Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) presenteert op 1 juli 2004 twee publicaties. De presentatie vindt plaats om 13.00 uur in de Muiderkerk te Amsterdam-Oost.

De eerste publicatie Familienaam & verwantschap van geëmancipeerde slaven in Suriname is een database met informatie over alle personen die in 1863 in Suriname hun vrijheid verkregen. Het boek, dat in totaal 1520 pagina s omvat en voorzien is van twee landkaarten, is geschreven door prof. dr. H.E. Lamur. In de bijlage vindt een uitgebreidere samenvatting.

De tweede publicatie, getiteld Trouw aan de Blanken is geschreven door dr. Frank Dragtenstein. Het boek verhaalt over de slaaf Quassie, die internationale faam verwierf door de ontdekking van het geneeskrachtige kruid Quassiebita, maar ook een spion en verrader was. Eveneens bijgevoegd vindt u een uitgebreidere samenvatting.

Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis opende medio vorig jaar officieel de deuren. Het NiNsee, gevestigd aan de Linnaeusstraat 35 F, is een kenniscentrum dat vanuit verschillende invalshoeken wetenschappelijk onderzoek doet naar het Nederlandse slavernijverleden en de gevolgen daarvan voor de huidige samenleving. Het instituut bestaat uit vier afdelingen, te weten het museaal domein, het onderzoeksdomein, het educatief domein en het documentatiedomein.

De publicaties van prof. dr. H.E.Lamur en dr. F. Dragtenstein zijn de eersten in het korte bestaan van het NiNsee. Vorig jaar, om precies te zijn op 17 december 2003, opende het NiNsee tevens de tentoonstelling Doorbreek De Stilte . De expositie laat zien hoe het slavernijsysteem door de West Indische Compagnie en de Middelburgse Commercie Compagnie georganiseerd was in Nederland, West-Afrika, Suriname en de Nederlandse Antillen. Daarnaast krijgt de bezoeker contextinformatie waarin de belangrijkste feiten en gebeurtenissen op een rij worden gezet.

U bent van harte welkom bij de presentatie in de Muiderkerk op:


1 juli 2004

13.00 tot 14.30 uur

Linnaeusstraat 35 F

1093 EE, Amsterdam

Op 1 juli vindt vanaf 11.00 uur tevens de Nationale Herdenking Afschaffing Slavernij plaats. De herdenking wordt gehouden in het Oosterpark te Amsterdam nabij het Nationaal Monument Afschaffing Nederlandse Slavernij. Naast diverse korte culturele optredens van onder andere Afrikan Sranan Mama (Suriname), Charles Marcos (Nederlandse Antillen) en Sempe Youngsters (Ghana) worden er toespraken gehouden door o.a. een vertegenwoordiger van het Nederlands kabinet, de loco burgemeester van Amsterdam M. van der Horst en de Antilliaanse auteur Frank Martinus Arion.

Voor meer informatie tel. (020)-568 8 568 of info@ninsee.nl

---

Quassie, de ultieme genezer?

De verhalende geschiedenis van Suriname en de Nederlandse Antillen kent vele slaven die een bijzondere (helden)rol spelen. Dr. Frank Dragtenstein schrijft in zijn laatste publicatie 'Trouw aan de Blanken'. Quassie van Nieuw Timotibo, Twist en Strijd in de 18e eeuw in Suriname, over een bijzondere persoonlijkheid uit de Nederlandse koloniale geschiedenis.

Quassie kwam oorspronkelijk uit West-Afrika, vermoedelijk uit Tjedu, waar hij in 1962 het levenslicht zag. Geheel volgens de Afrikaanse traditie werd de naam Quassie gegeven aan mannen die op zondag werden geboren. Hij moest vrij jong geweest zijn toen hij per schip naar Suriname werd vervoerd, waar hij tot slaaf werd gemaakt. Ondanks de erbarmelijke levensomstandigheden voor Quassie en zijn lotgenoten werd hij toch bijna honderd jaar. Misschien kwam dat ook doordat hij op latere leeftijd werd vrijverklaard wegens bijzondere verrichtingen voor het Koloniaal Bestuur. Bij het overlijden van Quassie in 1787 schreef de Surinaamse dichter Hendrik Schouten het grafschrift Quassie, de ultieme genezer.

Quassie is de geschiedenis ingegaan als lukuman (ziener) en traditionele geneesheer. Hij werd internationaal bekend door de ontdekking van het kruid Quassiebita. Deze plant bleek een grote geneeskracht te bezitten. Van zowel de stam als de wortel maakte Quassie medicijn dat redding bood voor velerlei kwalen. Het versterkte de maag, bevorderde de eetlust, hielp tegen maag- en darmklachten en was een afwerend middel tegen koorts. Vandaag de dag is deze plant nog steeds een onmisbaar bestanddeel in de farmaceutische industrie. In de medische wetenschap is de Latijnse benaming van deze plant Quassica Amara Linnaeus.

