Kleiner Praktijkonderzoek sterker in de regio
Het Praktijkonderzoek van de Animal Sciences Group van Wageningen UR
heeft een plan gemaakt waarmee zij op een financieel gezonde manier de
toekomst tegemoet wil treden. Zij wil inspelen op regionale
initiatieven in de veehouderijsector die zich richten op het
versterken van de verbinding tussen kennisgebruikers en
kennisaanbieders. Het Praktijkonderzoek wil tevens haar organisatie
kleiner, efficiënter en slagvaardiger maken. Hiertoe zal de
organisatie met ongeveer 25% (ca.50 fte) moeten krimpen. Deze krimp is
gericht op zowel personeel als het sluiten van een aantal
praktijkcentra.
De Nederlandse veehouderij krimpt en daardoor is minder geld
beschikbaar voor onderzoek. Het Praktijkonderzoek merkt dit aan den
lijve. Zij heeft daarom indringend gekeken naar nieuwe kansen voor de
toekomst en dit uitgewerkt in een herstel- en ontwikkelplan.
Nieuwe kansen
Het Praktijkonderzoek ziet goede mogelijkheden om een belangrijkere
rol te spelen als kennispartner in een sector die verandert. De
Nederlandse veehouderij krimpt, individualiseert en diversifieert, is
complex qua ondernemerschap en heeft behoefte aan een nieuwe
kennisinfrastructuur gericht op ondernemen en eigen
verantwoordelijkheid voor `leren'. Bovendien stelt de omgeving van de
veehouderij scherpe voorwaarden aan voedselproductie. Het
Praktijkonderzoek wil hierop inspelen door met haar praktijkcentra
sterk te wortelen in initiatieven om regionale kennis- en
innovatiecentra te ontwikkelen. Veehouders en hun toeleveranciers en
afnemers kunnen hier terecht voor onderzoeksresultaten, individuele
kennisontwikkeling en netwerkcontacten en kunnen hier in groepsverband
hun ondernemersvaardigheden verder ontwikkelen. De keuze van het
Praktijkonderzoek voor een sterke positie als kennispartner, die
aansluit bij de veranderende veehouderij, is positief ontvangen bij de
stakeholders.
Kleiner en slagvaardiger
Een krimpende onderzoeksvraag vraagt om aanpassing van de organisatie
naar een kleiner en slagvaardiger praktijkonderzoek. Voorgesteld wordt
om het personeelsbestand met ca. 25% te verkleinen, in aansluiting op
de gedaalde omzet. Deze krimp is verdeeld over verschillende
onderdelen van de organisatie: overhead, onderzoek en regionale
praktijkcentra. Het management zal zich inzetten om dit zo veel
mogelijk te realiseren via natuurlijk verloop, mobiliteit, omscholing
en outplacement. Verder zal het Praktijkonderzoek investeren in het
ontwikkelen van nieuwe markten, gericht op regionalisering, ketens en
internationalisering.
In het plan is aangegeven dat de volgende praktijkcentra worden
gesloten:
* Waiboerhoeve vleesvee/schapen (Lelystad): dit bedrijf heeft
onvoldoende omzet en geen perspectief op verbetering in deze
situatie en zal derhalve worden gesloten.
* Waiboerhoeve Varkens (Lelystad): dit proefbedrijf werkt met een
hoge gezondheidsstatus en heeft een dure exploitatie. Er zijn te
weinig onderzoeksopdrachten waardoor aangestuurd zal worden op
sluiting.
* Waiboerhoeve High-tech Bedrijf en Lage Kosten Bedrijf (Lelystad)
zullen worden gesloten als over enkele jaren het onderzoeksproject
afloopt.
De volgende praktijkcentra zullen worden gesloten, tenzij:
* Waiboerhoeve Paarden (Lelystad): dit bedrijf genereert onvoldoende
omzet en zal gesloten moeten worden, tenzij de
paardenhouderijsector zorgt voor een sluitende exploitatie.
Overleg daarover met het bedrijfsleven is gaande.
* Praktijkcentrum De Marke (Hengelo, Gelderland): dit
praktijkcentrum heeft een unieke waarde door haar jarenlange
onderzoek naar een duurzame mineralenhuishouding. De komende 2
jaar is de omzet gegarandeerd. Dit bedrijf kan alleen open blijven
als ook daarna aanvullende projectfinanciering beschikbaar komt.
De volgende praktijkcentra zullen open blijven, mits:
* Waiboerhoeve Pluimvee (Lelystad): de exploitatie van dit bedrijf
is op dit moment niet sluitend, maar dit wordt mede veroorzaakt
door de verzwakking van de pluimveesector na de vogelpestcrisis.
De komende jaren moet blijken of de exploitatie sluitend te
krijgen is.
* Praktijkcentrum Cranendonck (Soerendonck, Noord-Brabant): dit
melkveepraktijkcentrum heeft onvoldoende ontwikkelingskansen op de
huidige locatie en er zijn grote investeringen nodig om dit
centrum tot een up to date onderzoeksfaciliteit te maken. Met
verschillende stakeholders in het zuiden van het land zal worden
onderzocht of er perspectief is voor een `nieuw Cranendonck', een
praktijkcentrum dat een belangrijke rol kan spelen binnen een
regionaal kennis- en innovatiecentrum. Rond 1 november dit jaar
moet hierover duidelijkheid zijn.
De volgende praktijkcentra hebben goede perspectieven en zullen open
blijven.
Zij spelen een belangrijke rol in het versterken van het
Praktijkonderzoek als partner in kennisuitwisseling. Het gaat om de
volgende praktijkcentra:
* Nij Bosma Zathe (Goutum, Friesland)
* Aver Heino (Heino, Overijssel)
* Raalte (Raalte, Overijssel) · Zegveld (Zegveld, Utrecht)
* Sterksel (Sterksel, Noord-Brabant)
* Waiboerhoeve Melkvee (Lelystad, Flevoland)
Verder traject
Dit plan, dat na intensieve consultatie en marktverkenning geschreven
is door het managementteam van het Praktijkonderzoek, zal worden
voorgelegd aan de Raad van Bestuur van Wageningen UR. Definitieve
besluitvorming zal door hen plaatsvinden. Het Praktijkonderzoek-plan
maakt deel uit van het Wageningen UR plan met de titel `Focus 2006'.
Doel hiervan is om de al in gang gezette oriëntatie op de
(internationale) markt en kostenbesparingen binnen de organisatie te
versnellen.
---
© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst
bijgewerkt: 29-04-2004 15:39.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar:
webmaster.po.asg@wur.nl
Praktijkonderzoek Veehouderij