Lucia de B. schuldig aan zeven moorden en drie pogingen tot moord in drie Haagse ziekenhuizen

Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum actualiteit: 18-06-2004

De rechtbank achtte vier moorden en drie pogingen tot moord bewezen. De in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) opgenomen slachtoffers waren jonge kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar oud. De slachtoffers in het Rode Kruis Ziekenhuis en het Leyenburg Ziekenhuis waren drie bejaarde patiënten. Het hof acht, vooral op basis van toxicologisch bewijs, bewezen dat L.d.B een bijna 6 maanden oud meisje door middel van een injectie een dodelijke dosis digoxine (een hartversterkend middel) heeft toegediend en heeft gepoogd een 6-jarige jongen van het leven te beroven door hem een overdosis chloralhydraat (een slaapmiddel) toe te dienen.
De overige levensdelicten zijn soortgelijk. Het overlijden of het aan een reanimatie ten grondslag liggende incident was steeds plotseling en onverwacht en medisch onverklaarbaar. Alle in aanmerking komende natuurlijke doodsoorzaken konden worden uitgesloten. Het overlijden of de reanimatie heeft steeds plaatsgevonden terwijl L.d.B dienst had. L.d.B. heeft volgens het hof met het gebruik van het woord "compulsie" in haar dagboekaantekeningen gedoeld op haar vreemde dwangmatige drang om patiënten om het leven (trachten) te brengen. Er is geen statistisch bewijs in de vorm van toevalsberekeningen gebruikt. Wel is voor het bewijs van belang geacht dat de in het JKZ gepleegde delicten een betrekkelijk korte periode bestrijken en de meeste delicten voornamelijk op een gewone verpleegafdeling hebben plaatsgevonden en hiervoor geen verklaring is gevonden. Door het hof zijn voorts de handelingen van L.d.B en de daaraan gegeven uitleg bij alle levensdelicten als buitengewoon suspect aangemerkt. Het hof acht bewezen dat de overige overlijdensgevallen en reanimaties steeds kunnen worden verklaard door een door L.d.B. veroorzaakt misdrijf. De gedragsdeskundigen van het Pieter Baan Centrum zijn er niet in geslaagd zijn om diepgaand in de persoon van L.d.B. door te dringen. Uit de onderzoeksgegevens blijkt geen verband tussen de bij L.d.B. geconstateerde persoonlijkheidsstoornis en de levensdelicten. Nu L.d.B. geweigerd heeft zich door andere gedragsdeskundigen dan die van het Pieter Baan Centrum te laten onderzoeken wordt L.d.B. voor deze levensdelicten volledig toerekeningsvatbaar geacht. In navolging van de rechtbank en overeenkomstig de eis van het openbaar ministerie legt het hof aan L.d.B. een levenslange gevangenisstraf op. Alleen een zodanige straf kan leiden tot adequate vergelding van de door L.d.B. begane misdrijven, gekenmerkt door een in Nederland tot nu toe voor schier onmogelijk gehouden omvang en uitzonderlijke ernst en tot effening van de schade die L.d.B. door die misdrijven aan de nabestaanden en de samenleving heeft toegebracht. Een levenslange gevangenisstraf biedt, gezien de mogelijkheid dat L.d.B. na eventuele gratie onbehandeld weer in de samenleving terugkeert, onvoldoende waarborgen. Door deze straf te combineren met een TBS met dwangverpleging wil het hof gewaarborgd zien dat het recidiverisico door delictsbespreking en behandeling tot een voor de samenleving aanvaardbaar niveau is teruggebracht.


---
De volledige uitspraak van het Haagse hof zal in de loop van week 26 te raadplegen zijn op www.rechtspraak.nl


--------------EINDE PERSBERICHT--------------

contactpersoon: mr. R.J.M.M. Regout, plv. persvoorlichter gerechtshof Den Haag
tel.nr.: 070 - 381 3881
e-mail: rjmm.regout@sgrarr.drp.minjus.nl