Benauwende moeder-zoonband voedingsbodem voor zedendelicten
Promotie psychologe Karoline Lehnecke
Zedendelinquenten hebben in hun jongensjaren een te hechte band met
hun moeder; vader was afwezig of mishandelde. De zedenplegers werden
op school bovendien veel gepest, wat hen nog verder terugwierp op de
ongezonde gezinssituatie thuis. Dit concludeert klinisch psychologe
dr. Karola Lehnecke na onderzoek onder tbs-geïnterneerden. Zij
promoveert op 28 april aan de Universiteit van Tilburg.
Met name de verstoting door leeftijdgenootjes is een opmerkelijk nieuw
onderzoeksresultaat. Niet achter iedere gepeste jongen gaat een
potentiële zedendelinquent schuil, maar het resultaat pleit wel voor
meer aandacht voor pestgedrag op scholen en in het bijzonder voor de
gezinsconstellatie van langdurig gepeste jongens, aldus psychologe en
psychoanalytica Lehnecke in haar proefschrift getiteld 'De rol van
moeder-zoon symbiose in perversie en zedendelinquentie'.
Waarom en hoe iemand ertoe komt zedendelicten te plegen is een uiterst
ingewikkeld complex van invloedsfactoren. Vooral de vraag of de
oorzaak ligt in genetische aspecten of sociale factoren (nature versus
nurture) houdt wetenschappers al decennia lang geboeid. Lehnecke is
van mening dat mensen "niet in de wieg gelegd worden als
zedendelinquent". Om inzicht te krijgen in de doorslaggevende factoren
achter perversie en zedendelinquentie deed ze literatuurstudie en
onderzocht ze dertig dossiers van Nederlandse zedendelinquenten.
Alle zedendelinquenten verkeerden in hun jeugd in een problematische
situatie. Zonder uitzondering hadden zij een hechte, beklemmende band
met hun moeder. Een dergelijke nauwe relatie verhindert de
ontwikkeling van de sociale vaardigheden en kan leiden tot een
ontwikkelingsachterstand. Zo ontstaat een vicieuze cirkel, want een
kind heeft deze vaardigheden juist nodig om aan de benauwende band te
kunnen ontsnappen. De vader is veelal afwezig of op een negatieve
manier betrokken bij de opvoeding, waardoor de jongens zich niet met
een positieve mannelijke persoon konden identificeren.
Outcasts
De gezinsconstellatie 'symbiotische moeder en afwezige vader' kan
volgens Lehnecke een voedingsbodem zijn voor een perverse
ontwikkelingsstoornis. De ernst zal afhankelijk zijn van de mate van
werkzaamheid en zelfredzaamheid van de persoon in de maatschappij. Het
kind raakt als regel in een sociaal isolement. Wanneer dit jarenlang
duurt is er sprake van een sociaal trauma. Ook het gepest worden door
leeftijdgenoten is een opvallende vaakvoorkomende factor. Lehnecke
illustreert dit onder andere aan de hand van 'Maarten': ".....Maarten
heeft niet geleerd hoe hij problemen moet oplossen. Daar loopt hij
tegenaan wanneer hij onder leeftijdsgenoten is. Hij kan zich op school
niet handhaven; hij kan slechts met veel jongere kinderen 'omgaan'.
Vroeger werd Maarten op school gepest omdat hij te dik was. Hij werd
uitgescholden en kreeg veel klappen. Als gevolg hiervan meldde hij
zich met behulp van moeder vaak ziek, ontwikkelde een leerachterstand
en raakte in een sociaal isolement. Later ontwikkelde hij pedoseksuele
fantasieën en begon deze ook uit te leven. Kleine kinderen kon hij
immers wel de baas ......." Al op jonge leeftijd is er bij veel
zedendelinquenten sprake van een minderwaardigheidsgevoel en
eenzaamheid, voornamelijk door de pesterijen op school. Dit aspect
werd in de literatuur tot nu toe niet of nauwelijks belicht. Hoever de
invloed van dit sociale trauma reikt is op basis Lehnecke's studie
niet vast te stellen, daarvoor is het aantal onderzochte
zedendelinquenten te klein. Lehnecke pleit voor meer onderzoek en
aandacht voor pestgedrag: "Het moet de maatschappij wat waard zijn om
zeker te weten dat ernstig en langdurig gepeste jongens niet ook
gevangen zitten in de beklemmende gezinsconstellatie die in dit
onderzoek zo kenmerkend is gebleken voor plegers van ernstige
zedenmisdrijven," aldus de onderzoekster.
Karoline M. Lehnecke (1947) is klinisch psychologe/psychotherapeute en
psychoanalytica. Ze heeft een zelfstandige psychotherapiepraktijk in
Ede en is reeds 13 jaar werkzaam bij de Gelderse Roos (organisatie
voor geestelijke gezondheidszorg in Gelderland) in Arnhem. Tevens is
ze freelance Pro Justitia rapporteur bij de Forensische Psychiatrische
Dienst. Lehnecke studeerde aan de University of California (VS) en aan
de Universiteit Utrecht. In de VS werkte ze bij de kinderbescherming,
als counselor in de verslavingszorg en als probation officer. In
Nederland was zij eerder hoofd psychotherapeutengroep in de
TBS-kliniek 'Oldenkotte' in Rekken.
Noot voor de pers
De promotieplechtigheid vindt plaats op woensdag 28 april om 16.15 uur
in de aula van de Universiteit van Tilburg. Promotor is prof.dr. T.I.
Oei. Het proefschrift is getiteld 'De rol van moeder-zoon symbiose in
perversie en zedendelinquentie. Een wetenschappelijke verantwoording
over de mogelijke gevolgen van een symbiotische moeder-zoonrelatie die
niet door vader wordt beëindigd.' (ISBN 90-5850-075-6). Een
handelseditie is verschenen bij Wolf Legal Publishers, Nijmegen (25
euro). Er verschijnt ook een handelseditie in het Engels. Journalisten
kunnen een exemplaar opvragen bij de Afdeling Voorlichting en Externe
Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466 2000, e-mail:
voorlichting@uvt.nl. Karoline Lehnecke is bereikbaar via tel: 0318
614973 en e-mail: lehnecke@planet.nl
Laatst gewijzigd: donderdag 15 april 2004
bullet Meer zoekmogelijkheden
bullet Experts en expertise
Zie ook
Contact
E-mail: M.M.C.Hanssen
Universiteit van Tilburg