College Bescherming Persoonsgegevens



30 juni 2004

Heimelijke waarneming door FIOD-ECD

De Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst/Economische Controle Dienst (FIOD-ECD) wil gegevens van belastingbetalers gaan verwerken die door eigen waarneming zijn verkregen, zonder de betrokkene daarvan op de hoogte te stellen (zogenaamde heimelijke waarneming). Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) is van oordeel dat de verwerking in beginsel rechtmatig is. Betrokkenen dienen over deze waarneming zodra het onderzoek dat toelaat, te worden geïnformeerd en hen dient op verzoek in beginsel het recht op inzage en correctie van de gegevens te worden gegeven.

Het gebruik van methoden als heimelijke waarneming om gegevens te verzamelen vormt een risico dat de gegevensverwerking door de betrokkene onopgemerkt blijft. Hierdoor is deze niet in staat zijn visie op de resultaten van de waarneming te geven en, zonodig, om correctie of verwijdering van hem betreffende informatie te verzoeken. Het CBP acht het daarom van groot belang dat de betrokkenen, aangezien niet alle onderzoeken zullen leiden tot het opleggen van een aanslag en/of (verdere) vervolging, over de waarneming worden geïnformeerd en hen op verzoek in beginsel het recht op inzage en correctie van de verwerkte gegevens gegeven wordt.

Het CBP is van oordeel dat FIOD-ECD de werkwijze rondom het verkrijgen van informatie uit heimelijke waarnemingen in duidelijke werkprocessen moet vastleggen. Het CBP adviseerde eerder al de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) in deze werkprocessen vast te leggen welke criteria gehanteerd worden ten aanzien van het al dan niet informeren van de betrokkene, welke procedures gelden voor het recht op inzage, welke bewaartermijnen gehanteerd worden en welke beveiligingsmaatregelen getroffen worden om eventueel misbruik van gegevens te voorkomen.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.