupation', AP, 12 januari 2004. RFE/RL Iraq Report, `Five Iraqis killed when protest turns violent in Al-Amarah', vol 7, no. 2, 16 januari 2004.
522 Er zou een dode zijn gevallen. (Nadia Abou El-Magd, `Shiite muslim riot reflects growing frustration with US-led occupation', AP, 12 januari 2004. Volkskrant, `Soldaten VS doden vier Irakezen in Fallujah', 14 januari 2004.)
523 Tegelijkertijd werd een aanslag gepleegd in Bagdad waarbij eveneens tientallen doden vielen. (RFE/RL Iraq Report, vol. 7, no. 8, 5 maart 2004. ANP, `Ruim honderd sjiieten omgekomen door aanslagen in Irak', 2 maart 2004. CPA Briefing, 2 maart 2004) 109

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

coalitiemilitairen.524 Ook in Kerbala was het onrustig en vielen doden bij gevechten tussen coalitietroepen en aanhang van Muqtada Al-Sadr.525 Provincies als Al-Muthanna en Dhi Qar, waar het eerder relatief rustig was, werden in de verslagperiode in meerdere mate geconfronteerd met geweld. Op 10 mei kwam een Nederlandse militair om tengevolge van een aanslag in As- Samawah. In mei deden zich diverse schermutselingen voor in en rondom deze stad waarbij enkele doden zijn gevallen. In Nassiriya, provincie Dhi Qar, is het meerdere malen onrustig geweest. Aanhangers van Al-Sadr hebben bijvoorbeeld in mei in deze stad onder meer het CPA-gebouw bestookt met mortieren. Ook werden politiebureaus bezet. Bij gevechten tussen coalitiemilitairen en leden van de militie van Al-Sadr zijn doden gevallen.
In Basra vonden tientallen mensen de dood tengevolge van een serie zelfmoordaanslagen op 21 april jl. Enkele bommen ontploften bij politiebureaus. Onder de slachtoffers bevonden zich ook burgers, waaronder kinderen.526 In de buurt van Basra en Amara zouden tien Irakezen zijn gedood bij gevechten met Britse coalitiemilitairen.527


524 BBC News, `US foprces battle Shia militiamen', 27 april 2004. ANP, `Doden en gewonden door aanslag Najaf', 3 mei 2004. BBC News, `Cleric urges end to Najaf batlle', 14 mei 2004. AP, `US troops come under mortar fire, clash with Shiite militiamen', 4 mei 2004. NRC Handelsblad, `Strijd in Irak tussen VS en milities Al-Sadr', 22 / 23 mei 2004. Volkskrant, `Tientallen doden bij strijd Kufa', 24 mei 2004. NRC Handelsblad, `Iraakse heilige plaatsen centra van geweld', 24 mei 2004. ANP, `Strijders trekken zich terug uit Najaf', 27 mei 2004. AFP, `Neuf Irakiens tués et 33 blessés dans les affrontements à Najaf', 26 mei 2004.
525 Op 11-12 mei zouden meer dan twintig leden van het Al-Mahdi-leger van Al-Sadr zijn omgekomen bij gevechten met coalitiemilitairen. (BBC News, `Sadr tells Mehdi army to fight on', 12 mei 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 17, 13 mei 2004.) Later in mei zouden acht Irakezen zijn gedood bij dergelijke gevechten in Kerbala.(RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 18, 21 mei 2004)

526 BBC News, 21 april 2004.

527 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 18, 21 mei 2004. 110

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Literatuurlijst
Naast de in de inleiding genoemde bronnen is gebruik gemaakt van de volgende bronnen en publicaties:
ABC Online
AFP
`Agreement between PUK and Turkmen Front', 26 augustus 2003 Al-Ittihad
Aljazeera.net
Al-Jazeera.com
Al-Majallah
Al-Manar
Al-Quds
Al-Sharq Al-Awsat
American Forces Press
Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003
Amnesty International, `On whose behalf? Human rights and the economic reconstruction process in Iraq', MDE 14/128/2003, 20 juni 2003
Amnesty International, `Iraq. The need for security', MDE 14/143/2003, juli 2003 Amnesty International, Press release, `Iraq: Amnesty International in Basra ­ field update May 8 2003, MDE 14/110/2003, 8 mei 2003
Amnesty International, `Iraq. One year on the human rights situation remains dire', maart 2004.
Amnesty International, `Incommunicado detention / fear of torture', MDE/14/004/2004, 4 maart 2004
111

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Anatolia
ANP
BBC News
CBS News
CIA World Fact Book
Council of the European Union, 13575/03, 14 oktober 2003 CPA Operational threat warning daily updates
CPA Public Affairs Office
CPA regelgeving, verordeningen, memoranda:
http://www.cpa-iraq.org/regulations/index.html#Orders CPA, Memorandum 3, `Criminal procedures', 18 juni 2003-12-05 CPA, Verordening 1. `De-Baathification of Iraqi society', 15 mei 2003 CPA, Verordening 14, `Prohibited Media Activity', 10 juni 2003 CPA, Verordening 27, `Establishment of the facilities protection service', 7 september 2003
CPA, Verordening 28, `Establishment of the Iraqi Civil Defense Corps', 9 september 2003 CPA, Verordening 71, `Order on Local Government', 6 april 2004 Danish Immigration Service, `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus, Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003 DFID Iraq Updates
The Economist
Economist Intelligence Unit, Country Report Iraq, september 2003 FBIS Iraq
112

