Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
MINLNV: Gezamenlijke aanpak Westelijk Veenweidegebied
NR 64 23 JUNI 2004
Overheden pakken Westelijk Veenweidegebied gezamenlijk aan
Het rijk (minister Veerman namens het Kabinet), de drie provincies
(Utrecht, Noord- en Zuid-Holland),gemeenten en waterschappen,hebben
vandaag de .Agenda voor de Westelijke Veenweidegebieden. ondertekend.
De Agenda bevat een aantal gezamenlijke voornemens, namelijk,
1. continuïteit in het beheer van het unieke
Veenweidelandschap;
2. eenvoudiger, goedkoper en minder kwetsbaar waterbeheer;
3. het op de lange termijn terugdringen van de bodemdaling.
Het open landschap met zijn sloten, (weide)vogels en koeien biedt rust
en ruimte aan de stedeling. Dit willen de overheden voor de toekomst
behouden, zonder de leefbaarheid van het gebied aan te tasten.
.Agenda voor de Westelijke Veenweidegebieden.
De Westelijke Veenweiden zijn onderdeel van twee nationale
landschappen: Groene Hart en Laag Holland (voorheen Noord Hollands
Midden). Dit type landschap is uniek en mag niet verloren gaan. Het
gebied staat echter onder grote druk door problemen met het beheer in
samenhang met de voortschrijdende bodemdaling. Het waterbeheer in de
Veenweiden is versnipperd, de kosten worden steeds hoger en de
kwetsbaarheid neemt toe. De belangrijkste gebruiker van het landschap,
de melkveehouderij dreigt ermee te stoppen, omdat het inkomen
terugloopt. Om dit gebied te behouden en te ontwikkelen moeten
ingrijpende keuzes gemaakt worden voor waterbeheer, landgebruik,
natuur en landschap. Alleen door een goed samenspel tussen
grondgebruikers en overheden kan een duurzaam landgebruik en een
aantrekkelijk landschap worden gerealiseerd.
Afspraken
- De overheden erkennen de unieke kwaliteiten van het landschap.
Om het te behouden zijn nieuwe ontwikkelingen in landgebruik
noodzakelijk. Hiervoor worden scenario.s ontwikkeld en
praktijkexperimenten uitgevoerd. Uitgangspunt is het perspectief van
de grondgebruiker, in veel gevallen de melkveehouderij.
- De melkveehouders kunnen niet optimaal produceren door de
smalle kavels en het hoge waterpeil, karakteristiek voor dit
landschap. Het behouden van dit landschap is een collectief belang. De
kosten worden op twee manieren gedragen:
1. Het rijk stelt vanaf 2007 op 40.000 ha veenweidegebied een
basisvergoeding van 94 Euro per ha per jaar beschikbaar in het kader
van de EU-regeling Landbouw met Natuurlijke Handicap. Deze regeling
wordt nu voor het eerst in Nederland toegepast onafhankelijk van de
Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN).
2. Provincies, waterschappen en gemeenten zullen zich inspannen
voor het financieren van groenblauwe diensten (het ontwikkelen,
beheren en publiek toegankelijk maken van natuur, landschap en water),
aanvullend op de SAN. Ook de stedelijke gebieden in de Randstad wordt
gevraagd hierin mee te doen.
- Alle overheden intensiveren hun investeringen en inspanningen
in het Westelijk Veenweidegebied. Het rijk investeert onder meer via
de genoemde basisvergoeding, provincies investeren 3 miljoen Euro op
jaarbasis, gemeenten investeren jaarlijks samen 2 miljoen Euro.
- Het waterbeheer wordt integraal aangepakt. Het watersysteem
wordt robuuster gemaakt, zonodig worden functies ruimtelijk
herverdeeld.
- Provincies en gemeenten gaan ruimte geven voor
nevenactiviteiten, zoals verblijfsrecreatie, zorg en arrangementen
voor de inwoners en gebruikers. Overheden zullen planologisch en in
milieu- en warenwetgeving ruimte geven voor multifunctionele landbouw.
Creativiteit van grondeigenaren en beheerders wordt maximaal
gestimuleerd en benut. Ook niet agrarisch grondgebruik behoort tot de
mogelijkheden. Deze activiteiten moeten wel bijdragen aan het beheer
van de grond en de kwaliteiten van het landschap niet ondermijnen.
Actieprogramma
De provincies zorgen binnen een jaar voor een gemeenschappelijk
actieprogramma met daarin enerzijds afspraken over hoe we de
randvoorwaarden voor de langere termijn formuleren en anderzijds
praktijkexperimenten met nieuwe vormen van landgebruik en .beheer,
zoals bijv. groenblauwe diensten, recreatie, landgoederen, etc.
Ook de communicatie met betrokken partijen krijgt hierin een plek.
Over twee jaar volgt een evaluatie van de voortgang van de agenda.
Voor de redactie:
Voor informatie kunt u contact opnemen met:
- Gerard Westerhof, persvoorlichter ministerie van LNV, tel. 070
3784515
- Krijn van Rijn, communicatieadviseur provincie Noord-Holland,
tel. 023 5144045
- Ilonka Lei, communicatieadviseur provincie Zuid-Holland, tel.
070 4416347
- Karin Tuinman, communicatieadviseur provincie Utrecht, tel.
030 2582007
Gezamenlijk persbericht van het ministerie van LNV, de provincies
Utrecht, Noord- en Zuid-Holland, de gemeenten en de waterschappen in
het Westelijk Veenweidegebied
23 jun 04 15:58