Grensoverschrijdend bankieren niet zo rendabel
De grootste banken ter wereld zijn de afgelopen jaren erg actief
geweest in het buitenland, en hebben grote overnames gedaan. Banken
die het hardst gegroeid zijn in het buitenland, hebben over het
algemeen het laagste rendement voor hun aandeelhouders gegenereerd.
Banken die zich daarentegen terugtrokken uit het buitenland,
genereerden het meeste aandeelhoudersrendement. De banken hebben
minder rendement verdiend op hun buitenlandse activiteiten dan in hun
thuismarkt. Bovendien leidt het spreiden van bankactiviteiten over
meerdere landen niet tot een stabielere winstontwikkeling voor de
banken.
Dit zijn enkele conclusies uit het proefschrift dat Alfred Slager zal
verdedigen op 1 juli 2004. Slager hoopt die dag te promoveren aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor het onderzoek heeft Slager de
internationalisatie strategieën van de 44 grootste banken ter wereld
tussen 1980 en 2000 onderzocht aan de hand van een aantal vragen:
waarom gingen ze naar het buitenland, hoe gingen ze naar het
buitenland, en wat hebben de banken met de internationalisatie bereikt
voor de winstgevendheid van de bank en rendement voor de
aandeelhouders.
Uit het onderzoek blijkt allereerst dat waarom banken naar het
buitenland gaan in eerste instantie niet veel afwijkt van bedrijven:
het zoeken naar meer winstgevendheid mogelijkheden, meer
groeimogelijkheden, maar ook het volgen van de andere banken die naar
het buitenland gaan. Verder hebben banken zich gevestigd in de grote
buitenlandse financiële centra, met name om meer provisie inkomsten
dan in de thuismarkt te verdienen. Banken volgen ook de eigen cliënten
die naar het buitenland gaan.
Voor de hoe vraag is in de studie 5 internationalisatie strategie
types ontwikkeld. Hiervoor is ondermeer voor elke bank een index
opgesteld die de mate van internationalisatie bepaalt. Het
proefschrift levert naast een beschrijving van de internationalisatie
strategieën van de grootste banken een antwoord op wat hoe succesvol
die internationalisatie strategieën geweest zijn. Het antwoord hierop
is teleurstellend. Allereerst blijken banken de meeste winst in de
thuismarkt te maken, en niet zozeer in de buitenlandse markten. Over
het algemeen is het zelfs zo dat naarmate de mate van
internationalisatie groter is, de winstgevendheid lager uitvalt. Een
vergelijkbaar effect is dan ook zichtbaar bij aandeelhoudersrendement:
banken die het sterkst hebben uitgebreid in het buitenland hebben
tevens het minste aandeelhoudersrendement gegenereerd, banken die zich
daarentegen terugtrokken realiseerden weer het meeste rendement. Een
interessante uitzondering zijn banken die altijd al veel in het
buitenland zaten, zij genereerden ook het meeste
aandeelhoudersrendement: zij hadden blijkbaar een lange tijd nodig om
de buitenlandse activiteiten op een goede manier te integreren in hun
organisatie.
Het onderzoek loopt tot 2000, maar is relevant voor ontwikkelingen
waar banken momenteel mee worstelen. Na gevolg van recente fusies
tussen de grootste Amerikaanse banken spelen Europese banken met de
vraag of zij verder moeten groeien door buitenlandse fusies en
overnames.
Voor nadere toelichting:
Erasmus Universiteit Rotterdam
Rotterdam School of Management
Afdeling Communicatie & Externe Betrekkingen
Bas Schreiner
010 4081831, b.schreiner@fbk.eur.nl
Een Engelstalige samenvatting van het proefschrift is op aanvraag
verkrijgbaar
Rotterdam School of Management (RSM), de business school van de
Erasmus Universiteit, is een internationaal topinstituut op het
gebied van managementonderwijs en -onderzoek. De school behoort tot de
internationale top van de business schools en is vermaard vanwege haar
internationale uitstraling en vernieuwende programma's.
Erasmus Research Institute of Management is de onderzoekschool van de
Rotterdam School of Management en de faculteit Economische
Wetenschappen
30 jun 04 09:00
Erasmus Universiteit Rotterdam