Ingezonden persbericht
GEEN HULP VAN HUISARTS VOOR MEERDERHEID VAN MANNEN MET EEN ERECTIESTOORNIS
Een standaardchecklist kan de huisarts helpen om over seksualiteit te
praten en erectiestoornissen op te sporen
Utrecht, 13 mei 2004. Erectiestoornissen komen bij ongeveer 1 op de 7 van
de mannen in Nederland voor. Bijna 70 procent van de mannen accepteert het
erectieprobleem niet en 85% wil graag geholpen worden. Slechts 10% van hen
krijgt hulp. Een scorelijst kan de huisarts helpen met het opsporen van
mannen met een erectiestoornis die ervoor behandeld willen worden. Deze
scorelijst is ontwikkeld door onderzoeker en huisarts Bert-Jan de Boer naar
aanleiding van het ENIGMA- prevalentie-onderzoek, waarmee hij op 25 mei
aanstaande aan de Universiteit Utrecht hoopt te promoveren.
Bert-Jan de Boer: "Het is het eerste promotieonderzoek in Nederland dat
specifiek ingaat op erectiestoornissen en de factoren die een
erectiestoornis beïnvloeden. Andere onderzoeksgegevens komen voort uit
bredere urologische onderzoeken en bovendien zijn daarbij alleen oudere
mannen onderzocht", aldus Bert-Jan de Boer. Dit onderzoek is uitgevoerd
onder 2117 mannen van 18 jaar en ouder in 12 huisartspraktijken in Oost- en
Midden Nederland. Om de behandeling voor mannen met een erectiestoornis
goed af te stemmen op de vraag is het belangrijk de prevalentie en de
karakteristieken van deze aandoening goed te kennen. Erectieproblemen
kunnen dan vervolgens onder andere door middel van een effectieve
medicamenteuze behandeling, bijvoorbeeld Viagra, worden opgelost."
HULP TEKORT
"Tijdens mijn onderzoek merkte ik dat veel mannen lijden onder het
probleem. Daarom vond ik het belangrijk om in mijn onderzoek dieper in te
gaan op de verdeling van hinder, acceptatie en hulpbehoefte bij mannen met
een erectiestoornis en het achterhalen van de karakteristieken van mannen
die wel een hulpbehoefte hebben, maar niet worden geholpen", aldus Bert-Jan
de Boer. Het blijkt dat weinig mannen worden geholpen en behandeld, vooral
mannen die regelmatig bij hun huisarts komen voor controle van hun medische
conditie, zoals bij suikerziekte.
SSCHAAMTE OM EROVER TE PRATEN MET HUISARTS
Een van de redenen voor onderbehandeling zou kunnen zijn dat mannen met een
erectiestoornis zich schamen om er met hun huisarts over te praten. Deze
mannen hopen dat de huisarts er zelf over zal beginnen, maar dit zijn
huisartsen niet gewend. Zij hebben geleerd te reageren op klachten van de
patiënt. "Praten over erectieproblemen is nog steeds een taboe, niet alleen
voor de patiënt maar ook vaak voor de huisarts. Als een man suikerziekte
heeft, is het lastig voor de huisarts om vervolgens over erectieproblemen
te beginnen", aldus Bert-Jan de Boer.
SCORELIJST VOOR HUISARTSEN
Om huisartsen te helpen een keuze te maken bij welke patiënt ze over
erectiestoornissen kunnen beginnen, is er voor het eerst een eenvoudig
toepasbare scorelijst opgesteld. Bert-Jan de Boer: "Aan de hand van de
gegevens die de huisarts toch al heeft van de patiënt (ziektebeeld,
leeftijd, gebruik medicijnen etc.) kan de huisarts eenvoudiger mannen met
een erectiestoornis die behoefte hebben aan hulp identificeren. In de
scorelijst staan een aantal factoren genoemd waar de arts rekening mee kan
houden. Voor iedere factor krijgt de patiënt punten., bijv. ouder dan 30
jaar twee punten, ouder dan 40 nog eens twee, gebruik van medicijnen ook
weer twee punten etc. (zie bijlage scorelijst). Bij een score van negen
punten of hoger werd 81% van de mannen met een erectiele disfunctie en een
hulpbehoefte juist geïdentificeerd.
RISICOFACTOREN: LEEFTIJD, SUIKERZIEKTE, HOGE BLOEDDRUK EN ROKEN.
Mannen met een erectiestoornis kenmerken zich namelijk door bepaalde
lichamelijke, psychische en leefstijlgerelateerde karakteristieken.
Erectiestoornissen komen weinig voor bij mannen onder de 40 jaar (11%).
Meer dan 40% van de mannen ouder dan 60 jaar had een erectiestoornis. De
grootste risicofactoren zijn leeftijd, suikerziekte, hoge bloeddruk en
roken. Zoals verwacht werd een sterke relatie gevonden tussen het voorkomen
van psychische problemen (depressie, relatieproblemen, stress, lage eigen
waarde, faalangst en overspannenheid) en erectiestoornissen. Bij de helft
van de mannen met een erectiele disfunctie is de oorzaak gerelateerd aan
een lichamelijke aandoening (suikerziekte, hoge bloeddruk, hart- en
vaatziekten etc). Bert-Jan de Boer: "Een opmerkelijk resultaat uit dit
onderzoek is dat erectiestoornissen vaker voorkomen bij mannen met diabetes
of hypertensie en nog vaker bij mannen die beide aandoeningen hebben. Dit
verband is nog nooit eerder gevonden."
HET ENIGMA-ONDERZOEK
In het verleden zijn al veel onderzoeken over dit onderwerp gepubliceerd
waarbij duidelijk werd dat er grote verschillen in uitkomsten bestaan.
ENIGMA staat voor Eerstelijnsonderzoek Naar Impotentie in Groep Mannen Anno
2000. De ENIGMA-studie is gebaseerd op de definitie van erectiele
disfunctie (ED) zoals door de WHO gebruikt: het herhaald niet (voldoende)
kunnen krijgen of behouden van een erectie voldoende voor een bevredigende
seksuele activiteit.
MEER INFORMATIE:
Bert-Jan de Boer is bereid een toelichting te geven op zijn onderzoek. U
kunt contact opnemen met Roy Meijer, Communicatiemedewerker
Perscommunicatie Universiteit Utrecht, tel. (030) 253 3705 of Linda van
Maaren, Bennis Porter Novelli, (020) - 543 7600 of lvmaaren@bennispn.nl