Vereniging van Effectenbezitters
VEB breidt enquêteverzoek uit
Persbericht | 15-06-2004
De Vereniging van Effectenbezitters maakt bekend dat zij haar
enquêteverzoek in de zaak Ahold heeft uitgebreid, cq aangepast. De VEB
heeft besloten de periode waarover zij een onderzoek wenst naar
mogelijk wanbeleid, uit te breiden en verzoekt de Ondernemingskamer
tevens om voorzieningen te treffen waardoor het Ahold wordt verboden
om voor of tijdens de enquêteprocedure overeenkomsten te sluiten met
betrokken en verantwoordelijke personen of rechten prijs te geven.
Onmiddellijke voorzieningen
De VEB verzoekt om de volgende onmiddellijke voorzieningen te treffen
voor de duur van het geding:
1) Ahold te verbieden om, alvorens de uitkomsten van de enquête bekend
zijn, regelingen te treffen met betrekking tot geschillen tussen Ahold
en (oud) bestuurders, (oud) commissarissen van Ahold en/of haar
dochtermaatschappijen en andere partijen, waaronder tenminste de
geschillen met de heren Miller, Meurs en Van der Hoeven.
2) Ahold te verbieden om rechten prijs te geven met betrekking tot
(mogelijke) claims en vorderingen op de onder 1) genoemde partijen en
personen, alsmede adviseurs en accountant Deloitte & Touche.
3) Te bepalen dat Ahold zodanige maatregelen dient te treffen dat in
lopende civiele zaken en de arbitrageprocedures geen definitieve
uitspraak wordt verkregen, alvorens de uitkomsten van de enquête
bekend zijn.
De VEB is van mening dat Ahold dergelijke overeenkomsten niet dient
aan te gaan en rechten op claims en vorderingen niet dient prijs te
geven voordat de uitkomsten van de (eventuele) enquête bekend zijn.
Dit zou immers de belangen van Ahold en haar aandeelhouders kunnen
schaden.
Uitbreiding van de periode
Voorts heeft de VEB haar verzoek aangepast door de periode van het
enquêteverzoek te verlengen. In het oorspronkelijke verzoekschrift
(van 12 februari 2004) verzocht de VEB een onderzoek te laten gelasten
naar het beleid en de gang van zaken in de periode 23 september 1999
tot en met 18 december 2003. In het aanvullend verzoekschrift van 11
juni jl, verzoekt de VEB om dit onderzoek de periode vanaf 1 januari
1998 tot en met 18 december 2003 te laten beslaan. De VEB heeft
hiertoe besloten omdat in het verweerschrift van Ahold duidelijk is
geworden dat de consolidatieproblematiek al veel eerder speelde. Op
pagina 28 en 29 van het verweerschrift van Ahold blijkt dat Deloitte &
Touche al begin 1998 indringende vragen heeft gesteld over de
consolidatieproblematiek, en dat de discussie daarover in de tweede
helft van 1998 is voortgezet.