Kamerstuk, 29-4-2004
Rapport IGZ 'Voorbereiding op calamiteiten nog niet op orde'
Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DVVO-ZA-U-2475583
29 april 2004
Met deze brief bied ik u het onderzoeksrapport "Voorbereiding op
calamiteiten nog niet op orde" van de IGZ (Inspectie voor de
Gezondheidszorg) aan. In dit rapport wordt de uitkomst beschreven van
een onderzoek binnen 8 instellingen voor verpleging en verzorging naar
de voorbereiding op een grote calamiteit en de continuering van de
zorgverlening.
Door de Inspectie voor de Gezondheidszorg is in 2003 tijdens de
avonduren in 8 instellingen (drie verpleeghuizen en vijf
verzorgingshuizen) een toets uitgevoerd omtrent de aanwezigheid en
bekendheid van een calamiteitenplan.
Conclusies
Dit onderzoek leidt op hoofdlijnen tot de volgende conclusies:
* twee instellingen zijn goed voorbereid op een calamiteit (of op
het bezoek), de overige zes hebben wel aandacht maar stellen geen
hoge prioriteit aan de calamiteitenorganisatie;
* vijf instellingen beschikken over een al dan niet actueel plan,
één verzorgingshuis heeft een conceptplan, één verzorgingshuis
heeft een protocol in plaats van een plan, één verzorgingshuis
heeft geen plan;
* het aanwezige en ondervraagde personeel bleek niet in alle
gevallen op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van het
calamiteitenplan;
* van de totaal 60,5 aanwezige personeelsleden in de acht
instellingen waren er slechts twee gecertificeerd
bedrijfshulpverleners, de laatste oefening voor BHV is tussen de 1
en 4,5 jaar geleden geweest.
Een belangrijke conclusie die de IGZ ook trekt is dat er geen
landelijke norm is omtrent veiligheid in zorginstellingen voor
bewoners/cliënten. Dit in tegenstelling tot de norm zoals aanwezig
voor werknemers, waarin wordt aangegeven hoeveel verplegend en
verzorgend personeel met een kwalificatie bedrijfshulpverlener er
aanwezig moet zijn om veilige c.q. verantwoorde zorg te leveren
tijdens een crisis en de voortzetting van zorg bij voorbeeld na
evacuatie.
Aanbevelingen
De aanbevelingen van de IGZ zijn met name gericht aan de instellingen
en de brancheorganisatie Arcares. Zij roepen de sector op te zorgen
voor actuele plannen, met actuele telefoonlijsten inclusief
ontruimingsplan en evacuatieplan. Er dient voldoende personeel
beschikbaar te zijn waaronder opgeleide bedrijfshulpverleners. En er
moet frequenter planmatig worden geoefend.
De aanbeveling aan Arcares is, om een model
calamiteitenplan/bedrijfsnoodplan te ontwikkelen en te verstrekken aan
de instellingen.
Op dit moment is er veel aandacht voor de veiligheid van bewoners en
medewerkers in de verpleeg- en verzorgingshuizen. Ik acht het echter
zeer wel mogelijk dat de geconstateerde problematiek ook van
toepassing is op de andere sectoren. Ik neem dit probleem zeer
serieus. Ook een eerder gepubliceerd rapport van de Arbeidsinspectie
geeft voldoende aanleiding om tot actie te komen.
De door de IGZ getrokken conclusie dat er geen landelijke norm is en
daardoor handhaving in principe niet mogelijk is, neem ik serieus. Er
is een nauwe relatie met de bouwkundige staat van de gebouwen en de
technische voorzieningen daarin. Al deze zaken samen bepalen
uiteindelijk het veiligheidsniveau voor de bewoners en medewerkers van
instellingen
Om die reden zal ik, samen met de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en de minister van VROM, opdracht geven te komen
tot een landelijke norm omtrent veiligheid en calamiteiten in
zorginstellingen voor bewoners/cliënten.
Tevens zal ik met de betrokken brancheorganisaties op korte termijn in
gesprek gaan hoe de sector zelf de overige aanbevelingen uit het
rapport gaat uitvoeren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
PDF
Voorbereiding op calamiteiten nog niet op orde (nieuw venster)
Rapport, 1-4-2004 (16 pag., 63 kB)
Een onderzoek binnen acht instellingen voor verpleging en verzorging
naar de voorbereiding op een grote calamiteit en de continuering van
zorgverlening
Zie het origineel
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport