College Bescherming Persoonsgegevens


28 april 2004

Amerikaanse toezichthouder eist gegevens van Nederlandse accountantskantoren

De Amerikaanse toezichthouder op het accountantsverkeer (the Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB)) verplicht Nederlandse accountantskantoren zich te registreren. De PCAOB wil op deze manier een beter toezicht uitoefenen op de accountantscontrole. De Nederlandse accountantskantoren hebben gebruik gemaakt van de door de PCAOB geboden mogelijkheid een juridische verklaring op te stellen om gevrijwaard te kunnen worden van deze registratieverplichting. In deze verklaring wordt uiteengezet waarom de Nederlandse accountantskantoren niet aan de vereisten kunnen voldoen. Het CBP heeft de verklaring ondersteund en de PCAOB een brief geschreven waarin wordt aangegeven dat de registratie op onderdelen strijdig is met Nederlandse en Europese privacywetgeving.

De verplichting tot registratie geldt voor accountantskantoren die auditwerk verrichten voor bedrijven met een rapportageverplichting aan de Amerikaanse toezichthouder op het effectenverkeer (Securities and Exchange Commission). Van deze kantoren wil de PCAOB onder andere contactgegevens van klanten, partners en de belangrijkste managers en informatie over civiele, criminele en administratieve procedures waarbij partners of managers betrokken zijn. Bij de registratie vraagt de PCAOB ook al op voorhand toestemming voor medewerking van medewerkers bij een eventueel onderzoek naar een eerder verrichte accountantscontrole.

Het verwerken van bijzondere gegevens, zoals strafrechtelijke gegevens over criminele procedures, is in Nederland alleen bij wijze van uitzondering mogelijk. De WBP formuleert een aantal uitzonderingsgronden die naar het oordeel van het CBP niet van toepassing zijn in dit specifieke geval. Het verwerken van deze gegevens en ook de doorgifte van deze en andere gegevens naar de Verenigde Staten is in strijd met de WBP.

Doorgifte van persoonsgegevens
De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), die sinds 1 september 2001 van kracht is, bevat regels over de doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de Europese Unie. Hoofdregel is dat persoonsgegevens alleen mogen worden doorgegeven naar derde landen met een passend beschermingsniveau. Buiten die gevallen is doorgifte alleen toegestaan op basis van een wettelijke uitzondering of met vergunning van de Minister van Justitie. De afgifte van een vergunning vindt plaats nadat het CBP daarover advies heeft uitgebracht. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in de brochure Derde landen. De doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de Europese Unie.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.

Lees de brief van het CBP aan de PCAOB (pdf, 20K)