persbericht / nr. 1775
18-juni-2004
Agrarisch natuurbeheer kan op deelnemers blijven rekenen
Volgens het LEI (onderdeel van Wageningen UR) zal een groot deel van
de boeren die zich nu met agrarisch natuurbeheer bezighouden, dat ook
in de toekomst blijven doen. Grotere bedrijven met toekomstperspectief
die nu aan natuurbeheer doen, willen hun activiteiten vaak zelfs
uitbreiden. Hiermee is de continuïteit van het natuurbeheer gediend.
Dat blijkt uit een onderzoek naar de bereidheid van boeren om deel te
nemen aan agrarisch natuurbeheer. Het onderzoek werd uitgevoerd ten
behoeve van het Milieu- en Natuurplanbureau en het Ministerie van LNV.
Boeren die deelnemen aan agrarisch natuurbeheer doen dat vaak zowel
uit economische overwegingen als vanwege hun betrokkenheid bij de
natuur. Daarnaast moeten de beheersactiviteiten inpasbaar zijn in hun
bedrijfsvoering.
De deelnemers kunnen in twee groepen worden onderscheiden. In de
eerste plaats grotere, vaak extensieve bedrijven met
toekomstperspectief. Zij zullen ook in de toekomst natuurbeheer
blijven uitoefenen. Daarnaast zijn er ook kleinere aflopende bedrijven
voor wie natuurbeheer een tijdelijk extra inkomen betekent. Met het
wegvallen van deze bedrijven komt het door hen uitgevoerde
natuurbeheer in gevaar. De continuïteit van het agrarisch natuurbeheer
als geheel hangt dus nauw samen met de perspectieven voor de
agrarische sector.
Boeren die nu nog niet deelnemen aan agrarisch natuurbeheer, noemen
vooral de hoogte van de vergoedingen als belemmerende factor. Wellicht
kan hun bereidheid tot deelname worden vergroot door gedifferentieerde
vergoedingen, bijvoorbeeld een hogere beloning voor langer lopende
contracten. Ook een vermindering van de administratieve lasten bij het
afsluiten of verlengen van een overeenkomst zou nieuwe deelnemers over
de streep kunnen trekken.
---
Deelname en continuïteit van het Agrarisch Natuurbeheer. Het rapport
bestellen 'rapport 7.04.06'.
LEI