Digitaal manifest over fotoprijzen
19 mei 2004
Ook nu nog, in het huidige digitale tijdperk, blijven kranten en
tijdschriften proberen om eenzijdig hun prijs op te leggen voor een
product (=foto) waar zij zelf opdracht voor geven.
In Amerika circuleert een "digitaal manifest" dat naadloos past op de
Nederlandse situatie in de fotojournalistiek. Ook daar is in
vergelijking met zo'n twintig jaar geleden de prijs voor een foto
nagenoeg gelijkgebleven en ook daar rijzen de kosten voor digitale
fotografie de pan uit. In het manifest worden fotojournalisten
opgeroepen om gezamenlijk redacteuren en opdrachtgevers op te voeden
en te informeren over de dure digitale diensten en uit te leggen dat
digitale fotografie consequenties heeft voor de prijs van het product.
Digitale fotografie betekent investeren. En om bij te blijven zal de
fotojournalist steeds opnieuw moeten investeren. Die kosten moeten op
de een of andere manier terugverdiend worden om ook in de toekomst te
kunnen blijven werken. Uit het manifest blijkt duidelijk dat
professionele, digitale fotografie duur is. Naast
bijscholingscursussen voor steeds wijzigende software zijn er ook
steeds weer nieuwe systemen op de markt, die nog beter en sneller
werken.
Gepleit wordt voor gespecificeerde nota's waarin alle (digitale)
handelingen afzonderlijk worden gecalculeerd, waarbij een onderscheid
is gemaakt in kosten digitale opname, kosten beeldvoorbereiding, en
kosten beeldafwerking.
Een lijst van algemene kosten en diensten waar vergoeding tegenover
zou moeten staan kan er als volgt uitzien:
productie-uitrusting (camera, belichting);
uitrusting naproductie (computer, printer, kaartlezer,
scanner, monitor, brander);
herbruikbare media (geheugenkaarten);
media als cd's, dvd's, afdrukken, digitale
polaroid-inkt;
RAW-omzetting, digtaal downloaden en voorbereiden
basisdocumenten;
verfijning en vergroting (Photoshop) tijdens
naproductie;
contactvellen en webgaleries;
cd, dvd, ftp-levering en archivering.