Consumentenvertrouwen vrijwel stabiel
Het consumentenvertrouwen is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in april 2004 uitgekomen op -25. Dit is 1 punt hoger dan in maart. Over de economische situatie en de eigen financiële situatie zijn de consumenten nauwelijks van mening veranderd sinds vorige maand. Alleen over het doen van grote aankopen zijn de consumenten minder negatief gestemd dan in maart. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuuronderzoek van het CBS.
Oordeel economisch klimaat nauwelijks veranderd
Het oordeel van consumenten over het economisch klimaat is in april ongeveer gelijk aan dat in maart. Hun mening over zowel de afgelopen twaalf maanden als de komende twaalf maanden bleef vrijwel onveranderd. Per saldo zijn er in april 33 procent meer consumenten pessimistisch over de economie dan optimistisch. Wel zijn de consumenten veel minder negatief over de economie dan een jaar geleden. In april 2003 waren er nog 62 procent meer pessimisten dan optimisten.
Koopbereidheid iets verbeterd
De koopbereidheid is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in april 2 punten hoger dan in maart. De koopbereidheid is gebaseerd op de vraag of de tijd gunstig is voor het doen van grote aankopen en op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden. Consumenten zijn in april veel positiever over het doen van grote aankopen zoals meubels en televisies dan in maart. Hun oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden is nauwelijks veranderd. Over de situatie in de afgelopen twaalf maanden zijn ze nog steeds zeer negatief. Ten aanzien van de financiële situatie voor de komende twaalf maanden zijn er iets meer pessimisten dan optimisten.
Meer vertrouwen dan vorig jaar
Het consumentenvertrouwen bereikte in juli 2003 haar dieptepunt. Sindsdien neemt het vertrouwen gestaag weer iets toe. Het ligt nu 14 punten hoger dan negen maanden geleden. Deze toename van het consumentenvertrouwen is bijna volledig toe te schrijven aan het gunstiger oordeel over de economische situatie. Dit oordeel ligt 30 punten hoger dan juli vorig jaar. De koopbereidheid daarentegen is in hetzelfde tijdvak nauwelijks gegroeid. Met een groei van 4 punten blijft deze nog ver achter bij de groei van het economisch oordeel. Ook na het dieptepunt van 1993 bleek eerst het vertrouwen in de economie weer toe te nemen, pas een jaar later gevolgd door de koopbereidheid.
Technische toelichting
Het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) wordt uitgevoerd in de eerste tien werkdagen van de maand.
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen financiële situatie. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend huishoudens. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens.
De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten.
Naast het CBS, stelt ook de Europese Commissie (EC) voor Nederland een indicator van het consumentenvertrouwen samen. De EC hanteert daarbij echter deels andere vragen dan het CBS. In de EC-berekening ligt de nadruk geheel op de verwachtingen voor de toekomst, waar in de indicator van het CBS ook de huidige situatie van de consument en diens oordeel over de afgelopen twaalf maanden worden meegenomen. De EC publiceert haar indicator altijd later dan het CBS waardoor de meest recente maand niet zichtbaar is in de grafiek.
PB04-063
26 april 2004
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
CBS