juni 2004
Advies werkgroep beschouwt woonwagenbewoner als individuele
woonconsument die zich aan de regels dient te houden (1 juni)
Een werkgroep van de Dienst Stedelijke ontwikkeling heeft zich de
afgelopen vier maanden beziggehouden met een intern advies over de
toekomst van het woonwagenbeleid. Het advies is vandaag, 1 juni door B
& W ontvangen en behandeld.
Het advies stelt voor woonwagenbewoners niet meer als aparte
huisvestingsdoelgroep te beschouwen. De standaard-huurplaats met een
woonwagen in eigendom van de bewoner gaat tot het verleden behoren.
Standplaatsen zijn straks te huur, inclusief de erop staande wagen, of
worden in erfpacht uitgegeven, waarbij de woonwagen in particulier
eigendom is.
Daarnaast stelt het advies voor een heldere scheiding te maken tussen
de rol van de gemeente als regelgever en handhaver en die van
ontwikkelaars en beheerders van woonwagenlocaties. Het advies spreekt
het college aan.
Het college heeft besloten om het advies eerst te bespreken met een
aantal betrokken partijen. Naar aanleiding van dit overleg zal het
college een definitief oordeel geven en beslissen welke aanbevelingen
zullen worden overgenomen.
De advies beschouwt woonwagenbewoners niet langer als aparte en
bijzonder doelgroep van huisvestingsbeleid met eigen regels en
gewoonten. Dat past in het streven naar normalisatie. Om de
woonwagenbewoners keuzevrijheid te geven, worden er standplaatsen in
huur en koop (sociale of vrije sector) aangeboden. Op de nog te
ontwikkelen locaties De Bras en Rietwijk zal met de uitgifte in
erfpacht worden begonnen. Geleidelijk aan kunnen ook op bestaande
locaties standplaatsen aan de huurder te koop worden aangeboden.
De situatie dat op een gehuurde locatie vaak een eigendomswagen staat,
is de oorzaak van veel problemen. Vaak past de wagen qua omvang of
gewicht niet bij de gehuurde standplaats. Daarom zou de gemeente toe
moeten groeien naar een situatie van huurplaatsen met huurwagens en in
erfpacht uitgegeven plaatsen met een eigendomswagen. De koper van de
grond is in de gelegenheid onder particulier opdrachtgeverschap de
standplaats volgens de geldende regelgeving te 'bebouwen' en is zelf
verantwoordelijk voor het onderhoud.
Om zo goed mogelijk op de individuele woonwensen van woonwagenbewoners
te kunnen inspelen, zal de huisvestingsbehoefte van deze groep
Hagenaars worden geanalyseerd. Daaruit moet duidelijk worden welke
keuzes worden gemaakt: sociale of vrije sector, huur of koop en welk
type woonwagenstandplaats. Binnen Haaglanden wordt de toepassing van
de huisvestingsverordening, de toewijzing en de registratie
gecoördineerd en afgestemd.
Al eerder besloot het gemeentebestuur voor regelmatig toezicht en
strikte handhaving van de geldende regels. Om het toezicht te
vergemakkelijken en wildgroei van regels te voorkomen, zou er één type
bestemmingsplan voor alle woonwagenlocaties moeten komen. Het algemeen
geldend huisvestingsbeleid, waaronder de benodigde
huisvestingsvergunning onder een bepaalde huur- of koopprijs, wordt
een specifiek onderdeel van het handhavingsbeleid. Zo kan het
onrechtmatig gebruik en het onderhands doorgeven/doorverkopen van
standplaatsen worden tegengegaan.
Het advies stelt voor om Haagse corporaties de taak van ontwikkelaar
en beheerder van woonwagenlocaties op zich te laten nemen, conform de
raamovereenkomst met de corporaties. Ook wordt voorgesteld het
onderdeel te maken van de prestatieafspraken die met de corporaties
worden gemaakt. Daarnaast kan er ook ruimte worden geboden aan
eventueel andere ontwikkelaars of beheerders. De gemeente kan zich dan
concentreren op wet- en regelgeving, gronduitgifte en beleidsvorming.
Vermenging met beheerstaken - vaak een bron van onduidelijkheid en
misverstand - moet daarmee in de toekomst zoveel mogelijk worden
voorkomen.
Gemeente Den Haag