European Commission

IP/04/824

Brussel, 30 juni 2004

Mobiliteit van onderzoekers: de Europese Unie stelt nieuwe vooruitzichten en mogelijkheden voor

Naar aanleiding van het colloquium Fuite ou circulation des cerveaux : nouveaux dfis dat vandaag in Parijs is gehouden, heeft Europees onderzoekscommissaris Philippe Busquin het nieuw Europees netwerk van mobiliteitscentra voor onderzoekers ERA-MORE gestart. Dit nieuwe instrument dat 200 centra in 33 landen samenbrengt en dat de Europese portaalsite voor de mobiliteit van onderzoekers aanvult, moet ertoe bijdragen de informatie en de praktische ondersteuning voor onderzoekers in Europa te verbeteren. Deze gebeurtenis was n van de hoogtepunten van de twee dagen (29 en 30 juni) die in het teken stonden van de mobiliteit van de onderzoekers. De heer Franois d?Aubert, alsook meer dan 700 wetenschappers en vertegenwoordigers van lokale autoriteiten, onderzoeksorganisaties, de industrie en de media namen daaraan deel. Gisteravond wijdde de zender ARTE een avond aan de mobiliteit van onderzoekers en zond de documentaires Profession : Chercheurs en Femmes de tte die door ARTE en de Europese Commissie zijn gecoproduceerd.

Commissaris Busquin verklaarde: Het is noodzakelijk zo snel mogelijk concrete oplossingen te vinden die ons in staat stellen de hinderpalen die de geografische en intersectorale mobiliteit momenteel in de weg staan, te overwinnen, wetenschappelijke carrires op te waarderen en Europa aantrekkelijker te maken. Vandaag voeren we een echte mobiliteitsstrategie uit, maar dat is niet voldoende. Daarom heb ik voorgesteld dat mobiliteit n van de prioriteiten wordt in het kader van de nieuwe financile vooruitzichten van Europa, maar ook het hoofdthema van een brede bewustmakingscampagne bij het grote publiek getiteld Onderzoekers in Europa die volgend jaar door de Europese Commissie zal worden gestart..


700 000 nieuwe onderzoekers

De aangegane politieke verbintenissen op de Europese Raden van Lissabon in maart 2000 en van Barcelona in maart 2002 hebben aanzienlijke gevolgen voor de situatie van de onderzoekers in Europa. Opdat het streefpercentage van 3% van het BBP voor onderzoek zou worden bereikt, moet de Unie vr 2010 niet minder dan 700 000 onderzoekers aanwerven.

Nieuwe initiatieven

In dit verband heeft de Europese Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten een reeks initiatieven gelanceerd die tot doel hebben de Europese Unie aantrekkelijker te maken voor onderzoekers uit de hele wereld, de hinderpalen die de mobiliteit van de onderzoekers in Europa in de weg staan te overwinnen en het beroep van onderzoeker op Europees niveau te promoten. Deze projecten omvatten:
* De oprichting van een Europees netwerk van mobiliteitscentra (ERA-MORE). Met 200 centra verspreid over 33 landen in Europa en buiten de Unie, verleent het netwerk persoonlijke ondersteuning aan de onderzoekers en hun gezin.

* Een nieuwe portaalsite over mobiliteit, ERA-Careers, die is bestemd voor onderzoekers en die niet alleen het zoeken van werk maar ook het ter beschikking stellen van uitvoerige informatie en bijwerkingen van de financile mogelijkheden en van de geldende wetgeving beoogt te vergemakkelijken:
http://europa.eu.int/eracareers/index_en.cfm
* Het initiatief Onderzoekers in Europa voor 2005, een brede bewustmakingscampagne op Europees niveau die tot doel heeft de sociale erkenning van het beroep van onderzoeker in Europa te