Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie

Artikel uit Trouw van 6 juni 2004

Wat ruimte voor euthanasie bij dementerende

UTRECHT - Er is een 'muizengaatje' juridische ruimte voor het toepassen van euthanasie bij mensen die lijden aan de ziektes van Alzheimer of Huntington of die in een beginnend stadium van dementie verkeren. Dat zei procureur-generaal De Wijkerslooth gisteren op een artsensymposium over euthanasie in Utrecht.

Volgens de procureur is drie keer afgezien van vervolging van artsen die euthanasie hebben toegepast bij patiënten met de ziekte van Huntington. Datzelfde gebeurde vorig jaar bij een huisarts die een alzheimerpatient hulp had geboden bij zelfdoding.

De Wijkerslooth sprak gisteren op het symposium, georganiseerd door de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG). De artsenorganisatie wil de discussie aanzwengelen over de vraag of euthanasie geoorloofd is bij mensen die lijden aan een beginnende dementie. J. Legemaate,juridisch adviseur van de KNMG, concludeerde dat gezien de juridische praktijk en de uitspraken van De Wijkerslooth er 'ruimte' is voor die discussie. Tot nog toe was dat onderwerp vrijwel taboe.

De Wijkerslooth beklemtoonde de beperkte juridische mogelijkheden. Hij ging in op een 64-jarige patiënt die verkeerde in het beginstadium van de ziekte van Alzheimer. Op zijn verzoek verleende de huisarts hulp bij zelfdoding. Op zich, aldus De Wijkerslooth, is' Alzheimer' onvoldoende indicatie om over te gaan tot hulp bij zelfdoding of euthanasie. Maar er kan sprake zijn van ondraaglijk en uitzichtloos lijden bij iemand die weet dat hij gaat dementeren. Dat moet dan wel door een psychiater worden vastgesteld. In zo'n geval wordt aan de criteria voldaan en kan worden besloten tot euthanasie.

De Wijkerslooth verwees naar het Chabot-arrest. De psychiater Chabot ging over tot euthanasie bij een zeer depressieve vrouw. Volgens hem was sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Chabot werd niet vervolgd. In het geval van de alzheimerpatient had de huisarts onvoldoende de vraag beantwoord of sprake was van ondraaglijk lijden. De arts had geen psychiater geraadpleegd. De procureurs-generaal besloten de zaak te seponeren op voorwaarde dat de huisarts zich niet weer schuldig maakt aan onzorgvuldig handelen.

De KNMG bepleit een landelijke richtlijn voor terminale sedatie. Daarbij wordt een patiënt de stervensfase in een diepe slaap gebracht, zodat hij geen pijn meer lijdt. Doel is meestal niet levensbeëindiging, maar dat kan wel het gevolg zijn, zodat de scheidslijn vaag is. Richtlijnen zouden meer duidelijkheid moeten geven.