Rotterdam, 23 februari 2004
Woonerven en Zitkuilen
De Kritiese Jaren Zeventig
Tentoonstelling in het Nederlands Architectuurinstituut in Zaal 1
van 19 juni tot en met 3 oktober 2004
Velen zullen zich de zitkuil, het woonerf of het behang met weelderige
patronen in de kleurencombinatie bruin-oranje-paars nog goed
herinneren. Dit zijn typische voorbeelden uit de jaren zeventig. Maar
ook gebouwen als Hoog Caterijne in Utrecht, Centraal Beheer in
Apeldoorn, Het Moederhuis in Amsterdam en de Meerpaal in Dronten
hebben een toon gezet in het decennium met de hoogste bouwproductie in
de Nederlandse geschiedenis. Vanaf 19 juni organiseert het Nederlands
Architectuurinstituut (NAi) in zijn grootste zaal de tentoonstelling
'Woonerven en Zitkuilen, de Kritiese Jaren Zeventig'. Materiaal van
architecten, kunstwerken, films en foto's zijn te zien. Ook geven een
typische jaren zeventig huiskamer en een echte zitkuil een beeld hoe
de interieurs van die tijd eruit zagen.
Bewogen decennium
De jaren zeventig zijn volstrekt anders geëindigd dan ze begonnen
zijn. Het decennium begint met 'flower power' en eindigt in punk en
disco. Het geloof in de welvaartsgroei na de democratiseringsgolf van
1968 verandert, na twee oliecrisis, in een tijdperk van 'no-nonsense'
in de tachtiger jaren. Door sommigen worden de jaren zeventig gezien
als een periode waarin alles mogelijk was. Voor anderen betekende het
een onoverzichtelijk tijdperk van inspraak en conclusieloze
vergadercultuur. Voor de één zijn de jaren zeventig hip en
trendsettend geweest, voor de ander dogmatisch en star.
Eén ding is zeker, de ontwikkelingen die plaatsvonden in de jaren
zeventig hebben Nederland definitief veranderd. Inspraak heeft een
wettelijke grondslag gekregen en de verzorgingsstaat en de
multiculturele samenleving kregen in de jaren zeventig hun definitieve
vorm.
Heroriëntatie
Wat hebben deze veranderingen betekend voor de architectuur en de
stedenbouw? Vanaf 1970 werd het ontwerp ondergeschikt aan de
sociaal-maatschappelijke functie en werd opnieuw gekeken naar de
inrichting van de stad.
Kenmerkend voor de architectuur van deze tijd zijn de schuine muren,
het hellend dak, het gebruik van baksteen en vooral de grillige
plattegronden. Dit alles kwam voort uit de groeiende ontevredenheid
over de kwaliteit van architectuur en stedenbouw van de wederopbouw.
De menselijke maat speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van
nieuwe woongebieden. Het woonerf maakte zijn opmars. Kinderen konden
veilig op straat spelen en collectief groen bepaalde het straatbeeld.
In de jaren zestig was er nog veel waardering voor de nieuwbouwwijken
die aan de rand van grote steden werden gebouwd. De kritiek die in de
loop van de jaren zestig ontstond, vertaalde zich aan het einde van
dit decennium in verzet en 'aksie'. Het verzet tegen de grote
wederopbouwwijken én de verloedering van de historische binnensteden
die tegelijkertijd plaatsvond, leidde tot het begrip dat er
veranderingen noodzakelijk waren. Het gevolg was dat er veel gesloopt
werd zonder discussie. De Weesperstraat in Amsterdam is hiervan een
goed voorbeeld. Pas toen er ver gevorderde plannen waren om een deel
van de Jordaan te slopen om plaats te maken voor een toegangsweg tot
de binnenstad, kwam de Amsterdamse bevolking in opstand.
De veranderingen van de jaren zeventig brachten niet één dominante
stroming voort, maar juist een veelheid en verscheidenheid aan
opvattingen. Er ontstonden vele kleine groeperingen met ieder hun
eigen kenmerken: afwisselende en nieuwe vormen, de menselijke schaal,
herwaardering voor de oude stad en het gebruik van geprefabriceerde
elementen voor een flexibele plattegrond. Het gebrek aan een dominante
stroming levert vreemd genoeg wel typische, herkenbare jaren zeventig
architectuur en stedenbouw op.
Tentoonstelling en boek
De tentoonstelling en het bijgehorende boek besteden aandacht aan het
bijzondere van de architectuur en stedenbouw in de jaren zeventig. In
het midden van de tentoonstellingsruimte wordt een installatie gebouwd
waarin diverse kamers gebouwd zijn om de belangrijkste ontwikkelingen
uit te leggen. In het hart van de installatie bevindt zich een
zitkuil: het startpunt voor rondleidingen en workshops.
De sociaal-maatschappelijke contouren die met name in de jaren
zeventig een grote stempel op de architectuur en stedenbouw drukten,
krijgen veel aandacht. Fotografie, beeldende kunst, film, televisie,
industrieel ontwerp, grafische vormgeving en interieurarchitectuur
geven de context aan waarbinnen de architectuur en stedenbouw zich
manifesteerden.
Speciaal voor kinderen wordt een speurtocht in de tentoonstelling
uitgezet. Zij kunnen op deze manier kennismaken met de tijd waarin hun
ouders zijn opgegroeid.
Het boek 'De Kritiese jaren zeventig' wordt uitgegeven door NAi
Uitgevers.
---
Voor nadere informatie en beeldmateriaal kunnen journalisten zich
wenden tot het team Marketing en Communicatie van het NAi:
Edwin Pelser (coördinator), tel 010-4401235
Carolien Ruigrok, tel 010-4401235
Astrid Karbaat, tel 010-4401260
Pepijn Lemmens, tel 010-4401253
fax 010-4366975, e-mail press@nai.nl
Publieksinformatie over Woonerven en Zitkuilen
NAi persbeelden
Nederlands Architectuurinstituut