Universiteit Maastricht

2 juni 2004

Benoeming prof. dr. Peter van Koppen tot hoogleraar Rechtspsychologie Getuigendeskundigen veroorzaken verwarring in de rechtszaal

Getuigendeskundigen zijn er om de rechter te helpen. In de praktijk blijkt het inscha-kelen van deskundigen in de rechtszaal echter gepaard te gaan met allerlei complica-ties die het omgekeerde effect hebben: het wordt de rechter juist moeilijker gemaakt om een gegronde uitspraak te doen. Bovendien houden deskundigen de zwakheden in hun verhaal vaak voor de rechter verborgen. De rol van de deskundige moet daarom anders ingevuld worden. De deskundige zou als het ware op de stoel van de rechter moeten gaan zitten. Dit zegt prof. dr. Peter van Koppen in zijn inaugurele rede, die hij op 4 juni 2004 uitspreekt ter gelegenheid van zijn aanstelling tot hoogleraar Rechts-psychologie aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht.

Een voorbeeld: een rechter moest in een strafzaak een uitspraak doen of de vader van een driejarig jongetje schuldig is aan misbruik van zijn zoon. De rechter schakelde een aantal psychologen in om de zaak te onderzoeken. Eén van de deskundigen kwam tot de conclusie dat het jongetje slachtoffer was van oraal genitaal contact en mastur-batie. Een ander meende dat het zoontje niet het slachtoffer van seksueel misbruik door de vader kan zijn, omdat de vader niet voldoet aan het profiel van een pedofiel. De deskundigen kwamen tot andere uitspraken omdat zij verschillende wetenschappe-lijke methodes hanteerden. Deze waren beiden wetenschappelijk te verdedigen en va-lide. Dit palet aan verschillende uitkomsten helpt de rechter niet bij het bepalen van zijn oordeel. Deze diversiteit in opvattingen in de wetenschap is één van de proble-men die het inschakelen van deskundigen in rechtszaken met zich meebrengt.

Een tweede probleem dat zich voordoet wordt veroorzaakt door de houding van de deskundigen: deze doen meestal alsof hun wetenschappelijke methodes objectief en onomstotelijk bewijs opleveren. Het bepalen van een DNA-profiel of het vergelijken van vingerafdrukken zijn hiervan voorbeelden. Aan deze methodes zitten echter vele haken en ogen, maar de deskundigen houden die voor de rechter verborgen. De rech-ter is daardoor niet goed op de hoogte van de waarde van dit bewijs om een gegrond oordeel te kunnen vellen. Daarnaast zoeken deskundigen met hun onderzoek vaak weinig aansluiting bij het overige bewijs in de strafzaak. Hun uitspraken zijn echter slechts van betekenis binnen een bepaald scenario waarvan ook ander bewijs deel uitmaakt. Dat maakt het voor de rechter lastiger het onderzoek te plaatsen.

Vanwege deze en andere complicaties pleit Van Koppen ervoor de rol van de deskun-digen te herzien. Wil de deskundige de rechter behulpzaam zijn, dan is het belangrijk dat de deskundige zich verplaatst in de rechter. Hij moet zich realiseren dat zijn ver-haal vrijwel altijd onderdeel is of relevant is voor één of meer scenarios die in de strafzaak aan de orde zijn. Dit dwingt de deskundige om zich af te vragen hoe en op welke manier zijn oordeel behulpzaam kan zijn voor de rechter. Hij zal daardoor meer aansluiting moeten zoeken bij de beslissingen waar de rechter voor staat.

Prof. dr. P.J. van Koppen (1953) is senior hoofdonderzoeker bij het Nederlands Stu-diecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) te Leiden en hoogleraar Rechtspsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij studeerde psychologie in Groningen en rechten in Groningen en Amsterdam. Eerder was hij hoogleraar rechts-psychologie aan de Universiteit Antwerpen. Hij is thans president-elect van de Euro-pean Association for Psychology and Law. Van Koppen is in een groot aantal zaken als getuigendeskundige opgetreden. Hij is lid van de Landelijke Expertisegroep Bij-zondere Zedenzaken van het College van Procureurs-Generaal. Hij heeft zon 200 pu-blicaties op zijn naam staan op het gebied van rechterlijk beslissen, onderhandelingen door advocaten, getuigenverklaringen, herkenningen en de waarde van bewijs.

Noot voor de pers
De inaugurele rede van prof. dr. Peter van Koppen vindt plaats op 4 juni 2004, om 16.30 uur in de aula van de Minderbroedersberg 4-6 te Maastricht.
Voor meer informatie kunt u terecht bij prof. dr. Peter van Koppen, tel 043-3884968 of 06-29046585, e-mail
Peter.vanKoppen@METAJUR.unimaas.nl
De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043-3882044. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992, e-mail pers@bu.unimaas.nl