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

The Financial Times
Fischer Weltalmanach, 1996
Free Republic (www.FreeRepublic.com)
Govari Gulan
The Guardian
Harenberg Länderlexikon, 1995/1996
Hawlati
Human Rights Watch, `Basra: Crime and insecurity under British occupation', vol. 15, no.6 juni 2003
Human Rights Watch, `Climate of fear. Sexual violence and abduction of women and girls in Baghdad', juli 2003
Human Rights Watch, `Iraq: Justice needs international role', 16 juli 2003 Human Rights Watch News, `Iraq: US military responses imperil jounalists', 24 september 2003
Human Rights Watch, `Iraq: Avoid harm to civilians', 16 april 2004. Hurriyet
ICG, Middle East Briefing report no. 17, `Governing Iraq', Baghdad, Washington, Brussels, 25 augustus 2003
ICG Middle East Briefing `Iraq's shiites under occupation', 9 september 2003 ICG Middle East Briefing, `Baghdad: Race against the clock', Baghdad, Washington, Brussels, 11 juni 2003
ICG Middle East Report no 26, `Iraq's Kurds: Towards an historic compromise?', 8 april 2004
ICG, Middle East Report no 27, `Iraq's transition: on a knife edge', Baghdad, Brussel, 27 april 2004
113

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

IDP Global Database (www.idpproject.org)
IGC (www.igc-private.ch)
International Federation of Journalists
Iraq Press Online
Iraq Today
ICRC, `Report of the International Committee of the Red Cross (ICRC) on the treatment by the coalition forces of prisoners of war and other protected persons by the Geneva conventions in Iraq during arrest, internment and interrogation', februari 2004 IRIN Iraq
IWPR Iraq Crisis Report
Jordan Times
Kurdistan Nuwe
KurdSat
Kuwait Al-Watan
Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004 Mena
Middle East Intelligence Bulletin, vol. 5, no.6., juni 2003 Middle East International
Mideast Mirror
Milan Il Giornale
Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Defensie, `Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer', 22 oktober 2003, DAM/GO 485/03 114

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Ministerie van Buitenlandse Zaken, `Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer', DVB/CV ­329/03, 14 november 2003
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DVB/CV-020/2004, 23 januari 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DAM/GO-133/04, 5 maart 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DAM/GO-208/04, april 2004.
Nederlands Dagblad
Newsmax.com
Newsweek
The New York Review
The New York Times
Norwegian Immigration Appeals Board / Utlendingsnemnda, `Report from a fact-finding mission to northern Iraq, Syria and Jordan, 27 augustus ­ 11 september 2003', gepubliceerd in november 2003.
NRC Handelsblad
Opzij
Oxford Analytica
Paris Le Monde
Het Parool
Reliefweb
Reporters without borders
Reuters
RFE/RL Iraq Report
115

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

Sabah
Generaal A.M. Taguba, `Article 15-6 Investigation of the 800th military police brigade' De Telegraaf
Time Magazine
Turkish Daily News
Turkiye
United Kingdom Home Office, Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin', juni 2003
United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 8/2003, 15 december 2003. UN Assistance Mission in Iraq (UNAMI), `Situation report, 12 ­18 april 2004', 18 april 2004.
UNHCR News Stories: `Iraqi refugees in Iran look homewards with longing', 12 juni 2003 UNHCR Briefing Notes: `UNHCR requests extension of moratorium on forcible return', 4 juli 2003
UNHCR News Stories, `Iraq still volatile, so Iraqis abroad need continued protection, says UNHCR', 14 november 2003
UNHCR Briefing Notes, `Iraqi asylum seekers: UNHCR urges continued temporary protection until further notice', 14 november 2003. UNHCR News release, `Iraqi refugees in Iran return home with the help of UNHCR', 19 november 2003
UNHCR, `Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1 maart 2004
United Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 24 of Security Council resolution 1483' (2003)
United Nations Security Council, `Resolution 1511' (2003) 116

Algemeen ambtsbericht Irak 3 juni 2004

United Nations Security Council, `Resolution 1500' (2003) United Nations Security Council, S-2004/140, 23 februari 2004. United States Department of Defense News Briefing, Linton Wells II, PDASD (Networks and Information Integration), 1 augustus 2003
United States Department of State, Bureau of Public Affairs United States HQ Central Command, `Statement regarding operation in Mosul, Iraq', 22 juli 2003
United States Bureau of International Information Programs Voice of America
De Volkskrant
Washington Post
White House Report, `Bush discusses progress on Iraqi police force with Kerik', 3 oktober 2003
World News Connection
World Socialist Website (www.wsws.org)
Xinhua
117


---- --