ChristenUnie
Wetgevingsoverleg Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer Woensdag 28
April 2004 - 14:32
Algemeen
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling
kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden hebben
begrip voor de argumentatie die ten grondslag ligt aan de keuze voor
een nieuwe wet, waarin de bundeling van verschillende budgetten voor
verkeer en vervoer wordt geregeld. Zij willen de regering in dit
stadium enkele vragen voorleggen over de voorgenomen vormgeving van de
Wet BDU Verkeer en vervoer.
In de toelichting wordt gesteld dat uitgangspunt is: decentraal wat
kan, centraal wat moet. In dat kader vragen de leden van de fractie
van de ChristenUnie de minister waarom is besloten de VOC-status van
een aantal grotere gemeenten op te heffen. Aansluitend informeren zij
of de minister een overzicht kan bieden van de wijze waarop de
provincies invulling geven aan de zeggenschap over het stadsvervoer in
de voormalige VOC-steden.
Doel van het wetsvoorstel
In het verkeer- en vervoerbeleid is uitgangspunt het bevorderen van
een integrale afweging.
Ten aanzien van de planvorming gebeurt dat al enige tijd op grond van
de Planwet verkeer en vervoer. Door het voorliggende wetsvoorstel moet
dat ook op het terrein van de financiering gaan gebeuren. De leden van
de fractie van de ChristenUnie vragen hoe kan worden voorkomen dat in
de concrete uitwerking een onbalans gaat ontstaan. Als de financiering
van de exploitatie van het openbaar vervoer, van de aanleg van
infrastructuur, van duurzaam veilig, e.d. in een brede doeluitkering
wordt gebundeld, kunnen de medeoverheden besluiten de beschikbare
middelen anders te verdelen dan nu bij afzonderlijke geldstromen
gebeurt. Wil de regering op rijksniveau de huidige verdeling over de
verschillende modaliteiten nog enigszins sturen? En zo ja, welke
mogelijkheden heeft het rijk daar dan voor, afgezien van marginale
sturingsmogelijkheden via de Planwet verkeer en vervoer? In de
toelichting stelt de regering dat het door de systemen uitgelokte
streven naar maximalisering van de te ontvangen subsidie per
deelgebied onder de werking van de nieuwe wet zinloos is geworden. De
leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of hiermee niet
sluipenderwijs mogelijkheden voor nog verdergaande bezuinigingen op de
rijksbijdrage aan de exploitatie van het stads- en streekvervoer
worden geïntroduceerd. Zij zijn er niet gerust op dat dit niet zo is,
in het licht van de recente geschiedenis van de hiervoor beschikbare
rijksbudgetten. Zij verzoeken de minister hierop nader in te gaan.
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen zich af of het wel
terecht is nog steeds over het NVVP te spreken. Is de naam van dit
beleidsdocument formeel nog altijd NVVP, maar wordt de werktitel Nota
Mobiliteit?
Deze leden informeren of is overwogen ook de middelen voor
bedrijventerreinen en eventueel andere budgetten aan de BDU toe te
voegen. Waarom is daarvan afgezien?
Een specifieke uitkering voor verkeer en vervoer
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben er kennis van
genomen dat bij de eerste evaluatie van de nieuwe wet wordt bezien in
hoeverre een verdergaande stap van toevoeging van de middelen aan het
Provincie- en/of Gemeentefonds een reële optie is. Ze zijn van oordeel
dat dit een verstandige keuze is.
Verantwoordelijkheidsverdeling
De leden van de fractie van de ChristenUnie informeren in welke mate
de Planwet verkeer en vervoer garandeert dat decentrale overheden uit
de BDU voldoende middelen reserveren voor regionaal beleid dat is
afgestemd op het rijksbeleid. Welke sturingsinstrumenten heeft het
rijk in dit kader?
Ontvangers van de uitkering
De provincie kan besluiten een deel van de middelen te doen toekomen
aan deelregios, individuele gemeenten of waterschappen. Heeft het rijk
geen enkele bemoeienis met de wijze waarop en de mate waarin dat
gebeurt?
Artikelen
Artikel 5
De leden van de fractie van de ChristenUnie delen de opvatting dat een
wijziging van de verdeelmaatstaven niet mag leiden tot een grote,
schoksgewijze herverdeling tussen de ontvangende partijen van de BDU.
Zij gaan ervan uit dat de Kamer zal worden gekend in de inhoud van de
AmvB met betrekking tot de gebiedsgerichte structuurkenmerken. Zij
missen in dit kader een voorhangprocedure. Is daar bewust van
afgezien?
Artikel 8
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen welke materiële
betekenis dit artikel heeft. Is het niet te vrijblijvend geformuleerd?
Artikel 9
De leden van de fractie van de ChristenUnie informeren waarop de
periode van drie jaar in het eerste lid is gebaseerd.
---