Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
29 april 2004
CULTUURVERANDERING NODIG OM OUDEREN LANGER TE LATEN WERKEN
Er is een cultuurverandering nodig bij werkgevers, werknemers en de samenleving als geheel om het
mogelijk te maken dat ouderen langer doorwerken. Om deze verandering te ondersteunen kunnen
werkgevers subsidie krijgen voor een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Verder komen er experimenten
om ouderen makkelijker van de ene naar de andere bedrijfstak te laten overstappen. Een `waakhond'
gaat bijhouden of aanbevelingen om ouderen in het arbeidsproces te houden ook daadwerkelijk worden
overgenomen. De overheid gaat meer voorlichting geven over wat ouderen kunnen betekenen voor
werkgevers.
Dit heeft de ministerraad besloten op voorstel van minister De Geus en staatssecretaris Rutte van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het besluit is een reactie op aanbevelingen van de Taskforce
Ouderen en Arbeid om de arbeidsdeelname van ouderen te bevorderen. De taskforce werd in juni 2001
ingesteld en stond onder voorzitterschap van E. Nijpels, Commissaris van de Koningin in Friesland.
Eind 2003 bracht de taskforce zijn advies uit.
Uit het advies van de taskforce blijkt dat als geen maatregelen worden genomen, er door de vergrijzing
van de bevolking in de komende twintig jaar een aanzienlijk tekort aan werknemers ontstaat. Steeds
meer mensen gaan met pensioen terwijl steeds minder jongeren toetreden tot de arbeidsmarkt.
Nederland telt nu drie 65-plussers op tien werkenden. Als niet meer mensen aan de slag worden
geholpen, zijn er in 2040 zes 65-plussers op tien werkenden.
Daarom is het noodzakelijk de komende jaren zoveel mogelijk mensen aan een betaalde baan te helpen.
Als de economie aantrekt, kan er immers net als aan het eind van de jaren negentig opnieuw een
tekort aan werknemers ontstaan. Zo'n tekort leidt tot een stijging van loonkosten, waardoor de
concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven verslechtert. Arbeidsmigratie kan het tekort aan
werknemers maar beperkt oplossen, namelijk alleen als immigranten hoger zijn opgeleid, goede
vooruitzichten hebben op werk en in moeilijk vervulbare vacatures aan de slag gaan.
Omdat de arbeidsdeelname van ouderen erg laag is, valt hier veel winst te behalen. Het kabinet vindt
het te snel afschrijven van het opgebouwde menselijke kapitaal sociaal en economisch onverantwoord.
Langer doorwerken is voor alle partijen belangrijk. Werkgevers kunnen zo aan voldoende werknemers
komen en werknemers kunnen bijdragen aan het betaalbaar en in stand houden van sociale zekerheid,
waaronder de pensioenvoorzieningen.
De afgelopen jaren zijn al maatregelen genomen om de arbeidsdeelname van ouderen te bevorderen.
Zo geldt sinds 1 januari van dit jaar een sollicitatieplicht voor ouderen in de WW. Ook krijgen
werkgevers premievrijstelling voor werknemers van 55 jaar of ouder. Om het voor meer ouderen
mogelijk te maken aan het werk te blijven, moeten echter meer stappen worden gezet. De taskforce
heeft onder meer geadviseerd meer werk te maken van leeftijdsbewust beleid binnen branches en
bedrijven. Dit is voor het kabinet aanleiding een stimuleringsregeling in het leven te roepen voor het
ouderenbeleid van bedrijven. Hierbij gaat het erom dat bedrijven zich inspannen om ouderen in dienst
te houden door hen bijvoorbeeld aanvullende scholing te bieden of functies voor hen aan te passen. De
regeling is met name bedoeld voor middelgrote bedrijven vanaf 30 werknemers. Voor de periode van
2004 tot 2007 is in totaal 21 miljoen euro beschikbaar waarmee naar verwachting zo'n 150 projecten
kunnen worden uitgevoerd die zijn gericht op het aan de slag houden van ouderen.
Ook heeft de taskforce voorgesteld dat bedrijfstakken voor hun ouderenbeleid van elkaars
mogelijkheden gebruik maken. Het kabinet wil daarom experimenten starten waarbij oudere
werknemers die lang in sectoren hebben gewerkt waar veel zwaar lichamelijk werk of geestelijk
eentonige arbeid voorkomt, tijdelijk of blijvend kunnen overstappen naar andere bedrijfstakken. Er
worden vijf branches geselecteerd met veel oudere werknemers waar dergelijke proeven kunnen
worden genomen. De komende twee jaar zullen tien experimenten worden gestart, waarvoor in totaal
2 miljoen euro wordt uitgetrokken.
De Taskforce Ouderen en Arbeid heeft ook aanbevelingen gedaan aan werkgeversorganisaties,
vakbonden en brancheorganisaties. Zo stelde de taskforce onder meer voor dat sociale partners
voorrang geven aan scholing van ouderen, dat zij werk maken van het aanpassen van functies op de
mogelijkheden van ouderen en dat ouderen makkelijker een eigen bedrijf kunnen starten. Het kabinet
neemt het voorstel over om een `waakhond' in te stellen. Een kleine groep van drie of vier mensen gaat
volgen of en hoe deze aanbevelingen in de praktijk worden overgenomen. Uitgangspunt blijft wat het
kabinet betreft dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de aanbevelingen bij de betrokken
partijen blijft, maar dat onder het toeziend oog van de `waakhond' daadwerkelijk tot uitvoering van de
adviezen wordt overgegaan.
Verder heeft de Taskforce Ouderen en Arbeid geconcludeerd dat negatieve beeldvorming ouderen
beperkt in hun kansen op de arbeidsmarkt. Het kabinet wil daarom via voorlichting een bijdrage
leveren aan een grotere arbeidsdeelname van ouderen. Hierbij zal onder meer worden ingegaan op het
belang van scholing van ouderen en de aanpassing van functies voor ouderen. Ook zal duidelijk worden
gemaakt wat ouderen aan werkgevers te bieden hebben voor wat betreft kennis en ervaring. Tot slot zal
een projectgroep `oudere werknemers' worden ingesteld die de noodzakelijke cultuuromslag zal gaan
bewerkstelligen. In de projectgroep zullen vertegenwoordigers van sociale partners en overheid zitting
nemen.
RVD, 29.04.2004
Ministerie van Algemene Zaken