Time : 12:31:37 PM
Date : Monday, June 07, 2004
Sender Name: Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen

Vlaams middenveld vraagt ondersteuning publieke participatie voor Schelde en Maas

Op 3 december 2002 werden het Schelde- en het Maasverdrag getekend in Gent. De MiNa-Raad onderzocht op eigen initiatief de uitvoeringsmodaliteiten van de beide Verdragen. De voornaamste kritiek van de Raad betreft de vertegenwoordiging van de NGO's in de Commissies. Daarom vraagt de Raad een betere internationale structurering van de verschillende belanghebbenden.

De Maas- en Scheldeverdragen zouden de verdragsluitende partijen moeten helpen om te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. De MiNa-Raad vreest dat de huidige aanpak daarvoor niet zal volstaan. De beleidskeuzes worden daarvoor immers teveel op het nationale of regionale niveau gehouden. Minstens de doelstellingen en de maatregelen om die doelstellingen te bereiken, moeten de ondertekenaars afstemmen. Gebeurt dat niet, dan kan dit leiden tot een vertekening van de concurrentiepositie van bepaalde belangen in de verdragssluitende landen en regio's. Daarom is voor sommige aspecten een meer gecoördineerde of zelfs een geïntegreerde aanpak wellicht efficiënter. De MiNa-Raad suggereert in dat kader het organiseren van maatschappelijk overleg met alle stakeholders en bij voorkeur in een onafhankelijk maatschappelijk adviesorgaan.

Inspraak middenveld beperkt

De inspraak van de NGO's in de plenaire vergaderingen van ISC en IMC is weinig efficiënt. In de vergaderingen van de projecten en projectgroepen is de inspraak eveneens twijfelachtig. Deze vergaderingen worden bijgewoond door ambtelijke en maatschappelijke vertegenwoordigers. De MiNa-Raad meent nog steeds dat deze gemengde samenstelling de maatschappelijke keuzes van het middenveld niet of onvoldoende tot uiting laat komen. Indien het maatschappelijk middenveld van mening verschilt, bepaalt de ambtenarij welke keuze gemaakt wordt. Maar zelfs indien het middenveld unaniem zou zijn, is niet gegarandeerd dat dit ook maar enige invloed zou hebben op de uiteindelijke beslissing. Garanties dat de standpunten van het middenveld aan de politieke instanties gecommuniceerd worden, zijn er evenmin.

Vertegenwoordiging noch evenwichtig noch vanzelfsprekend

Hoewel de evenwichtige vertegenwoordiging van NGO's is opgenomen in de huishoudelijke reglementen van ISC en IMC, blijkt uit de praktijk dat er geen evenwichtige vertegenwoordiging bestaat. Bij gebrek aan interesse of aan mogelijkheden van de NGO's om aan de werkzaamheden deel te nemen, hanteren de ISC en IMC (noodgedwongen) het 'eerst komt, eerst maalt'-principe. Daardoor ontbreken een aantal belangrijke stakeholders. In vergelijking met de samenstelling van de MiNa-Raad zijn bijvoorbeeld de landbouwers, de
zelfstandigenorganisaties en de werknemers niet vertegenwoordigd.

De vertegenwoordiging van de doelgroepen is ook niet vanzelfsprekend. De doelgroepen zijn immers niet georganiseerd op dat specifieke geografische niveau. Daardoor is de mate van vertegenwoordiging van de verschillende doelgroepen zeer verschillend. Bij wijze van voorbeeld verwijst de Raad naar de milieukoepel "Grenzeloze Schelde" die quasi alle milieuorganisaties in het Scheldebekken vertegenwoordigt maar geen partner treft die voor dezelfde regio namens een andere doelgroep kan spreken.

Ondersteuning van het maatschappelijk overleg

Zowel de ISC als de IMC opteren voor maatschappelijk overleg. Het volstaat echter niet om dat principe in te schrijven. De MiNa-Raad dringt erop aan dat dit maatschappelijk overleg ondersteund wordt om een breder draagvlak te creëren voor het beleid door geloofwaardige participatie en garanties voor gelijke behandeling van de doelgroepen.

Die ondersteuning moet gebeuren op het niveau van het overleg, bijvoorbeeld door het ter beschikking stellen van een onafhankelijk secretariaat maar ook op het niveau van de middenveldorganisaties door een ondersteuning van de bijkomende taken die van het middenveld verwacht worden inzake publieke participatie.

Aangezien de MiNa-Raad pleit voor maatschappelijk overleg op het niveau van de stroomgebiedsdistricten, verkiest de Raad dat deze ondersteuning ook op dat niveau geregeld wordt.

________________

Meer info:
Dirk Uyttendaele
Tel: 02/558.01.37.
dirk.uyttendaele@minaraad.be

Voor het integrale advies: http://www.minaraad.be/2004/2004-24.pdf