Staatsbosbeheer

persbericht van de bomenstichting, 4 juni 2004

Het voorjaar van 2004 lijkt zeer gunstig uit te pakken voor de natuur: bomen en struiken groeien en bloeien uitbundig. Helaas geldt dit jaar hetzelfde voor allerlei insecten, zoals spinselmotten, schuimcicaden (spuugbeestjes) en vooral luizen, die profiteren van de weelderige plantengroei. Bladeren van lindes, beuken, esdoorns en andere soorten glanzen van de uitwerpselen van de luizen (honingdauw) en onder de bomen plakt alles.

Binnenkort zal de roetdauwschimmel zich in de honingdauw vestigen en wordt alles, wat onder een boom staat, ook nog zwart. De bomen hebben geen onherstelbare last van de luizen, maar omwonenden des te meer. De Bomenstichting waarschuwt tegen het gebruik van gif en raadt aan het verloop van de plaag zoveel mogelijk aan de natuur over te laten.

Het probleem
Veel straat- en laanbomen, zoals diverse linde- en esdoornsoorten, zijn een aantrekkelijke gastheer voor luizen, die de plantensappen opzuigen en daarna zoete druppels uitscheiden. Deze honingdauw is een plakkerige substantie, die natuurlijk op alles terechtkomt dat enige tijd onder de boom aanwezig is: wegdek, autos, meubilair, planten, schilderwerk, enzovoort. De luizen doen hun gastheer meestal niet veel kwaad. Wanneer de honingdauw even blijft zitten vestigt de zwarte roetdauwschimmel zich erop. Vooral autobezitters, maar ook huis- en tuineigenaren en uitbaters van caféterrassen, hebben daar last van. In ernstige gevallen eisen sommige mensen liever het rooien van een volwassen lindelaan dan dat ze de overlast verdragen. Vermeende schade aan autolak leidt tot schadeclaims.

Het gaat weer over

* Honingdauw met of zonder roetdauwschimmel maakt wel alles onder de boom vies, maar richt, voor zover bekend geen echte schade aan. De plakkerigheid kan overal afgewassen worden.

* De ergste overlast duurt in een gemiddelde zomer niet meer dan drie maanden, namelijk van half juni tot half september. Dit jaar kwamen vanaf eind mei de eerste klachten bij de Bomenstichting binnen, dus eerder dan normaal. Het hangt van het weer en de natuurlijke vijanden af, hoe de plaag verder verloopt. Iedere regenbui in de zomer vermindert de overlast met kleine beetjes. In koele perioden zijn de luizen minder actief.

* Iedere insectenplaag leidt ertoe, dat natuurlijke vijanden zich in hoog tempo voortplanten, waardoor de plaag vanzelf instort, meestal al het volgende voorjaar. Mezen, sluipwespjes en andere predatoren hebben dit jaar een topjaar door het enorme aanbod aan luizen en andere plaaginsecten. Het is daarom te verwachten, dat ook deze plaag snel tot het verleden zal horen.

Directe oplossingen
Chemische bestrijdingsmiddelen zijn om diverse redenen af te raden. Gif is uit de tijd, omdat de schade aan natuur en milieu te groot is; bovendien kunnen ook de zogenaamde biologische middelen schadelijk zijn voor nuttige insecten, zoals bijen en natuurlijke vijanden van de luizen. Chemische middelen helpen bovendien maar zeer tijdelijk (een paar weken) en zijn dus geen echte oplossing.

Experimenten met inheemse lieveheersbeestjes en knoflookextracten geven bij straatbomen voorzichtig hoopvolle resultaten. Als regen uitblijft kan de brandweer misschien overgehaald worden, de zwaarst aangetaste straatbomen af en toe flink af te sproeien. Dit vermindert tijdelijk de activiteit van de luizen en spoelt honingdauw weg. Bij kleine bomen in tuinen kun je dat zelf doen met een tuinslang. Verder kan een advies zijn, je auto tijdelijk ergens anders te parkeren of er een wasbare hoes omheen te doen. Zet een goedkope parasol boven je terras; wees creatief!

Tot slot
Bomen leven tientallen, soms honderden jaren en zijn al die tijd mooi en nuttig. Wie zich dat realiseert zal tijdens een luizenplaag van enkele maanden niet vragen of die boom omgezaagd kan worden. Het is uitdaging om zon plaag op een creatieve manier het hoofd te bieden. Mét behoud van de boom.