Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Persbericht
4 juni 2004

Satellietinstrument OMI ook voor preventie van huidkanker

Binnenkort lanceert de NASA het Nederlands-Finse
Ozon Monitoring Instrument (OMI). OMI is 's
werelds eerste meetinstrument dat in één dag de
volledige atmosfeer zeer gedetailleerd (tot op
stadsniveau, 20 x 20 km2) in kaart brengt.
Verwacht wordt dat OMI belangrijke nieuwe
informatie zal opleveren. OMI gegevens worden
gebruikt voor onderzoek en het verbeteren van de
weers-, UV- en smogverwachting. Tevens kunnen de
gegevens worden benut voor huidkankeronderzoek.

Op de persbijeenkomst op 10 juni aanstaande bij
het KNMI in De Bilt zullen deskundigen en
betrokkenen uitgebreid ingaan op de nieuwe
mogelijkheden die OMI biedt. André Kuipers
onderkent tijdens deze bijeenkomst het belang van
dit project.
Vertegenwoordigers van de media worden van harte
uitgenodigd deze persbijeenkomst bij te wonen.
Voor aanmelding of informatie over deze
bijeenkomst kunt u zich wenden tot
persvoorlichting KNMI, tel.: 030 2206 386/317
(buiten kantooruren: 06 53 214 364), e-mail:
persvoorlichting@knmi.nl.

De OMI-resultaten leveren een belangrijke bijdrage in de strijd tegen huidkanker. Dit meetinstrument registreert de ozonlaag elke dag nauwkeurig waardoor een zeer gedetailleerde middellange termijn (5 dagen) UV-verwachting mogelijk is. Teveel UV kan huidkanker veroorzaken. Volgens de huidige prognoses stijgt in 2015 het aantal huidkankerpatiënten in Nederland tot bijna 40.000, een verdubbeling vergeleken met het jaar 2000. Dankzij OMI kunnen zonaanbidders tijdig beschermende maatregelen nemen om ernstige verbranding van de huid, met mogelijk huidkanker als gevolg, tegen te gaan.

De OMI-resultaten spelen ook een belangrijke rol in de strijd tegen luchtverontreiniging en het zogeheten broeikaseffect. Zo meet OMI dagelijks en wereldwijd de aanwezigheid van een aantal belangrijke broeikasgassen en tevens het begin van het verwachte herstel van de ozonlaag door de beperking van zogenaamde CFK's. Er zijn echter aanwijzingen dat de uitstoot van broeikasgassen het herstel van de ozonlaag tegenwerkt. Met de metingen van OMI kunnen de afspraken die door verschillende overheden zijn verankerd in het Montreal- en Kyoto-protocol worden gecontroleerd.

Het OMI- instrument zet op unieke wijze de ruim 30 jaar lange NASA-ozonmeetreeks voort. Terwijl de NASA-satellietinstrumenten in een tiental golflengtes meet, doet OMI dit in maar liefst 1.100 golflengtes. Hierdoor wordt het mogelijk om naast ozon nog veel meer luchtvervuilende stoffen te detecteren, zoals stikstofdioxide, zwaveldioxide, roet en fijn stof. Europese voorgangers van OMI (GOME en Sciamachy) meten ook in zoveel golflengtes, maar met veel minder ruimtelijk detail en uitgebreidheid. Vaak pas na enkele dagen is de hele wereld door deze voorgangers in kaart gebracht, waar OMI dat in één dag en met veel meer detail doet. Bij de ontwikkeling van zowel GOME en Sciamachy als bij OMI heeft Nederland een leidende rol gespeeld.

Het OMI project wordt uitgevoerd onder leiding van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR). Het project wordt gefinancierd door de ministeries van Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat, en Onderwijs en Wetenschappen. Het instrument, een technologische topprestatie, is gebouwd door Dutch Space in samenwerking met TNO TPD. De Finse industrie levert de elektronica. Het KNMI heeft de wetenschappelijke leiding over het OMI project en werkt voor dit doel nauw samen met de NASA en het Fins Meteorologisch Instituut.

In dit multidisciplinaire programma participeren epidemiologen en dermatologen onder auspiciën van de Federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen (FMWV), tezamen met de Nederlandse kankerregistratie en hun Europese netwerk. De verwachting is dat de eerste meetresultaten een half jaar na lancering beschikbaar komen. OMI zal vijf jaar operationeel zijn.

Noot voor de pers:
De sprekers tijdens de persbijeenkomst van NIVR, KNMI, Dutch Space en FMWV èn onze internationale partners van NASA Goddard Space Flight Centre en het Finse Meteorologisch Instituut zijn beschikbaar voor interviews. Er is audiovisueel materiaal beschikbaar ter ondersteuning van interviews.

Persbericht in pdf

Ook kunt u informatie over OMI vinden op:
KNMI
NIVR
TNO TPD
Dutch Space
FMWV