Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, op
de informatiemiddag over de OV-Chipkaart Van strip naar chip, in
Rotterdam
Dames en heren,
Vorig najaar was ik op werkbezoek in China. Ik ben toen in Hongkong
enorm onder de indruk geraakt van de efficiëntie waarmee het openbaar
vervoer in deze miljoenenstad dagelijks een gigantische
reizigersstroom verwerkt. Dat is voor een flink deel te danken aan de
Octopuskaart, zoals de chipkaart daar heet. Die is in Hongkong al een
jaar of zeven in gebruik. Wat daar werkt, werkt hier ongetwijfeld ook,
ook al gedraagt de gemiddelde Nederlander zich waarschijnlijk net iets
minder gedisciplineerd dan een Hongkong-Chinees.
Waar ik ook van onder de indruk was, is de voortvarendheid waarmee de
Chinezen hun mobiliteitsprojecten aanpakken. Wij hebben jarenlang ik
geloof zelfs al bijna twintig jaar - alleen maar over de chipkaart
gepraat, terwijl zij hem gewoon hebben ingevoerd. Gelukkig is die tijd
van oeverloos praten nu ook bij ons definitief voorbij. Het is
namelijk zeker dat we de stap Van strip naar chip grotendeels in deze
kabinetsperiode zullen zetten.
Daar ben ik blij om, vooral voor de reiziger. Die kan straks met één
kaart op zak snel en comfortabel van al het openbaar vervoer
gebruikmaken. Dus nooit meer strippen in de bus op weg naar het
station en van daar met een apart treinkaartje verder reizen. Dat is
winst. Voor de vervoerders betekent de chipkaart veel meer informatie
over reisbewegingen, zodat ze hun inzet van personeel en materieel nog
beter en efficiënter kunnen laten aansluiten op de wensen van de
reizigers. En de overheden velen van u en ik dus kunnen met al die
gegevens op zak veel gerichter aanbesteden, omdat we straks beter dan
ooit weten waar de reiziger behoefte aan heeft.
Daarnaast maar dat weet u is de chipkaart een prachtig middel om het
openbaar vervoer in één klap een flink stuk veiliger te maken. Sociale
onveiligheid is een groot maatschappelijk probleem en niet alleen in
de grote steden. Denk bijvoorbeeld maar aan de problemen die er vorig
jaar waren op de lijn Hoorn-Enkhuizen. Als je de hufters van het
perron kunt weren en dat kan met de chipkaart voorkom je dat mensen
bus, trein, tram of metro in bepaalde uren liever mijden. Dat geldt
voor ouderen en alleenreizende vrouwen, maar ook voor veel mannen;
vergis u niet! Je veilig voelen in het openbaar vervoer moet weer
gewoon worden. En omdat de hufters waar ik het net over had vaak ook
nog zonder kaartje reizen, sla je op dit punt met de chipkaart twee
vliegen in één klap. Het wordt veiliger en je gaat zwartrijden tegen.
Kortom: de chipkaart heeft eigenlijk alleen maar voordelen die
uiteindelijk allemaal ten goede komen aan de reiziger. We staan nu op
een belangrijk punt. De OV-bedrijven Translink, Mobis, de Nederlandse
Spoorwegen zijn er apart en gezamenlijk klaar voor om met de chipkaart
te gaan werken. Het pad is uitgestippeld en de technische uitvoering
is aanbesteed. We beginnen klein. In de zomer van 2004 krijgen
fietsers en voetgangers die gebruikmaken van de ferry
Vlissingen-Breskens namelijk de primeur in een eerste proef. Eind van
het jaar volgt dan meteen een grote test, als Rotterdam overstapt op
de chipkaart. Daarna gaat het hopelijk snel, met nog een paar grote
landelijke proeven en een hele serie regionale overgangsdata. Die
momenten noemen we in het chipkaartjargon inmiddels big bangs. Een
naam die genoeg zegt over de hoeveelheid werk die ons nog te wachten
staat. Een verhaal apart ten slotte is de NS. Die beleeft in 2006 haar
eigen big bang als het bedrijf in één keer op de chipkaart overstapt.
Vóór 31 december 2007 moet de klus helemaal geklaard zijn.
Dames en heren, er is dus werk aan de winkel. Dat geldt voor de
OV-bedrijven. Dat geldt voor de decentrale overheden. En het geldt ook
voor mij. Ik heb al eerder maximaal 90 miljoen euro beschikbaar
gesteld voor de overgang van strip naar chip en ik zal er de komende
jaren dus goed op moeten letten dat die overgang soepel verloopt.
Daarbij kijk ik ook naar de vertegenwoordigers van de negentien
concessieverleners in het stads- en streekvervoer in deze zaal. U
bepaalt straks immers voor een groot deel hoe de landelijke invoering
verloopt. Het is natuurlijk voor alle partijen heel belangrijk dat we
daar per regio snel heldere afspraken over maken, ook in relatie tot
de verdeling van die 90 miljoen euro waar ik het net over had. Want
zoals ik al zei: er is nog een hoop werk te verzetten en al is het
tijdschema realistisch, het is zeker niet te ruim. Ik zal u daarom nog
deze maand uitnodigen voor een eerste gesprek.
Gelukkig ligt er nu de routekaart Van Strip naar Chip. Daarin staan de
belangrijkste onderwerpen rond de chipkaart en de acties en mijlpalen
duidelijk op een rijtje. Een prima initiatief van het IPO, Mobis, de
Kaderwetgebieden, de VNG en ook mijn ministerie deed een duit in het
zakje. De routekaart is een hulpmiddel waarmee alle partijen een eigen
pad uit kunnen stippelen dat leidt naar volledige invoering eind 2007.
Mijn advies aan iedereen hier is om dit hulpmiddel ook snel te gaan
gebruiken, want voor je het weet is het 2007.
Dames en heren,
Het consortium dat de tender voor de technische ontwikkeling en
invoering van de chipcard in Nederland heeft gewonnen East West
Ticketing , is ook betrokken bij de Octopuskaart in Hongkong. Dat
geeft natuurlijk vertrouwen, al moet er nog veel gebeuren. Voor het
hele bedrijfsmatige en bestuurlijke traject zijn en blijven we zelf
verantwoordelijk. En ook daar heb ik alle vertrouwen in. De
gezamenlijke routekaart Van Strip naar Chip is een heel duidelijk
signaal dat alle partijen het belang van de chipkaart zien en er ook
voor willen gaan om het tijdschema te halen. Ik reken dus op uw inzet.
En uiteraard kunt u op die van mij rekenen.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat