1red14259
29-04-2004, NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2, 18.50 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE
MINISTERRAAD OVER DE UITSLAG VAN DE GPD-ENQUÊTE NAAR HET
KABINET EN DE MINISTER-PRESIDENT
MINGELEN:
Ik wil het hebben over de enquête van de grote regionale dagbladen. Op een aantal punten
komt u daar positief uit. 51% zegt dat u intelligent bent en 66% vindt u degelijk.
BALKENENDE:
Dat is een positief begin. Maar u heeft waarschijnlijk meer?
MINGELEN:
U weet natuurlijk dat de rest wat minder positief is. Slechts 5% vindt u inspirerend en slechts
6% vindt u een sterke leider. U heeft dat gelezen. Krijgt u daar niet een ontzettend slechte bui
van?
BALKENENDE:
Nee hoor. Ik ben toevallig net teruggekomen uit Straatsburg. Ik heb daar een verhaal gehouden
voor de Raad van Europa over de waarden in Europa; hoe gaan we met elkaar om? Hoe kijk je
aan tegen de toekomst van Europa. Dan krijg je van alle kanten lof toegezwaaid. Niet iedereen
maakt alles mee. Ik vind eerlijk gezegd ook dat je je niet te veel moet laten afleiden door
peilingen. Je moet je werk goed doen want er is heel veel te doen in Nederland.
MINGELEN:
Maar juist dit kabinet timmert ontzettend aan de weg. Dan is het toch frustrerend dat de
waardering en het imago van de man die dat allemaal vertegenwoordigt, de premier, dat die zo
slecht blijken.
BALKENENDE:
Ik denk dat dit een fenomeen is dat je op het ogenblik ziet in heel veel Europese landen. Er
zijn nogal wat regeringsleiders die bezig zijn met die agenda van structuurverandering, van
economisch herstel. Dan praat je over zaken in de sfeer van sociale zekerheid,
pensioensysteem. Wat je ziet is dat er dan veel kritiek komt, dat ook die politiek leiders lager in
de peilingen komen. Maar op het ogenblik denk ik dat we vooral onder ogen moeten zien dat
Nederland het op een aantal fronten niet goed doet. Ik maak me zorgen over de
werkgelegenheid. Ik maak me zorgen over de houdbaarheid van zaken als het stelsel van zorg,
van de WAO. We moeten zaken anders aanpakken in Nederland. We hebben een
herstelagenda te voeren. Daar moet ik me door laten leiden en niet door peilingen.
MINGELEN:
Ik kan me goed voorstellen dat u dat zegt, maar juist als je zo'n lastig beleid door het kabinet,
door het parlement en door de samenleving moet krijgen, is het natuurlijk wel erg handig als
mensen je ook vertrouwen. De mensen vertrouwen u in die zin niet: ze vinden u geen sterke
leider. Dat is toch lastig als je zo'n klus moet klaren?
BALKENENDE:
Ik heb het wel eens eerder meegemaakt. Toen ik politiek leider werd van het CDA in hele
moeilijke omstandigheden, toen gaf ook niemand iets voor onze kansen. Een crisis in de partij
acht, negen maanden voor de verkiezingen; hoe moet dat? Toen werd ik ook beoordeeld op het
uiterlijk, bekende zaken van toen: de bril het pak enzovoorts. Toen ging het ook in de peilingen
niet goed. Toen heb ik gezegd: het gaat er mij om het CDA weer op de politieke kaart terug te
krijgen. Dat is gelukt. Wat hebben we nu te doen in Nederland? We lopen achter ten opzichte
van het buitenland. Er zijn gezinnen die te maken hebben met forse problemen rond
werkloosheid. We maken ons zorgen over de toekomst. Dan vind ik dat het van belang is die
zaken aan te pakken. Het gaat mij dus niet om de korte termijn successen in peilingen. Je wordt
pas afgerekend als er verkiezingen zijn. Ik vind dus niet dat je je gek moet laten maken door dit
soort enquêtes. We weten allemaal dat er pijnlijke maatregelen worden genomen. We hebben
ook gezien in deze enquête dat 74% van de Nederlanders zegt: stop met ombuigen. Ik begrijp
dat best. Dat zijn pijnlijke maatregelen. Wat gebeurt er als we dat zouden doen? Dat betekent
het doorschuiven van problemen naar later. Wat er dan gebeurt over vier, vijf jaar? Wat men
zal zeggen? Dat het kabinet geen knip voor de neus waard was, want het had toen problemen
moeten oplossen. Wat hebben we in de Nederlandse politiek vaak gezien? We hebben jaren
gepraat over de WAO; we hebben het jaren gehad over een betere arbeidsparticipatie van
oudere werknemers. Het is vooruitgeschoven. En ik wil graag een politicus zijn die zaken niet
vooruitschuift, maar die gewoon aan de slag gaat.
MINGELEN:
Juist daarom zou het toch zo ontzettend helpen als mensen zouden zeggen: ja inderdaad, wij
moeten bezuinigen? 70% vindt `we moeten niet bezuinigen', terwijl u zegt vanuit uw
verantwoordelijkheid: dat moet wel gebeuren. Daar ligt toch het probleem dat u de kiezer, de
burger, er niet van kan overtuigen dat wat u vindt dat nodig is dat dat ook moet gebeuren?
