ABN AMRO

Amsterdam, 07 juni 2004

ABN AMRO economen: Europese economie meest gebaat bij overwinning Oranje

Met het EK voetbal in Portugal voor de deur heeft het Economisch Bureau van ABN AMRO net als tijdens voorgaande toernooien gekeken welk land bij overwinning de grootste bijdrage levert aan de Europese economie. Dit jaar hebben de economen voor Oranje gekozen.

In 2000 en 2002 deden de economen van ABN AMRO onderzoek naar de effecten van deelname aan een kampioenschap op de detailhandelsverkopen. Zo worden bijvoorbeeld meer televisies verkocht en stijgt de verkoop van chips en bier in de supermarkten. Ook de horeca kan traditioneel een omzetstijging tegemoet zien. Hoewel een aantal ondernemers zal profiteren van de gestegen verkopen, is het directe effect op macroniveau verwaarloosbaar. Alleen in Portugal zal het Europees Kampioenschap misschien in de officiële statistieken zijn terug te vinden. Naast stijgende detailhandelsverkopen, wordt de economie in dit land namelijk extra gestimuleerd door de bouw van nieuwe stadions en door de komst van supporters naar het land. Eerdere toernooien leverden het gastland dan ook een extra economische groei op van 0,02% tot 0,1%.

De directe effecten zijn verwaarloosbaar klein, maar indirect kunnen de prestaties op het EK wel degelijk een economie beïnvloeden. Het winnen van het EK kan goed zijn voor het consumentenvertrouwen en dat vertaalt zich dan in meer consumptie, waardoor de economische groei stijgt. Deze 'feel good factor' vormt het uitgangspunt bij het nieuwste onderzoek naar de beste winnaar voor de Europees economie.

Favoriet is het land dat de vertrouwensimpuls het best kan gebruiken. Dit land moet voldoen aan vier voorwaarden:

De economische groei moet laag zijn Het consumentenvertrouwen moet een oppepper kunnen gebruiken De economie moet een redelijke omvang hebben Structurele hervormingen mogen niet worden uitgesteld bij winst op het EK

Op basis van het eerste criterium vallen alle voormalige Oostbloklanden af. De economieën in deze landen groeien ook zonder een stijging van het consumentenvertrouwen al hard genoeg. Hetzelfde geldt voor Zweden, Engeland, Griekenland en Kroatië. Bij de landen met een kwakkelende economie zijn de consumenten het meest pessimistisch in Zwitserland, Portugal, Nederland en Duitsland. Omdat het BBP in de laatst genoemde twee landen het grootst is, blijven er naar aanleiding van de eerste drie voorwaarden nog slechts twee teams over: Oranje en Die Mannschaft.

Het vierde criterium geeft uiteindelijk de doorslag. Conjunctuur is belangrijk, structuur nog belangrijker. Een hogere economische groei door winst op het EK kan een dekmantel zijn voor noodzakelijke hervormingen. Waarom hervormen als een economie goed groeit? Van de twee overgebleven landen heeft Duitsland de grootste structurele problemen. Niet voor niets beklemtoonde de kersverse bondspresident Köhler onlangs de noodzaak voor hervormingen op de arbeidsmarkt en in de sociale zekerheid. Nederland blijft derhalve over als meest geschikte kandidaat voor het winnen van het toernooi.




ABN AMRO