Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
AVB/SBA/04 27229

Onderwerp Datum
Jaarrapportage arboconvenanten 2003 29 april 2004
Aanleiding
In december 2002 heb ik u de nota `Arboconvenanten nieuwe stijl: een rapportage over de periode 1999-2002' doen toekomen (Kamerstuk 2002-2003, 25883, nr.12, Tweede Kamer), welke een overzicht biedt van wat er tot 1 november 2002 met de convenantenaanpak is bereikt. Inmiddels is er ruim een jaar verstreken. Een jaar waarin hard gewerkt is om het aanvullende beleid rondom de arboconvenanten te concretiseren, waarin nieuwe convenanttrajecten zijn gestart en waarin de implementatie van afspraken binnen de reeds lopende trajecten op intensieve wijze is gecontinueerd. Een jaar waarop ik met tevredenheid kan terugkijken, omdat de activiteiten en initiatieven die vanuit de arboconvenanten ontplooid worden, hun vruchten beginnen af te werpen. De tot nog toe behaalde resultaten van de inspanningen van alle convenantpartijen wil ik graag onder uw aandacht brengen. Daarom bied ik u bijgaand de nota 'Jaarrapportage arboconvenanten 2003' aan.

Start tweede fase
In 2003 heeft het kabinet naar aanleiding van de succesvolle aanpak in de periode 1999-2002 besloten om de convenantenaanpak voort te zetten met als doel het sectorale beleid omtrent preventie, verzuim en reïntegratie verder te versterken. Dit besluit markeert de start van de tweede fase, gericht op het intensiveren van afspraken met bestaande convenantsectoren dan wel het afsluiten van arboconvenanten in nieuwe sectoren.
De tweede fase volgt qua opzet het stramien van de eerste fase, maar bevat tegelijkertijd een aantal nieuwe elementen. Zo dienen tweedefaseconvenanten uitdrukkelijker aandacht te besteden aan verzuim en reïntegratiebeleid; ambitieuze doelstellingen ten aanzien van een reductie in ziekteverzuim en WAO- instroom vormen een voorwaarde voor het afsluiten van een tweedefaseconvenant. Een ander nieuw element is dat ten aanzien van de deelname van sectoren selectiecriteria zijn vastgesteld die betrekking hebben op de grootte van de sector en de omvang van de WAO-problematiek om een optimale inzet van menskracht en middelen mogelijk te maken. Op grond van deze criteria is SZW het gesprek aangegaan met een ruim aantal kandidaat-sectoren, waaronder ook een aantal nieuwe sectoren die nog geen arboconvenant hebben afgesloten. Een terugblik op het afgelopen kalenderjaar laat zien dat er al diverse positieve resultaten te melden zijn: de schoonmaak- en glazenwassersbranche, de gemeenten en de grafimedia tekenden in datzelfde jaar nog een tweedefaseconvenant en de sector verblijfsrecreatie en zweminrichtingen legde voornemens vast in een intentieverklaring.
In 2004 is inmiddels ook een aantal tweedefaseconvenanten afgesloten, onder meer met de academische ziekenhuizen en de agrarische sectoren. Tegelijkertijd zijn de onderhandelingen in diverse

