De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
TRCJZ/2004/3305
datum
23-04-2004
onderwerp
Kamervragen vangen zwarte kraaien en kauwen
TRCDEP/2004/2026
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
Hierbij u ontvangt u het antwoord op de vragen van het lid Van Velzen
(SP) inzake het vangen van zwarte kraaien en kauwen.
datum
23-04-2004
kenmerk
TRCJZ/2004/3305
bijlage
2030412340
Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over het vangen van zwarte kraaien en
kauwen. (Ingezonden 7 april 2004)
1.
VRAAG
Bent u op de hoogte van de artikelen 8 en 9 van de Europese
Vogelrichtlijn waarin het gebruik van massale of niet-selectieve
middelen voor het vangen of doden van vogels wordt verboden tenzij de
lidstaat bepaalt welke van dergelijke middelen zijn toegestaan onder
welke voorwaarden, onder welke omstandigheden van plaats en tijd,
onder de bevoegdheid van welke autoriteit, en onder welke controles?
ANTWOORD
Ja.
2.
VRAAG
Bent u zich ervan bewust dat 'vallen' expliciet vermeld worden in de
lijst van in het bijzonder verboden middelen in bijlage IV sub a van
de Vogelrichtlijn?
ANTWOORD
Ja.
3.
VRAAG
Deelt u de mening dat de zorgplicht zoals bedoeld in artikel 2 van de
Flora- en faunawet niet nageleefd kan worden zonder een dergelijke
bepaling van voorwaarden voor het gebruik van niet-selectieve
vangmiddelen? Zo ja, welke beperkende voorwaarden zult u alsnog
voorschrijven?
Zo neen, met hoeveel fte aan Algemene Inspectiedienst (AID)-personeel
zult u controle uitoefenen op het naleven van de zorgplicht van
artikel 2 door gebruikers van vangkooien en kastvallen, en op welke
wijze zult u hiervan verslag uitbrengen aan de Kamer?
ANTWOORD
Een ieder kan voldoen aan de zorgplicht ten aanzien van het gebruik
van niet-selectieve vangmiddelen, ongeacht of hieraan nadere
voorwaarden zijn gesteld. De zorgplicht houdt in dat een ieder die
weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten
nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt,
verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover zulks in
redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die
redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde de gevolgen te
voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen,
deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.
Wat betreft het gebruik van niet-selectieve vangmiddelen betekent
inachtneming van de zorgplicht dat de gebruiker maatregelen dient te
treffen om zoveel mogelijk te voorkomen dat andere dieren worden
gevangen dan de dieren waarvoor de middelen worden ingezet. Dit geldt
ook als geen nadere voorwaarden zijn gesteld ten aanzien van het
gebruik van niet-selectieve vangmiddelen.
De AID heeft dit jaar circa 30 fte beschikbaar voor de handhaving van
natuurregelgeving. Controles op de wijze waarop gebruik wordt gemaakt
van de landelijke vrijstelling voor de zwarte kraai en kauw worden
binnen deze capaciteit verricht. In het jaarverslag van de AID dat
jaarlijks naar de Kamer wordt gezonden, zult u hierover geïnformeerd
worden.
Overigens zien ook de provincies en de politie toe op een juiste
naleving van de landelijke vrijstelling voor de zwarte kraai en kauw.
4.
VRAAG
Deelt u de mening dat de Nederlandse wet- en regelgeving strijdig is
met artikelen 8 en 9 van de Vogelrichtlijn daar zij het gebruik van
vangkooien en kastvallen voor het vangen van zwarte kraaien en kauwen
landelijk toestaat zonder een nadere bepaling van voorwaarden zoals
bedoeld in artikel 9, lid 2, van de Vogelrichtlijn? Zo neen, waarom
niet? Zo ja, kunt u aangeven op welke wijze en op welke termijn u de
Nederlandse wet- en regelgeving in overeenstemming zult brengen met de
Vogelrichtlijn?
ANTWOORD
Ik acht de Nederlandse regelgeving in overeenstemming met artikel 9,
tweede lid, van de Vogelrichtlijn. In artikel 65 van de Flora- en
faunawet en artikel 1 van de Regeling beheer en schadebestrijding
dieren zijn nadere voorwaarden opgenomen als bedoeld in artikel 9,
tweede lid, van de Vogelrichtlijn. De zwarte kraai en kauw kunnen
uitsluitend met vangkooien en kastvallen worden bestreden door de
grondgebruiker op zijn gronden of aan door hem gebruikte opstallen ter
voorkoming van schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige
visserij en wateren.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Kamervragen vangen zwarte kraaien en kauwen (PDF-formaat, 44 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit