Rijksuniversiteit Groningen

064 - Cum laude promotie loont wel voor vrouwen, maar onvoldoende voor inhaalslag

Datum: 7 juni 2004

De trage doorstroom van academisch geschoolde vrouwen naar de hogere posities kan niet worden verklaard door gebrek aan ambitie of kwaliteit. Uit onderzoek verricht aan de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat ook de vrouwen die buitengewoon goed zijn, zoals de cum laude gepromoveerden, gemiddeld genomen een lagere positie bereiken dan de minder gekwalificeerde mannen. "Het voordeel dat mannen onbedoeld ten deel valt, leidt tot verspilling van talenten" zegt onderzoekster dr. Margo Brouns.

Het onderzoek heeft betrekking op de loopbanen van mannen en vrouwen die cum laude gepromoveerd zijn. Brouns: `Als er één groep is die het credo "gelijke kansen bij gelijke bekwaamheid" moet kunnen waarmaken, is het wel deze groep.' Voor de studie zijn alle gepromoveerden van de Rijksuniversiteit Groningen die in de periode 1985 tot 2000 hun promotie met een cum laude bekroond zagen benaderd (221 mannen en 38 vrouwen), evenals een vergelijkbare groep niet-cum laude gepromoveerden.

Lagere functies

`De uitkomsten zijn opmerkelijk', zegt Brouns. `Hoewel enkele cum laude gepromoveerde vrouwen een topfunctie behalen, zijn ze oververtegenwoordigd in lagere academische functies, terwijl de mannen vaker een hoogleraarsfunctie vervullen. Gemiddeld genomen hebben de cum laude vrouwen dan ook een lager functieniveau dan hun mannelijke collega's.'

Dat geldt overigens niet voor alle disciplines. De cum laude-vrouwen in de geesteswetenschappen en de gammawetenschappen hebben vrijwel een gelijk niveau als de mannen. Stagnaties doen zich vooral voor in de bètawetenschappen en de medische wetenschappen. Ook zijn de verschillen minder groot in de jongste groep gepromoveerden.

Geen inhaalslag

Ook de uitkomst dat het gemiddelde functieniveau van de niet-cum laude gepromoveerde mannen iets hoger is dat dan van de cum laude gepromoveerde vrouwen, vindt Brouns opmerkelijk. `Waar mannen ook zonder cum laude kwalificatie in grote getale tot de hoogste posities en salarisschalen doordringen, lijken vrouwen zich hiervoor eerst te moeten kwalificeren met een cum laude-titel. Dit wordt nog eens onderstreept door het gegeven dat de vrouwen die "gewoon" zijn gepromoveerd, veelal lagere functies vervullen. `Het cum laude loont dus wel voor vrouwen, maar onvoldoende om te spreken van een inhaalslag.'

Ambitieus en bereid tot lang werken

Brouns: `Kijkend naar verklaringen voor deze verschillen tussen mannen en vrouwen kunnen we constateren dat een aantal klassieke veronderstellingen niet wordt bevestigd.' De vrouwen uit het onderzoek bleken doorgaans zeer ambitieus (de helft geeft aan hoogleraar te willen worden). ook waren bereid om veel uren te werken (65 procent werkt feitelijk meer dan 40 uur). Dit heeft wel een keerzijde: minder vrouwen dan mannen hebben kinderen en de meest succesvolle vrouwen hebben geen partner. Maar wanneer ze wel kinderen hebben blijkt dat nauwelijks effect te hebben op hun functieniveau - er zijn geen verschillen tussen moeders en niet-moeders. Brouns: `Kennelijk weten deze vrouwen de veronderstelde `carrièreschade' van kinderen te beperken.'

Noot voor de pers


* Meer informatie: dr. M.L.M. Brouns, tel. (050) 363 6244 of e-mail M.L.M.Brouns@ppsw.rug.nl

* Het onderzoeksrapport `Een kwestie van kwaliteit' wordt donderdag 10 juni 2004 tijdens een lunchdebat aangeboden aan de rector magnificus van de Rijksuniversiteit Groningen.