2
AVB/SBA/04 27229

sectoren in een vergevorderd stadium. Ik verwacht op basis daarvan dat er uiterlijk 1 juli 2004 minstens 20 sectoren aan de slag zijn met een tweedefaseconvenant.
Resultaten eerste fase
Terwijl de beleidsvorming, de voorbereidingen en voor een klein deel al de implementatie van de tweede fase in volle gang was, zijn de overheid en de sociale partners als het gaat om de eerste fase minstens zo actief en ondernemend geweest.
Er zijn in 2003 tien eerstefaseconvenanten afgesloten. Het totaal aantal arboconvenanten komt daarmee ultimo 2003 op 51 (inclusief drie tweedefaseconvenanten). Gezamenlijk bereiken deze convenanten 3,3 miljoen werknemers; dat is bijna de helft van de werkzame beroepsbevolking. Een heuglijk feit is overigens dat de laatste eerstefaseconvenanten recent zijn ondertekend in respectievelijk de installatie- en isolatiebrache en de ambulancezorg. Dat betekent dat het totaal aantal eerstefaseconvenanten is uitgekomen op 50, een aantal dat niemand aan het begin van de arboconvenanten nieuwe stijl in 1999 had voorzien en dat de verwachtingen van toen ruimschoots heeft overtroffen. Tegelijkertijd zijn partijen in de trajecten die vóór 2003 getekend zijn, volop bezig met de uitvoering van afspraken: tal van activiteiten zijn ondernomen om de blootstelling aan arbeidsrisico's terug te dringen en het verzuim te reduceren. Deze inspanningen lijken effect te sorteren: een verkennend onderzoek naar de meerwaarde van arboconvenanten wijst uit dat convenantbranches in vergelijking met niet- convenantbranches gekenmerkt worden door een relatief sterke verzuimdaling: met een gemiddelde reductie van 8,4% in 2002 (ten opzichte van 2001) in convenantbranches tegenover een vrijwel gelijkblijvend verzuim in niet convenantbranches is er sprake van een duidelijke trendbreuk. Een dergelijke ontwikkeling doet zich eveneens voor als het gaat om de WAO-toekenningen: binnen convenantsectoren is een sterkere daling in WAO-toekenningen waar te nemen dan elders. Indien deze tendensen zich voortzetten en alle reductiedoelstellingen op het gebied van verzuim en WAO-instroom in de per ultimo 2003 getekende convenanten gerealiseerd zijn aan het einde van de looptijd, levert dit een jaarlijkse besparing voor werkgevers op van ruim 650 miljoen vanwege een reductie in verzuim- en WAO-kosten; een besparing die overigens niet alleen is toe te schrijven aan de arboconvenanten, omdat ook andere factoren zoals de Wet Verbetering Poortwachter of de conjunctuur een rol kunnen spelen. Om deze reductiedoelstellingen te verwezenlijken, ondersteunen SZW en sociale partners de uitvoering van de getekende convenanten met een eenmalige investering van 275 miljoen, in aanvulling op de investeringen van individuele werkgevers. Een raming van de totale besparingen voor werkgevers, wanneer ook de nog af te sluiten convenanten worden meegerekend, laat zien dat deze besparingen verder kunnen oplopen tot een bedrag van ruim 1,2 miljard euro op jaarbasis. Niet alleen op trajectoverstijgend niveau zijn er positieve resultaten te melden, ook bínnen de afzonderlijke trajecten zijn er gunstige tendensen waar te nemen: de realisatie van de doelstellingen blijkt in diverse convenanttrajecten goed op koers te liggen. Daartoe hebben convenantpartijen uiteenlopende activiteiten opgezet en uitgevoerd. Voorbeelden van succesvolle projecten en kansrijke initiatieven zijn gebundeld in de uitgave `Arboconvenanten: het betere werk', welke ik u als bijlage bij de jaarrapportage zal aanbieden. Eveneens vindt u bijgevoegd het recent uitgekomen themanummer van de Nieuwsbrief Arboconvenanten over arbeidsrisico's.

Blik naar de toekomst
Hoewel de verwachtingen voor de toekomst positief mogen zijn op grond van de tot nog toe behaalde resultaten, bestaat tegelijkertijd het besef dat er nog veel moet gebeuren en dat de tijd die nog rest, voordat de convenantenaanpak eindigt, hard nodig zal zijn. Het is de verantwoordelijkheid van alle betrokken convenantpartijen om het veranderingsproces dat is ingezet te continueren en geboekte successen vast te blijven houden.

3
AVB/SBA/04 27229

Het jaar 2004 zal dus ­ net als 2003 ­ in het teken staan van de tweede fase en van de implementatie van lopende trajecten.

Bijzonder aan 2004 is echter dat er eveneens een aantal eerstefaseconvenanten gaat aflopen. Aangezien de afronding van een traject onder meer bestaat uit het uitvoeren van een evaluatieonderzoek, zal in de loop van het jaar veel aanvullende informatie beschikbaar komen over de resultaten binnen arboconvenanten. Het is de bedoeling de resultaten van de afzonderlijke evaluatieonderzoeken eind 2007 te bundelen. Op grond daarvan kan de finale evaluatie plaatsvinden en een eindoordeel gevormd worden over het verloop en het welslagen van de arboconvenanten nieuwe stijl.

Ter afsluiting
Ik constateer dat er veel gedaan wordt om van de convenantenaanpak een succes te maken. Het doet me goed dat zoveel werkgevers en werknemers in Nederland serieus werk maken van de verbetering van arbeidsomstandigheden en daarmee een bijdrage leveren aan een reductie van ziekteverzuim en WAO-instroom. En ik juich alle inspanningen die daartoe via arboconvenanten ondernomen worden, toe. Ik hoop dat u de nota `Jaarrapportage arboconvenanten 2003' met veel belangstelling zult lezen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)