Politie Gelderland-Zuid
1. Gelderland-Zuid
Nationale ombudsman acht klacht gegrond
De Nationale ombudsman heeft een klacht van een Nijmeegs echtpaar tegen het politiekorps Gelderland-Zuid op vrijwel alle onderdelen gegrond verklaard.
Het echtpaar had geklaagd over de werkwijze van de politie na een geëscaleerde burenruzie. De klachten richtten zich met name op:
. Het overbrengen van de vrouw naar het politiebureau.
. Hardhandig optreden waarbij de vrouw gewond is geraakt.
. Het boeien van de vrouw.
. Het hardhandig geleiden van de vrouw naar een politiebus ten overstaan van derden.
. Het niet opmaken van een proces-verbaal en een geweldsrapportage door de politie.
. Geen onderzoek door een arts laten verrichten op het politiebureau, terwijl dat het doel was waarvoor zij was meegenomen.
. De termijn waarbinnen de klacht werd afgehandeld.
Op 25 april 2001 werd de politie geroepen bij een burenruzie in Nijmegen. Hierbij zou een vrouw een steen over een schutting hebben gegooid, die haar buurvrouw bijna zou hebben geraakt. Toen de politie de vrouw hierop aansprak escaleerde de situatie. De vrouw raakte zo over de toeren dat de politie besloot de vrouw in het kader van hulpverlening mee te nemen naar het politiebureau om haar te laten onderzoek door de crisisdienst van de GGZ. De vrouw (klein van stuk) werd hierbij opgetild en van een trap gedragen omdat ze zich niet vrijwillig mee liet voeren. Ook werd zij naar een politieauto gedragen en geboeid.
Hoewel de ombudsman het, gelet op de omstandigheden van het moment, begrijpelijk acht dat de politie heeft getracht rust in de woning terug te brengen door de vrouw uit de woning te halen en dit inderdaad ook een kalmerende werking heeft gehad, is deze handelswijze niet rechtmatig. In het kader van hulpverlening had de vrouw niet meegenomen mogen worden. Dit mag uitsluitend op basis van vrijwilligheid. Omdat deze vrijwilligheid hier ontbrak is zijn conclusie dat het overbrengen hier niet rechtmatig was en dat alle daaruit voortvloeiende gedragingen niet rechtmatig zijn geschied.
De ombudsman heeft in zijn onderzoek niet vastgesteld dat het door de vrouw aangegeven letsel is ontstaan door het politieoptreden.
Ook stelde de ombudsman vast dat het de politie niet kan worden verweten dat de vrouw niet onderzocht is door een arts van de GGZ. De politie heeft wel contact gezocht met de arts, maar deze besloot om de vrouw pas de volgende dag in haar eigen omgeving te gaan opzoeken.
De ombudsman oordeelde tevens dat het niet opmaken van een proces-verbaal en een geweldsrapportage niet juist is. Hij is van mening dat het aan de officier van justitie is om te bepalen of het de vrouw kon worden aangerekend dat zij met een steen had gegooid of dat zij in overspannen toestand had verkeerd. Ook had een geweldsrapportage moeten worden opgemaakt voor het vastpakken, optillen en het in de boeien wegvoeren.
Bovendien vond de ombudsman dat de klachtafhandeling langer had geduurd, dan de klachtenregeling van de politie voorschrijft.
De korpsbeheerder heeft in een eerder stadium mede op advies van een onafhankelijke klachtencommissie de klacht van deze verzoekers deels niet gegrond en deels als niet ontvankelijk verklaard.
De politie respecteert het oordeel van de ombudsman, maar vindt het jammer dat in dergelijke situaties uitsluitend op basis van strafrecht gehandeld mag worden. De politie gaat wel via interne instructie er voor zorgen dat bekend wordt dat aanhoudingen in het kader van hulpverlening niet toegestaan zijn. In voorkomende gevallen betekent dit dat er gebruik gemaakt moet worden van het strafrecht en indien dit ook niet mogelijk is, dat er dan verwezen wordt naar de mogelijkheden binnen het civiele recht.
Rondom de termijnoverschrijding van de klachtenbehandeling zijn reeds maatregelen genomen om dit in de toekomst te voorkomen.
Het korps zal opnieuw met de klagers in overleg treden om deze klacht naar behoren af te handelen.
Afdeling communicatie
Herman Rohde, 06 - 53360917
Nijmegen, 29 april 2004
---- --
Postbus 9109
6500 HL Nijmegen
Telefoon (024) 327 60 05
Fax (024) 327 63 39