Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Arib over sterftecijfers. (2030412650)

1.
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de sterftecijfers van ziekenhuizen sterk uiteenlopen?

8 april jl. heeft de Volkskrant een artikel gepubliceerd over een onderzoek van Prismant naar de sterftecijfers in ziekenhuizen in Nederland. Ik ben bekend met dit artikel en met het door Prismant zelf uitgegeven bericht.

2.
Bent u op de hoogte van het onderzoek dat Prismant naar deze verschillen heeft laten doen?

Zoals bij vraag 1 aangegeven ben ik op de hoogte van het door Prismant uitgevoerde onderzoek naar de sterftecijfers in ziekenhuizen. In dit onderzoek zijn de absolute sterftecijfers afgezet tegen de klinische opnamen in ziekenhuizen. Prismant heeft verschillen tussen regio's, tussen type ziekenhuizen en binnen groepen van ziekenhuizen geconstateerd. Of hier sprake is van significante verschillen is niet uit de rapportage op te maken. In het onderzoek is niet gekeken naar factoren die van invloed kunnen zijn op de absolute sterftecijfers zoals leeftijdsverdeling, sociaal-economische, mogelijk regionaal gebonden factoren, patiëntenmix van ziekenhuizen, doorverwijsgedrag tussen ziekenhuizen enzovoorts. Een mogelijke verklaring voor de gevonden verschillen kan dan ook niet worden gegeven.

Opmerkelijk is overigens dat het absolute aantal sterftegevallen in de periode 1992 ­ 2002 nauwelijks verandert, terwijl het aantal inwoners in Nederland in deze periode is toegenomen en de gemiddelde leeftijd van inwoners in Nederland is gestegen. Tevens valt op dat het percentage sterftegevallen ten opzichte van het aantal klinische opnamen in genoemde periode nauwelijks is veranderd. Dit terwijl in de afgelopen 10 jaar een verdere verschuiving van klinische naar dagopnamen heeft plaatsgevonden en de klinisch opgenomen patiëntenpopulatie een zwaardere patiëntengroep geworden is.

3.
Wat is uw mening over de relatie tussen de omvang van het ziekenhuis en het sterftecijfer? Kunt u een verklaring geven voor het feit dat kleine ziekenhuizen de laagste mortaliteit scoren, grote ziekenhuizen de hoogste, terwijl de middelgrote ziekenhuizen een middenpositie innemen, respectievelijk 2,91%, 3,07% en 3,14%?

Verscheidene oorzaken kunnen er toe leiden dat er verschillen zijn tussen sterftecijfers van ziekenhuizen, zie ook mijn antwoord bij vraag 2. De omvang van het ziekenhuis kan hier mogelijk een rol in spelen aangezien deze bepalend is voor de aanwezigheid van typen specialismen in de verschillende ziekenhuizen en de te behandelen patiëntenmix. Welke relatie er precies is, is niet onderzocht door Prismant.

4.
Wat is uw mening over de constatering van de onderzoekers, namelijk dat de ziekenhuissterfte niet voor alle delen van het land gelijk is, en dat er grote regionale verschillen zijn?

De onderzoekers constateren dat de ziekenhuissterfte niet voor alle delen van Nederland hetzelfde is. Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 kunnen verscheidene factoren hieraan bijdragen, zoals sociaal-economische verschillen tussen regio's, leeftijdsopbouw enz.

2

Zonder inzicht in achterliggende verklarende factoren is het onmogelijk over de geconstateerde verschillen gefundeerde uitspraken te doen.

5.
Bent u bereid nader onderzoek te verrichten naar de precieze oorzaken van de sterftecijfers, de verschillen tussen ziekenhuizen en de verschillen tussen de regio's? Deelt u de mening dat een dergelijk onderzoek een belangrijke bijdrage kan leveren aan een betere ziekenhuiszorg?

Onderzoek naar sterftecijfers kan alleen bijdragen aan een betere ziekenhuiszorg indien hierin ook de beïnvloedende factoren en achterliggende oorzaken worden meegenomen. Dan is het mogelijk concrete verbeterpunten te formuleren.
Het thema `patiëntveiligheid' staat zeer hoog op de beleidsagenda. Er lopen reeds verscheidene onderzoeks- en verbetertrajecten en er worden nieuwe trajecten rondom dit thema geïnitieerd. Deze trajecten hebben verschillende aangrijpingspunten in de zorg waarvan sterfte een onderdeel uit maakt.

6.
Bent u bereid de uitkomst van dit onderzoek bij de benchmarking tussen ziekenhuizen te betrekken?

Eind 2003 hebben de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de NVZ, vereniging van ziekenhuizen, de Orde van Medisch Specialisten en Vereniging Academische Ziekenhuizen gezamenlijk een basisset prestatie-indicatoren ziekenhuizen uitgebracht. Mortaliteit is niet opgenomen in deze basisset. Voor het inzichtelijk krijgen van de prestatie van ziekenhuizen ben ik van mening dat de basisset-indicatoren voor nu een goede basis vormt. Wellicht kan het mortaliteitscijfer, wanneer een eenduidige definitie is ontwikkeld, in de toekomst worden toegevoegd aan deze set.


---- --