Hoewel Quassie's ontdekking internationale bekendheid verwierf, leverde hem dat niet veel op. Wel kon hij goed leven van beloningen van het Koloniaal Bestuur. Die kreeg hij door strategische informatie door te spelen over de plannen van slaven, die het koloniale bewind omver wilden werpen. Ook leverde hij gevangen slaven aan het Koloniaal Bestuur uit. Hierin was hij heel fanatiek, getuige de rol die hij speelde bij de gevangenname van Boni, een van de meest militante verzetsstrijders uit de Surinaamse geschiedenis. Het hoeft geen betoog dat het Koloniaal Bestuur erg blij was met Quassie. Hij werd in 1776, als blijk van waardering zelfs aan het hof ontvangen door Prins Willem V.

Quassie was dus niet alleen een beroemd en getalenteerd geneesheer, maar ook een spion en verrader. In de geschiedenisboeken is hij echter voort gaan leven als een held. Ook binnen de orale traditie kijken Afro-Surinamers met waardering en trots terug op de bijzondere prestaties van Quassie. Maar door nieuw historisch onderzoek lijkt daar nu een eind aan te komen. Quassie, de ultieme verrader?

Auteur Frank Dragtenstein is historicus, docent geschiedenis en wetenschappelijk onderzoeker bij het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). Hij studeerde aan de universiteiten in Leiden en Utrecht en promoveerde op een thema uit de slavernijgeschiedenis. Hij is de co-auteur van het boek Manumissies in Suriname, 1833-1863 en auteur van De ondraaglijke stoutheid der wegloopers.

---- --

|                                                                                          |                |              |              |
Zoeken naar voorouders

Het boek Familienaam & verwantschap van geëmancipeerde slaven in Suriname biedt een veelheid aan gegevens over de 35.000 slaven die op 1 juli 1863, bij de afschaffing van de slavernij in Suriname de vrijheid kregen. Voor elk van de 35.000 slaven is een veelheid aan informatie, voorzover in de bronnen vermeld, in de publicatie verwerkt. Het gaat onder meer om de volgende gegevens per individuele slaaf: familienaam, voornamen, leeftijd, beroep, verwantschappen, de plantage waar de slaaf werkte. Van sommige slaven bevat het boek tevens gegevens over het huwelijk dat zij na 1863 sloten, alsmede de namen van de kinderen die door de man werden erkend. Naast informatie over de identiteit van de vader/ het vaderschap, zijn ook gegevens over het pleegouderschap in het boek te vinden. Verder zijn in de publicatie ook vermeld, de namen van verschillende slaveneigenaars en hun adres in Paramaribo.

De studie kan op onderdelen als een aanvulling op de bevolkingsadministratie van de overheid worden beschouwd, en is alleen al om die reden voor de overheid van belang bij het verstrekken van informatie die vereist is voor de verdeling van erfenissen. Het boek is ook onmisbaar voor personen die van de eigen familie een stamboom willen opmaken, door deze studie te raadplegen naast andere bronnen. Verder kan dit boek ook worden gebruikt als een bron van informatie ten behoeve van het verrichten van wetenschappelijk onderzoek naar de slavernij, kort voor de afschaffing van dit stelsel. Zo bevat de studie informatie over de jeugdige leeftijd waarop sommige slavinnen hun eerste kind kregen, en over de arbeid die door kinderen werd verricht. Uit de studie blijkt ook dat slavinnen die op suikerplantages werkten, minder kinderen kregen dan slavinnen op katoenplantages.

Humphrey E. Lamur genoot zijn opleiding aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1973 promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen. Enkele jaren later volgde zijn benoeming tot hoogleraar antropologie aan deze universiteit. Van 1996 tot 2004 was hij coördinator van de internationale PhD-opleiding voor wetenschappelijk onderzoek naar de Afrikaanse diaspora in Europa en Latijns-Amerikaan, aan de Universiteit van Amsterdam. Thans is hij als gastonderzoeker aan deze universiteit verbonden.

---- --
|                                                                                          |                |              |              |
Routebeschrijving

Met eigen vervoer vanaf de A-10

Vanaf de ringweg-zuid neemt u de afslag s 113. Bij de verkeerslichten gaat u linksaf de Middenweg op. U rijdt alsmaar de Middenweg af, deze gaat over in de Linnaeusstraat. U rijdt onder het spoorviaduct door. Bij de daaropvolgende verkeerslichten gaat u rechtdoor. Na honderd meter ziet u aan uw rechterhand de Muiderkerk. Links van u is het Oosterpark. U kunt (tegen betaling) parkeren in de omgeving.

Met het openbaar vervoer:

Vanaf het Centraal Station: Tram lijn 9 en bus 22. Uitstappen bij halte Eerste van Swindenstraat. Aan uw rechterhand is het Oosterpark, links, aan de overkant van de straat, de Muiderkerk.

Vanaf het Amstelstation: Bus 37. Uitstappen bij de halte Linnaeusstraat/Wijttenbachstraat.

Vanaf station Muiderpoort: Het is vanaf het station ongeveer tien (10) minuten lopen via de Wijtenbachstraat. Bij de verkeerslichten gaat u rechtsaf de Linnaeusstraat in. Na de tweede zijstraat ziet u de Muiderkerk aan uw rechterhand.

---- --