BALKENENDE:
Natuurlijk moet je uitleggen waarom je het beleid voert dat je voert. Mag ik eens een ander
voorbeeld noemen: in het rapport werd gezegd dat Nederlanders denken dat het kabinet geen
vooruitgang boekt bij het terugdringen van de wachtlijsten in de zorg en ook geen succes in de
sfeer van verbetering van de veiligheid. Als we de feiten onder ogen zien, dan zien we dat we
wel bezig zijn met het aanbrengen van verbeteringen. Daarbij is het ook nog eens zo: men ziet
ook niet alles wat je doet. We hebben een hele hoop goede internationale contacten. Nederland
had een paar jaar geleden een slechte naam. We zijn keihard bezig om dat te verbeteren. We
hebben een achterstand opgelopen sinds 1997. We zijn bezig met een herstelprogramma. Dan
weet ik ook wel dat je dat zult moeten uitleggen en moet aangeven waarom je het beleid voert
dat je voert. Maar het staat voor mij absoluut vast dat als we het beleid niet voeren zoals het
gevoerd wordt, dat we dan bezig zijn zaken voor ons uit te schuiven en niet bijdragen aan de
versterking van Nederland en de toekomst ervan.
MINGELEN:
Uw kernprobleem is, volgens mij, toch dat u naar uw zeggen een goed en buitengewoon
vergaand beleid voert. Dan is het toch heel belangrijk dat de burger en de kiezer dat
aanvaarden. U mist het gezag en de uitstraling om dat aan die kiezer duidelijk te maken. Ieder
punt dat u maakt illustreert dit.
BALKENENDE:
Mijn verantwoordelijkheid begint binnen het kabinet. Ik denk dat wij een goed draaiend
kabinet hebben, harmonieus. Er wordt ook hard gewerkt in goed onderlinge verhoudingen.
Het tweede punt: in heb te maken met internationale verhoudingen, contacten met collega-
regeringsleiders. Dat gaat allemaal uitstekend. We hebben een hele duidelijke agenda. De missie
van het kabinet staat vast. Dan moet je natuurlijk zaken overbrengen. Lang niet alles is bij
iedereen bekend.
MINGELEN:
Nu zult u toch waarschijnlijk niet ontkennen dat uw uitstraling momenteel toch niet helemaal
fantastisch is laten we het maar voorzichtig formuleren. Heeft u zelf wel eens het idee hoe u
dat zou kunnen veranderen?
BALKENENDE:
Ik heb altijd gezegd: het gaat om integere politiek: eerlijk zijn. We hebben wel heel veel te
maken met beeldvorming, de strijd om de poppetjes. Ik ben iemand die altijd heeft gekozen
voor de inhoud. Dat zul je moeten overbrengen. Wat dat betreft zeg ik: laten we alsjeblieft de
problemen waar Nederland voor staat onder ogen zien; laten we werken aan perspectief. Dat
vind ik mijn verantwoordelijkheid en ik ben niet zo veel aan mezelf bezig.
MINGELEN:
In het boek `De first-ladies' van oud-Tweede-Kamerlid Rehwinkel viel op dat uw echtgenote
zich buitengewoon terughoudend opstelt. Zij heeft haar eigen carrière en bemoeit zich niet met
uw werkt en waarschijnlijk omgekeerd. Maar er stond een verhaal van Ria Lubbers, de vrouw
van één van de grote voorbeelden. Zij zei in dat boek dat ze actief bezig was het imago van
haar man te verbeteren. Is dat iets waar u het wel eens over heeft? Hoe u toch dat probleem
van dat imago want het is toch een probleem .... Hoe u wat beter kunt overkomen?
BALKENENDE:
Ik moet een beetje lachen om hoe u het zegt, want als we het hebben over de
terughoudendheid van mijn echtgenote ... het is ook zo: zij heeft haar eigen leven, dan moeten
we dat niet hier gaan bediscussiëren. Ik herinner me wel iets anders: vorig jaar zei één van de
weekbladen `wie is de eerste adviseur van premier?' Weet u wie toen als eerste werd genoemd?
... mijn vrouw Bianca.
MINGELEN:
Door uzelf?
BALKENENDE:
Nee, door anderen.
MINGELEN:
Maar als ik het nu aan u vraag? Heeft u iets aan uw vrouw in deze problematiek? Zegt ze wel
eens: doe eens een andere das om'? of: laat je eens in een trui fotograferen?
BALKENENDE:
Ik heb een fantastische echtgenote die zeer meeleeft. Laat ik zeggen: dat houden we mooi voor
onszelf.
MINGELEN:
Dan blijft toch de vraag: heeft u zelf een idee hoe dit probleem wezenlijk zou kunnen
oplossen?
BALKENENDE:
Dit zijn beelden. Wie kunnen op een gegeven moment beoordelen of je je werk goed doet? Dat
zijn je collega-ministers in een kabinet ...
MINGELEN:
Maar uw collega-ministers kiezen u niet over twee jaar.
BALKENENDE:
Ik heb in het verleden ook dit soort dingen over beeldvorming meegemaakt. Wat uiteindelijk
loont in de politiek is dat je vertrouwen weet in te boezemen, vanwege je toekomstgerichtheid,
vanwege je verhaal, vanwege gedrevenheid in de politiek en dat heb ik. Ik ben niet iemand die
weg loopt voor verantwoordelijkheid. Ik ga niet politiek voeren van korte-termijnbejag. Er zijn
verkiezingen in 2007.
MINGELEN:
Dan heeft u voldoende tijd om deze schade te repareren?
BALKENENDE:
Het gaat om de schade die Nederland heeft opgelopen en het gaat mij om het bieden van
perspectief. Daar zet ik me elke dag voor in, 24 uur per dag.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LV)
Ministerie van Algemene Zaken