Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: vragen lid karimi over het wapenexportbeleid

Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 565
Datum: 6/1/2004

VRAGEN VAN HET LID KARIMI (GROENLINKS) AAN DE STAATSSECRETARIS VAN

ECONOMISCHE ZAKEN EN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN

DEFENSIE OVER HET WAPENEXPORTBELEID. (INGEZONDEN 14 APRIL 2004)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, mevr. Ir. C.E.G. van Gennip, heeft deze vragen mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie als volgt beantwoord.


1 Herinnert u zich uw toezegging tijdens het debat over het wapenexportbeleid om met een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) te komen waardoor voor alle doorvoer van militaire goederen en wapencategorieën naar alle landen een meldplicht wordt ingesteld?

Ja.


2 Is deze AMvB al in werking getreden? Zo neen, waarom niet? In welk stadium bevindt dit proces zich nu en wanneer verwacht u dat de AmvB wel van kracht wordt?

Het ontwerp van de AMvB is gereed. Nadat nog enkele formeel verplichte toetsingen (wetgevingskwaliteit / Justitie en administratieve lasten / ACTAL) hebben plaatsgevonden, zal het ontwerp vóór het zomerreces aan de Raad van State voor advies worden voorgelegd. Naar verwachting zal de AMvB dan rond oktober 2004 van kracht kunnen worden.


3 Kunt u de Kamer, al dan niet vertrouwelijk, een overzicht sturen van de aard, de omvang en het aantal van alle aangemelde wapens en strategische goederen die via Nederlands grondgebied van en naar derde landen zijn vervoerd sinds 21 juli 2003? Kunt u daarbij ook aangeven vanuit en naar welk land de transporten plaatsvonden en in hoeveel gevallen een ad-hoc vergunningplicht is opgelegd? Zo neen, waarom niet?

Ja, zie bijlage. In één geval is een ad-hoc vergunningplicht opgelegd. Het betrof een zending van twee lichte machinegeweren van Singapore naar Colombia. De betreffende vergunning is geweigerd en de goederen zijn teruggezonden naar Singapore.


4 Herinnert u zich het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken op een eerder gestelde vraag dat er bij doorvoerzendingen geen sprake is van ondersteuning door Nederlandse militairen of door ander Nederlands overheidspersoneel?

Ja.


5 Hoe verhoudt dit antwoord zich tot het antwoord gegeven door de minister van Defensie dat er wel degelijk sprake is van ondersteuning van bewaking door Nederlands militair of politieel personeel bij de doorvoer van militaire transitgoederen? Is er nu wel of geen sprake van ondersteuning bij de doorvoer van militaire goederen? Zo ja, waaruit bestaat die ondersteuning? Kunt u een overzicht geven van de gevallen van de afgelopen twee jaar waarin dergelijke ondersteuning is gegeven, wanneer die ondersteuning is gegeven en waaruit die steun bestond? Zo neen, waarom niet?

De twee uitspraken waarnaar verwezen wordt, hadden betrekking op duidelijk te onderscheiden doorvoerbewegingen. De Minister van Buitenlandse Zaken reageerde op vragen over buitenlandse wapentransporten voor handelsdoeleinden die en route een Nederlandse haven of luchthaven aandoen en de Minister van Defensie reageerde op vragen over (operationele) transporten van militair materieel van NAVO-partners over Nederlands grondgebied. Transporten voor handelsdoeleinden worden niet begeleid. Transporten van militair materieel van NAVO-partners daarentegen, vinden plaats op basis van internationale (publiekrechtelijke) overeenkomsten en worden in bepaalde gevallen wel begeleid door militairen van de Koninklijke Marechaussee en/of militairen van de andere Krijgsmachtdelen. Operationele transporten van militair materieel door NAVO-partners door Nederland hebben, zoals aan de Kamer destijds is gemeld, plaatsgevonden in de periodes februari mei en juli augustus 2003. Het betrof diverse door Nederlandse militairen begeleide materieeltransporten van de VS naar de havens van Antwerpen, Rotterdam en de Eemshaven. Ook in de periode januari februari 2004 zijn transporten van Amerikaans materieel naar Antwerpen over Nederlands grondgebied deels begeleid. Recentelijk is in de Eemshaven nog een schip van de Verenigde Staten herbeladen. Het vrijgeven van de exacte data en informatie over de aard en invulling van de begeleiding is gelet op de rubricering daarvan niet mogelijk.


1Handelingen 2003-2004 nr. 31, p. 2182-2186.
2 Aanhangsel Handelingen nr. 71,
vergaderjaar 2002-2003.

3 Antwoord vraag 10, n.a.v.
Rekenkamerrapport beveiliging militaire
objecten Kamerstuk 29 415, nr. 3, p. 4-5.

Noot van de redactie: inlichtingen bij Ed Slinger, tel: (070) 379 7256


01 jun 04 11:28