KPMG
Familie steeds minder vaak in beeld bij bedrijfsoverdracht
28 april 2004
Directeuren van familiebedrijven zoek de overdracht van de onderneming
steeds vaker buiten de familie.
Meer dan de helft van de directeuren die vanwege hun leeftijd op korte
termijn afstand willen doen van hun bedrijf, heeft een buitenstaander
als opvolger voor ogen. Bij een kwart van de bedrijven komt het
huidige management in aanmerking. Zonen en dochters zijn met ruim 20%
bij de directeuren relatief veel minder in beeld. Dit blijkt uit
onderzoek van KPMG naar de vraag hoe directeuren van familiebedrijven
omgaan met de overdracht van de onderneming.
De directeuren schuiven de overdracht van hun onderneming bovendien
steeds verder voor zich uit. Ruim 10% van hen heeft de overdracht van
de onderneming inmiddels geregeld. Bijna 65% van de directeuren
verwacht het bedrijf pas binnen nu en 6 jaar te kunnen overdragen. Zon
10% denkt de onderneming over meer dan zes jaar van de hand te doen
.
Volgens Willem Augustinus van KPMG Corporate Finance stellen de
directeuren de beslissing en de voorbereiding steeds verder uit
vanwege hun onzekerheid. Augustinus: Dit heeft enerzijds te maken met
het feit dat zij bang zijn voor het zwarte gat, maar ook omdat zij de
macht uit handen moeten geven. Dit betekent dat steeds weer excuses
worden gezocht om de beslissing niet te hoeven nemen. De huidige
economische omstandigheden spelen echter ook een rol. De
verkopersmarkt is inmiddels veranderd in een kopersmarkt. De behoefte
van de directeur/eigenaar om te verkopen is hierdoor kleiner geworden,
maar ook de grootste honger van met name strategische kopers is
gestild. Je zou verwachten dat het huidige management hierdoor meer in
beeld zou zijn om het bedrijf over te nemen en de management buy out
dus een serieuze optie zou zijn voor de ondernemer met een
opvolgingsvraagstuk. Dit blijkt echter niet het geval.
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat de directeuren zich bij hun
keuze van een opvolger overwegend laten leiden door zijn
leidinggevende capaciteiten. Ook de sociale vaardigheden en de
motivatie om het bedrijf over te nemen zijn belangrijk. Werkervaring
binnen het bedrijf wordt door éénderde van de directeuren van belang
geacht, almede de financiële capaciteit van de nieuwe eigenaar.
Kleinere ondernemingen vinden de financiële capaciteit van de nieuwe
eigenaar relatief belangrijker dan grotere bedrijven. Het huidige
management heeft een beperkte invloed op de keuze van de opvolger.
Ruim de helft van de directeuren kiest de opvolger zelf. In 16% van de
gevallen heeft het management de belangrijkste stem. In nog eens 16%
ligt de keuze bij de aandeelhouders en in 14% heeft de familie het
voor het zeggen. Het management wordt in de helft van de gevallen wel
actief betrokken bij het opvolgingsproces.
Bijna de helft van de ondernemers is overigens niet van plan na de
overdracht volledig afscheid te nemen van het bedrijf. Ruim 40% geeft
aan als adviseur verbonden te blijven aan de onderneming. Zon 20%
bedeelt zichzelf een rol toe als coach en 6% blijft als commissaris
aan het bedrijf verbonden. Eén op de drie eigenaren neemt na de
overdracht definitief afscheid van de onderneming.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039