Nieuwe uitspraken van de Belastingkamer van het Gerechtshof te
Amsterdam (week 18)
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 29-04-2004
1. Hof Amsterdam 31 maart 2004, 02/01505, EK 17. Voor de beoordeling
van de verzekeringsplicht in 2002 is het inkomen van 2000 bepalend.
Het voorlopig vastgestelde inkomen 2000 ligt boven de inkomensgrens.
Het inkomen in de een aantal dagen voor de peildatum ingediende
aangifte inkomstenbelasting 2000 ligt lager dan de inkomensgrens. Op
grond van uitlatingen van de inspecteur en het gelijkheidsbeginsel is
het aangegeven inkomen doorslaggevend.
Tekst uitspraak: 'AO8311'
2. Hof Amsterdam 16 maart 2004, 03/03233, EK 6. Aftrek van premies
lijfrente, tweede en derde tranche, uitleg letter "P". Het is niet
toegestaan om uit te gaan van het hogere gemiddelde inkomen over een
reeks van voorafgaande jaren in plaats van van het persoonlijk inkomen
in het betreffende kalenderjaar.
Tekst uitspraak: 'AO8308'
3. Hof Amsterdam 8 april 2004, 03/01567, EK 18. Belanghebbende is
eigenaar van twee onroerende zaken. Het Hof volgt de inspecteur in
zijn stelling dat in 1999 niet alleen het hoofdverblijf van
belanghebbende, maar ook de andere onroerende zaak een eigen woning is
in de zin van art. 42a, tweede lid, Wet IB 1964. Voorts oordeelt het
Hof dat o.a. gesproken lectuur voor iemand met een visuele handicap
een hulpmiddel is in de zin van art. 46, derde lid, aanhef en letter
a, onder 1º van die wet.
Tekst uitspraak: 'AO8160'
4. Hof Amsterdam 16 april 2004, 02/06822, EK 12. Instorting woning na
aanvang van restauratie staat eraan in de weg dat sprake is van
werkzaamheden die er feitelijk toe hebben gestrekt de woning in
bruikbare staat te herstellen.
Tekst uitspraak: 'AO8037'
5. Hof Amsterdam 26 april 2004, 02/07221, MK 2. De door belanghebbende
verrichte activiteiten voor de tennisschool zijn in casu aan te merken
als het gelegenheid geven tot sportbeoefening in de zin van post b 3
van de bij de Wet OB behorende Tabel I.
Tekst uitspraak: 'AO8338'
6. Hof Amsterdam 21 april 2004, 03/04534, EK 17. Belanghebbende geniet
een Zweeds pensioen dat aldaar is belast. Hij verzuimt het pensioen in
Nederland aan te geven. De inspecteur vordert na en legt een
vergrijpboete van 25% op. Hof: wel verwijtbaar gedrag, maar geen grove
schuld; boete terug naar nihil.
Tekst uitspraak: 'AO8472'
7. Hof Amsterdam 24 november 2003, 02/05058, MK 2. Artikel 15, vierde
lid, van de WBR is niet van toepassing bij de onderhavige
integratielevering.
Tekst uitspraak: 'AO8527'
8. Hof Amsterdam 2 februari 2004, 03/02368, MK 2.
Hypotheekbemiddelaar/assurantietussenpersoon X, werkzaam in een
vennootschap onder firma (vof) met een makelaar, sluit overeenkomsten
op naam van een BV op wier naam zijn bevoegdheid om als tussenpersoon
werkzaam te zijn, staat geregistreerd. De BV ontvangt de provisie en
betaalt deze door aan de vof. Hof: de diensten van de vof zijn
vrijgesteld van omzetbelasting.
Tekst uitspraak: 'AO8513'
9. Hof Amsterdam 12 januari 2004, 03/01936, MK 2. BPM. Vervolg BNB
2003/264. Naheffing BPM bij importeur personenauto's vanwege door
dealers vóór registratie van de auto's aangebrachte accessoires. Hof
accepteert berekening gebaseerd op uitslag steekproef.
Tekst uitspraak: 'AO8530'