European Commission

IP/04/840

Brussel, 1 juli 2004

De Commissie dringt bij de lidstaten aan op een snellere openstelling van de elektriciteits- en gasmarkt

Krachtens Europese wetgeving die vorig jaar is vastgesteld, krijgen ondernemingen op 1 juli 2004 vrije toegang tot de elektriciteits- en gasmarkt. Met ingang van vandaag moeten miljoenen bedrijven in de oude en nieuwe lidstaten voor hun energiebevoorrading de vruchten kunnen plukken van de concurrentie op de energiemarkt. Intussen blijkt evenwel dat de meeste lidstaten vertraging hebben opgelopen bij de tenuitvoerlegging van de wetgeving en dat nog n en ander moet worden gedaan om de uitgangspositie voor alle spelers in de 25 lidstaten gelijk te trekken. Vice-voorzitter van de Commissie, mevrouw de Palacio, wijst erop dat de lidstaten in 2003 een overeenkomst hebben bereikt over een wetgevingskader voor een concurrerende en eerlijke elektriciteits- en gasmarkt, waarin doeltreffende regels zijn opgenomen, onder meer over de scheiding van de netwerken en een verregaande bescherming van de consument. Haars inziens is het nu de beurt aan de lidstaten om hun verantwoordelijkheid op zich te nemen en hun krachtige belofte om de markten tegen deze maand open te stellen, gestand te doen.

Overeenkomstig de in juni 2003 door de Raad en het Parlement vastgestelde richtlijnen mogen alle bedrijven met ingang van 1 juli 2004 vrij kiezen bij welke leverancier zij hun elektriciteit en gas betrekken. Particuliere verbruikers krijgen deze mogelijkheid uiterlijk in juli 2007. Ter bevordering van de concurrentie is in de richtlijnen gestipuleerd dat er een scheiding moet bestaan tussen de netwerkexploitanten en de onderdelen van de gas- en elektriciteitssector waar concurrentie mogelijk is, met name productie en bevoorrading. Bovendien moeten alle lidstaten een onafhankelijke regelgevende instantie aanwijzen om discriminatie te voorkomen. Tot slot mogen de lidstaten op grond van de richtlijnen openbare-dienstverplichtingen opleggen op het gebied van zekerheid, regelmaat, kwaliteit en prijs van de bevoorrading en op het gebied van milieubescherming, en mogen zij met name een universele dienstverlening garanderen voor kleine ondernemingen ? waarmee wordt bedoeld dat deze bedrijven het recht hebben om tegen een redelijke, gemakkelijk en duidelijk vergelijkbare en transparantie prijs te worden voorzien van elektriciteit van een goede kwaliteit.

De Commissie betreurt dat de meeste lidstaten te laat zijn met de tenuitvoerlegging van deze wetgeving, die nochtans essentieel is om alle spelers in de EU dezelfde vertrekpositie te garanderen.

In de praktijk wordt de vrijheid van ondernemingen om hun energieleverancier te kiezen, beperkt door de dominante marktpositie van bepaalde energiebedrijven. Uit het Third Benchmarking Report on the Implementation of the Internal Electricity and Gas Market komt naar voren dat een groot aantal markten nog steeds wordt gedomineerd door een beperkt aantal leveranciers, met een zeer krappe onderhandelingsmarge voor de industrile verbruikers tot gevolg. Dit alles neemt niet weg dat de openstelling van de markt een positieve impact heeft gehad op de elektriciteitsprijzen, zoals blijkt uit de rele prijsdalingen van 10-15% sinds 1995. De recente prijsstijgingen ten opzichte van de scherpe daling die onmiddellijk na de eerste fase van de openstelling optrad, is hierin verrekend. Net zoals op de meeste markten waar de concurrentie voet aan de grond krijgt, zullen de prijzen fluctueren onder invloed van marktgebonden en andere factoren als de bescherming van de consument of het milieu en de zekerheid van de bevoorrading. Op de lange termijn zullen de gevolgen van de Verordening betreffende de grensoverschrijdende handel in elektriciteit en een betere interconnectie mee bijdragen tot de verdere openstelling van de markt.
---

Richtlijn 2003/54/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PB L 176 van 15.7.2003) en Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (PB L 176 van 15.7.2003).

Ondernemingen met minder dan 50 personen in dienst en een jaaromzet of een financile balans van ten hoogste 10 miljoen euro.

http://europa.eu.int/comm/energy/electricity/benchmarking/index_en.htm

Verordening (EG) nr. 1228/2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (PB L 176 van 15.7.2003).